Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 07-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vertrouwen, ook al zie je niet - 2e Paaszondag C 2013 - Marc
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tweede Paaszondag C 2013 - Zaterdag 6 en zondag 7 april 2013

    Eerste lezingHandelingen 5, 12-16 - 'Steeds meer mensen geloofden'
    EvangelieJohannes 20, 19-31 - 'Acht dagen later kwam Jezus'

    Het evangelie vandaag vertelt hoe de traditie van Jezus' leerlingen begonnen is om op de eerste dag van de week samen te komen. Ze zijn ermee begonnen op de paasdag zelf: als er staat "op de avond van de eerste dag van de week", dan is dat die dag na de Sabbat, toen 's morgens Petrus en Johannes naar het graf waren gegaan en het leeg hadden gevonden. En dan kwam Maria Magdalena vertellen dat ze hem gezien had... maar blijkbaar geloofden ze haar niet, want 's avonds sluiten ze bang zich op.

    En toch, ondanks hun ongeloof kwam Jezus binnen...  Die overweldigende ervaring hebben ze beleefd en gevierd, elke eerst dag van elke volgende week. "Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen".... 
    Die wekelijkse vieringen waren meer dan het ophalen van een dierbare herinnering. Het verhaal is verder verteld in de jonge kerk, het wordt ons vandaag verteld, omdat het de betekenis van ons wekelijkse vieren duidelijk maakt: als zijn leerlingen samenkomen, die eerste dag van de week, geloven zij dat Jezus in hun midden is, dat hij de vrede brengt, dat hij ons zendt, vandaag, zoals de Vader hem heeft gezonden: om de blijde boodschap te verkondigen, om al weldoende onder de mensen rond te gaan. Elke zondag is het Pasen.
     
    Jezus is onder ons, de vredebrenger, de levende. Het is dezelfde Jezus als die gekruisigd werd.  Hij is een mens zoals wij: hij heeft ons leed tot in de gruwelijkste diepten gedragen. Daarom toont hij ons zijn wonden. Die zijn niet verdwenen. 
    Geloven in de verrijzenis betekent niet:  geloven dat we het lijden kunnen ontwijken. Ook Jezus kon en wou het niet. Het betekent: geloven ondanks alles dat zelfs verschrikkelijk lijden de weg kan zijn naar nieuw, echt leven. Bij God is niets onmogelijk. 

    Is het een blind geloof? In de letterlijke zin wel: Thomas leert ons dat echt geloof het niet nodig heeft dat we de verrezen Heer kunnen zien en betasten. Maar, zegt onze tekst vandaag ook: er zijn zovele tekenen die ons op weg kunnen zetten naar het geloof dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. Tekens zijn als wegwijzers: je moet ze willen lezen om de weg te vinden, je moet ze willen zien. Jezus heeft vele tekenen gedaan, maar ze werken alleen als men er voor open wil staan, als men zich wil laten raken door Jezus. 
    Dat geldt ook voor de wonderen: op zichzelf waren die niet genoeg om mensen tot geloof te brengen. En, staat er op vele plaatsen in het evangelie: het waren meestal de eenvoudigen, de kleinen, de zwakken, de mensen zonder pretentie,  die begrepen hebben wat de boodschap van Jezus was, en die hadden daar geen mirakels voor nodig. 

    De evangelist zegt op het einde van onze evangelietekst dat er veel meer tekens zijn die Jezus gedaan heeft,  dan die er opgetekend zijn. Ik denk dat er in de eerste lezing over zulke tekens verteld wordt. De gemeenschap van de jonge kerk  deed "wonderen": zij leefden voorbeeldig eensgezind, zij wekten hoop bij wanhopigen, zij brachten rust aan rustelozen. 
    Zij waren bezield door Jezus, hij was in hen aan het werk. In zijn geest verkondigde de jonge kerk de Blijde Boodschap in woord én daad: en velen begrepen dat teken: zij geloofden in het evangelie. 

    Wij, de kerk vandaag, wij kunnen ook een teken zijn dat Jezus leeft en leven geeft. Ook wij worden gezonden door Jezus die in ons midden staat, ons vrede brengt, ons bezielen wil met zijn geest. Wij zijn teken, ieder op onze manier, groot of klein, jong of oud, door de manier waarom wij leven, in het goede dat we trachten te doen voor elkaar, in het lijden dat we proberen te dragen. 

    En misschien, misschien, ik wil voorzichtig zijn, kan onze grote kerk vandaag ook een teken zijn, die kerk met al haar zwakheden en schandalen. Iemand vertelde me dat zij – per ongeluk natuurlijk – naar die reeks over de Borgia's gekeken had: met al dat bloot, geweld, en sjieke kardinalen en pausen... 
    Het was in de periode dat de vorige paus ontslag nam en dat conclaaf begon. Lopen die huidige kardinalen toch wel rond in dezelfde kostuums en decors als in die film! Je zou denken: zie je wel, er is niets veranderd, die pracht en praal én corruptie zit er nog altijd.

    Maar kijk, uit die pracht en praal komt een nederige oude man te voorschijn. Niemand heeft hij tot nu toe veroordeeld. Geen geen vorst wil hij zijn, maar een dienaar, die gevangenen opzoekt, zieken en kinderen troost, en in een eenvoudig appartementje woont in dat Vaticaan. Misschien is dat ook een teken dat de geest waait waar hij wil, ook in het Vaticaan dat soms een witgekalkt graf lijkt, maar dat – met Gods hulp - misschien het graf kan worden waaruit een vernieuwde kerk verrijst. 

    Het is onze zending, van de hele kerk, een teken te zijn dat bij God niets onmogelijk is, dat kwaad en lijden  overwonnen kunnen worden, dat wij, kleine mensen niet bang moeten zijn. De Heer komt vandaag, hier, doorheen de gesloten deuren van onze moedeloosheid en zegt ons "Vrede zij met u". 

    07-04-2013 om 19:12 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (1)


    29-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Getuigenissen - Kruishulde Goede Vrijdag C 2013

    Goede Vrijdag C 2013 - Vrijdag 29 maart 2013

    Eerste lezingJesaja 52, 13-53, 12 - 'Mishandeld om onze misdaden'
    EvangelieJohannes 18, 1-19, 42 - ' De passie van de Heer'

    Tijdens de kruishulde 's avonds om 20 uur op Goede Vrijdag, werden een aantal getuigenissen voorgelezen. We brengen ze hier op onze blog.

    De 5 afleveringen van 1 op 10 - Armoede
    aflevering 1 (regie: Klara Van Es)
    Antwerpen. Michael staat op een keerpunt in zijn leven: hij is net begonnen aan zijn eerste job. Tijdens zijn schoolloopbaan is één en ander misgelopen: als slachtoffer van het waterval-effect moet hij zich tevreden stellen met een baantje in een beschuttende werkplaats. Maar hij heeft ambities. Is hij sterk genoeg om zich in de samenleving staande te houden en zich een leven op te bouwen?

    aflevering 2 (regie: Ellen Vermeulen)
    Leuven. Tanja is een jonge, hard werkende, alleenstaande moeder, met schulden uit een recent verleden, die werden opgebouwd omwille van de zorg om haar intussen overleden moeder. In haar pogingen om de werkloosheidsval te ontlopen,  houdt ze nauwelijks tijd over voor het grootbrengen van haar twee zoontjes. Terwijl ze haar schulden probeert af te betalen, cijfert ze zichzelf weg om voor haar zoontjes een betere toekomst op te bouwen.

    aflevering 3 (regie: Joke Nyssen)
    Tongeren. Guido, gescheiden en werkloos door een fabriekssluiting, en Heidi, weduwe en opgezadeld met schulden van haar overleden man, worden verliefd op elkaar en willen samen een nieuw samengesteld gezin stichten. Ze wikken en wegen elke dag hun uitgaven. Ze komen rond maar extra’s kunnen er niet af. En ze zijn creatief om hun kinderen toch iets meer te bieden. Maar in het dagelijks gecijfer, ondervinden ze dat samenwonen ook een prijs heeft. 

    aflevering 4 (regie: Annabel Verbeke)
    Poperinge. Gilbert is  een gepensioneerd ondernemer, die al zijn spaarcenten is kwijtgeraakt bij een bedrieglijke transactie. Samen met zijn vrouw tracht hij de situatie het hoofd te bieden, en zijn schulden terug te betalen. Het einde van de schuldbemiddeling komt in zicht. Maar dan wordt zijn vrouw ziek…

    aflevering 5 (regie: Fabio Wuytack)
    Antwerpen. De Afghaan Jawid en de Kosovaarse Dashurije hebben elkaar gevonden in het Klein Kasteeltje. Nu eens getolereerd, dan weer over de grens van de illegaliteit, leveren ze een voortdurend gevecht voor de juiste papieren.  Als Dasjurije zwanger blijkt te zijn, maakt hun ongeboren kind de vicieuze cirkel van armoede rond. 

    Geboorte van mijn kostbare leegte (C.H.)
    “ Het was een drukke dag en belooft een fijne avond.  Onze dochters S. en H. gaan naar de turngroep en nadien logeren zij bij een vriendin. Onze zonen S. en V. gaan elk uit met hun vrienden.
    Wijzelf hebben een afspraak met vrienden.
    Na een ontspannen avond volgt een ontspannen nacht.
    Tot ik om half zeven ’s morgens met een schok gewekt word door de deurbel.  Mijn badjas fladdert als ik de trap afren.  Het schemert lichtjes, ik steek het licht aan.  Ik zie door het raam boven de voordeur een politiecombi staan.  Twee agenten wachten me op voor de deur.  Ik wil G. roepen voor ze me vertellen waarover het gaat.  “Ja, mevrouw.   Ga gerust je man wekken.   We wachten wel even.”  Ze volgen ons naar de huiskamer .  Ze laten ons eerst plaatsnemen aan tafel voor ze hun verslag doen.”
    “Ernstig auto-ongeluk.   Ziekenhuis.  Reeds geopereerd.  Naam en nummer van de geneesheer.  Intensieve.  Niet wachten om te bellen. Ernstig, zeer ernstig….”
    “ Aankleden.  V waarschuwen.  V gaat mee.  Afrit?  Waarheen?  Spoed.  S.Sch. Wachten in de dokterskamer.
    Hartstilstand, reanimatie, MUG.  Weer hartstilstand.  Reanimatie.   Inwendige bloedingen.  Operatie….. “
    “Wachten.  We willen bij hem zijn.  Gewoon bij hem zijn.  Zijn hand kunnen vasthouden…”
    “ Een streling op je voorhoofd, een kus op het gezwollen gezicht.  Ik zet me bij jou, je hand in de mijne.   Mijn ogen sluiten, we zeggen je naam.  Je naam, onze mooie naam die je reeds kreeg voor je werd geboren, zelfs voor ik zwanger van je was.  Je bent bij me, heel dicht.  Je bent bij ons, heel dicht. ….”
    “ We volgen het proces van ontglippen.  ..”
    “ Er blijkt een weg te zijn die gevolgd moet worden.   Er zijn geen mogelijke zijstraten, enkel een grote laan met het licht voor jou aan het einde.  Voor ons het punt dat we niet meer kunnen zien en waar we je moeten loslaten.  Jouw weg, van jou alleen, we kunnen je niet volgen of je hand nog langer vasthouden….”
    “ Een geheel nieuw gegeven is in ons leven gekomen.  De leegte is geboren.
    De geboorte van mijn kostbare leegte.

    Getuigenis over Syrië
    Ze willen ons dood…! Roept Yamen
    Het maakt niet uit hoe: met bommen, messen, geweren…
    We moesten Syrië verlaten, wilden we blijven leven, zegt Yamen, netjes gekleed, leraar Engels.  Hij heeft een kindje van 1 maand bij.  Hij moet uren lang aanschuiven voor voedsel, het kind is ziek, er zijn geen medicijnen.
    3000 vluchtelingen komen per dag aan in het kamp ZA ATRI.  Dit kamp werd opgericht op 29 juli.  Er was plaats voor 5000 mensen.
    De laatste 1,5 maand is de toestroom fel gestegen.  Het Kamp kan 70.000 mensen aan en er zitten 120.000 mensen. Het is een kamp van YNHCR.
    Het kamp is klein begonnen, de voedselvoorziening was centraal gelegen.  In principe had / heeft iedereen toegang tot water, voedsel, sanitair.  Er wordt nu 2.000.000 l water per dag aangevoerd en dit is niet voldoende.  
    Het dagelijks leven gaat door: er is kinderopvang, speelruimte, een 3e school… 6 van de 10 vluchtelingen zijn immers minderjarig.  
    Maar alle hulp geraakt niet tot bij de mensen, vertelt dezelfde Yamen.  Ik kom hier naartoe en moet 4 dagen wachten op een tent.  Yamen komt uit Damascus.  
    De toegangspoorten tot het vluchtelingenkamp is zeer druk.  Mannen moeten aanschuiven en wachten.
    Velen zijn gevlucht omdat hun familie en vrienden weden gedood of gevangen gezet: voor ons geldt inderdaad maar 1 ding: vluchten of sterven.
    Shargi komt zijn moeder in het kamp vertellen dat zijn grootmoeder is overleden.   Hij blijft niet maar gaat terug naar het front: vechten tegen Assad.  Het gaat er zeer heftig aan toe, vertelt hij.  Of ik al mensen heb gedood?  Vraagt hij: 3 zegt hij grijnzend.
    Jonathan Campble werkt in het kamp en vertelt het volgende: De voedselvoorziening is ondertussen achter een prikkeldraad gezet met een dubbel hek voor.  Iedereen wil een plaatsje dicht bij de basisvoorzieningen.  Maar hoewel de hulporganisaties aan decentralisatie werken is dit voorlopig nog niet mogelijk.
    Hulpverleners en journalisten die in het kamp komen, worden aangevallen omwille van hun mooie kledij enz.
    De Syriërs in het kamp komen uit een relatief welvarende positie.  Ze zijn een trots volk met een rijke geschiedenis en cultuur en ze moeten hun standaarden heel erg aanpassen. Dit is totaal anders dan in heel veel vluchtelingenkampen elders in de wereld.
    Ik heb al op heel veel plaatsen in de wereld gewerkt in vluchtelingenkampen.  Deze is toch wel de moeilijkste, zegt hij.  In het kamp zie je mensen rondlopen met een petje van Hugo Boss of een koptelefoon van WESC, het hype merk… Deze mensen lijken uit Europa te komen en nu zitten ze hier in een Jordaanse woestijn, in een tent.
    In januari vernielde sneeuwstormen heel wat tenten en infrastructuur.  De winter zit er nu bijna op.   Binnenkort is het zomer in de hete woestijn.   En wat dan?

    29-03-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mag ik op Pasen hopen - Palmzondag C 2013 - Ria

    Palmzondag C 2013 - Zaterdag 23 en zondag 24 maart 2013

    Eerste lezingLucas 19, 28-40 - 'Blijde intocht'
    EvangelieLucas 22, 14-23, 56  - 'Passieverhaal'

    Tijdens de viering van Palmzondag werd de homilie ingepast in de verschillende lezingen. Het werden korte bezinningsteksten gelezen na onderdelen van het passieverhaal, volgens Lucas.

    Na het hoofdstuk van de intrede in Jeruzalem
    Meester, ik stond ook aan de kant van de weg, ook ik schreeuwde mijn keel schor en zwaaide de tak ,die iemand mij in de hand duwde, wild heen en weer. Ook ik was begeesterd en vol vreugde. 
    Nu zou het gebeuren!
    Plots zag ik dat je me aankeek, het roepen stokte in mijn keel, ik zag je ogen en ik wist dat het niet was wat ik dacht, en ik zag dat Jij het ook wist. Ik ging in droefheid  heen, de tak nog steeds in mijn hand.

    Na de tekst van het laatste avondmaal
    Weer was ik erbij! Ik zat aan de tafel en hoorde het gekrakeel  rondom mij. Wisten ze het  nu nog niet dat voor Jou andere dingen belangrijk zijn? Maar ook ik, wou zou graag dicht bij Jou zijn, ik wou ook graag in die zogenaamde glorie delen , in dat toekomstige koninkrijk. 
    De woorden die Je tot Petrus sprak raakten mij diep. Ik ben ook geen held , zou ik Je ook ,bij gevaar de rug toekeren? Ik hou ook van Jou maar , ben ik sterk genoeg in mijn geloof ? 
    Na de voorleiding door Pilatus
    Ik stond, met zoveel anderen op het plein waar Je werd voorgeleid. Weer hoorde ik het geschreeuw , maar het klonk anders nu, hatelijk was het, opgezweept. 
    Ik keek om mij heen: waar was het vrolijke , het blije en verwachtingsvolle van gisteren gebleven?
    Door droefheid overmand ging ik weg. 

