Een vervolg op 2012in366fotos... Klik op de foto om een groter formaat te zien.
08-09-2014
08 september Mini Openlucht Fototentoonstelling
Heerlijk
fietsweertje vandaag. In de loop van de namiddag vond ik dat ik nu maar eens
van achter die computer moest komen, de bewerking van de vakantiefotos, het
selecteren van de fotos voor het salon van de club en het monteren van de audio
visuele reeksen maar even uit mijn hoofd moest zetten en mijn trouwe vriend Norta
nog eens van stal moest halen. Ondanks het redelijk late vertrekuur heb ik er
toch een fikse tocht uit geperst. Josee heeft gelukkig gewacht met het
avondeten en ik heb toch weer enkele interessante shots op mijn geheugenkaartje
gezet onderweg. In de buurt van Sas 7 zag ik bvb deze mini openlucht fototentoonstelling.
Iemand heeft ooit, waarschijnlijk van op de brug wat verderop, in de vier
seizoenen een opname gemaakt, groot afgedrukt en langs de weg geplaatst. Enige
uitleg was er niet bij, maar dat hoeft ook niet wat mij betreft. Ik vond het
alleszins interessant genoeg om mijn stalen ros er even bij te zetten en dit op
mijn beurt ook vast te leggen. Extra leuk hierbij is dat ik zelf ook met het
idee speel om een vier seizoenen project te presenteren op ons eigen fotosalon
begin november.
We
realiseerden ons deze morgen dat we nog niet echt optimaal gebruik hadden
gemaakt van de jaarkaart die we hebben voor het arboretum in Kalmthout, en dat
is redelijk voorzichtig uitgedrukt. Ik meen dat we er twee keer geweest waren
tot nu toe en het jaar is al bijna voor drie kwart voorbij Hoog tijd dus om
nog eens die kant op te rijden.
Er bleek dit weekend een tomaten-festival te zijn. Tja, nooit zoveel soorten
tomaten gezien het is een misverstand dat tomaten rood horen te zijn. Gele,
groene, zwarte, witte, ronde, langwerpige, gekartelde, grote, kleine zagen we,
maar na een half uurtje tomatologie gingen we toch maar doen waar we voor
gekomen waren: in de tuin zelf is namelijk altijd wel iets te beleven. De
bloemen, bomen, insecten, vlinders, het groen, de vijver voor de
natuurfotograaf is dit een paradijs en een plek om te koesteren. De fotojacht
resulteerde ook deze keer weer in een geheugenkaartje vol kleurrijke
bloemenpracht. Bij deze Japanse anemonen had ik al snel gezien dat er een
mogelijkheid was om ze in tegenlicht te fotograferen en het duurde een tijd
voor ik het juiste standpunt gevonden had om het licht door de bomen in de
achtergrond precies goed te laten vallen. Met een groot diafragma zouden al die
kleine invallende zonnestraaltjes doorheen de bladeren mooie onscherpe cirkeltjes
moeten opleveren Yesss weer een eigen
proefondervindelijke bevestiging van iets wat ik ooit gelezen had maar zelf nog
moest uitproberen. J Missie geslaagd.
Voor de geïnteresseerden: f 2,8 ISO 320 1/2000
Eerste
zaterdag van september jaarlijkse barbecue van de motorclub. Het mag geen
verwondering baren dat deze blog voor een keer een flink stuk na middernacht
online gekomen is. Het was gezellig namelijk, het was goed en het was genoeg
op alle gebied. J
Ons clublid Jef ( midden ) is al lang niet meer actief in de horecawereld, maar
als ie dan weer eens de gelegenheid ziet voorbij komen dan kan hij het toch
niet laten even aan de andere kant te gaan staan. Al was het maar voor de foto,
je kunt toch zien dat hij ervaring zat heeft met dit soort werk.
Ja,
ik heb de kleur-verzadiging in deze foto een beetje opgepept, noem het een
studie in groen-tinten en neen, dit is niet ons moestuintje Groene vingers,
dat is echt wel het laatste waar je mij kunt van verdenken. Ik heb wel alle
respect voor lieden die er in slagen lekkere groenten van eigen kweek op tafel
te brengen, maar ik beperk me in deze liever tot het consumeren zonder al dat
gedoe vooraf.
