Een paar dagen terug had ik een dipje. Het ging niet zo goed. Ik zat zo wat vast in mijn werk. Eigenlijk ben ik nogal alleen in het uitvoeren van mijn werk.
Ik wist niet goed wat de volgende stap in mijn werkproces ging zijn. Zoals jullie misschien ondertussen al dan niet weten, werk ik hier als parochieassistent op LO. Naast enkele parochietaken, probeer ik de thuislozen die hier in de appartementsblokken slapen en gebruiken op te sporen en contact mee te maken. Dat opsporen verloopt tamelijk makkelijk, we weten nu waar ze slapen maar het is ons nog niet gelukt om contact met de gasten te maken.
Ze lopen van ons weg als we toekomen. 'Ons' en 'we' zeg ik nu omdat ik op mijn nachtelijke tochten mij laat vergezellen door straathoekwerkers en dergelijke.
Overdag blijft het moeilijk om contact te maken met mensen die hier leven en wonen. Mijn dipje zat erin dat ik mij begon af te vragen of ik wel goed bezig was, wat ik nog meer of anders kon doen. Werk ik wel genoeg, werk ik te weinig of teveel. Deed ik dit project ten goede, was het nuttig en nodig... Ik heb niet meteen een antwoorden op al deze bedenkingen.
Bij het lezen en horen van het evangelie van vandaag dacht ik, wat pak ik hier nu van mee.
Wat zegt het evangelie mij nu eigenlijk. Jezus is aan de oever van een meer om de spreken en er zijn toehoorders afgezakt om Hem te zien en te horen. En Jezus vraagt of de boot (Simon zijn boot!) Hem naar het diepe kan brengen. Zodat Hij kan spreken vanuit het diepe. Nadat hij onderricht heeft gegeven vanuit het diepe, vraagt hij om te vissen vanuit het diepe en ze halen heel veel vis naar boven.
Hoewel ze de nacht ervoor na een hele nacht vissen niets hebben gevangen. En toch was de vis niet belangrijk want die moesten ze achterlaten. Ze moesten Hem volgen. En daar eindigt het evangelie ook mee.
Voor mij gaat het evangelie over vertrouwen.
Het vertrouwen dat ons aanspreekt in de diepte, diepte van onszelf. Anselm Grun heeft hier een goed boek over geschreven, de spiritualiteit van onderuit, van den buik. Hij baseert zich op de spiritualiteit van de vroegchristelijke monniken in de vierde eeuw. De basis van spiritualiteit en geloof ligt in onszelf. Want vooraleer we spirituele verbondenheid met het transcendente kunnen voelen moeten we eerst weten waar we zelf staan.
Met andere woorden weten wie we zelf zijn. Maak contact maak tijd, wat voel ik en luister wat het te zeggen heeft. Het is in die ruimte dat Jezus tot ons wenst te spreken en raadt geeft. Dan zal u inzicht wel naar boven komen, zoals de grote ton vissen in het net. Kern ligt hier niet op het verworven inzicht, want dat is voor iedereen immers anders, maar op het vertrouwen. Durft te kijken naar wat er leeft binnenin .
Dus stond ik face to face met mijn dipje, wat hebt ge mij te vertellen. Dus ik heb mijn hoofd leeg gemaakt en beetje in mezelf gaan graven, naar het diepe.
Wat ik zo leuk vind aan deze job is dat ik zeer verschillende mensen kan ontmoeten. En dat doe ik graag mensen ontmoeten, op zoek gaan naar interessante verhalen. Samen versteld staan van het verhaal zelf. Mensen maken zoveel mee en kunnen wel heel wat dragen. Mee verhalen en dus levens uitklaren. Samen zoeken naar hoop en motivatie die vaak zo voorhanden is.
Het leerproces om echt te leren zien dat geluk er echt wel voor iedereen is. Dat is ongelofelijk boeiend en leerzaam. Onlangs was ik op een cursus om humor op het werk toe te passen. Wat is de kracht van humor in een gesprek, op de werkvloer, om spanning te verhogen of te verlagen. Er waren twee pastoraal werkers aanwezig en de rest waren hulpverleners en iedereen vond van zichzelf dat ze niet grappig waren.
Ze vonden zichzelf te serieus en konden al zeker niemand aan het lachen krijgen. Het doel van de cursus was niet zozeer om leren grappig te zijn, maar om de humor in onszelf te herontdekken. (We lachen allemaal graag. We zijn niet allemaal Toon Hermans en of Hugo Mathijssens, soms zijn we beter, soms kunnen we makkelijker dan we denken onze omgeving aan het lachen brengen of een glimlach geven).
Volgens mij willen de lezingen van vandaag ons dat ook zeggen.
Heb het vertrouwen om u te laten aanspreken door uw eigen krachten daar zit jezus woord. en leef van daaruit verder. We kunnen meer dan we denken en het is zo dat we groeien. (Het lijkt ook zo te zijn dat God zich aangesproken voelt tot de imperfecte steeds groeiende mens. Was het Jesaja niet die bij het aanzien van de Hemelse Glorie zei: "Wee mij, ik ben verloren. Want ik ben een mens met onreine lippen".
Bij het aanschouwen van de hemelse glorie voelt Jesaja zijn eigen onvolkomenheid, Het is God die hem zoekt als Hij vraagt Wie moet ik zenden. Het is Jesaja die het vertrouwen in zichzelf vind om zich te laten zenden.
En het is met deze wijze woorden dat ik jullie de zondag inzend.