    Na de kruisiging
    Weer zag ik het allemaal gebeuren. Ik stond naast het kruis en zag hoe Je gebroken lichaam voorzichtig werd losgemaakt en zachtjes naar beneden gleed in de armen van wie Je liefhad. Ik zie de kruisafname van Rogier van der Weyden en ik ben de vrouw in het blauwe gewaad, Je moeder met het gelaat vertrokken en bleek van smart. De speer die in Jouw lichaam ging, doorboorde ook mijn hart.
    Wat rest mij nog, ik ga naar huis om te wenen en te bidden. Drie jaar heeft het geduurd, 3 korte jaren maar om te luisteren naar Je woord, te hopen dat het anders zou worden. Zou het toch nog kunnen, mag ik toch nog op Pasen hopen?

    24-03-2013 om 16:35 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iets nieuws beginnen - 5e zondag veertigdagentijd C 2013 - Gie

    Vijfde zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 16 en zondag 17 maart 2013

    Eerste lezingJesaja 43, 16-21 - 'Ik onderneem iets nieuws voor mijn volk'
    EvangelieJohannes 8, 1-11  - 'Wie zonder zonden is'

    Ik heb een beetje geaarzeld voor ik aan de preek voor vandaag begon. Omdat het lijkt alsof de lezingen tegenstrijdige signalen uitzenden. 
    Enerzijds bij Johannes, waar een vrouw ter sprake is, betrapt op ontrouw, op overspel, terwijl Jezus schijnbaar alles wat op zijn beloop laat en maar wat in het zand staat te schrijven. 
    Anderzijds bij Jesaja, waar de Heer aankondigt iets nieuws te gaan beginnen. 

    De laatste maanden, om niet te zeggen jaren, wordt ook de katholieke kerk, of vooraanstaande leden ervan, betrapt op ontrouw, op overspel. De tv-schermen en de krantenkoppen gonzen van de schandalen, terwijl de kerk alleen maar alles lijkt te willen toedekken met de mantel der liefde. Met als gevolg dat heel wat mensen die kerk de rug toe keren. 

    Pas zeer recent lijkt daarin verandering te komen. De voorbije weken haalde de kerk de krantenkoppen met heel ander nieuws. De oude paus die terugtreedt en het college van kardinalen dat in conclaaf bijeenkomt om een opvolger te kiezen. 
    Het lijkt wel alsof de kerk, net als de Heer bij Jesaja, aankondigt iets nieuws te gaan beginnen.

    Een paar weken geleden, bij mijn vorige preek, deed Jezus opmerken: “de mens leeft niet van brood alleen”. Ik maakte toen een link naar het Onze Vader: eerst “uw Rijk kome” en daarna “geef ons heden ons dagelijks brood”. Zoek eerst het Rijk Gods en al het overige wordt er zomaar bovenop gegeven.

    Vandaag is in het evangelie een ander thema uit het Onze Vader ter sprake: “Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven …”. 
    Jezus staat daar niet zijn tijd te verdoen en wat in het zand te schrijven. Integendeel, Hij blijft zich niet blind staren op wat vroeger gebeurd is. 
    Ook nu weer ligt Jezus’ kracht in het zwakke en het kleine. Hij maakt duidelijk: niemand is zonder zonden, niemand hoeft stenen te werpen. God wil goed zijn voor ons allemaal, en wij hebben allemaal zijn vergevende goedheid nodig. 
    Ook zeggen “ik veroordeel u niet”, is een nieuw begin maken. Het is de “steen” (van veroordeling) in je zak laten zitten. 
    God wil wel degelijk iets nieuws beginnen. Hij wil met ons opnieuw beginnen. 

    Natuurlijk moet ik vandaag ook iets te zeggen over de nieuwe Paus. 
    Het lijkt inderdaad alsof de kerk, net als de Heer bij Jesaja, aankondigt iets nieuws te gaan beginnen.
    Ik las dat deze paus een boek heeft geschreven, uiteraard in het Spaans, met als titel “Sobre el Cielo y la Tierra”, “Over de Hemel en de Aarde”. Ook hier herklinkt een thema uit het Onze Vader: “(Uw wil geschiede) op Aarde zoals in de Hemel”. 

    Paus Franciscus. What’s in a name? 
    Toen Johannes XXIII zaliger destijds zijn naamkeuze bekend maakte, zei hij: “Ik zal Johannes heten omdat die naam mij dierbaar is. Het is de naam van mijn vader. Het is ook de naam van de parochie waar ik gedoopt werd en het is de naam van onze kathedraal, de basiliek van Sint-Jan van Lateranen. Ik hou van de naam Johannes, omdat hij gedragen werd door twee mannen die Christus heel nabij waren, Johannes de Doper en Johannes de Evangelist”. 
    En nu kiest de nieuwe paus voor de naam Franciscus. 
    Hij verwijst daarmee naar de heilige Franciscus van Assisi, omdat hij veel liefde heeft voor de armen. Tegelijkertijd is het zeker een verwijzing naar Franciscus Xaverius, de medeoprichter van de jezuïetenorde. 
    Direct na zijn naamkeuze riep Paus Franciscus de Argentijnen op om niet naar Rome te komen voor zijn plechtige inhuldiging volgende dinsdag. Hij vroeg zijn landgenoten om het geld dat ze aan die reis zouden besteden, in plaats daarvan aan een goed doel te schenken. Daarmee zit hij meteen in de lijn van Franciscus van Assisi. 

    Van paus Franciscus weer terug naar het slot van het evangelie van vandaag. 
    "Ga en zondig niet meer" zegt Jezus tegen de vrouw. 
    Zijn antwoord is niet vrijblijvend. Zeker niet wat betreft huwelijks- en partnertrouw. Jezus heeft de huwelijksband altijd sterk benadrukt. Ook in de Bergrede. Hij wil zich nu niet tegenspreken.
    Zo goedkoop is Gods barmhartigheid ook niet dat ze alles oogluikend toelaat. Gods goedheid vraagt dat wij in zijn barmhartigheid binnenstappen, door met zijn genade uit de zonde te willen stappen. 

    "Ga en zondig niet meer" geldt ook voor onszelf. Het gelijkt op de oproep die we al de hele veertigdagentijd op verschillende wijzen uitspreken: "zet de hak erin”, “woel jezelf om”, “stel je eigen gedrag in vraag”, “bekeer u”. 
    Zich bekeren geeft opnieuw inhoud. Bekering is opnieuw gaan leven.  
    Amen. 

    17-03-2013 om 08:26 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Je kunt altijd herbeginnen - 4e zondag veertigdagentijd C 2013 - Jan

    Vierde zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 9 en zondag 10 maart 2013

    Eerste lezingJosua 5, 9a.10-12 - 'Pasen vieren in het beloofde land'
    EvangelieLucas 15, 1-3.11-32  - 'De verloren zoon'

    De parabel van de verloren zoon is toch wel een van de bekendste thema’s uit het evangelie.
    Hoeveel maal zou dit thema al niet geschilderd, gespeeld, verfilmd, verteld geweest zijn?
    Het gekke is ook dat we het verhaal meestal maar half lezen. We breken het af bij het “happy end”, als de jongste zoon weer thuis is en als het feest begonnen is. In de stijl van “En ze leefden lang en gelukkig.”  
    Het gekke is ook dat er enkel sprake is van een vader en zijn 2 zonen in het verhaal. Juist in de week van de nationale en internationale vrouwendag wordt er over een moeder niet gesproken. Tekenend voor onze kerk.
    Toch wil ik u vandaag wijzen naar de houding van de zogezegd voorbeeldige oudste zoon.   

    Vooraf zou ik graag eens met een loopmicro tot bij ieder in de kerk komen en je de vraag stellen, niet “welke van die 2 zonen vind je de braafste of de beste?”, maar wel “Wie van de 2 vind je de meest sympathieke?”
    De uitslag van de stemming zou wellicht heel uiteenlopend zijn.  Ik probeer even te raden waarom je voor de oudste of de jongste kiest.
    Sommige mensen hebben ongetwijfeld last met het gedrag van de jongste zoon.  
    Terecht!  
    Wat hij gedaan heeft is verschrikkelijk.  Hij eiste van zijn vader niet alleen de verdeling van de erfenis, maar zelfs het vruchtgebruik ervan, wat je normaal pas krijgt als je ouders gestorven zijn.  Zijn verzoek betekent dat hij de dood van zijn vader wil.  Dat gebeurt op onze dagen nog: kinderen die het bezit van hun ouders opeisen vooraleer ze gestorven zijn.  Of mag ik dat niet zeggen?
    Maar bij die jongste zoon is er nog meer: “Hij vertrok naar een ver land”, staat er in het evangelie.  Dat verre land is de wereld waar alles wat thuis als heilig werd beschouwd, geminacht wordt. Het is het land waar de waardes van thuis, de fundamentele normen, niet aanwezig zijn en waar je uitgebuit wordt totdat uw geld op is.

    Terecht hebben vele mensen in de kerk niet gekozen voor die jongste zoon.
    Toch ben ik ervan overtuigd dat velen een zekere sympathie hebben voor die jongste, voor die losbol, die nochtans een schande was voor zijn goed menende vader en zijn brave oudste broer. Waarom die sympathie? 
    Omdat de jongste op een bepaald moment tot het besef kwam dat zijn wangedrag tot niets dan doffe ellende leidde, hij keek zelfs hongerig naar het eten van de varkens, voor de joden de meeste onreine dieren die je niet mag aanraken, laat staan naar hun eten uitkijken.  We voelen sympathie omdat hij tot oprechte inkeer en berouw kwam en aan zijn vader vergeving vroeg.  In zijn verlorenheid steekt inderdaad nog iets sympathieks.

    Het verloren-zijn van de oudste zoon is moeilijker thuis te brengen. Hij deed immers alles wat goed en verstandig was. Hij was gehoorzaam, plichtbewust en hij werkte hard op de boerderij van zijn vader. De mensen prezen hem om zijn voorbeeldig gedrag.  Naar buiten toe was hij zonder fouten.
    Maar, geconfronteerd met de vreugde en vergevingsgezindheid van zijn vader bij de terugkeer van zijn losbandige broer, barstten duistere krachten in hem los.  Hij trok een lip op omdat er iets goeds gebeurde.
    Dit is eigen aan ons, mensen, we trekken te snel  een lip op en kunnen niet blij zijn als mensen iets goed doen.  

    De oudste zoon trok een lip omdat hij niet verdragen kon dat zijn vader aan zijn losbandige broer vergeving schonk en een nieuwe kans gaf.  Wrok en vreugde gaan nooit samen.
    De oudste zoon trok een lip op uit misnoegdheid omdat hij meende dat anderen niet dankbaar waren voor zijn voorbeeldig leven.  Misnoegde mensen zijn altijd onsympathiek.

    Er was ook een zekere jaloersheid.  Hij was een beetje jaloers op zijn jongste broer die van het leven tenminste geprofiteerd had.  

    Daarom kan ik me best voorstellen dat bij een stemming in de kerk over wie van de 2 zonen de sympathiekste is, de oudste misschien niet zo hoog zou scoren. Terecht!
    Of de oudste zoon op het feest van zijn jongere broer aanwezig was, vertelt het evangelie niet.  Ik vrees dat hij met zijn pruilmondje buiten bleef staan.  Dat is jammer.

    De grote vraag is: Wie ben jij? De jongste zoon met zijn liederlijk verleden, maar bewust van zijn stommiteiten?  Of de zelfgenoegzame oudste met zijn dikke onderlip?

    En dan komen we terug naar de realiteit van vandaag.  In Oeganda, in onze vastenactie, wordt er niet gesproken over te twist tussen de zonen, neen, het zijn de vrouwen die vooraan staan en het land bewerken.  
    Zij waren het slachtoffer van een verspillende levensstijl.  Niet alleen van individuen  maar van een verzetsleger waartegen men 20 jaar lang strijd gevoerd heeft.  Strijd om zogezegd een staat op te richten gebaseerd op de bijbelse 10 geboden.
    Maar ze waren ook slachtoffer  van landen die té rijkelijk gebruik gemaakt hebben van hun aarde, hun ondergrond, en het voortbestaan ervan bedreigen.  
    De hak er in, niet alleen voor het onkruid maar ook voor de mentaliteit.  De ommekeer bij hen, maar ook een kans om de wereldgemeenschap te herstellen.  
    Financiële solidariteit is delen van wat ons rijkelijk gegeven is.   Dat kunnen we straks bewijzen.

    En dit alles zonder vooringenomenheid voor iemands afkomst of uitzicht.  Ik verduidelijk mij met een laatste vergelijking.

    Een bekende spreker toonde aan zijn toehoorders een briefje van € 50 vóór hij zijn conferentie begon vraagt hij: ‘Wie heeft dit graag?’
    Iedereen stak zijn hand op.
    Toen zei hij:
    ‘Ik ga dat briefje van € 50 aan iemand van jullie geven.
    Maar laat mij er eerst nog wat mee doen.’
    Hij verkreukelde het biljet en vroeg: ‘Wie wil dit briefje nog?’
    De handen gingen in de lucht.
    ‘Goed, akkoord!
    Maar wat zeg je als ik er dit mee doe?’
    Hij gooide het biljet op de grond, vertrappelde het zo erg met zijn voeten, dat het helemaal besmeurd was.
    Toen vroeg hij: ‘Wie wil dit biljet nog?’
    Vanzelfsprekend stak iedereen de hand op!
    Toen zei hij:
    ‘Vrienden, onthoud uit wat ik met dit briefje gedaan heb, deze les.
    Je wilt dat briefje nog altijd.
    Omdat het besmeurd is, is het niet van waarde veranderd.
    Dit is met mensen ook zo: meerdere keren in uw leven wordt ge gekrenkt, afgeschreven, vertrapt door de mensen, of door de gebeurtenissen in je leven. …
    …dan heb je de indruk dat je niets meer betekent.
    Maar in de ogen van wie je liefhebben ben je niet veranderd .  (de liefde voor het 50€ briefje verandert ook niet)
    Welnu, de waarde van een mens hangt niet af van wat je doet of niet doet.
    Je kunt altijd herbeginnen en uw doel bereiken omdat je in wezen blijft wie je bent.

    Zo stond ik deze week, op een koude ochtend, in de lift van voetgangerstunnel naast een man met een versleten muts op, een versleten jas en een nog meer versleten broek.  Hij droeg sloefen waar ik thuis mee rondloop, zonder kousen.  Een schamele fiets en 1 plastiek zakje.  Waarschijnlijk al zijn bezittingen.
    Ik dacht, maar dit is de verloren zoon….daar moet ik zondag over preken.  Hij is hier bij ons.  Hij loopt hier rond.
    Ik heb hem niet aangesproken, maar wel een glimlach gegeven, en dat deed hem zichtbaar goed.
    Toch deze conclusie:
    Er zijn zo veel verloren zonen in onze omgeving maar gelukkig zijn er ook goede vaders en moeders die hen terug opvangen.

    Naar een idee van Gabriël Buyse en Guy Claus

    12-03-2013 om 20:38 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige grond - 3e zondag veertigdagentijd C 2013 - Fred

    Derde zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 2 en zondag 3 maart 2013

    Eerste lezingExodus 3, 1-15 - 'Hij die is, zendt mij tot u'
    EvangelieLucas 13, 1-9  - 'Geduld met de onvruchtbare vijgenboom'

    Het evangelie begint vandaag met een verwijzing naar een nogal luguber tafereel. 
    Pilatus had het bloed van Galileeërs vermengd met bloed van offerdieren. Natuurlijk wordt dit druk besproken en becommentarieerd. Het roept weerzin op bij de mensen. Het is van een heel andere orde dan rundvlees gaan mengen met wat paardenvlees in diepvriesmaaltijden.

    Waarschijnlijk is het zelfs een gruweldaad geweest van Pilatus, bedoeld om terreur te zaaien. 
    Het was immers zo dat in de Paastijd op het tempelplein in Jeruzalem heel wat lammeren werden geslacht. Bij dat gebeuren moet dan een opstand zijn uitgebarsten, die door Pilatus bloedig werd neergeslagen. Een aantal rebellen werd door de soldaten gedood en hun bloed werd dus vermengd met het bloed van offerdieren. Allicht wilde Pilatus daarmee het volk angst aanjagen en zo zijn macht verstevigen. 
    Terreur heet dat.