Onze dagelijkse wandelingen brengen ons langs alle hoekjes van groot Kasterlee
en, ook al omdat het vorig jaar een van de themas van de jaarwerking van onze
fotoclub was, kijk ik vaak met interesse naar de evolutie van de groei der
dingen in de volkstuintjes. Ik vind het eigenlijk bewonderenswaardig dat er in
een tijd dat je in de kranten kunt lezen dat de plaag van groentendiefstallen
uit de tuinen steeds erger wordt, er toch nog mensen zijn die het aandurven
zomaar langs de wandel- en fietsroute, zonder enige afsluiting en zonder enige
bewaking zoveel lekkere grijpklare eetwaren te telen. Toen we er deze morgen
langsliepen was dit tuintje nog helemaal ongeplunderd. Ik hoop voor de noeste
tuinier dat dit zo blijft tot hij zelf van het resultaat van zijn werk zal
kunnen genieten. Je weet maar nooit in deze tijden
Faaa fa fa
mi fa sooool sol fa en dan kwam een NIR-stem die bijna plechtig declameerde: Inlichtingen
voor de duivenliefhebbers , in de zestiger jaren werd dat een BRT stem maar de
inhoud bleef hetzelfde, de duiven waren gelost in verre meestal Franse plaatsen,
Saint Quentin, Quiévrain, Bourges of zelfs Barcelona, ofwel waren de
weersomstandigheden te zwaar en was het nog even wachten . Ik herinner me het
nog alsof het gisteren was. Ik weet niet of het nog elke week voorbij komt, ik
luister namelijk op zondagmorgen meestal niet meer naar de radio J
De Belgische duiven en daarmee samengaand de Belgische duivenmelkers hebben een
wereldfaam. Nog steeds lees je
regelmatig berichten in de krant over Chinezen en andere verre volkeren die
naar hier komen om voor ongeziene sommen prijsduiven te kopen bij onze
liefhebbers. Geen idee of de duivensport nog steeds de populariteit geniet die
deze wereldwijde reputatie heeft opgeleverd maar tijdens mijn fietstochten zie
ik alleszins achter onze Vlaamse huizen en tussen de koterijen nog menige
duiventil, de ene al wat luxueuzer dan de andere. Toen ik deze namiddag voorbij
de thuishonk van deze schijnbaar niet onbemiddelde amateur fietste dacht ik er
aan dat ik de laatste tijd weinig sportfotos gemaakt had. Dan is de duivensport
natuurlijk een originele invalshoek om daar iets aan te doen Geen duiven op de
foto, geen duivenmelkers ook, maar wel een accommodatie waar zonder twijfel
kampioenen gekweekt worden. Chinezen heb ik er ook niet gezien trouwens.
Ik las
toevallig vandaag in een krant, tijdschrift of op een of andere site, dat weet
ik niet meer zo precies, dat onlangs de duurste foto aller tijden was verkocht
op een veiling. Het werk Rhein II van ene A.Gursky ging van de hand voor de
luttele som van schrik niet 3,2 miljoen Euro. Er stond ook een afbeelding
bij van het kunststuk tja, nogal minimalistisch als je het mij vraagt, ik
begrijp er niet veel van. Maar ja, ik ben dan ook geen Jan Hoet he. Als je nog
niet het genoegen had dit meesterwerk te bewonderen moet je beslist eens
googelen met de bovenstaande namen.
Ik heb hieruit wel de conclusie getrokken dat wij allemaal zeer verkeerd bezig
zijn met onze fotografie. Ik ga me dus ook regelmatig op minimalistische paden
begeven. Niet constant, wees gerust, maar zo af en toe een poging tot snel
fortuin wil ik wel eens wagen. Wie weet komt er een van mijn creaties dan ook
ooit bij Sothebys terecht. Ik heb me tijdens mijn fietstocht deze namiddag daarom
op de allersimpelste onderwerpen gestort. Het bieden op deze rietstengel mag dus
beginnen, laten we zeggen, starten bij 10.000 . Wie zet er in?
