Bij het begin van een nieuw jaar hoor je allerlei wensen, toespraken, beschouwingen.
De meeste mensen beperken hun wensen tot de eenvoudige geneugten van het leven zoals gezondheid, vreugde en geluk in het gezin, in de zaken, op het werk
Nieuwjaar is ook een tijd om te overlopen, te overwegen, jaaroverzichten
. je hoort dan een hele reeks negatieve verhalen, de economische crisis, de eurocrisis, een belabberde economie met bedrijfssluitingen en massale afdankingen, we horen een overzicht van conflicten en oorlogen, van dramas ver weg en dicht bij, van ongelukkige relaties, van ontevreden kinderen en ongelukkige ouderlingen in een mooi rustoord.
We horen over de politiek die niet altijd alles oplost, over sportlui die het niet meer zuiver spelen, over een kerk en haar schandalen die de meeste mensen niet meer aanspreekt.
Voor velen is het nieuwe jaar met zoveel apocalyptische draken aan de horizon hoegenaamd niet hoopgevend.
Maar wat we ook wensen, het blijft een wens, waarvan we hopen dat hij werkelijkheid wordt.
We hopen dus dat iemand gelukkig en gezond zal zijn en vrede zal kennen, maar we weten tegelijk dat op 1 januari alles niet ineens verandert.
We mogen dan al een nieuwe kalender en een nieuwe agenda hebben, ons leven van gisteren gaat vandaag gewoon door.
Wat ons het voorbije jaar vreugde bracht, bestaat vandaag nog altijd, en de pijn die er gisteren was, verdwijnt niet ineens omdat er nu 1 januari op onze scheurkalender staat.
Toch is het goed om mekaar het allerbeste te wensen, laat ons eerlijk zijn, we gunnen het mekaar gewoon.
Een zalig Nieuwjaar dus.
Vorig jaar vertelde ik u het verhaal van de Drie Koningen op zoek in onze parochie naar het kind. Ze vroegen aan elke organisatie of iemand iets had gehoord van een pasgeboren koning
maar ze moesten het zelf maar uitzoeken.
Misschien voel je je niet op je gemak in het gezelschap van die drie koninklijke wijzen. Ik kan je geruststellen: die drie zijn ook maar gewone mensen, want in het evangelie staat nergens dat het koningen zijn.
Misschien voel je je niet geleerd of verstandig genoeg om met die wijzen op stap te gaan. Maar zo precies weten we niet waarom ze wijzen genoemd worden. Misschien waren het Perzische priesters of godsdienstige propagandisten of Babylonische astrologen. We weten het niet.
Misschien denk je ook: die drie zijn niet helemaal wijs, want ze zoeken hun heil in de horoscoop, - wat nochtans in is op onze dagen! zijn het sterrenwichelaars of bijgelovige mensen?
Ze waren wijs omdat ze zochten naar een antwoord op hun levensvragen.
Het waren geen betweters zoals de geleerden in Jerusalem, die wel wisten wat er in de boeken stond maar vonden dat dat beter in de boeken bleef.
Zo waren de drie wijzen in het evangelie niet. Integendeel! Ze durfden het avontuur aan van het zoeken: een zoektocht die niet liep over goed gebaande wegen en platgetreden paden. Ze durfden de waterput van de oase prijsgeven voor de gevaren en narigheden van de woestijn.
Wat leren we daar vandaag in 2013 nu uit?
Dat we mekaar een nieuw jaar kunnen toewensen van durven zoeken, van openheid en eerlijkheid om toe te geven dat je je misschien kunt vergissen en van bereidheid om je zwakheid en kleinheid in te zien en je manier van leven in vraag te stellen.
De wijzen uit het evangelie waren bovendien eenvoudig en wijs genoeg om zich te laten leiden. Ook daarmee hebben velen onder ons, vooral jongeren, last. Kijk maar even op de kamer van een jongere van 17.
Je kunt het behangpapier niet meer zien, want de muren zijn helemaal bedekt met al hun idolen: voetbalspelers en autoracers, zangers en zangeressen, vedetten allerlei; idolen die je meestal niet leren hoe je gelukkig kunt leven, maar die je doen ronddolen.