    En onmiddellijk bijna rijst bij de Israëlieten de vraag wie schuld heeft aan het gebeuren. Waarom zijn juist deze mensen de slachtoffers van die gruweldaad? Wat hebben zij verkeerd gedaan? Waarvoor moesten zij gestraft worden? Jezus blokt die vragen meteen af. Zij hebben niet meer fout gedaan dan anderen, ze zijn niet meer zondaar dan jullie allen.

    En laten we maar niet te meewarig of neerbuigend kijken naar de mensen uit die tijd. Ook wij zijn heel snel geneigd anderen met schuld of verantwoordelijkheid te overladen, als het misloopt in hun leven. Eigen schuld dikke bult, zeggen we dan. Ze hebben het zelf gezocht. Wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten. Boontje komt om zijn loontje. Wie niet horen wil moet voelen. 
    Het zijn zinnetjes die we te pas, maar vaak ook te onpas gebruiken bij het opvoeden van kinderen, thuis en op school. En bij het beoordelen van anderen. Als iemand faalt, als een plan of een project mislukt, zal het wel hun eigen schuld zijn. 

    Jezus vertelt in dat verband een gelijkenis. 
    Over een vijgenboom die al drie jaar geen vruchten meer voortbrengt. En de eigenaar wil hem dan maar omhakken. Zijn geduld met die vijgenboom is op. Er moet maar een andere boom of plant in de plaats komen. Die boom heeft geen nut meer, brengt niets meer op, is economisch niet rendabel, heeft kansen genoeg gehad. Hak hem dan maar om.

    We durven het ook doen met mensen. Het is niet meer zo wreed en meedogenloos als vroeger, toen leerlingen die lastig deden, meteen maar werden geschorst of van school gestuurd. Er is een probleem met een leerling, dus we verwijderen die leerling dan maar. Dat doen we niet zo gemakkelijk meer, maar toch horen we meer en meer de vraag naar repressief optreden. 
    Meer en meer wordt er gepleit om mensen maar snel en definitief uit de maatschappij te verwijderen. Om geen nieuwe kans meer te geven. Om geen gehoor te geven aan de overweging dat iedereen een tweede kans verdient.

    Maar in de gelijkenis uit het evangelie dringt de wijngaardenier toch weer aan op een nieuwe kans. En het is niet eens meer de tweede kans waarvoor hij pleit. De vijgenboom brengt al drie jaar geen vruchten meer voort. Hij heeft dus al een paar keer een nieuwe kans gekregen. 
    En, laten we eerlijk zijn, steeds maar opnieuw nieuwe kansen geven, daar hebben wij het ook moeilijk mee. Er lopen af en toe processen, die uitgebreid aan bod komen in de media. En daar kunnen wij terecht de vraag stellen of de betrokkene daar echt nog wel een nieuwe kans verdient. Een kans die bijvoorbeeld zijn slachtoffers niet krijgen.

    Het is in de realiteit niet zo gemakkelijk om evangelisch te blijven denken en handelen. Om in de taal van de gelijkenis te blijven: heeft die vijgenboom wel het recht om de grond van zijn heer te blijven uitputten? Zonder resultaat? 
    We kunnen dezelfde vraag stellen over de werkers van het elfde uur: hebben zij wel  recht op een volledige dag loon? Heeft de verloren zoon recht op de vergeving van zijn vader en op het feest dat die voor hem wil geven? Heeft de overspelige vrouw recht op vergiffenis en nieuwe kansen?

    En het gaat niet alleen daarom. 
    De wijngaardenier wil niet alleen de vijgenboom sparen. Hij wil ook de grond rond de boom opnieuw bewerken en bemesten. Hij wil de hak erin zetten. Hij wil niet alleen de boom aanpakken, maar ook de omgeving. 
    Wellicht moeten wij dat met mensen die problemen hebben of opleveren ook doen. Niet alleen de mens aanpakken en proberen te veranderen, maar ook de omgeving, de grond er omheen. Misschien zit daar het probleem. Breng de mensen in een ander milieu, geef ze nieuwe kansen in een nieuwe omgeving. Zoals in de televisiereeks rond de Bleekweide gebeurt.

    Als we de grond degelijk bewerken, wordt het misschien ook heilige grond. En daarmee zitten we bij de eerste lezing van vandaag. 
    Waar Mozes in de woestijn de kudden van zijn schoonvader aan het hoeden is. De woestijn is een belangrijk bijbels beeld dat hoort bij de vasten. De woestijn staat voor leegte en daar houden wij niet zo van. Wij zijn drukte gewoon en daden en actie. Leegte en stilte maken ons onwennig en onzeker. Dat bleek een paar dagen geleden nog eens toen een praatprogramma op televisie werd onderbroken voor liefst twee minuten stilte. Het deed op zijn minst vreemd aan.

    Maar in de leegte en de stilte van de woestijn komt Mozes God tegen. 
    En God noemt zichzelf: ik ben die is. 
    Ik zal er zijn voor u. 
    Ik zal er zijn ook voor die onvruchtbare vijgenboom. 
    Ik zal er zijn ook voor die mens die dreigt uitgesloten te worden. 

    Misschien moeten we ook proberen zo vaak mogelijk die houding aan te nemen: ik zal er zijn voor u …

    02-03-2013 om 20:14 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een tijd van zien - 2e zondag veertigdagentijd C 2013 - Hilda

    Tweede zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 23 en zondag 24 februari 2013

    Eerste lezingGenesis 15, 5-12.17-18 - 'Het verbond van Abraham'
    EvangelieLucas 9, 28b-36  - 'Zijn gelaat veranderde van aanblik'

    We hoorden zopas twee mysterievolle verhalen! 
    Het verhaal van Abraham brengt ons bij het eeuwenoude verbond van God met zijn volk, van God met ons! Het speciale ritueel van het slachten en klieven van de dieren waren in die tijd het zichtbaar teken waarin verbondspartners zich verbonden met elkaar! En mensen hadden tekens nodig om iets van JHWH, iets van Gods voortdurende verbondenheid met hen te kunnen zien en te kunnen geloven. In de vuurzuil die tussen de dierenhelften bewoog, zag Abraham hoe JHWH met hem het verbond aanging, om hem bekommerd was en om de zoekende mens in hem…
    Vanuit dat visioen zag  Abraham weer even heel duidelijk waarom het allemaal te doen was en ging hij hoopvol, gelovend in de zopas ervaren belofte, zijn nog ongebaande levensweg tegemoet…

    En in het evangelie gaat het over Jezus en zijn trouwe volgers, zijn leerlingen zeggen we meestal. 
    Ze waren al maanden onderweg, trokken van het ene dorp naar het andere. Zij sliepen onder de blote hemel, deelden met mekaar het eten en drinken. Ze kenden mekaar al door en door, met de kleine kanten en de plezante trekken.
    En dan op die ene dag wil Jezus een berg bestijgen. Wat krijgt hij nu? Vroegen zij zich af. 
    Hij neemt drie van zijn gezellen mee naar boven. Waarom? Vragen zij zich af. Daar woont toch niemand 

    Daarboven, ver van het lawaai en de drukte van het leven is het gebeurd. Daar kregen zij een heel andere kijk op die Man. Wat zij dag in dag uit met Hem beleefd hadden werd daar doorzichtig. Er werd iets zichtbaar van zijn goddelijke oorsprong. Hij had al dikwijls gesproken van zijn Vader in de hemel. Nu konden zij aanvoelen hoe nauw Hij met die Vader verbonden was.
    In dit evangelie zien ook wij hoe die Jezus in al zijn gewoonheid, in zijn aardsheid toch zo hemels was. Het één vloeide over in het andere.

    Bij Franciscus was dat ook zo. Dat was een man van de aarde, hartstochtelijk verliefd op de natuur: op de zon, de maan, de sterren, de bloemen en de dieren. Maar even hartstochtelijk verliefd op God. Het één stond niet in tegenspraak met het andere, integendeel.
    Het ene kan niet zonder het andere. Volledig opgaan in het aardse zonder enige binding met God is zo arm. En ook het omgekeerde is waar: als onze godsdienst niets meer te maken heeft met het leven van alledag, dan is dat geen godsdienst.  

    En bij onszelf ontdekken wij ook wel gelijkaardige momenten!
    Herinneren wij ons niet hoe we destijds in de humaniora, jaarlijks op retraite gingen? Het waren drie dagen met heel de klas van huis en school weg. We luisterden naar verschillende voordrachten en hingen als het ware aan de lippen van de spreker. We werden uitgenodigd om vóór ’t ontbijt een stille wandeling te maken in het domein. We werden in kleine groepjes verdeeld om levensvragen en geloofsvragen te bespreken en mochten nadien zelf een bezinningsmoment in elkaar steken met tekst en muziek… 
    Als andere jongeren kwamen we thuis, we kwamen als ’t ware uit de zevende hemel en gingen de wereld verbeteren. Met God in ons hart kon het niet mislukken.  
    Wanneer we er nu over vertellen voelen we nog wat daar gebeurde!

    Regelmatig worden we uitgenodigd voor een begrafenis. Verdrietig om wie we zullen moeten missen, om wat wie ziek was moest doormaken, en vol medeleven met de naaste familie en vrienden voelen we ons in die droevige momenten met elkaar verbonden. 
    En soms, soms komen we vol verwondering buiten. Soms heeft die viering of een tekst, of een gebeuren in die viering ons heel diep geraakt.
    Zo werd vorige maand Juf Lina van het vijfde leerjaar van St Annacollege Goethe begraven.   
    Haar gedachtenisprentje had ze zelf opgesteld en juf Lina schreef:
       “ Doe nooit een ander aan wat je zelf niet aangedaan wil worden”
         Ga nooit weg zonder te groeten, ga nooit weg zonder een zoen.
         Als je het noodlot zult ontmoeten kun je het nooit meer doen.
         Ga nooit weg zonder te praten, dat doet soms een hart zo’n pijn.
         Wat je ’s morgens hebt verlaten, kan er ’s avonds niet meer zijn.”
    Het lezen van haar gedachtenisprentje ging recht naar het hart en meteen wist iedereen die het in handen kreeg wat hem of haar te doen stond. Iedereen ging een beetje als een andere mens buiten… We zagen het weer, heel even.

    Wie in één of andere jeugdbeweging was moet ik toch ook niet vertellen hoe we van een bivak of een kamp thuis kwamen! Goed vuil, maar vooral vrolijk en met een warm hart en met een hoofd vol nieuwe ideeën om nieuwe uitdagingen aan te gaan. 
    We geloofden weer in de goedheid van het leven, in de goedheid van de mensen rondom ons en zagen een beetje van Gods liefde in ieders gelaat dat we ontmoetten… We zagen het weer ‘heel even’ en ook onze kinderen deden zo twintig dertig jaar later! Ook zij kwamen als uit de zevende hemel thuis van het catechesekamp of tentenkamp!

    Een jaarlijkse gezinsvakantie kon van ons ook zo’n andere mens maken! We genoten van de tijd die we samen doorbrachten, van  de schoonheid waar we verbleven, van de rust nu het werk even achterwegen mocht blijven. We beseften hoe we van elkaar hielden en mekaar voor geen geld van de wereld konden missen. Bij elk kapelletje bleven we even stilstaan, in elke kerk gingen we even binnen en genoten van een minuut stilte om te danken.

    Zo zijn we groot geworden tot op vandaag. Met regelmatig die bijzondere ervaringen in ons leven, ik durf het Godservaringen noemen. 
    Met elk jaar ook die ‘vasten’ die ons weer even doet stilstaan. Die ons uitdaagt voor een stille wandeling, die ons uitdaagt om over de ongelijkheid in de wereld even na te denken, die ons mensen van veraf dichtbij brengt. 

    Dit jaar Oegandese families die dromen van voldoende voedsel het hele jaar door, betere oogsten, een groeiende veestapel, geld om de school te betalen. Mensen vol hoop die moedig verder werken in de meest barre omstandigheden…

    Ja, ook wij hebben rituelen nodig om de verbondenheid met God, onze Vader, levendig te houden en om tegen alles in te blijven geloven in het visioen. 
    Deze vastentijd een tijd van zien, heel even, om vanuit dat licht verder te gaan.

    Bronnen: Manu Verhulst, Broederlijk Delen

    24-02-2013 om 09:07 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onszelf zo nu en dan eens “omwoelen” - 1e zondag veertigdagentijd C 2013 - Gie

    Eerste zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 16 en zondag 17 februari 2013

    Eerste lezingDeuterononium 26, 4-10 - 'De belijdenis van het uitverkoren volk'
    EvangelieLucas 4, 1-13   - 'Door de Geest naar de woestijn gevoerd'

    Jezus gaat de woestijn in. 40 dagen zonder eten, zo schrijft Lucas. Dat houdt geen mens vol! Tenzij misschien als, zoals onze moslimbroeders in de ramadan, je nog kan eten of drinken na zonsondergang. Maar ook dan is het een zware beproeving. 

    Weten wij eigenlijk wat een woestijn is? 
    In het beste geval kan ik mij de zandvlakte op Linkeroever voorstellen, toen het nog pas opgespoten grond was. De oppervlakte die barst van de droogte en met nauwelijks begroeiing. Hoe schraal ook, dit heeft weinig vergelijk met de woestijn van Juda: een desolaat gebied van stenen, vlakten en bergen, zo eenzaam dat je er enkel jezelf kan tegenkomen. 
    Het moet nog al gebruikelijk geweest zijn in die tijd. Joannes predikte in de woestijn. Ook Jezus trekt zich daar terug, om met zichzelf in het reine te komen. 

    Vele, vooral jonge mensen, trekken vandaag wel eens op survivaltocht. Om zichzelf op de proef te stellen. Hoe goed zijn ze bestand, hoe lang kunnen ze weerstaan aan honger, dorst of vermoeidheid, maar vooral aan zichzelf? Hoe vuurvast of watervast zijn ze voor zichzelf of voor hun relaties? 

    Wat gebeurt er bij Jezus’ confrontatie, de “bekoring” zo je wil? 

    De hongerproef 
    Met een lege maag, is er weinig verbeelding nodig om “brood” te zien in die platte stenen daar in de woestijn. En de duivel komt letterlijk “platte brooikes bakken”. Geef ze brood, geef ze spelen, en ze zwijgen. Dat wisten ze in het oude Rome al. Als de maag gevuld is, komen er geen verdere vragen. 
    Het lijkt wel op ontwikkelingshulp van de oude stempel. “Ons” westerse voedsel en technologie, onze vorm van geluk aansmeren. Maar met weinig of geen aandacht voor de eigenheid en lokale voedselproductie van die arme volkeren en zonder het geloof of de omstandigheden van die mensen. Pas de laatste tijd krijgen we daar gelukkig weer aandacht voor. 
    Maar voor Jezus hoeft er niet getoverd te worden. Hij is helder genoeg om op te merken: “de mens leeft niet van brood alleen”. 
    Ook al bidden wij zo dikwijls in het Onze Vader, eerst “uw Rijk kome” en pas daarna “geef ons heden ons dagelijks brood”. Toch zijn wij die volgorde vergeten. Zoek eerst het Rijk Gods en dan wordt al het overige er zomaar bovenop gegeven, gratis. 

    De stressproef 
    “Ik zal je alle macht geven” zegt de duivel, “als je mij aanbidt”. Hoe stressbestendig, hoe standvastig is Jezus in zijn relatie met God en met zichzelf? 
    Jezus hapt niet toe. Hij blijft God centraal stellen. Hij heeft geen behoefte om te heersen of in de smaak te vallen bij het grote publiek.  
    En wij. Hoe “katholiek” zijn wijzelf als de kerk of het geloof in onze privé of werkomgeving ter sprake komt? Staan we dan ook op onze strepen, of verbergen wij ons in vage woorden en rond de pot draaien? Of huilen wij mee met de wolven in het bos en roddelen wij mee met alle schandaaltjes die alles over één kam scheren? 
    Maar onder het mom van “iedereen te vriend houden”, brengen wij wel onze eigen geloofwaardigheid in het gedrang. 

