Gisteren
hadden we Phaido meegenomen voor een initierende bergwandeling. Gezien het feit
dat hij dat spelenderwijs verteerde hebben we hem vandaag een portie
hooggebergte voorgeschoteld.
In Sulden namen we de Seilbahn tot het bergstation. Daar ben je al op 2600 m.
Meteen als je de wandeling richting Madritschjoch aanvat krijg je al een goed
zicht op de drie Alpenreuzen in het westen. Hoe hoger je wandelt, hoe mooier en
hoe impressionanter het wordt. Onze held poseert hier gewillig voor de
Königspitze, de Zebru en de Örtler, alle drie om en bij de 4000 m. Wandelweg
151 tussen Sulden en het Martelldal over de joch is echt wel een van de meest
spectaculaire tochten die je zonder gevaar voor lijf en leden kunt ondernemen
als niet geoefende alpinist. Technisch gezien is het helemaal niet moeilijk,
maar je merkt wel duidelijk dat er op die hoogte minder zuurstof in de lucht
zit. Op drieduizend meter hoogte word je bij de minste inspanning meteen
kortademig en voel je dat bij elke stap. Phaido had er helemaal geen last van,
wij wel
|