Er is nochtans, zo schreef Godfried Bomans, veel licht in onze wereld, maar we moeten onze ruiten wassen om het te zien.
Laten we dit jaar doen wat die wijzen deden, namelijk onze ruiten wassen, ons niet laten leiden door dwaallichten maar door de ster van het ware licht. Hoe kun je je laten leiden door het ware licht?
Eigenlijk zijn we allen op zoek naar Gods Woord dat we zo vaak beluisteren. Het zijn de ideeën die we hier komen zoeken, in de teksten die we horen, in de gebeden die we bidden, in die boodschap die we hier eigenlijk hopen te vinden. Die vriendschap of die schouderklop die we hier krijgen, of beter nog, die we mekaar hier geven.
Dan zal je misschien, zoals de wijzen uit het evangelie, bereid zijn om neer te knielen en, na aanbidding van het Kind Jezus, een andere weg te kiezen en het beste van jezelf te geven om de mensen op je levensweg gelukkig te maken. Het werd zo mooi verwoord op een kaartje dat ik onlangs ontving: Lichtpuntjes, soms zijn ze groot, soms zijn ze klein. Je hoeft ze niet te zoeken. Je kunt ze ook zijn!
Toch nog een verhaal, al is het maar een verhaal, de inhoud brengt ons dichter bij Kerstmis en het feest van vandaag.
De avond nadat de 3 Koningen hun geschenken hadden afgegeven, en vertrokken waren, dienden zich 3 andere bezoekers aan.
3 sjofele mannen in lompen gekleed, armoezaaiers, vreemdelingen, lastigaards
De eerste ging echt in lompen gekleed en keek hongerig om zich heen. De tweede liep krom voorover en zijn handen waren met zware kettingen gekluisterd, zijn polsen helemaal verwond. De derde keek verward en vertwijfeling stond in zijn ogen.
De andere bezoekers vormden automatisch een kring rond de kribbe om hen te beletten binnen te komen. Ze mompelden: vreemd gespuis, het is hier niet veilig, dat heb je met die vreemdelingen
Sint-Jozef stond op en zei: bij dit kind mag iedereen komen, arm of rijk,voornaam of verdacht
.
Ze keken zwijgend naar het kind. Wie was nu het armst? Dat kind of diegenen die er staan op te kijken
Ze hadden natuurlijk geen geschenken bij.
Maar Jozef bood hen de geschenken aan van de wijzen van die ochtend.
De man in lompen bood hij goud aan, die met de kettingen Myrrhe en de bedroefde wierook. Maar ze weigerden.
De eerste zei: als ze in mijn zakken goud vinden gaan ze mij van diefstal verdenken De tweede zei: ik ben aan mijn wonden gewoon, hou de myrrhe maar voor het kind. En de derde zei: ik kom uit de wereld van geleerden en filosofen, door hen ben ik afgedwaald. Ik heb echt geen wierook nodig, Wierook zou mijn geest terug benevelen.
De eerste gaf echter een paar lompen en zei: het kind zal deze kleren later nog nodig hebben, ze zullen hem de kleren van zn lijf scheuren en hem naakt aan de massa tonen. Hij zal dan misschien nog eens aan mij denken.
En de tweede nam zijn ketens en zei: neem mijn ketens, eens zullen ze jou ermee ketenen als ze je gevangen nemen en weg voeren. Denk dan aan mij.
Tenslotte boog ook de derde zich over kind en zei: neem mijn twijfels en mijn godverlatenheid. Ik heb niets anders Neem onze geschenken, wij kunnen ze alleen niet dragen. Deel ze met ons.
Toen stonden ze op, alsof er iets zwaars van hen was afgevallen. Ze konden hun lasten achterlaten. Vol vertrouwen keerden ze terug naar hun leven.
Lichtpuntjes, soms zijn ze groot, soms zijn ze klein, je hoeft ze niet te zoeken, je kunt ze ook zelf zijn.
Naar een idee van G.Buyse en Frank There.