    De succesproef 
    Voor de laatste beproeving trekt Jezus naar de tempel in Jerusalem, de toenmalige hoofdstad van de wereld. Vandaag zou het misschien New York of het topje van de Eifeltoren kunnen zijn. 
    “Doe een stunt”, zegt de duivel, “zorg dat je opvalt”. Nu “gooi jezelf naar beneden”, en later “spring van je kruis af”. 
    Maar Jezus hoeft geen held te zijn, geen Christus Koning, geen idool of mediafiguur die de krantenkoppen haalt. Integendeel. Zijn kracht ligt in het zwakke en het kleine.
    Ook vandaag wordt de voorganger of predikant verleid om te stunten: doe origineel! Gebruik zo min mogelijk woorden uit de bijbel en in geen geval de woorden uit het missaal. En maak het vooral niet te stil, want dan zou God wel eens in jouw plaats aan het woord kunnen komen. 

    Het is goed dat ook wij onszelf zo nu en dan eens “omwoelen”, de hak erin zetten, ons eigen gedrag in vraag stellen. 
    Deze vasten, deze 40-dagen-tijd, is daar een goede gelegenheid voor. Maar daarvoor naar de zandvlakte trekken, heeft weinig zin. 
    Amen. 

    Inspiratie deels gevonden in een preek van priester Jozef Decoene (1927–2011). 

    17-02-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Face to face met mijn dipje - 5e zondag C 2013 - Jan

    Vijfde zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 9 en zondag 10 februari 2013

    Eerste lezingJesaja 6, 1-2a.3-8 - 'Hier ben ik: zend mij'
    EvangelieLucas 5, 1-11  - 'Gooi uw netten uit voor de vangst'

    Een paar dagen terug had ik een dipje. Het ging niet zo goed. Ik zat zo wat vast in mijn werk. Eigenlijk ben ik nogal alleen in het uitvoeren van mijn werk.
    Ik wist niet goed wat de volgende stap in mijn werkproces ging zijn. Zoals jullie misschien ondertussen al dan niet weten, werk ik hier als parochieassistent op LO. Naast enkele parochietaken, probeer ik de thuislozen die hier in de appartementsblokken slapen en gebruiken op te sporen en contact mee te maken. Dat opsporen verloopt tamelijk makkelijk, we weten nu waar ze slapen maar het is ons nog niet gelukt om contact met de gasten te maken. 
    Ze lopen van ons weg als we toekomen. 'Ons' en 'we' zeg ik nu omdat ik op mijn nachtelijke tochten  mij laat vergezellen door straathoekwerkers en dergelijke. 

    Overdag blijft het moeilijk om contact te maken met mensen die hier leven en wonen. Mijn dipje zat erin dat ik mij begon af te vragen of ik wel goed bezig was, wat ik nog meer of anders kon doen. Werk ik wel genoeg, werk ik te weinig of teveel. Deed ik dit project ten goede, was het nuttig en nodig... Ik heb niet meteen een antwoorden op al deze bedenkingen.

    Bij het lezen en horen van het evangelie van vandaag dacht ik, wat pak ik hier nu van mee. 
    Wat zegt het evangelie mij nu eigenlijk. Jezus is aan de oever van een meer om de spreken en er zijn toehoorders afgezakt om Hem te zien en te horen. En Jezus vraagt of de boot (Simon zijn boot!) Hem naar het diepe kan  brengen. Zodat Hij kan spreken vanuit het diepe. Nadat hij onderricht heeft gegeven vanuit het diepe, vraagt hij om te vissen vanuit het diepe en ze halen heel veel vis naar boven. 
    Hoewel ze de nacht ervoor na een hele nacht vissen niets hebben gevangen. En toch was de vis niet belangrijk want die moesten ze achterlaten. Ze moesten Hem volgen. En daar eindigt het evangelie ook mee. 

    Voor mij gaat het evangelie over vertrouwen. 
    Het vertrouwen dat ons aanspreekt in de diepte, diepte van onszelf. Anselm Grun heeft hier een goed boek over geschreven, de spiritualiteit van onderuit, van den buik. Hij baseert zich op de spiritualiteit van de vroegchristelijke monniken in de vierde eeuw. De basis van spiritualiteit en geloof ligt in onszelf. Want vooraleer we spirituele verbondenheid met het transcendente kunnen voelen moeten we eerst weten waar we zelf staan. 
    Met andere woorden weten wie we zelf zijn. Maak contact maak tijd, wat voel ik en luister wat het te zeggen heeft. Het is in die ruimte dat Jezus tot ons wenst te spreken en raadt geeft. Dan zal u inzicht wel naar boven komen, zoals de grote ton vissen in het net. Kern ligt hier niet op het verworven inzicht, want dat is voor iedereen immers anders, maar op het vertrouwen. Durft te kijken naar wat er leeft binnenin . 

    Dus stond ik face to face met mijn dipje, wat hebt ge mij te vertellen. Dus ik heb mijn hoofd leeg gemaakt en beetje in mezelf gaan graven, naar het diepe. 
    Wat ik zo leuk vind aan deze job is dat ik zeer verschillende mensen kan ontmoeten. En dat doe ik graag mensen ontmoeten, op zoek gaan naar interessante verhalen. Samen versteld staan van het verhaal zelf. Mensen maken zoveel mee en kunnen wel heel wat dragen. Mee verhalen en dus levens uitklaren. Samen zoeken naar hoop en motivatie die vaak zo voorhanden is. 
    Het leerproces om echt te leren zien dat geluk er echt wel voor iedereen is. Dat is ongelofelijk boeiend en leerzaam. Onlangs was ik op een cursus om humor op het werk toe te passen. Wat is de kracht van humor in een gesprek, op de werkvloer, om spanning te verhogen of te verlagen. Er waren twee pastoraal werkers aanwezig en de rest waren hulpverleners en iedereen vond van zichzelf dat ze niet grappig waren. 
    Ze vonden zichzelf te serieus en konden al zeker niemand aan het lachen krijgen. Het doel van de cursus was niet zozeer om leren grappig te zijn, maar om de humor in onszelf te herontdekken. (We lachen allemaal graag. We zijn niet allemaal Toon Hermans en of Hugo Mathijssens, soms zijn we beter, soms kunnen we makkelijker dan we denken onze omgeving aan het lachen brengen of een glimlach geven). 

    Volgens mij willen de lezingen van vandaag ons dat ook zeggen. 
    Heb het vertrouwen om u te laten aanspreken door uw eigen krachten daar zit jezus woord. en leef van daaruit verder. We kunnen meer dan we denken en het is zo dat we groeien. (Het lijkt ook zo te zijn dat God zich aangesproken voelt tot de imperfecte steeds groeiende mens. Was het Jesaja niet die bij het aanzien van de Hemelse Glorie zei: "Wee mij, ik ben verloren. Want ik ben een mens met onreine lippen". 
    Bij het aanschouwen van de hemelse glorie voelt Jesaja zijn eigen onvolkomenheid, Het is God die hem zoekt als Hij vraagt Wie moet ik zenden. Het is Jesaja die het vertrouwen in zichzelf vind om zich te laten zenden. 
    En het is met deze wijze woorden dat ik jullie de zondag inzend. 

    10-02-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    04-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet altijd de beste willen zijn - 4e zondag C 2013 - Ria

    Vierde zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 2 en zondag 3 februari 2013

    Eerste lezingJeremia 1, 4-5,17-19 - 'Tot profeet heb Ik u bestemd'
    EvangelieLucas 4, 21-30   - 'Geen profeet is aanvaard in eigen stad'

    Het evangelie van vandaag sluit naadloos aan bij vorige zondag. Het is het vervolg van de Nazareth-rede door Jezus uitgesproken in de synagoge. Daar waar de stemming zeer positief was bij de uitleg die Jezus gaf, slaat deze plots volledig om. Eerst in onbegrip en daarna in regelrechte verontwaardiging en vijandigheid. Het gaat zo ver dat ze Hem zelfs willen doden!

    Waarom worden de toehoorders plots zo kwaad?
    Wij weten dat de joden allemaal zeer goed hun heilsgeschiedenis en hun grote voorgangers kennen. Zij geven Jezus een tekst van een van hun grote profeten, zijnde Jesaja, te lezen. Wanneer Hij hun zegt dat Hij degene is waarop ze wachten, de Messias dus, voelt Hij dadelijk dat ze Hem niet zullen geloven. Hij heeft op dat ogenblik ook nog niet zoveel wonderen kunnen verrichten. Volgens Lucas kwam Hij nog maar pas uit de woestijn en wanneer Hij dan nog 2 gebeurtenissen uit het verre verleden aanhaalt is de maat vol en wordt Hij miskend en verstoten.

    Wat was er aan de hand? 
    De feiten waar Hij naar verwijst geven aan dat God niet alleen bekommert is om het heil van het joodse volk maar dat Hij ook de “heidenen” of mensen uit andere landsdelen wil helpen. Er is het verhaal van de arme weduwe die met haar laatste beetje meel en olie een broodje voor de profeet Elia bakte, die op zijn beurt de zieke zoon van de weduwe genas. Het andere verhaal is de genezing van de Syriër Naäman die door de profeet Elisa genezen wordt, en dit allemaal op voorspraak van God! Voor de joden is zo’n uitspraak ongehoord, God is van hen en de anderen horen daar niet bij. 
    Herkenbaar? Toch kan men uit deze verhalen al vermoeden wat later openlijk gezegd en gedaan werd: Jezus kwam voor iedereen de boodschap brengen.

    De prachtige zin waarmee dit evangelie afsluit :”Maar midden tussen hen door ging Hij zijns weegs” geeft een bijna visueel beeld van de houding die Jezus aanneemt tegenover de dreigementen en de vijandigheid van de omstaanders. 
    Wat leert ons deze houding van Jezus? We weten toch dat Hij zich bewust was dat het met Hem slecht zou aflopen, uit menselijk oog gezien toch. Wist Hij dat Zijn uur nog niet gekomen was? Wist Hij toen dat Hij pas aan het begin van Zijn tocht stond?

    Al de grote profeten zijn vervolgd en belaagd geworden, maar zij wisten zich sterk omdat ze geleid werden door God. We hoorden het al in de eerste lezing hoe Jeremia te horen kreeg bij zijn roeping, dat hij reeds in de moederschoot uitverkoren was om Gods woord te brengen .

    Jeremia en Jezus zijn uit hetzelfde goede profetenhout gesneden: zij vertonen de kenmerken waaraan men de ware profeet herkennen kan.
    Een profeet spreekt nooit uit eigen naam, hij voelt zich aangesproken en voortgedreven door wat hij “de geest van God” noemt. Jeremia zegt: “Het woord van de Eeuwige kwam tot mij” en Jezus zegde: ”De Geest des Heren is over mij gekomen”.
    Een profeet is geen toekomstvoorspeller: hij brengt een boodschap voor vandaag, hij leeft met open ogen en oren en interpreteert de tekenen van de tijd.

    Een echte profeet kan niet onpartijdig zijn, want hij kiest voor de zwaksten in de maatschappij.

    Een profeet ondervindt altijd tegenstand, want wie de mensen niet naar de mond praat, maar de zwakke plekken in de maatschappij durft aanwijzen trapt op lange tenen en krijgt de wind van voren!
    “Zij zullen U bestrijden“ kreeg Jeremia te horen en de mensen joegen Jezus uit de synagoge en wilden Hem in de afgrond storten. Een ware profeet laat zich daar niet door afschrikken, hij heeft immers niets te verliezen buiten zichzelf en zijn zending. Waar haalden Jezus en Jeremia en alle andere profeten van vroeger en nu de kracht vandaan? Zij zijn een teken van tegenspraak, maar zij weten zich gedragen door God die hen niet loslaat: ”ik ben bij U om U te redden”. Zij worden bezield door de Liefde die” alles verdraagt,alles gelooft,alles hoopt en alles duldt” (Kor.)

    Als Jezus de belichaming is van die Liefde wil dat nog niet zeggen dat Hij alles met de mantel der liefde bedekt. Hij durft het aan in zijn vaderstad Nazareth zelfs op grond van de Schrift te beweren dat er onder heidenen soms meer sprake is van liefde dan onder het eigen volk! Dat zet nu kwaad bloed!

    Hebben wij soms ook dat zelfde gevoel?
    Denken wij ook niet te vlug dat wij het beter weten en vooral beter doen dan de anderen? Mensen steken mekaar graag in hokjes. Die van de andere kant weten niet hoe het moet want onze manier dan doen, denken en uitvoeren zal altijd de beste zijn. Ondanks dat de wereld en onze kijk erop, zoveel uitgebreider geworden is, mede door de media en onze eigen kennismaking met vreemde culturen door het toerisme, toch blijft er nog steeds een angeltje van wantrouwen zitten.
    Ik denk ook dat we behoorlijk geschokt en verontwaardigt zouden zijn moest hier iemand komen vertellen dat we helemaal niet zo goed bezig zijn en dat al onze hulp en ons medeleven met armen en onderdrukten maar een façade zijn om ons geweten te sussen. We zouden die persoon ook niet onze borst trekken. Laat ons dus maar de woorden van Jezus ter harte nemen en op onze eigen kleine manier proberen, en dat is al knap, het zo goed mogelijk te doen en niet altijd de besten willen zijn.

    Bij Marcel Weemaes vond ik volgende tekst:
    Maar ik ben niet groter, niet sterker dan jij, Ik weet niet alles en ik kan niet zoveel, ik ben maar een vriend op je weg, al uren en dagen lang. En ik kan alleen maar hopen dat je dit weet; je hoeft nooit alleen te vechten en te huilen als je een vriend nodig hebt, voor uren en dagen lang.

    04-02-2013 om 18:10 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe nu verder? - 3e zondag C 2013 - Hilda

    Derde zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 26 en zondag 27 januari 2013

    Eerste lezing1e brief aan de Korintiers 12, 12-30   - 'Alle ledematen maken een lichaam uit'
    EvangelieLucas 1, 1-4; 4, 14-21  - 'Het schriftwoord gaat in vervulling'

    Het is lang geleden dat Paulus nog eens aan ’t woord was in onze lezingen!
    En we hebben speciaal voor de korte versie gekozen omdat we van mening waren dat we allemaal wel weten hoe ons lichaam in elkaar zit en dat niet drie maal moet worden opgesomd.
    We weten maar al te goed wanneer we onze voet verzwikt hebben, hoe lastig we te been zijn!
    Of hebben we toevallig in onze vinger gesneden, dan weten we wel hoe onhandig dat is voor het huishoudelijk of technisch werk!
    En hebben we serieuze tandpijn, dan weten we hoe weinig we van onze omgeving kunnen verdragen! 
    Dit maar om te zeggen hoe belangrijk elk deeltje van ons lichaam is om normaal en goed te functioneren!
    Een belangrijk levensgegeven dat Paulus vandaag vergelijkt met de christelijke gemeenschap!

    Al van bij het ontstaan kampt de Kerk met versnippering  om Jezus’ boodschap uit te dragen… Al in Paulus’ tijd waren er leiders nodig om de neuzen in één en dezelfde richting te houden! En om het belang van éénheid in verscheidenheid voor ogen te houden! Het is een voortdurende zorg gebleven al hebben velen dat in de loop der eeuwen niet zo begrepen…

    Jaarlijks heeft er de “gebedsweek voor de eenheid der christenen” plaats van 18 tot 25 januari! Dat is dus de voorbije week geweest! Daarom wil ik toch vandaag onze aandacht op die zo moeilijke éénheid vestigen!
    Zal ik eerst wat geschiedenis schetsen? Dan zien we hoe ver het allemaal van ons bed staat maar tegelijk ook hoe dichtbij, al beseffen we het nog niet zo goed! 

    Het 2de Vaticaans concilie (1962-1965) heeft terug daadwerkelijk het verschil gemaakt na die eeuwen van nonchalance en eigenzinnigheid! 
    Het daadwerkelijke verschil was: de oecumene en de interreligieuze dialoog! Hiermee sloegen de concilievaders een heel anderen en meer open weg in dan voorheen.
    Johannes XXIII installeerde een secretariaat voor de eenheid van de christenen! Van hieruit werden niet-katholieke waarnemers uitgenodigd naar het concilie! En natuurlijk om er volwaardig aan deel te nemen!
    Sinds het 2de Vaticaans concilie ontmoette Paulus VI  de patriarch van Constantinopel, Athenagoras I, de geestelijke leider van de orthodoxie. Ze bezochten  zogezegd toevallig op hetzelfde tijdstip Jeruzalem om elkaar te ontmoeten. Een historisch moment sinds de scheiding in 1054!
    Johannes Paulus II gooide zich als geen ander in de interreligieuze dialoog van de wereldgodsdiensten te Asisi in 1986!
    Sinds dat 2de Vaticaans concilie horen we ook regelmatig in de schriftuitleg ‘Jezus is een Jood!’ en hoe ons christendom geworteld is in de Joodse traditie… 
    Dit was vóór het concilie ondenkbaar!