Het actief
fotograferen staat even op een laag pitje. Ik ben me nog altijd door de berg
Italiaanse fotos aan het worstelen en tezelfdertijd moet ik ook dringend aan
mijn audio-visuele presentatie voor het salon van de fotoclub beginnen te
knutselen, een selectie maken voor de afgedrukte fotos en tot overmaat van ramp
kwam Josee deze middag ook nog dreigen met sancties als ik nu niet eindelijk
het gras zou af rijden
Ik neem s morgens tijdens de wandeling uiteraard altijd wel mijn toestel mee
in de hoop tegen iets fotografeerbaars aan te lopen en zo slaag ik er meestal
wel in toch de dagelijkse routine vol te houden. Vandaag zag ik deze
ogenschijnlijk gezonde boom, als je naar boven keek toch, maar onderaan had ie
een behoorlijke wonde. Daarin had zich een kolonie zwammen genesteld en of de
boom dat leuk vindt durf ik te betwijfelen. Of ie het zal overleven zonder
goede boomdokter? Ook al een vraagteken Ik vond het wél mooi en daarom heb ik
het ook gefotografeerd, maar de boom helpen kan ik helaas niet.
Ik herinner
me hoe we vroeger tijdens onze wandelingen wilde bramen en bosbessen konden
plukken in overvloed. Hoe verder ik terug ga in het verleden hoe groter die
overvloed lijkt te worden en hoe dichterbij in de tijd, hoe minder bramen en
bosbessen je ziet. Misschien beeld ik het me allemaal maar in en zijn het
alleen de goede herinneringen die blijven hangen maar toch kun je er niet
omheen dat steeds meer houtkanten gekapt worden en dat op gekende plaatsen waar
je ooit de lekkere natuursnoepjes kon vinden nu vaak andere gewassen het hebben
overgenomen. Als je dan alsnog een braambos ziet langs de wandelroute dan lijkt
het alsof de bramen niet de kans krijgen om te rijpen, ze blijven gewoon te
klein, te rood of te groen, klimaatverandering? Wie zal het zeggen. Nog een
keer misschien is het maar een indruk, maar toch
Ik mocht enkele dagen geleden pas, in Zuid Tirol nog eens het genoegen smaken
ongeremd aan het plukken en het smullen te gaan langs een wandelweg, met een
blauwe mond als gevolg en toen ik vandaag dan toch eens een struik voorbij
wandelde die goed gerijpte lekkernijen bleek te dragen kwamen al die
bedenkingen bij me op. Eerst een foto gemaakt natuurlijk, kleine scherptediepte
om de achtergrond rustig te houden niet helemaal tevreden mee, maar het is
wat het is he en dan heb ik ze geplukt, gedeeld met Josee en we hebben ze
heerlijk opgegeten.
Weinig
beweging in Huize Schrijvers vandaag. We zijn nog altijd aan het uitrusten van
de vacantie. Bovendien heeft ondergetekende nu wel een tijdje de handen meer
dan vol om de Italiaanse foto-oogst te bekijken, sorteren en bewerken. Buiten
een wandeling met Phaido deze morgen en een stapje in de horeca deze avond zijn
we de hele dag lekker binnen gebleven. Tijdens de wandeling had ik gelukkig de
camera wél meegenomen en zonder macrolens in de tas, gewoon met de allround
24-105 kon ik toch deze tijgerspin verschalken. Als je weet dat ze zich meestal
ophouden in het gras, laag bij de grond, wil je oog er wel eens op vallen. Ik heb
de opname een beetje gecropped, de scherpte liet dat toe en verder heb ik er
eigenlijk weinig aan gedaan in de nabewerking.
F 9 1/125 ISO 250 98 mm
Dochterlief
was met de kroost vorig weekend al terug gevlogen van uit Italie. Wij hadden
alle bagage mee in de wagen en nu we sedert vannacht ook terug in het land zijn
hebben we alles vandaag alles weer naar Wuustwezel gebracht. Dan willen we
uiteraard de veestapel, en niet in laatste instantie, de paarden gaan bezoeken.
Kleine Feetje is ondertussen al een hele Fee geworden en het doet deugd te zien
dat ze speels, aanhankelijk en slim blijkt te zijn. Met baasje Koen heeft ze
een speciale band of is het omgekeerd - en die twee knuffelen er op los dat
het een lieve lust is om te zien en te fotograferen.
Wij zijn
terug thuis. Na een supervacantie namen we alle ellende op de Duitse autobahnen
er met de glimlach bij. Om in elf uur tijd naar Schlanders te rijden hoef je
het gaspedaal niet eens erg diep in te drukken. Deze morgen zijn we om halftien
ginder vertrokken en precies om half één vannacht draaiden we onze inrit op.
Reken uit je fileleed.
Weinig zin om nog een uitgebreid relaas te schrijven op dit uur van de nacht
dus.Dat er tijdens deze reis zoveel
fotos van Phaido voorbij kwamen is niet toevallig natuurlijk. Ik had namelijk het
idee opgevat om voor het salon van de fotoclub een audio-visuele presentatie te
maken met als onderwerp: de avonturen van Phaido in Italie... of iets
dergelijks. Een in de Reschensee badderende woef kon ik ook nog aan de
verzameling toevoegen tijdens de laatste kilometers op Italiaanse bodem voor we
over de Reschenpas de Oostenrijkse regen in doken.
Gisteren
hadden we Phaido meegenomen voor een initierende bergwandeling. Gezien het feit
dat hij dat spelenderwijs verteerde hebben we hem vandaag een portie
hooggebergte voorgeschoteld.
In Sulden namen we de Seilbahn tot het bergstation. Daar ben je al op 2600 m.
Meteen als je de wandeling richting Madritschjoch aanvat krijg je al een goed
zicht op de drie Alpenreuzen in het westen. Hoe hoger je wandelt, hoe mooier en
hoe impressionanter het wordt. Onze held poseert hier gewillig voor de
Königspitze, de Zebru en de Örtler, alle drie om en bij de 4000 m. Wandelweg
151 tussen Sulden en het Martelldal over de joch is echt wel een van de meest
spectaculaire tochten die je zonder gevaar voor lijf en leden kunt ondernemen
als niet geoefende alpinist. Technisch gezien is het helemaal niet moeilijk,
maar je merkt wel duidelijk dat er op die hoogte minder zuurstof in de lucht
zit. Op drieduizend meter hoogte word je bij de minste inspanning meteen
kortademig en voel je dat bij elke stap. Phaido had er helemaal geen last van,
wij wel
We hebben
altijd gedacht dat Phaido een waterhond was maar na vandaag moeten we onze
mening herzien: Phaido is een berghond!!! Wij werden als ervaren bergwandelaars
de hele dag belachelijk gemaakt door onze bergwandeldebutant.
Uiteindelijk hebben we de geplande tocht naar de Göflaner Schärte maar
uitgesteld tot een latere datum, de locals hadden ons verwittigd dat het
daarboven zeker niet stabiel zou zijn na de massas neerslag van de voorbije
weken, rutschig en Absturzgefahr werd ons in het oor gefluisterd en naar dat
soort goede raad luister je maar beter als laaglander. We zijn toch het
Martelldal ingereden, helemaal tot het uiteinde en daar hebben we de klim naar
de Zufallhütte ondernomen, een jaarlijkse vaste prik eigenlijk. Phaido heeft
natuurlijk vierpootaandrijving en die confronteerde ons op een pijnlijke manier
met onze beperkingen
Boven gekomen, net onder de hut moest ik even gehoor geven aan de roep van een
andere hobby en na een succesvolle vondst bleef ik nog wat rondhangen in de
ruine van een of ander vervallen gebouw. De fotografen onder de lezers
begrijpen dat wel. Phaido bleef ondertussen geduldig op een rots liggen wachten
tot er weer andere actie kwam en toen ik hem door het gat waar ooit een raam
had gezeten zag liggen met het bergkerkje op de achtergrond kon ik niet anders
dan afdrukken.
Dit is ook
Schlanders en ik vind het zelfs een zeer charmante kant er van. Waar Schlanders
de laatste decennia als centrum van de Vinschgau een op en top modern stadje geworden
is met een voetgangerszone, winkels, een ziekenhuis, hotels, restaurants,
cafeetjes, sportvelden, een cultureel centrum, kortom met alle faciliteiten die
de toerist weet te apprecieren, zijn er ook nog inwoners die, zonder zich om
enige evolutie te bekommeren, star hun oude traditionele levenswijze aanhouden.
Je ziet ze door de Hauptstrasse lopen met hun blauwe schorten en boerenklederdracht,
maar vooral, ze wonen er ook nog in die oude hofsteden, met vee, stallen, moestuinen
en al op niet eens 200 m uit het centrum. Je moet ze weten te vinden die
steegjes, maar ik dool er s avonds na het avondeten graag door, zeker nu
Phaido er bij is. Die geniet hier van geurtjes die hij leuker vindt dan
uitlaatgassen, parfums, sigarettenstank en andere consumptiewalmen.