    Steven Fuite de synodevoorzitter van de Verenigde Protestantse kerk in België is zeer blij met de goede samenwerking die er al jaren is tussen christenen en protestanten.  We komen regelmatig naar buiten als één stem! Zegt hij. 
    En die goede samenwerking tussen protestanten en katholieken zien we dagelijks in de samenwerking in onze ziekenhuizen zoals in het UZA waar er wekelijks een zondag oecumenische dienst is! Noch de priesters, noch de dominee spreken daar van een zondagsmis of zondagsdienst of zondagsviering voor hun religie! Ze leggen de nadruk op oecumenische dienst en nodigen ‘alle gelovige christenen, zowel katholieken, joden, als protestanten’, in het ziekenhuis ook daartoe uit!
    Benedictus XVI is veel voorzichtiger maar zei toch in zijn kerstboodschap: “ de dialoog tussen de godsdiensten is een noodzakelijke voorwaarde voor de rechtvaardigheid en vrede in de wereld en daarom ook een plicht.” De nieuwe rellen in Ierland demonstreren voldoende wat Benedictus XVI hiermee bedoeld…

    Al denken jullie nu allemaal: “waar komt ze nu mee af!” “Moeten wij ons daarmee bezig houden? Moeten wij daarvan wakker liggen?” 
    Toch brengt het ons bij de gestaagde kleinschaligheid van onze pratikerende christenen en de problemen die het vooral op organisatorisch en materieel vlak met zich meebrengt! Ja zelfs op emotioneel en relationeel vlak beginnen we er stillekesaan onder te leiden.

    We begonnen allemaal met drie parochies en drie pastoors en hun nodige onderpastoors….
    Ik moet het niet uitleggen wat er in die 30, 40 en 50 jaar dat we hier op L.O. wonen allemaal gebeurd en vooral veranderd is in onze parochies!
    En telkens we aan een nieuwe situatie gewend geraakt zijn, staat er een nieuwe fase voor de deur, en die nieuwe fases kondigen zich steeds vlugger aan…

    Als we nu zien hoe gezellig we hier op zondag samenkomen om te bidden, om elkaar even te ontmoeten en om begeesterd terug naar huis te gaan, liefst met velen samen in dezelfde auto of arm in arm langs dezelfde weg... 
    (Dat zagen we vooral tijdens het voorbije winterse week-end!)
    Dan durven we er niet aan denken dat we weer voor een andere fase komen te staan!

    Zelf ben ik nog maar 3 jaar in de preekploeg en eerlijk gezegd zie ik het aantal aanwezigen tijdens de vieringen sterk dalen! Wie overlijdt, wordt niet vervangen. Jongeren zijn de enkele trouwe gezinnetjes die een glimlach op ons gelaat toveren door de lieve handreikingen van hun schatten van kinderen…
    De vaste kern is er trouw zolang ze gezond zijn… Want eens ziekte of echte ouderdomsproblemen zich voordoen worden ze ook afhankelijk van iemand die de communie thuis brengt en van vieringen op T.V..

    Hoe nu verder? Dat is ook de zorg van onze bisschop J. Bonny en van vele priesters, parochieassistenten, pastorale werksters en werkers, en van velen onder ons die de verkleining ook onder ogen durven zien… 
    Kunnen wij, gewone mensen hier in de rij daaraan iets verhelpen?
    Ik denk het niet. Het is gewoon zo, een teken van de tijd, een gestaagde grote verandering die de kerk doormaakt!

    Daarom was er ook die belangrijke 2de grote pijler van het 2de Vaticaans concilie was; dat de kerk terug een kerk ‘van’ en ‘voor’ het volk moest worden! Niet enkele leiders die veraf en dichtbij een christelijke gemeenschap dirigeren, neen; allen mogen we kleine schakels zijn, om van onze christelijke gemeenschap een hechte en liefst ook warme gemeenschap te maken. 

    Vanuit dit gegeven worden we al sinds 1965 opgeroepen mee zorg te dragen voor de christelijke gemeenschap op L.O. en onze naaste buren.
    En we hebben dat gedaan! Zeker iedereen die ook maar het kleinste steentje heeft bijgedragen in gelijk welke beweging: KA.V, KWB, OKRA, Turn- en joggingkring, alle soorten van catechesgoepen, rouwgroep, en wie ik ook mag vergeten hebben… 

    En nu wordt onze zorg: ‘Hoe kunnen we zo gezellig wekelijks blijven samenkomen om in onze veranderde wereld toch een warme kern te blijven van zorgzaam christenen?’
    We zouden kunnen open staan voor de mogelijke vragen die ons gesteld worden! 
    Open staan om mee te denken hoe we het kunnen blijven verwezenlijken zonder te veel energie en mensen verspilling. 
    Hoe hoog liggen m’n eigen eisen om nog naar de kerk te komen? 
    Geloof ik in de opgeleide leken-voorgangers die er alles aan doen om in het spoor van Jezus te blijven samenkomen rond Zijn levensverhaal als grootste voorbeeld voor ons christen-ziin?
    Geloof ik dat Jezus me telkens opnieuw oproept om zelf een voorganger te blijven voor m’n kinderen en buren, een begeleider voor wie ik ontmoet die het moeilijk heeft, een echte christen, belangrijker dan de paus, om samen kerk-te-zijn? 

    Is m’n geloof in de God van m’n leven zo groot dat ik er wil blijven naar luisteren, zowel in het diepste van mezelf, als in het woord dat Hem verkondigt, elke zondag opnieuw? Is m’n geloof in de God van m’n leven zo groot dat ik van daaruit kan begrijpen dat Hij altijd opnieuw zegt: “In jou, door jou en met jou, kan ik zichtbaar blijven in de wereld. 
    Ook jij maakt Mij tastbaar en zichtbaar. Blijf toch samenkomen om dàt te geloven…  Om te weten hoe je in alle stilte die grote verantwoordelijkheid in je draagt om mee te bouwen aan M’n hemel op aarde… “

    Loont het de moeite om ieder met z’n eigen gedachte toch te blijven samenkomen in die ene parochie die we door de jaren heen geworden zijn? Om misschien in een nog zoveel kleinere vorm toch samen die nog kleinere christengemeenschap te dragen? 
    Om er ons geluk en troost in te vinden, om er onze vreugde en verdriet in te blijven delen, om er van ons christen-zijn te blijven getuigen, om er in gebed ons één te weten bij onze enige God Die met ieder van ons wil zijn en ons gelukkig wil zien… ?

    Zo zie ik het verband voor onze eigenste L.O. nà die week van gebed voor de eenheid van de christenen. 
    Moge we heel goed bewust worden, hoe moeilijk de komende tijd nog kan zijn… maar zoals Marc vorige week zei: “Samen feestend en vierend zullen we er doorheen komen, zullen we onze blik toekomst gericht kunnen verruimen, zullen we het goddelijke wintervuur brandend houden, en blijven ons geloof, onze hoop en onze liefdevolle zorg voor elkaar verder leven, liefst over de grenzen van onze eigen stek heen!” 

    27-01-2013 om 09:09 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    20-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De beste wijn moet nog komen - 2e zondag C 2013 - Marc

    Tweede zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 19 en zondag 20 januari 2013

    Eerste lezingJesaja 62, 1-5  - 'Gij zult heten: Mijn welbehagen'
    EvangelieJohannes 2, 1-12  - 'De bruiloft te Kana in Galilea'

    Het evangelie van vandaag is een echt “katholiek” evangelie. Wat ik  u vertel is misschien wat kort door de bocht, maar er wordt gezegd dat in de katholieke variant van het christendom er veel waardering is voor de “leuke” kanten van het leven: “God zag dat het goed was” wordt heel breed geïnterpreteerd. Carnaval is een typisch katholiek feest: vasten, zich bekeren, ja zeker, maar eerst eens goed feesten... “God loven met het spek in de mond”, zei Felix Timmermans. 

    Nu zijn er twee soorten feestjes. Feesten om te kunnen vergeten, en feesten omdat we hopen.
    Allemaal hebben we ervaren: het leven is geen feestje. We gaan dood, worden ziek, kinderen sterven te vroeg, mensen worden niet waardig oud... En in plaats van bij meningsverschillen ruzies, conflicten eens samen aan tafel te zitten en het tussen pot en pint, of een glas wijn, uit te praten, slaan we elkaar figuurlijk en letterlijk de kop in.
    Feesten kan dan een wanhopige poging zijn om te vergeten, ons te beroezen, en tegelijk weten we  dat de kater de wanhoop alleen maar erger zal maken.

    Maar feesten kan ook hoopvol zijn. Ik herinner me een feest van vijftigjarigen, als ik bijlange nog zover niet was. Daar werd gedanst dat de stukken eraf vlogen. En plots zag ik: deze mensen weten dat de helft al voorbij is, dat het einde aan de horizon steeds dichter bij komt, dat hun knoken binnenkort zo stram worden dat er geen wals meer af kan. Maar ze laten zich niet doen. Ze willen  het plezier van samen te zijn, van te kunnen genieten, niet laten vergallen. Ze dansen zo intens niet om te vergeten, maar vanuit de hoop dat hun leven, ook als het aan het aflopen is, een goed leven is.

    Ik denk dat die hoop heel diep-menselijk is. Daarom vieren mensen nieuwjaar en verjaardagen. Daarom is een geboorte en een huwelijk een feest waard, al weten we allemaal dat het leven voor die mensen ook ontgoochelingen zal brengen. We feesten omdat we blijven geloven dat het leven de moeite waard is. 
    Johannes heeft het over een feest, een bruiloft. Johannes weet heel goed wat hij schrijft, hij weet  van bij het begin van zijn verhaal, waar wij nu een stukje uit gehoord hebben, hoe zijn verhaal zal aflopen. Hij heeft het over een bruiloft: een feest van hoop. Maar het zijn niet de bruidegom, of de gasten, of de tafelmeester die voor die hoop zorgen. 
    De bruidegom was te gierig geweest, de gasten, kunnen we tussen de regels lezen, liggen al onder tafel, te veel slechte wijn gedronken. De tafelmeester vindt het zonde die goeie wijn aan die zatlappen te versmossen. Over de arme bruid wordt zelfs niet gesproken.

    Er wordt wel gesproken over Maria, en over Jezus. Maar wat Johannes over hen vertelt is niet zo eenvoudig te begrijpen. U mag het gerust weten: in dit evangelie zitten een paar knopen die bijbelgeleerden na 2000 jaar nog niet ontward hebben. Ik ga zwijgen over de laatste zin: over zijn broeders die daar genoemd worden... dat is voor een andere keer. Maar waarom is Jezus zo onvriendelijk tegen zijn moeder? En wat bedoelt hij als hij zegt “Mijn uur is nog niet gekomen” als hij vlak daarop toch dat mirakel doet?

    Knopen dus. Laat die er maar inzitten: zo gemakkelijk is het evangelie niet altijd, zoals ook ons leven niet altijd zo gemakkelijk is. Maar er staan in onze tekst ook dingen die heel duidelijk zijn. Als Jezus het heeft over “Zijn uur...”, en hij zijn moeder “Vrouw” noemt, dan weet ieder die ooit heel het evangelie gelezen heeft, dat Johannes bij het schrijven van die woorden dacht aan het einde van zijn verhaal. Dan is het uur van Jezus gekomen, aan het kruis. Dan noemt hij zijn Moeder opnieuw “Vrouw”, en stelt haar aan tot moeder van Johannes, en in hem van elke gelovige.

    Deze tekst bij het begin van het evangelie, dit feestelijk wonderverhaal, verwijst naar de kruisdood van Jezus. Er zijn momenten in het leven, waarin ook ons diep-menselijk geloof in de zin van het leven de bodem worden ingeslagen. Waarin de wanhoop het schijnt te halen van de hoop. Waarin na het feest alleen miserie en gebroken ontgoocheling overblijven. 
    Voor Johannes, en die leerlingen die nu in hem gaan geloven, komt Jezus op dat moment: als het feest voorbij lijkt, als de zure wijn tot de kater opgedronken is. Als wij het niet meer zien zitten, zegt zijn moeder, die onze moeder is geworden: “Wat hij u ook maar beveelt, doe het maar”. Als we dan “ja” kunnen zeggen, begint het echt geloof. Het geloof, dat er genoeg goede wijn is, voor iedereen, en nog veel meer. Het geloof in een geluk en een leven sterker dan de dood. 

    Zijn leerlingen geloofden in hem. Zij zullen met hem dan op weg gaan, tot aan Golgotha. Gaan wij mee? Laten we ons dan niet verdrinken in de roes van het vergeten en van de wanhoop. 
    Want .

    Met veel dank aan Jean Bastiaen

    20-01-2013 om 08:46 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kijken of wij ook geen bekering nodig hebben - Doop van de Heer - Fred

    Doop van de Heer C 2012 - Zaterdag 12 en zondag 13 januari 2013

    Eerste lezingJesaja 42, 1-4.6-7   - 'Dit is mijn dienaar'
    EvangelieLucas 3, 15-16.21-22   - 'Jezus wordt gedoopt'

    De meeste religies en culturen kennen wel een of ander doopritueel. Dat gebruik om mensen te dopen werd nadien ook overgenomen door het leger, door clubs van diverse pluimage, door studenten en jeugdbewegingen. Altijd gaat het erom dat de dopeling bepaalde handelingen of rituelen moet ondergaan. Bij studentendopen wordt dat ondergaan wel heel letterlijk genomen. 
    Maar ook bij een religieuze doop moet de persoon die gedoopt wordt zich nederig of onderdanig of kwetsbaar opstellen. Maar die houding wordt beloond. Want het gevolg is dat men na de doopplechtigheid beschouwd wordt als lid van de club of van de vereniging of de religie. Dat men er van dan af helemaal bij hoort, dat men van dan af mag meedoen met de andere leden.

    In onze godsdienst hebben de dooprituelen ook wel een hele evolutie gekend. De oudsten onder ons – de meesten dus – zijn allicht nog gedoopt heel kort na de geboorte. Het was toen dringend, want men dacht dat een ongedoopt kind dat zou sterven een weinig benijdenswaardig lot beschoren was in het hiernamaals. En de kindersterfte kende toen inderdaad een hoger percentage dan nu. 
    Er moest dus kort na de geboorte gedoopt worden. Wij leerden trouwens in onze catechismus dat we mochten dopen met echt en natuurlijk water, zoals putwater, bronwater, rivierwater en regenwater. En er stond ook bij: in geval van nood mag en moet iedereen dopen. Zo dringend was het toen.

    Onze kinderen en kleinkinderen zijn wat later gedoopt, enkele maanden na de geboorte. De viering kon dan wat persoonlijker worden met meer inbreng van de ouders en de familie. Dopen was geen puur individueel gebeuren meer, het werd ook beschouwd als een opname in de lokale gemeenschap, in de parochie. 
    Daaruit groeide het gebruik van gezamenlijke dopen. 
    En van de ouders werd een zeker engagement verlangd. Men kwam een paar keer samen om de doop te bespreken en voor te bereiden, om de viering op te stellen.

    Maar nog altijd was het een klein kind, een baby die gedoopt werd. De laatste jaren is er ook wel een viering waarbij een groepje zevenjarigen wordt gedoopt, als aanloop naar de eerste communie. Die kinderen bereiden zichzelf dan ook voor, zij volgen een doopcatechese. En af en toe maken wij het mee dat volwassenen zich laten dopen, zoals vorig jaar in de Paasviering. Zij kiezen er zelf voor en hebben dan ook al een intense voorbereiding achter de rug.

    De laatste jaren is er weer een nieuwe tendens opgedoken. We zien het niet in onze parochie, maar we lezen erover in de kranten en we horen het in de media. Meer en meer mensen dienen een aanvraag in om zich te laten ontdopen. Ze willen niet alleen af van het ritueel, ze willen zich als het ware laten uitschrijven, ze willen niet meer tot de kring behoren. Die tendens is er gekomen door de schandalen en misbruiken in de kerk die aan het licht zijn gekomen. En natuurlijk worden die feiten door bepaalde media gretig veralgemeend en uitvergroot. Maar anderzijds kunnen we ze natuurlijk ook niet ontkennen.
    Eén van de argumenten die worden aangehaald door mensen die zich willen laten ontdopen is: wij zijn gedoopt toen we heel klein waren, we hebben er niet zelf voor gekozen, het is ons als het ware opgedrongen. En daarom willen we het ongedaan maken, nu we zelf kunnen kiezen, nu we weten dat het niet of niet meer overeenkomt met onze overtuiging.

    En ergens hebben die mensen wel een punt. Kinderen werden en worden gedoopt als ze veel te klein zijn om zelf te kunnen kiezen. Maar: ten eerste maken ouders ook op andere terreinen keuzes voor hun kinderen. Ze kunnen nu eenmaal niet anders. En bovendien: wij kennen in onze kerk een paar momenten waarbij die doopbeloften persoonlijk worden vernieuwd.
    Een eerste keer gebeurt dat bij het vormsel. Van twaalfjarigen wordt dan verwacht en verondersteld dat ze toch zelf beseffen wat ze beloven. En ieder jaar met Pasen hernieuwen wij allemaal onze doopbeloften. Herman zet dat trouwens de laatste jaren met veel plezier nog eens extra in de verf door ons allemaal kwistig met het pas gewijde doopwater te besprenkelen.

    Maar misschien zijn dat ook rituelen waar wij iets te weinig bij nadenken, waar wij ons niet voldoende van bewust zijn. In het evangelie van vandaag laat Jezus zich dopen door Johannes. Jezus is op dat moment geen kind meer, maar een volwassen man. Hij kiest er zelf voor om gedoopt te worden. En ook al vindt Johannes zichzelf eigenlijk te min, te klein om die doop toe te dienen, toch zal Jezus zich nederig opstellen en zich laten dopen zoals iedereen.
    Die doop heeft drie aspecten, of drie tekens. 

    Het is een teken voor de dopeling zelf, hij wil zich zuiveren. 
    Het is ook een teken voor de anderen, het gebeurt publiek en iedereen mag komen zien hoe oprecht de dopeling het meent. 
    En het is ten derde een vorm van bekering. Johannes roept in die periode iedereen op tot inkeer te komen en zich te laten dopen. Dopen is een teken van ommekeer. Volwassenen die zich laten dopen, geloven ook dat je je kan omkeren, dat je een andere richting kan inslaan. Dat die doop een nieuwe start kan zijn.

    Misschien moeten wij ons allemaal af en toe eens laten ontdopen. Niet echt natuurlijk, niet officieel, maar in onze gedachten. Onszelf ontdopen en dan opnieuw herdopen. Eens heel goed nadenken over ons geloof en onze doopbeloften. Eens kijken of wij ook geen bekering nodig hebben. En ook een nieuwe start nemen. 
    Bijvoorbeeld samen met een kind of kleinkind dat gevormd wordt. Of met Pasen, als wij uitgenodigd worden om onze doopbeloften te hernieuwen. Of bij het begin van een nieuw jaar, als wij toch goede voornemens proberen te maken …

    13-01-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lichtpuntjes - Openbaring van de Heer C 2013 - Jan

    Openbaring van de Heer C 2012 - Zaterdag 5 en zondag 6 januari 2013

    Eerste lezingJesaja 60, 1-6  - 'Jeruzalem, de zon gaat over u op'
    EvangelieMattheüs 2, 1-12  - 'Wij komen uit het Oosten'

    Bij het begin van een nieuw jaar hoor je allerlei wensen, toespraken, beschouwingen.
    De meeste mensen beperken hun wensen tot de eenvoudige geneugten van het leven zoals gezondheid, vreugde en geluk in het gezin, in de zaken, op het werk…
    Nieuwjaar is ook een tijd om te overlopen, te overwegen, jaaroverzichten…. je hoort dan een hele reeks negatieve verhalen, de economische crisis, de eurocrisis, een belabberde economie met bedrijfssluitingen en massale afdankingen, we horen een overzicht van conflicten en oorlogen, van drama’s ver weg en dicht bij, van ongelukkige relaties, van ontevreden kinderen en ongelukkige ouderlingen in een mooi rustoord.
    We horen over de politiek die niet altijd alles oplost, over sportlui die het niet meer zuiver spelen, over een kerk en haar schandalen die de meeste mensen niet meer aanspreekt.
    Voor velen is het nieuwe jaar met zoveel apocalyptische draken aan de horizon  hoegenaamd niet hoopgevend.

    Maar wat we ook wensen, het blijft een wens, waarvan we hopen dat hij werkelijkheid wordt. 
    We hopen dus dat iemand gelukkig en gezond zal zijn en vrede zal kennen, maar we weten tegelijk dat op 1 januari alles niet ineens verandert. 
    We mogen dan al een nieuwe kalender en een nieuwe agenda hebben, ons leven van gisteren gaat vandaag gewoon door. 
    Wat ons het voorbije jaar vreugde bracht, bestaat vandaag nog altijd, en de pijn die er gisteren was, verdwijnt niet ineens omdat er nu 1 januari op onze scheurkalender staat. 
    Toch is het goed om mekaar het allerbeste te wensen, laat ons eerlijk zijn, we gunnen het mekaar gewoon.
    Een zalig Nieuwjaar dus.
    Vorig jaar vertelde ik u het verhaal van de Drie Koningen op zoek in onze parochie naar het kind.  Ze vroegen aan elke organisatie of iemand iets had gehoord van een pasgeboren koning… maar ze moesten het zelf maar uitzoeken.

    Misschien voel je je niet op je gemak in het gezelschap van die drie koninklijke wijzen.  Ik kan je geruststellen: die drie zijn ook maar gewone mensen, want in het evangelie staat nergens dat het koningen zijn.
    Misschien voel je je niet geleerd of verstandig genoeg om met die wijzen op stap te gaan.  Maar zo precies weten we niet waarom ze “wijzen” genoemd worden.  Misschien waren het Perzische priesters of godsdienstige propagandisten of Babylonische astrologen.  We weten het niet.
    Misschien denk je ook: die drie zijn niet helemaal wijs, want ze zoeken hun heil in de horoscoop, - wat nochtans in is op onze dagen! –  zijn het sterrenwichelaars of bijgelovige mensen? 

    Ze waren wijs omdat ze zochten naar een antwoord op hun levensvragen.
    Het waren geen betweters zoals de geleerden in Jerusalem, die wel wisten wat er in de boeken stond maar vonden dat dat beter in de boeken bleef.  

    Zo waren de drie wijzen in het evangelie niet.  Integendeel!  Ze durfden het avontuur aan van het zoeken: een zoektocht die niet liep over goed gebaande wegen en platgetreden paden.  Ze durfden de waterput van de oase prijsgeven voor de gevaren en narigheden van de woestijn.
    Wat leren we daar vandaag in 2013 nu uit?

    Dat we mekaar een nieuw jaar kunnen toewensen van durven zoeken, van openheid en eerlijkheid om toe te geven dat je je misschien kunt vergissen en  van bereidheid om je zwakheid en kleinheid in te zien en je manier van leven in vraag te stellen.
    De wijzen uit het evangelie waren bovendien eenvoudig en wijs genoeg om zich te laten leiden.  Ook daarmee hebben velen onder ons, vooral jongeren, last.  Kijk maar even op de kamer van een jongere van 17.  
    Je kunt het behangpapier niet meer zien, want de muren zijn helemaal bedekt met al hun idolen: voetbalspelers en autoracers, zangers en zangeressen, vedetten allerlei; idolen die je meestal niet leren hoe je gelukkig kunt leven, maar die je doen ronddolen.
    “Er is nochtans”, zo schreef Godfried Bomans, “veel licht in onze wereld, maar we moeten onze ruiten wassen om het te zien.”  

    Laten we dit jaar doen wat die wijzen deden, namelijk onze ruiten wassen, ons niet laten leiden door dwaallichten maar door de ster van het ware licht. Hoe kun je je laten leiden door het ware licht?  
    Eigenlijk zijn we allen op zoek naar Gods Woord dat we zo vaak beluisteren.  Het zijn de ideeën die we hier komen zoeken, in de teksten die we horen, in de gebeden die we bidden,  in die boodschap die we hier eigenlijk hopen te vinden.  Die vriendschap of die schouderklop die we hier krijgen, of beter nog, die we mekaar hier geven.   

    Dan zal je misschien, zoals de wijzen uit het evangelie, bereid zijn om neer te knielen en, na aanbidding van het Kind Jezus, een andere weg te kiezen en het beste van jezelf te geven om de mensen op je levensweg gelukkig te maken. Het werd zo mooi verwoord op een kaartje dat ik onlangs ontving: “Lichtpuntjes, soms zijn ze groot, soms zijn ze klein.  Je hoeft ze niet te zoeken.  Je kunt ze ook zijn!”

    Toch nog een verhaal, al is het maar een verhaal, de inhoud brengt ons dichter bij Kerstmis en het feest van vandaag.
    De avond nadat de 3 Koningen hun geschenken hadden afgegeven, en vertrokken waren, dienden zich 3 andere bezoekers aan.
    3 sjofele mannen in lompen gekleed, armoezaaiers, vreemdelingen, lastigaards…
    De eerste ging echt in lompen gekleed en keek hongerig om zich heen.  De tweede liep krom voorover en zijn handen waren met zware kettingen gekluisterd, zijn polsen helemaal verwond.  De derde keek verward en vertwijfeling stond in zijn ogen.
    De andere bezoekers vormden automatisch een kring rond de kribbe om hen te beletten binnen te komen.  Ze mompelden: vreemd gespuis, het is hier niet veilig, dat heb je met die vreemdelingen…
    Sint-Jozef stond op en zei: “bij dit kind mag iedereen komen, arm of rijk,voornaam of verdacht….
    Ze keken zwijgend naar het kind.  Wie was nu het armst?  Dat kind of diegenen die er staan op te kijken…  Ze hadden natuurlijk geen geschenken bij.

    Maar Jozef bood hen de geschenken aan van de wijzen van die ochtend.
    De man in lompen bood hij goud aan, die met de kettingen Myrrhe en de bedroefde wierook.  Maar ze weigerden. 
    De eerste zei: “als ze in mijn zakken goud vinden gaan ze mij van diefstal verdenken”  De tweede zei: “ik ben aan mijn wonden gewoon, hou de myrrhe maar voor het kind.”  En de derde zei: ik kom uit de wereld van geleerden en filosofen, door hen ben ik afgedwaald.  Ik heb echt geen wierook nodig,   Wierook zou mijn geest terug benevelen.
    De eerste gaf echter een paar lompen en zei: “het kind zal deze kleren later nog nodig hebben, ze zullen hem de kleren van z’n lijf scheuren en hem naakt aan de massa tonen.  Hij zal dan misschien nog eens aan mij denken.”
    En de tweede nam zijn ketens en zei: “neem mijn ketens, eens zullen ze jou ermee ketenen als ze je gevangen nemen en weg voeren.  Denk dan aan mij.
    Tenslotte boog ook de derde zich over kind en zei: “neem mijn twijfels en mijn godverlatenheid.  Ik heb niets anders  Neem onze geschenken, wij kunnen ze alleen niet dragen.  Deel ze met ons.
    Toen stonden ze op, alsof er iets zwaars van hen was afgevallen.  Ze konden hun lasten achterlaten.  Vol vertrouwen keerden ze terug naar hun leven.
    Lichtpuntjes, soms zijn ze groot, soms zijn ze klein, je hoeft ze niet te zoeken, je kunt ze ook zelf zijn.

    Naar een idee van G.Buyse en Frank There.

    08-01-2013 om 18:13 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    30-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De weg van Jezus - Heilige Familie - Ria

    Heilige Familie C 2012 - Zaterdag 29 en zondag 30 december 2012

    Eerste lezingSamuel 1, 20-22.24-28  - 'Samuel is afgestaan aan de Heer'
    EvangelieLucas 2, 41-52  - 'Jezus, gevonden in de tempel'

    Het onderwerp van dit weekend duidelijk: de Heilige Familie en wat het voor ons in deze dagen nog betekent. Toch wil ik nog even blijven stilstaan bij de eerste lezing over het kind Samuel.
    In het boek Samuel wordt een belangrijke gebeurtenis verteld over de geschiedenis van Israel, namelijk het installeren van het koningschap. Toch is het niet zo dat de koningen Saul en David vermeld worden. Nee, de voornaamste persoon blijft Samuel. Uit de jongen die zo jong aan de tempel en aan de dienst van God gegeven werd, groeit een grote profeet en ziener.

    Opvallend in de verhalen van de bijbel is de geboorte van een kind uit onvruchtbare of oude ouders. Denken we maar aan Isaac, aan Jozef (zoon van de oude en onvruchtbare Rebecca), Samuel dus en Johannes de doper.
    Het waren allemaal kinderen die door gebeden en het afsmeken aan God, ondanks alle onwaarschijnlijkheden, toch het daglicht zagen. En meer dan dat. Allemaal zeer bijzondere mensen werden, sterk toegewijd aan God en belangrijk in de heilsgeschiedenis van hun land en volk.

    De geboorte van Jezus uit het ongehuwde meisje is de overtreffende trap in deze reeks. Met deze verhalen willen de bijbelse schrijvers aangeven hoezeer het kind in kwestie een “geschenk van God” is.

    Maar we vieren vandaag het feest van het gezin van Nazareth: Jozef, Maria en Jezus. Het is nog een jong feest en het werd ingesteld door paus Leo 13 aan het einde van de 19e eeuw om het belang van het christelijk gezin aan te geven! 
    De tijden zijn veranderd, er zijn verschillende vormen van samenleven ontstaan. Ook andere culturen zien niet altijd het gezin centraal staan, maar hechten soms meer belang aan het grotere familieverband.

    Als we spreken over de “heilige familie” gaat het over een kerngezin, Jozef, Maria en Jezus, waar we echter bitter weinig van weten. Ze zullen de joodse voorschriften wel trouw gevolgd hebben: er is de opdracht in de tempel van de baby Jezus, er is de jaarlijkse tocht naar Jeruzalem om de uittocht uit Egypte te gedenken. Veel meer weten we niet over dat huisgezin .Het waren alleszins zorgzame en bezorgde ouders: ze zochten wel 3 dagen naar het kind dat zich in onze ogen een beetje als een opstandige puber gedroeg en het gezelschap van anderen verkoos. Wel een herkenbaar gedrag voor ouders van leeftijdsgenoten.

    Het antwoord dat Jezus geeft zet natuurlijk alles in een ander perspectief: Jezus geeft aan dat boven zijn wereldse vader, Jozef de timmerman, Hij zijn hemelse vader verkiest. Dat dit antwoord iedereen met verstomming slaat is begrijpelijk. Er wordt echter verder geen commentaar aan gegeven alleen het droge zinnetje: Hij ging met hen mee naar Nazareth en was hen onderdanig.

    Wat moeten wij nu met dit verhaal? 
    Bij Lucas wordt Maria regelmatig geconfronteerd met onmogelijke situaties. Het begint al met de boodschap van de engel en dat was maar het begin van de vragen die de opvoeding en het volwassen leven van haar kind met zich brachten. En hier zit misschien voor ons het antwoord: Maria is iemand met een open geest en hart die de gebeurtenissen die in haar leven voorkomen een plaats weet te geven. ”Zij bewaarde alles in haar hart”, ze gaf zichzelf de tijd om tot begrip, vertrouwen en geloof te komen. Want ondanks alle beproevingen is zij nooit ontrouw geweest aan haar antwoord: ”mij geschiedde naar Uw woord”.

    De schriftteksten van deze dag doen ons nadenken over onze benadering van God, die voor sommigen de familiale banden en andere verbintenissen overstijgt. Maar niet altijd krijgt God de plaats in ons leven die Hij verdient. 
    Wij geloven te vaak dat wij het zelf zijn ,die ons leven richting geven. Het evangelie roept ons op vertrouwen te hebben dat God het goed met ons voorheeft, en dat wij toch maar best de weg die onze grote voorganger, en dat is Jezus, ons door zijn leven aangeeft.