We zijn
vandaag van uit Brixen via de Jaufenpas naar Schlanders gereden. Dat is voor
ons altijd een beetje thuiskomen. We gaan er al sedert jaar en dag genieten van
de bergen, de mensen, de lekkere keuken, het weer en ik zou nog wel even
kunnen doorgaan. Schlanders ligt midden in de Vinschgau, ergens halfweg tussen
Meran en de Reschenpas en dat is een van de grootste appel-teelt gebieden van
Europa. Op elke vrije vierkante meter grond hebben ze appelbomen geplant en
ieder jaar wordt in de oogstperiode elke beschikbare werkkracht ingezet. Appels
plukken is een vrij arbeidsintensieve bezigheid. Meestal gebeurt dat allemaal
in de maand september en dat gaat dan ook gepaard met feestelijkheden
allerhande, waar wij dan weer graag bij aanwezig zijn. Wie schetst onze verbazing
toen wij deze namiddag tijdens onze eerste losloop-wandeling zagen dat de pluk
al begonnen was. De weersomtandigheden zullen wel zeer bevorderlijk zijn
geweest voor de appelgroei dit jaar. Dat het plukken niet altijd overal even
gemakkelijk gaat mag wel blijken uit deze foto. Zelfs op de steilste hellingen staan
appelbomen. Vaak hebben ze daar dan terassen voor aangelegd. Je moet echt geen
hoogtevrees hebben om daar als appelplukker aan de slag te gaan. Deze foto is
gemaakt met de telelens en die gasten waren zowat halfweg de hemel hun kost aan
het verdienen.
Ik heb nog
niet het plezier gehad in de winter van de Tramötsch-piste af te zoeven en
vandaag heb ik me voorgenomen dat tochzo snel mogelijk maar eens te gaan doen. We zouden de Plose
de huisberg van Brixen kunnen noemen, minder bekend en als skigebied minder
groot dan het nabijgelegen Kronplatz bij Bruneck, maar na wat ik vandaag te
zien kreeg wil ik het er volgende winter zeker wel eens op wagen.
Ik was al ooit in de buurt geweest met de vrienden. Een aantal jaren geleden
hadden we het plaatsje Sankt Andrä uitgekozen als uitvalsbasis om van daar uit
de omgeving te gaan verkennen met de motor. Vandaag kwamen we er terecht omdat
er een geocache event georganiseerd werd en omdat zowel datum als plaats
perfect pasten in ons reisschema hebben we daar aan deelgenomen, tot zeer grote
tevredenheid moet ik zeggen. Geocaching.com, de moeder-site van alle
geocache-fanaten maakt er namelijk een gewoonte van ieder jaar in de maand
augustus een challenge uit te schrijven om wat souvenirs te verdienen. Zes
verschillende soorten cachen moest je deze keer loggen binnen de maand om te
slagen in de uitdaging. Een event had ik nog niet op mijn palmares, vandaar
Zoals dat wel vaker het geval is met geocachen ontdek je leuke plekken en soms
vind je die dermate de moeite waard dat je ze op je lijstje voor herhaling
vatbaar zet.
De tocht verliep voor een gedeelte op het parcours van de pistes van het skigebied
en op deze plek waren we trouwens behoorlijk verkeerd aan het zoeken. De GPS
kreeg de raarste kuren, magnetisme, zwarte magie wie zal het zeggen. Feit is,
dat als de organisatoren niet zo vriendelijk geweest waren ons terug op het
goede spoor te zetten we deze cache nooit gevonden zouden hebben. Phaido trok
er zich allemaal niks van aan, die holde de piste af met een elegance die je
bij baasje en vrouwtje op dat punt van de wandeling al lang niet meer zag na 8
km redelijk steil bergaf lopen.
Aansluitend
bij de blog van gisteren zou ik het deze keer willen hebben over eten. Mijn
interesse in het onderwerp is algemeen gekend. Vakantietijd is voor ons dan ook
altijd een beetje een cullinaire ontdekkingsreis. Soms duurt het een tijdje,
maar meestal slagen wij er vrij snel in de goede adresjes in een
vakantiebestemming te vinden. In Lazise kenden we er al enkele en sedert enkele
dagen is er daar eentje bij gekomen. De Italiaanse keuken staat sowieso erg
hoog in ons voorkeurlijstje. Castello, het eerste restaurant links binnen de
poort als je van de grote parking komt kan onze volle goedkeuring meedragen.
Nadat we er al enkele keren getafeld hadden en we het personeel een beetje
hadden leren kennen vroeg ik of ze het erg zouden vinden als ik enkele fotos maakte
van het keukengedeelte. Dat vonden ze geen probleem. Zowel de keuken als de
pizza-oven mocht ik uitgebreid bezoeken, bekijken en fotograferen. Ik kreeg
zelfs een mini privé rondleiding, netjes, proper, goed georganiseerd, ik was
best onder de indruk. Zo bleek dat het zeker geen toeval is dat wat er op tafel
komt grote klasse is. Dit zijn de pizza-bakkers, goedgemutst, ordelijk, hard
werkend en vriendelijk. Zo hoort het.
Sta me toe
maar meteen te vertellen dat er aan deze foto helemaal niets gephotoshopped is.
We zijn wel degelijk door een plaatsje gekomen met de welluidende naam Pol.
Dat ik dit een fotostop waard vond begrijpt de lezer zonder enige twijfel? Josee
kreeg de camera in de handen geduwd en mocht ( moest !!! ) op de sluiterknop
drukken.
Onze tochten door het hinterland van het Gardameer brachten ons vandaag in het
wijngebied Valpolicella. Bij het plaatsnaambord van een van de deelgemeenten
kon ik niet anders dan een parkeerplaats te zoeken om gebruik te maken van het
decor. Ik vond de locatie zo sympathiek dat ik maar meteen een winkel ingedoken
ben om een streekproduct te kopen. Wij reizen om te leren en om streekproducten
uit te proberen toch? Zeker als er sprake is van enige alcoholische waarden bij
de inhoudsopgave wil ik graag proefkonijn spelen.
Het mag dus geen verwondering wekken dat ik dit zit te tikken bij het genot van
een heerlijk glaasje excuseer, FLES Valpolicella.
Kenners zien
natuurlijk meteen waar we vandaag geweest zijn. Voor al de anderen: we hebben
vandaag een bezoek gebracht aan Verona. Zoals de meeste toeristen wilden we op
veel te korte tijd veel te veel zien. Naast negen gevonden geocachen mogen wij
nu dus ook een groot deel van de bezienswaardigheden van Verona op ons palmares
schrijven. We begonnen met een tocht rond en boven het theatro Romano,
vervolgens moest de Ponte Pietra er aan geloven, la casa di Giulietta -
Shakespeare zelf schijnt trouwens nooit in Verona geweest te zijn en het balkon
waar elke dag duizenden toeristen zich staan te vergapen is er in de jaren 30
van vorige eeuw aangebouwd -, we hebben zoals zovelen de rechterborst van het
standbeeld aangeraakt, geluk in de liefde willen wij ook wel blijven hebben, de
arena hebben we gezien, bezocht en gefotografeerd, de Piazza delle Erbe, de Arche
Scaligere en dan vergeet ik de menige andere pleinen, binnenplaatsen, tuinen en
monumenten nog Kortom, we hadden duidelijk te veel hooi op onze vork genomen
en het was dus ook niet meer dan normaal dat enkele van die vijf bengels zo
rond zes uur begonnen te jengelen dat ze naar huis wilden. Phaido is bij
aankomst in het hotel trouwens als een blok in slaap gevallen. J
Voor
sommigen is dit misschien een net iets te lugubere foto. In het kerkje vlak bij
de gedenktoren in San Martino la Battaglia is het ganse halfrond achter het
altaar gevuld met doodshoofden, échte doodshoofden.
Wij Belgen spreken over DE Grote Oorlog vanzelfsprekend als die welke werd
uitgevochten tussen 1914 en 1918. In Italie hebben ze een net iets langere
geschiedenis qua bloedvergieten. De regio net ten zuiden van het Gardameer was
wel vaker het toneel van strijdgewoel. In de jaren 1800 werden hier enkele
zware veldslagen uitgevochten in het kader van de Italiaanse
onafhankelijkheidsstrijd. In het plaatsje San Martino la Battaglia werd een
toren anex museum opgericht om dit te gedenken. Vlakbij is een kerkje waar de
waanzin van de oorlog wel zeer aanschouwelijk tot bij de bezoeker wordt
gebracht. De toestand van de schedels verraadt vaak hoe de betreffende persoon
om het leven kwam een gaatje tussen de ogen, in het voorhoofd, in de wang, een
half weggeblazen schedel, één intakte en één niet meer aanwezige oogkas, een
halve schedel er is niet zo veel nodig om iemand het hoekje om te helpen kun
je hier zien. Of dit een wijze les betekent voor alle volgende generaties is
maar zeer de vraag