    Tot slot nog een korte bezinning van Erwin Roosen:
    Met Kerstmis ben ik familie van Jou mogen worden, God, omdat Jij in mij Mens werd en mij Jouw liefde gaf, zoals je dat elke dag doet, bij iedereen die in Jou geleeft. Graag wil ik je daarvoor danken. Bij Jou voel ik me thuis!
    Misschien heeft Jezus dat ook wel gevoeld, toen Hij Jou op zijn twaalfde Vader noemde. Het doet mij deugd wanneer ik af en toe mag ervaren dat Jij er bent, ook voor mij!
    Inspiratie gevonden bij diverse teksten o.a. J. Van Gerven

    30-12-2012 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hemel en aarde en een God die met mensen wil zijn - Kerstmis C 2012 - Herman

    Kerstmis C 2012 - Maandag 24 en dinsdag 23 december 2012

    Eerste lezingJesaja 62, 1-5   - 'Uitverkoren door de Heer'
    EvangelieMatheus 1, 1-25  - 'De stamboom van Jezus in de nacht'

    Er waren vier mensen die zich voorbereidden op dit kerstfeest. De een kon dagenlang achter zijn computer zitten. Op elk uur van de dag kon hij met iedereen, waar ook ter wereld, in contact staan en een gesprek beginnen. De wereld is zo klein geworden! Via Google Earth had hij toegang tot elke plek op aarde. Via Facebook en Twitter met mensen over heel de wereld. Een beetje meewarig herinnerde hij zich de eerste zinnen van het kerstevangelie over een keizer die wilde weten hoeveel mensen er in zijn rijk woonden en die zijn onderdanen opriep zich te laten registreren in de plaats van afkomst. Daar hoeven we tegenwoordig ons huis niet meer voor uit, dacht hij bij zichzelf. Enkele muisklikken zijn voldoende. 

    De tweede verheugde zich op de kerst. Ze had een uitstekende maaltijd bereid, het huis was versierd met lichtjes, van binnen en van buiten. Al haar familie en vrienden zou ze om zich heen verzamelen. Het kerstverhaal had ze maar weggelegd. Dat paste niet in de sfeer, vond ze, zo armoedig. Mensen die onderweg zijn, zonder dak boven hun hoofd... Nee, dat hoorde niet bij het veilige gevoel in haar warme huis. De donkere wereld moest maar buiten blijven. 

    De derde, een drukke veertiger, zocht in haar drukke agenda waar zij de tijd vandaan kon halen. Die stond helemaal vol gepland met afspraken. Tijd, zij kon niet eens tijd vinden om er ook maar even aandacht aan te besteden. Haar uren waren bezet, haar hoofd zat vol. Waar moest het kerstfeest nog bij? Geen plaats in de herberg, las zij in het kerstverhaal. Zo is het helemaal, dacht zij: geen plaats. 

    De laatste, een man die getekend was door het leven, vond Kerstmis elk jaar weer een ramp. “Als die dagen maar vlug voorbij zijn...” Dat zoete sfeertje, hij werd er mottig van. Het echte leven lijkt er van geen kanten op. De wereld is hard. Je moet vechten om overeind te blijven. Mensen laten je vallen als een baksteen. Kerstmis? Nee, niks voor hem. 

    Toen de dag van Kerstmis aanbrak, kwamen ze toch allemaal van hun plek, de een na de ander, zonder het van elkaar te weten. Er was iets onbestemds, iets dat knaagde, zeurde, om aandacht vroeg. De man keek op van zijn beeldscherm, waarmee elke verbinding mogelijk was en hij zag dat hij alleen was. De vrouw met haar feestelijk huis keek naar buiten, het donker in, en zag alleen haar eigen gezicht weerspiegeld in de ruiten. De vrouw met de volle agenda voelde dat ze overliep van veel te veel. De man die zijn leven lang geknokt had, voelde de spanning van zijn gebalde vuisten. 

    Vier keer een portret van mensen, die wij allemaal kunnen zijn, of toch stukjes ervan. Stukjes uit het leven gegrepen. Mooie levens, goede levens, pijnlijke levens. En toch klonk er ergens bij ieder van hen iets door dat knaagde, dat zeurde, dat aandacht vroeg. Zou je het ‘verlangen’ kunnen noemen? Verlangen naar verbondenheid, verlangen om niet langer alleen te zijn, verlangen naar leegte en stilte, verlangen om eindelijk gekend te zijn in wie je bent? Zo’n gewoon menselijk verlangen, dat horen we in het verhaal van dat kind, geboren in een stal. 
    De woorden klinken niet zo hedendaags: “Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer.” De entourage is heel ongewoon: een kind in een voerbak, herders op bezoek en lichtglans die hen omstraalt. 
    Maar de boodschap is simpel: hemel en aarde en een God die met mensen wil zijn. God verbindt zich met ons in de geboorte van Jezus. Met ieder van ons!

    Is het dat niet wat ons vandaag samenbrengt vanavond/vandaag?  Het diepe verlangen om gekend, gezien en bemind te zijn? En daarin mekaar bevestigen en versterken? 
    Er is zoveel duister in de wereld. De kranten en TV staan er bol van. En toch... elk jaar weer is er weer het moment dat de donkere uren van de dag niet meer toenemen en het licht opnieuw groeien gaat. Dat positieve levensgevoel mogen we bij elkaar wakker maken. Dat wat in de natuur gebeurt, gebeurt ook voor ons, in ons en door ons. 

    In de geboorte van het kerstkind mogen wij zelf aan het licht komen en mogen wij ons spiegelen in zijn licht. Zoals een dichter ooit verwoordde: ‘Als Christus niet voor mij was geboren, dan was Hij nooit geboren.’
    En die vier personages? Misschien komt u ze wel tegen, buiten op straat of ergens in uzelf. 
    Kijk mekaar dan aan en weet: ook in deze mens spreekt het verlangen, ook in deze mens wordt het licht geboren, klein als een pasgeboren kind, kwetsbaar, maar niet te stuiten. 

    Zalig Kerstmis!

    Met dank aan Mirjam Dirkx

    27-12-2012 om 20:19 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Twee vrouwen ontmoeten elkaar - 4e zondag advent C 2012 - Fred

    Vierde zondag van de advent C 2012 - Zaterdag 22 en zondag 23 december 2012

    Eerste lezingMicha 5, 1-4a  - 'Uit u wordt geboren die over Israël zal heersen'
    EvangelieLucas 1, 39-45  - 'Gezegend de vrucht van uw schoot'

    De profeet Micha is één van de minder bekende profeten uit de Bijbel. In de eerste lezing vandaag kondigt hij de nieuwe koning aan en zegt: "Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer." Zoals zo vaak spant de profeet de boog van het verleden naar de toekomst. Dat is wat bijbelse profeten voortdurend doen.

    En ook op deze vierde adventszondag horen we een belofte: er zal een nieuwe koning aantreden, iemand die als een herder het volk zal weiden en vreugde zal brengen. Voor het volk van Israël, een geteisterd volk, klinkt die boodschap en die belofte als muziek in de oren. 
    Als wij ons vandaag klaarmaken voor het kerstfeest van morgen of overmorgen, kijken we ook uit naar wat meer rust en vrede, naar meer rechtvaardigheid en minder armoede, naar meer vreugde en minder ellende. Ook wij voelen vaak het verlangen naar een herder, een leider die van aanpakken weet, die zegt: Yes, we can, in de naam van God kunnen we wel wat doen. 
    Maar die leider zegt dan wel: yes, we can: wij samen moeten er wat aan doen, wij samen moeten onrechtvaardigheid en armoede aanpakken en werken aan die vrede.

    De mensen hebben het – net als vroeger – nog altijd niet zo gemakkelijk. En daarom snelt God ter hulp. Ik vond ergens deze simpele beschrijving van de menswording. Op een dag besloot God dat Hij mens wilde worden, ergens op een andere plek dan in de hemel. De aartsengelen lieten Hem sterren en planeten zien, maar op geen daarvan wilde Hij wonen. 
    Toen wezen ze Hem op de kleinste van alle planeten, de aarde, en daar was een onooglijk stadje dat Nazaret heette, en daar woonde een meisje dat bad tot God om een betere wereld. 'Ja', zei God, 'daar, uit dat meisje wil ik geboren worden, als het kleinste van alle mensenkinderen.'

    En in het evangelie is dat meisje zwanger en ze gaat op bezoek bij haar nicht, Elisabeth. Twee vrouwen die elkaar ontmoeten. Twee vrouwen waar iets wonderbaars mee aan de hand is. Allebei zijn ze zwanger. Tegen de verwachtingen in. Elisabeth is al op jaren en Maria heeft nog geen omgang met een man. Elisabeth doet denken aan Sarah, de vrouw van Abraham uit het oude Testament. Ook zij werd als onvruchtbaar beschouwd en ook zij zal op hoge leeftijd een kind baren, een kind van de belofte.
    Want, ook al zijn de leerlingen van Jezus veelal mannen en ook al is de top van de kerk vandaag nog altijd een mannenwereld, vaak zijn het toch vrouwen die een centrale rol spelen bij belangrijke gebeurtenissen. Hier staan de moeder van Johannes de Doper en de moeder van Jezus aan het begin van onze heilsgeschiedenis. En later zullen het ook vrouwen zijn die als eersten de verrijzenis verkondigen.

    En in het evangelie vandaag ontmoeten die twee vrouwen elkaar. In het evangelie van Lucas vinden wel meer ontmoetingsverhalen. Jezus die Simeon en Hanna ontmoet, of de boetvaardige zondares, of Maria en Marta, Zacheüs en later ook de twee leerlingen van Emmaüs. Lucas stelt ons Jezus voor als een man die altijd onderweg is, door stad en dorp, op zoek naar mensen. God is op zoek naar zijn volk en Hij bezoekt zijn volk.
    De ontmoeting tussen Elisabeth en Maria is niet alleen een ontmoeting tussen twee vrouwen, maar ook tussen twee generaties. Een generatiepact hadden zij toen nog niet nodig. En eigenlijk is het ook een ontmoeting tussen twee werelden: naar algemeen menselijke en joodse maatstaven is Johannes de hoogstgeborene. Zijn ouders behoren tot de priesterklasse en wonen in Juda, dicht bij de hoofdstad Jeruzalem. Maria daarentegen is een jong, ongehuwd meisje uit Nazaret in het minderwaardig geachte Galilea.

    En toch erkent Elisabeth, de oudste,  in de jonge Maria haar meerdere. Vervuld van de Geest, noemt zij haar de gezegende onder de vrouwen, de moeder van de Heer. Manu Verhulst legt in één van zijn bezinningsteksten Maria deze woorden in de mond: "Weet je waarom ik zo gelukkig ben, Elisabeth? We zijn maar kleine mensen, we hebben nooit iets te vertellen, we zijn arm, we zijn vrouwen. Als God mij nu uitkiest om moeder te worden, als God met mij iets voorheeft, dan toont Hij daarmee dat Hij aan onze kant staat. Hij roept geen koningin en geen kasteelvrouw, maar Hij vraagt mij. Eigenlijk is het altijd zo geweest met ons volk. 
    Als ze honger leden of klein waren, dan vooral liet Hij hen voelen dat Hij niet veraf was. Daarom ben ik zo gelukkig. Het zal veel mensen moed geven, als ze dat horen. Ook later, wie weet, vele eeuwen later."

    Maar dat zijn woorden van Manu Verhulst. 
    Mooie woorden, maar het is niet eens zeker dat de twee vrouwen zoveel tegen elkaar gezegd hebben. De kracht van een ontmoeting kunnen we niet afmeten aan het aantal woorden dat wordt uitgesproken. Of aan de tijd dat iemand aan het woord is geweest. Soms is een ontmoeting met weinig woorden veel zinvoller dan bij mensen die honderduit tegen elkaar praten. Weinig zeggen en zelfs helemaal zwijgen kan ook een teken zijn dat mensen elkaar begrijpen, zonder woorden heel dicht bij elkaar zijn.

    Zo schrijft Judith Herzberg in het gedicht Ziekenbezoek:
    Mijn vader had een uur lang zitten zwijgen bij mijn bed.
    Toen hij zijn hoed had opgezet
    zei ik, nou, dit gesprek
    is makkelijk te resumeren.
    Nee, zei hij, toch niet,
    je moet het maar eens proberen.

    23-12-2012 om 09:10 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Trek de kaart van het herverdelen - 3e zondag advent C 2012 - Marc

    Derde zondag van de advent C 2012 - Zaterdag 15 en zondag 16 december 2012

    Eerste lezingSefanja 3, 14-18a  - 'De Heer verblijdt zich om u'
    EvangelieLucas 3, 10-18  - 'Hij zal dopen met de H. Geest'

    In de tijd toen er nog echte communisten bestonden en wij er dan tegen waren, lazen die jongens en meisjes vlijtig de werken van Lenin. Een van die boeken heet: ”Wat moeten wij doen?”.... 
    Kijk, dacht ik bij het lezen van het evangelie van vandaag, er zijn vragen die altijd terugkomen. Johannes de Doper roept op tot “bekering”, omkeren, zich afkeren van het leven dat je tot nu toe vanzelfsprekend vindt. Hij raakt mij, ik besef dat het anders moet, maar wat moet ik dan wel doen?

    Er vallen in zijn antwoord een paar dingen op. Om te beginnen verwacht hij géén geweldige offers. Hij vraagt helemaal niet dat we gaan leven zoals hij: kemelshaar, sprinkhanen, wilde honing, woestijn...  Hij vraagt ook niet de poort van de tempel of van de kerk plat te lopen. Zijn antwoord is een echo van de profeet Hosea: “ barmhartigheid wil Ik, en geen offer, en meer dan brandoffers, wil Ik kennis van God”... wie barmhartig is, kent God, wie God kent, is barmhartig...
    Dat is helemaal niet spectaculair. Hij vraagt de mensen niet hun gewone leven op te geven, maar  het te beleven in barmhartigheid: als je meer dan genoeg hebt, deel dan met wie te weinig heeft, hou je aan de regels en profiteer niet van anderen, maak geen misbruik van je macht, maar wees tevreden met wat je hebt...

    Dat is een blijde boodschap voor wie in nood is: God roept op om met hen te delen, om hun leven beter te maken, en het is een blijde boodschap voor ons allen: wij zijn in staat om Zijn wil te doen, wij kunnen God leren kennen en gelukkiger worden: gewoon een goede mens worden, zo eenvoudig is het.
    We horen al de boodschap van Kerstmis: Gods aanwezigheid onder ons is geen overdonderende oerknal, maar wij ontmoeten Hem in een kind, in eenvoudige mensen, in een gezin dat het moeilijk heeft. We kunnen Hem kennen als we kijken met de ogen van de barmhartigheid naar anderen en  naar onszelf... 
    Geen beter weekend dus dan een met dit evangelie om onze aandacht te vragen voor Welzijnszorg. Er is dadelijk een omhaling, is een rekeningnummer om te storten. Het gaat niet alleen, en zelfs niet hoofdzakelijk, om het geld. Het gaat erom dat we ons blijven bekeren, omkeren, naar wie ons nodig heeft. Dat moet een gewoonte worden, een ingebakken levenshouding, als we Johannes willen volgen, als we met hem op weg willen gaan naar Jezus. 

    Vrijgevigheid, ontwikkelingshulp, hulpverlening, het is geen mode in deze tijd van efficiëntie en voor wat hoort wat. Ik ben het helemaal niet eens met de trend om acties zoals Welzijnszorg en Broederlijk Delen, 11.11.11 en Artsen zonder Grenzen, al die vormen van georganiseerde en persoonlijke solidariteit af te schaffen omdat het niets zou uithalen of omdat er toch alleen maar geld aan de vingers blijft plakken. Uiteraard moeten we onze solidariteit goed besteden, en waar iets fout loopt moet men ingrijpen. 
    Maar ik ben er van overtuigd dat het een kernopdracht is van het evangelie om samen met alle mensen van goed wil op te komen voor een belangeloze, gulle, barmhartige inzet voor “de naaste”. Ja, met het risico dat we soms naïef  zijn of dat er geprofiteerd wordt. Het is beter te geven dan te krijgen. In deze roeit het christendom tegen de stroom in:  het evangelie stuurt ons in de andere richting, weg van de hel van het “ieder voor zich”. 

    “Wat moeten wij doen” om mee te roeien? De tijden veranderen: de meesten van ons zijn geen tollenaars, we zijn geen soldaten. De kern van het antwoord kennen we, de toepassing moeten we telkens opnieuw vertalen. We moeten dus blijven zoeken, luisteren naar het evangelie, ons bezinnen, en ook: praten met elkaar om nu leerling van Jezus te zijn.
    De geeft me de gelegenheid om – als staartje aan deze preek – te verwijzen naar de tekst die onze bisschop een paar maand geleden lanceerde. Die is een discussietekst, een vertrekpunt om met heel ons bisdom na te denken over de vraag “Wat moeten wij doen?” En we willen al lang in onze parochie een “breed overleg” opzetten, om na te denken over onze toekomst. En kijk: de bisschop en wij samen, gaan eindelijk die plannen in praktijk omzetten!

    We zijn lid van de “federatie Antwerpen Centrum”, samen met de andere parochies van de binnenstad. 
    Binnen de federatie organiseren we een aantal gesprekken met allen die zich op een of andere manier voor de toekomst van onze kerk interesseren. Een eerste bijeenkomst met mensen van die andere parochies is gepland op 15 januari. We spreken die eerste bijenkomst ook af hoe we de volgende gesprekken gaan organiseren. Als je op 15 januari wil meegaan, of als je hoogte wil gehouden worden van de verder planning en de resultaten – weest gerust, je zal zeker daarna nog de kans krijgen om een woordje mee te praten - , laat het dan weten aan Herman, aan Annemie, aan mij, aan de andere leden van het PT. Achteraan in de kerk ligt een tekst met wat meer informatie. 

    16-12-2012 om 13:49 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Graaf die berg af - 2e zondag advent C 2012 - Jan

    Tweede zondag van de advent C 2012 - Zaterdag 8 en zondag 9 december 2012

    Eerste lezingBaruch 5,1-9 - 'God toont zijn glorie in u'
    EvangelieLucas 3, 1-6 - 'De mensheid zal Gods redding zien'

    Het evangelie van vandaag lijkt wel de “Wie is wie” van de oudheid. Het staat vol met prominente namen van VIP’s die de evangelist Lucas allemaal opsomt: keizer Tiberius, zijn landvoogd Pontius Pilatus,  de gouverneurs Herodes, Filippus, Trachonitis en Lysanias en de hogepriesters Annas en Kajafas.  

    En dan, midden onder al die beroemdheden duikt er iemand op die in dat voorname gezelschap helemaal niets verloren heeft, iemand die er helemaal niet bij past.    
    Johannes de Doper, die onbehouwen rebel, waarvan ge alles kunt zeggen, behalve dat hij een diplomaat zou geweest zijn.

    Terwijl de hoge pieten, op macht belust en jaloers voor alles en nog wat, het voor het zeggen hadden in het maatschappelijke en godsdienstige leven, was Johannes ergens aan de rand van de woestijn bezig met, in naam van God, - zo beweerde hij toch, - de mensen op hun nummer te zetten.  

    Hij verscheen daarbij als een halve gare.  Matteüs vertelt over hem dat hij een kleed droeg van kameelhaar, wellicht uit een tweedehandswinkel.  
    Hij at sprinkhanen en wilde honing: geen gevaar voor dioxine; misschien gezond, maar toch excentriek.  En de aanzienlijke religieuze leiders schold hij uit voor “adderengebroed”, wat ongeveer klinkt als ons woordje “krapuul” of erger nog “mestkevers”.  

    Johannes was een man met een rechte gang, die vol vuur datgene verkondigde wat zijn eigen innerlijke overtuiging was.  En dat kostte hem uiteindelijk ook letterlijk zijn kop.  Ten koste van zijn eigen leven klaagt hij het verkeerde gedrag van de mensen aan – te beginnen bij de clan van de machthebbers op politiek en religieus vlak.
    Daarbij zei hij dat ze zich moesten bekeren, anders gaan leven, bij voorkeur zo vlug mogelijk.  Dat zijn zeer gewaagde uitlatingen.
    Stel u voor dat ik vandaag zo gekleed, als een punker, voor u zou verschijnen en u op die manier zou  uitschelden.  Dat zou nog eens nieuws zijn om rond te vertellen.  Dat zou snel in het parochieblad staan of in de gazet.

    Het zijn niet altijd de groten der aarde die aandacht vragen voor God, en de mensen willen wakker schudden.  
    Zij moeten, uit hoofde van hun hoge functie en om hun positie te behouden, diplomatisch hun woorden wikken en wegen en mogen niet zeggen wat gezegd moet worden.  

    Dikwijls spreekt God heel duidelijk door onverwachte mensen, niet belust op carrière, door mensen die, net als Johannes de Doper, misschien wel voor gek versleten worden.  

    Zo’n “onverwachte mens, zo’n zonderlinge man” was  Johannes de Doper: een rare kwast met een profetische boodschap, misschien wel voor elk van ons in deze adventstijd.  Hij zegt ons: “Bereidt de weg van de Heer.  Graaft de heuvels af en maak de ruwe wegen effen.”

    Dat zijn wel grote en indrukwekkende woorden: wegen recht trekken, bergen en heuvels afgraven.  Meer iets voor een aannemer met bulldozers en ander groot materiaal.  In een Frans religieus tijdschrift stelde een theoloog voor om niet te spreken van Johannes de Doper maar van “Jean le Bullddozer”, in het Nederlands het best te vertalen als Jan de Bulldozer of Bob De Bouwer.

    Maar toch een duidelijke boodschap voor elk van ons. Wanneer heuvels worden afgegraven, dan zijn die niet langer een belemmering om elkaar te zien en bij elkaar te komen. 

    In zoveel relaties van man en vrouw  staat een berg van wantrouwen en eigenliefde in de weg, zodat ze elkaar niet meer kunnen zien, letterlijk en figuurlijk.  Man en vrouw, graaf die berg af.  

    Ook tussen ouders en kinderen is er soms een betonnen barricade van onbegrip en achterdocht.  Trek ze omver in deze tijd van voorbereiding op Kerstdag, het feest van de vrede.  

    Waar mensen samenwerken heerst soms een klimaat van verdachtmaking en misprijzen voor andermans werk: graaf die heuvel van misverstand en lichtgeraaktheid af zodat je elkaar weer vindt, ontmoet, steunt, bemoedigt en graag ziet: op gelijk niveau, op ooghoogte.   Tussen haakjes: deze sfeer voelden we duidelijk vorige week op de wintermarkt van onze parochie: mekaar weer vinden, ontmoeten, steunen, bemoedigen en graag zien en op gelijk niveau…

    Dikwijls staat er een torenhoge berg van eigenliefde en zelfgenoegzaamheid tussen mensen die in dezelfde stad of buurt wonen, waardoor ze de noden en de problemen van hun medemensen niet meer zien.  Antwerpen is daar niet vreemd aan.  Breek die hoge berg toch af en maak in je hart plaats voor solidariteit en welzijnszorg.  

    En ook tussen God en sommige mensen staat er een hoge berg van ongeloof.  De adventstijd is het moment om die berg af te graven zodat je weer oog krijgt voor wat God je te zeggen en te bieden heeft.

    Johannes zal ons vandaag terug aan iets doen herinneren:  Zijn persoon toont ons een andere, veel diepere dimensie van datgene wat advent eigenlijk betekent en bedoelt.  Advent is meer dan de bezorgdheid om een mooi feest te hebben.  Advent is de voorbereidingstijd op de komst van dat kind dat de wereld zal verbazen. En die advent eindigt niet gewoon maar omdat alle vier kaarsen op de adventskrans branden of omdat de lichtjes van de kerstboom branden.  Neen, heel ons leven, zowel het uwe als het mijne, is als een steeds voortdurende advent. Een periode van verwachting en van voorbereiding op wat komen gaat

    Johannes is de voorloper en een prediker van de omkeer, alhoewel hij van diegene waarvoor hij de weg bereidt, slechts een vaag vermoeden heeft. Noch lang nadat hij Jezus heeft gedoopt blijft hij onzeker en hij laat, vanuit de gevangenis, zijn leerlingen bij Jezus navraag doen: „Zijt gij het die komen zal, of moeten we nog op een ander wachten?”  

    Er zijn christenen die, op dag en uur nauwkeurig, kunnen zeggen waar ze Jezus hebben ontmoet. Sinds dat moment was voor hen alles duidelijk. Bij Johannes was dat niet het geval. Zoals de meesten van ons is ook hij een zoeker, iemand die in het halfduister tast, iemand die zich vragen stelt.  Misschien vind ik hem daarom zo sympathiek en voel ik me bijna met hem verwant.   

    Ook Deo, die we vorige week begraven hebben, was zo iemand die duidelijk zei: “ik weet het niet, maar ik blijf wel zoeken naar alle tekenen die Hij en jullie mij geven” 

    Dat zoeken en verwachten en niet opgeven, dat is de boodschap van Johannes de Doper: een rare vogel met een deugddoende boodschap in deze tijd voor Kerstmis.
    Hadden we maar meer zulke rare vogels en Deo’s in onze tijd!

    Naar een tekst van  G. Buyse en Frank There

    09-12-2012 om 10:25 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verwachten, vertrouwen en waakzaam blijven - 1e zondag advent C 2012 - Hilda

    Eerste zondag van de advent C 2012 - Zaterdag 1 en zondag 2 december 2012

    Eerste lezingJeremia 33, 14-16 - 'Ik schenk David een afstammeling'
    EvangelieLucas 21, 25-28.34-36 - 'Uw verlossing komt nabij'

    Lieve mensen,
    Voor de meeste van onze kinderen en kleinkinderen is het een weekend te vergelijken met het ‘Kerst weekend”!
    Bij de meeste van onze gezinnen komt dit weekend “De Sint”!
    Allemaal hebben we er naar verlangd, vurig naar uitgekeken! Allemaal hebben we er ons op voorbereid, ieder op zijn eigen manier!
    Allen hebben we er van wakker gelegen, ook ieder op zijn eigen manier!
    Om vandaag en morgen je hart in je keel te voelen kloppen van vreugde en geluk! Van het zien van die blije gezichten! Van het zien van het pure zo kwetsbare enthousiasme bij het in vervulling zien gaan van die al zo lang gedane belofte!
    Vandaag is het voor velen als met Kerstmis en is voor velen de tijd van wachten voor wat ‘komen gaat’, de  ‘adventtijd’ voorbij!

    En heel dit gebeuren heeft alles van de bijbelteksten van vandaag in zich.
    In Jeremia horen wij hoe hij, ‘jemmerend’ over de ballingschap en de donkere dagen waarin het volk verkeert,  uitziet naar de belofte van een vaste waarde! De koning die de naam ‘JHWH onze gerechtigheid’ zal dragen!
    Jeremia, een profeet, een ziener, een roeper, die de ellende van zijn volk niet langer kan aanzien en in hen’ de belofte van het goede dat komende is’  wakker schudt!
    * Wat er ook gebeurde doorheen heel het voorbij jaar, dit weekend zijn kinderen en ouders dikke vrienden, spreekt gerechtigheid en barmhartigheid in elk ouder- en grootouderhart!

    Psalm 25:  ‘Naar U levende, klimt mijn ziel. U vertrouw ik: dat Gij zijt. U verlang ik ooit te zien. Door de nacht zien uw ogen mij.’ (Huub Ooosterhuis) 
    * Zo heeft elk kind naar dit weekend uitgekeken! 
    Wat bang vanwege het bewustzijn van wat hij niet zo goed gedaan heeft vandaag, gaat een kind slapen. Maar vol vertrouwen, dat De Sint hem midden in de nacht ziet, slaapt hij in, hoopvol wachtend op zijn komst!

    Lucas is de evangelist die we vanaf vandaag regelmatig zullen horen!
    En het nieuwe kerkelijk jaar begint met een stukje uit Lucas’ evangelie, waarmee het voorbije jaar, veertien dagen geleden werd afgesloten, met bijna dezelfde woorden,m aar dan uit het Marcusevangelie!
    Lucas is veel soberder in het beschrijven van de natuurrampen dan Marcus! Bij hem geen zonsverduistering, geen sterren  die uit de hemel vallen, maar eenvoudig ‘tekenen aan zon, maan en sterren’.
    Lucas geeft veel meer aandacht aan de mensen en hun gevoelens, waarover we niets hoorden bij Marcus. 
    Lucas schrijft over hun angst, radeloosheid en spanning over hoe zij de donkere tijden beleven en moeten doorkomen.
    Lucas spreekt niet over het verzamelen van de uitverkoren van de Mensenzoon. 
    ‘Een oproep tot vertrouwen’ is in de plaats gekomen want Lucas weet dat ‘mensen en hun angsten’ van alle tijden is.
    Hij roept hen op om standvastig te blijven en geeft hen ook een mogelijke methode mee! 
    ‘Heft uw hoofd en bidt’ geeft Lucas aan als mogelijke hulp. Zodat ge de kracht zult hebben om niet ten onder te gaan in wat er gebeurt en gaat gebeuren. 

    Ik moet het aan de meeste van ons niet vertellen hoe de waarde van het leven niet bepaald wordt door wat ons overkomt, maar door de manier waarop wij omgaan met wat ons overkomt. Ons biddend vertrouwen en ons waakzaam blijven, houden ons nuchter en maken van ons sterke mensen die het leven aandurven zoals het zich aandient. 
    * Ook dat zien we vandaag bij dat grote kinderfeest gebeuren!

    We zien hoe mensen, ook zij die in grote armoe leven, alles doen om hun kinderen en kleinkinderen vandaag, blij en al was het maar even 'heel gelukkig’ te maken.  Iedereen zoekt en vindt wegen om zijn kinderen en kleinkinderen in deze dagen niet in de kou te laten staan. Met een groot vertrouwen durven sommige moeders en grootmoeders in armoede, binnenstappen op de Ossemarkt of het Schoenmakerspkapelleke en durven ze uitkijken naar hulp van buitenaf. 
    En wij die zoveel te veel hebben leren onze kinderen geven van hun te veel. Leren hen, aan De Sint iets mee te geven uit hun speelgoedbakken voor de kindjes die niet zoveel hebben als zij…
    Zo wordt het vertrouwen van mensen in moeilijke omstandigheden niet beschaamd. 
    Want bidden alleen helpt niet! 

    Verwachten, vertrouwen en waakzaam blijven, horen samen in deze adventtijd! 
    Goddelijke belofte en menselijke inzet mogen niet van elkaar losgemaakt worden. 
    Heel de toekomst hangt af van de mensen en hoe ze zich opstellen. Heel onze toekomst hangt van onszelf af en hoe we ons opstellen!.
    Zelfs God staat met zijn belofte machteloos als Hij niet de mensen vindt die zijn belofte waarmaken!
    En dan nederig en deemoedig voelen, dat ook wij het slechts kunnen vanuit die goddelijke kracht die in ieder van ons geboren is. Niet opstaan en zeggen: ‘zie eens hoe ik geef en enkele mensen blij maak’ Neen, in alle stilte, diep vanbinnen voelen en horen aan de stem van mijn geweten, dat ik de Kracht krijg om te kunnen blijven opkomen voor gerechtigheid.  Diep vanbinnen voelen en horen aan de stem van mijn geweten, dat nederig ingaan op dat appèl, moeders en grootmoeders in armoede ook lichtpuntjes geeft om de weg van het leven verder te vinden.

    Advent, gebeurt in de donkerste en koudste tijd van het jaar die het voor velen daardoor ook de moeilijkste tijd van het jaar maakt.
    Welzijnszorg roept het van de daken! ‘Armoede verjaart niet!’
    Schudt ons wakker om eerlijk en oprecht elke week een beetje licht te brengen bij ouderen in armoede. Ieder op zijn eigen manier, ieder binnen zijn eigen mogelijkheden. 
    De campagne vraagt aandacht voor een leefbaar inkomen voor ouderen in armoede
    en ze hoopt en vertrouwt erop dat die vraag door beleidsmakers kan beantwoord.

    ‘Armoede doen verjaren. Armoede de greep op het leven ontnemen. Armoede niet levenslang laten duren.  Het kan. We doen het. 
    We spelen een kaartspel voor meer verbondenheid met ouderen in armoede,
    met ouderen in eenzaamheid.
    We spelen tegen de uitsluitingsmechanismen van armoede.
    Vier weekends lang trekken we onze sterkste troeven.
    Vier weekends lang sluiten we ouderen-in-armoede in onze armen. Trekken we de kaart van warme verbondenheid om wat licht te brengen in de donkerste dagen.’

    Naar Jean-Paul Vermassen
    Ons biddend vertrouwen en onze dagdagelijkse inzet, maken het verhaal van de advent zo mooi en zo puur, dàt maakt dat Gods belofte met Kertsmis, weer in de wereld mag komen en misschien een beetje werkelijkheid kan worden.

    02-12-2012 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs