Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 25-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het is toch veel leuker met een volle kerk - 12e zondag door het jaar A 2017 - Fred

    Twaalfde zondag door het jaar  A 2017 - Zondag 25 juni 2017

    Eerste lezing: Jeremia 20,10-13 'Ik heb mijn zaak in uw handen gelegd'
    Evangelie: Matteüs 10, 26-33 - 'Ieder haar van uw hoofd is geteld'

    --- Terugkeerviering (eerste communicanten en vormelingen) ---

    Er zijn vandaag opvallend veel kinderen in de kerk. En vooral nogal wat meisjes en jongens die vorige maand hun eerste communie hebben gedaan of die een paar weken geleden werden gevormd. Waarom zitten die hier vandaag weer? 
    Die communie is toch al gedaan … die grote dag is voorbij … zijn ze iets vergeten, of is er nog een tweede deel?

    De viering van vandaag heette vroeger een dankviering. Nu spreken we over een terugkeerviering. Waarom eigenlijk komen we nog eens terug? De voornaamste reden is: omdat het goed was. Het was een mooie dag, die dag van de communie of het vormsel. We hebben er goede herinneringen aan en we willen het niet vergeten.

    We hebben ook genoten van de voorbereiding, van de mooie en intense momenten samen. Het waren toffe uren, we hebben mekaar beter leren kennen, we hebben deugd gehad aan de catechese, aan de mensen die ons begeleid hebben en die ons mee naar die grote dag hebben gebracht. En omdat het mooi was, willen we het nog eens herbeleven, willen wij het nog even vasthouden.
    Dat doen we trouwens altijd. Straks is het vakantie en vele mensen gaan dan op reis. Sommigen kiezen altijd dezelfde bestemming, omdat ze zich daar goed voelen. Voor hen is het elk jaar terugkeren. Anderen willen nieuwe plekken ontdekken en verkennen. Maar ook zij keren nadien graag terug.

    Want als je op reis bent geweest, kom je terug met een valies vol herinneringen. En dan maak je een fotoalbum om alles nog eens opnieuw te beleven. En later wil je nog eens terug naar die plaats, om alles nog eens te herontdekken. En dan spreek je af met de mensen die je daar hebt ontmoet en leren kennen. Soms worden dat vrienden voor het leven. 
    Mensen hebben er nood aan nog eens terug te keren.
    Straks gaan vele kinderen op kamp met de  jeugdbeweging. En ook dan kijken ze na het kamp uit naar een nieuwe ontmoeting. Ze willen de foto’s zien en de kampfilm. Ze willen nog eens nababbelen en plannen maken voor het nieuwe werkjaar. Ook zij hebben hun terugkeermomenten.

    De meeste vormelingen gaan straks hun laatste week in op hun lagere school. Het wordt een week van afscheid nemen, want de meesten gaan in september naar een andere school en zullen hun vrienden en vriendinnen er niet allemaal terugvinden. Sommige scholen hebben volgende week een sleep-in en in ieder geval een afscheidsfeestje.  Er zullen ongetwijfeld hier en daar traantjes vloeien. 

    Maar ook daar gaan ze het hebben over een terugkeermoment. We gaan die juf of die meester toch niet definitief, voor altijd vergeten. We gaan toch nog eens terugkeren om goeiedag te zeggen en te vertellen hoe het gaat in die nieuwe, grote school. We hebben toch mooie jaren beleefd, we gaan elkaar toch nog eens terugzien en blijven ontmoeten. 
    En die vriendinnen en vrienden uit het zesde leerjaar: die verdwijnen toch niet voor altijd uit ons leven! We gaan toch met elkaar in contact blijven. We gaan geregeld eens afspreken. We gaan met andere woorden: terugkeren!

    Zo is het dus ook in de kerk. 
    We komen vandaag nog eens terug omdat het goed is geweest. Omdat we een mooie voorbereiding hebben gehad en een prachtige dag op onze communie of ons vormsel. En omdat we zoveel deugd hebben gehad aan elkaar. Terugkeren is zinvol, is plezant en is voor ons allemaal weer een nieuwe, een rijke ervaring.

    Het hoeft trouwens vandaag ook niet de allerlaatste keer te zijn. Het is vandaag ook niet definitief gedaan. Vanaf september is er weer elke maand een wegwijzerviering, elke eerste zondag van de maand. Een wegwijzerviering wordt speciaal gemaakt voor kinderen, voor jongeren en voor jonge gezinnen. De eerste communicanten en de vormelingen van 2018 zullen er dan zijn.

    Maar ook jullie blijven dan welkom. 
    Jullie kunnen dan eens komen kijken hoe de volgende communicanten het doen. Je kan komen meevieren en ze komen aanmoedigen. Je zult er nog vele liedjes en teksten van herkennen. Als je de kans hebt, keer dan nog eens terug. De eerste zondag van de maand, vanaf september. 
    Want je hebt het zelf ondervonden: het is toch veel leuker met een volle kerk!

    25-06-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op de flanken van de Corneliusberg - Sacramentszondag A 2017 - Gie

    Sacramentszondag  A 2017 - Zondag 18 juni 2017

    Eerste lezing: Deuteronomium 8,2-3.14-16a 'Denk aan de tocht van 40 jaar die Jahwe u liet maken in de woestijn'
    Evangelie: Johannes 6, 51-58 - 'Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald'

    --- Op de flanken van de Corneliusberg ---

    Ik wil jullie graag uitnodigen naar de start van Luik-Bastenaken-Luik, een wielerkoers die al meer dan 100 jaar gereden wordt. Zoals bij de Ronde van Vlaanderen kunnen ook liefhebbers zich tegenwoordig inschrijven voor een tocht van 75 tot 273 km. 
    Heb je zin om eens mee te fietsen? Er is voor elke deelnemer een uitgebreid pakket met: gratis ongevallenverzekering; uitgebreide bevoorrading met sportdrank, fruit en koeken; gratis koffie voor de start; technische en medische bijstand; enzovoort. 

    Zo’n zware wielerwedstrijd als uitdaging, deed mij denken aan die lange tocht van de Israëlieten met Mozes in de woestijn. Ook zij werden zwaar op de proef gesteld. Ook zij kregen voedsel en drank aangeboden, zij het in de vorm van manna en water uit de rots.   
    De koers vertrekt altijd in de stad Luik, langs de oever van de Maas. De renners starten aan de rivier, dwarsen het gebied Outre-Meuse en rijden dan zuidwaarts naar de overkant van de Maas. De echte koers begint vlak na de spoorweg, met de eerste hellingen vanaf de voet van de Corneliusberg. Er zijn cols met een lengte van 2 tot 5 km, en met hellingen van 9 tot 18%. De Côte de Cornillon is één van de vele kuitenbijters.

    De Corneliusberg. Precies op deze plaats, maar dan 800 jaar eerder, leefde Juliana. Zij verloor als klein meisje haar beide ouders en werd opgevoed door de zusters in het klooster op de Mont Cornillon, de Corneliusberg dus. Later werd zij er ook zelf zuster en zelfs priorin. 
    Op een dag in 1209 kreeg zuster Juliana een visioen. Zij zag een schijf, stralend als de volle maan, maar dan met een hap eruit. Wat die maansverduistering kon betekenen, begreep zij niet. 

    Pas twee jaar later, waarschijnlijk tijdens Heilige Mis, begreep ze plots de betekenis. Het was niet de maan, maar de stralende hostie, die tijdens de viering door de priester omhoog werd geheven: “Dit is mijn lichaam”. Natuurlijk kon je niet de hele hostie zien, omdat ze werd vastgehouden door de vingers van de priester. 
    Tegelijkertijd begreep onze zuster ook de achterliggende betekenis van dit visioen voor haar. Je kon niet de hele hostie, dus ook niet de hele Christus zien. Er bleef een stukje verborgen. 
    Van dan af beschouwde Juliana het als haar taak om dat ontbrekende deel van Christus aan het licht te brengen. Zij raakte gepassioneerd door de Eucharistie, beter gezegd, door het “Heilig Sacrament”. 
    Wij kunnen ons vandaag nog nauwelijks voorstellen welke grote impact de Heilige Communie toen had. Zelfs een brave kloosterzuster als Juliana, die alle dagen naar de kapel en zo dikwijls mogelijk naar de Heilige Mis ging, kon toch niet zomaar iedere dag te communie gaan. 

    Ten eerste moest je wel écht nuchter zijn, dus helemaal niets gegeten hebben. De ouderen onder ons kennen dat nog. Want dat was vijftig jaar geleden ook nog zo. 
    Maar er was meer. 
    Het gebed om vergeving was toen nog een echte schuldbelijdenis. Zonder biecht of boete kon je niet zomaar aan het “Heilig Misoffer” deelnemen. 
    En je mocht de communie ook niet met je handen aanraken. De priester legde de hostie behoedzaam op je tong. 

    Waarom was dat Sacrament voor onze jonge non dan zo belangrijk? Omdat zij daarin Jezus, de Christus die ze zo aanbad, écht aanwezig kon hebben. 
    Het was toch die Jezus die, bij het Laatste Avondmaal, gezegd had: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, ten bate van het leven der wereld." In dat Levende Brood, dat Heilige Sacrament kwam die onbereikbare Jezus haar aanraakbaar dicht nabij. 

    De rest van haar leven deed zuster Juliana haar uiterste best het “Heilig Sacrament”, dat ontbrekende stukje van Christus, te vieren en bekend te maken. Ondanks veel kritiek en tegenwerking is het sacramentsfeest er tenslotte voor de hele kerk gekomen. In 1264, enkele jaren na de dood van zuster Juliana. 
    Wij vieren nog altijd Sacramentsdag. Maar de processie en zeker alle fanfares daarbij zijn verdwenen. We kijken er nu ook op een héél andere manier tegenaan. De vroomheid van toen is geen antwoord op de vragen van nu. Met heimwee alleen, voed je geen levend geloof. Christus moet niet worden meegedragen in processies, maar in ons hart, in het leven van alledag.

    Na 800 jaar is er veel veranderd rond ons vieren van het Heilig Sacrament. De prachtig versierde kerk en het rijke altaar hebben plaats gemaakt voor een sobere ruimte met een houten tafel. Het hoogdravende woordenspel van vroeger, ergens aan de rand van het leven, heeft plaats gemaakt voor een viering die midden in het leven staat. Zelfs de benaming is veranderd: van “Heilig Misoffer” in “Eucharistie”, een viering waarin we samen komen rond Woord en Brood, en spreken van breken en delen. We blijven niet meer nuchter voor de communie, we zijn er wel nuchterder over gaan denken. 

    Veel te lang bleef de eucharistie, het naar-de-mis-gaan zélf, verstaan als het summum van christen-zijn. Dat was toch “onze zondagsplicht vervullen”. 
    Maar de plek waar het christen-zijn moet gebeuren is het leven zelf. 
    In onze viering van de Eucharistie moet duidelijk worden, al wat we in ons gewone doen zo gemakkelijk vergeten. Daar wordt im¬mers nog lang niet altijd ons brood, ons leven, echt gedeeld met anderen.

    Als de viering rondom Jezus, die zich gaf en geeft aan mensen, voorbij is, dan begint de dienst pas. Gevoed door Christus, door zijn woord, zijn boek, zijn brood en beker, zijn lichaam en bloed, kunnen wij “worden wat je ontvangt” en dienen wij elkaar te voeden, te sterken, te bemoedigen. 

    Eigenlijk begint onze “dienst” pas, als de “viering” is afgelopen. Onze eerbied voor het “sacrament van het altaar”, moet blijken uit onze eerbied voor mensen. Op die manier brengen wij eer aan God. Op die manier dragen wij Hem naar buiten, die wij hier binnen gelovig aanwezig weten... Waar mensen het brood en het leven van harte delen, daar ontstaat een gemeenschap van vlees en bloed, zoals Jezus zich die voorstelde: mensen met oog en hart voor elkaar, met voeten om naar elkaar op weg te gaan, en met handen om te delen. 
    Amen.

    Terloops. Moest je, het zij met de koersfiets of anders, ooit eens belanden in Luik aan de overkant van de Maas: het klooster van de Carmel van Cornillon, daar aan de voet van de Corneliusberg, bestaat nog altijd. Ook de heilige Juliana van Cornillon is er nog. Want in het klooster, dat vandaag wordt bewoond door zusters Clarissen, is er al bijna 100 jaar een ambachtelijke bakkerij voor de vervaardiging van … hostiebrood. 
    Mooie inspiratie gevonden in een preek van Federatie Herent 

    18-06-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    11-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe is het met onze datingsite - Heilige Drie-Eenheid A 2017 - Hilda

    Heilige Drie-Eenheid A 2017 - Zondag 11 juni 2017

    Eerste lezing: Exodus 34, 4b-6.8-9 'De Heer openbaart zich aan Mozes'
    Evangelie: Johannes 3, 16-18 - 'Zozeer heeft God de wereld liefgehad'

    --- Hoe is het met onze datingsite ---

    Lieve mensen,

    Eeklo heeft een datingsite opgezet!
    Een datingsite! Daarvan hebben we allemaal al wel eens gehoord, niet?!
    Een plek op de computer waar je je kunt aanmelden omdat je niet langer alleen door de wereld wilt gaan! Kort gezegd: een plek op de computer om een lief te zoeken!
    Gisteren hoorde ik over de radio dat de stad Eeklo een datingsite heeft opgezet om de omliggende gemeenten aan te moedigen tot het fusioneren met hen! 
    Eeklo vraagt op die originele manier:  “wil je ons lief zijn, wil je bij ons komen wonen?”

    Edward Schillebeeckx, de grote Nederlandse Theoloog, schrijft in zijn boek “Ons rakelings nabij op blz. 21: “Elke godsdienst heeft een eigen configuratie en is op eigen manier volkomen uniek. Terecht zegt nochtans de brief aan de christenen van Kolosse: ‘in Jezus woont lijfelijk de godheid in heel haar volheid. En in Hem zijt gij vervuld van die volheid.’ (2,9-10)
    Het Griekse ‘katoikein’ betekent ‘in een huis wonen’ of ‘bij iemand wonen’. Hier betekent het: het lichaam van Jezus is als een tent waarin Gods volheid woont.

    Dit gegeven brengt me bij de feestelijke zondagen die we zo pas gevierd hebben!
    Kijken we naar 13 mei! De dag dat 19 lieve jongens en meisjes voor ’t eerst met hun ouders en met ons ‘te communie’ mochten gaan.
    Een jaar lang leerden ze Jezus kennen en werden ze uitgenodigd om Hem een plekje te geven in hun hart.
    En naarmate de tijd vorderde keken ze echt uit, telden ze echt af naar dat moment dat Jezus  bij hen officieel mocht intrekken!
    19 lieve, zo pure kindergezichtjes die hun droom in vervulling zagen gaan. 
    19 paar liefdevolle ouders en dubbel zoveel grootouders die niet anders konden dan ontroerd zijn om dit zo mooie moment. Een moment om te koesteren en nog dikwijls te her-in-neren.

    Volgde kort daarop het feest van O.-H.-Hemelvaart, een dag van, door en voor “beweging.net”. 
    Een kerk vol stralende gezichten. Mensen met iets van God in zich dat ze meedragen vanaf hun kindertijd. Want ook zij hebben ooit hun 1ste communie gedaan en sindsdien, Jezus als wegwijzer doorheen hun leven gevolgd. Sindsdien hun hart opengesteld om Gods volheid meer en meer plaats te geven, meer en meer in hen te laten wonen. Vanuit dat bewustzijn kunnen ze niet anders dan van de mensen houden, naar vrede streven, met hun boodschap van gelijkheid, broederlijkheid en rechtvaardigheid hoog in hun vaandel. Ze blijven samenkomen, om deze waarden leefbaar te houden in onze gemeenschap. Nadien, deelden ze hun’ houden van elkaar’ in het gelukkig samen-zijn op de eenvoudige receptie.

    Volgde dan 10 dagen later het feest van Pinksteren. Hier weer een bijzonder feestelijke dag  waarop 24 jongeren “gevormd” werden! 
    Weer een kerk vol stralende gezichten . Meisjes en jongens meer dan op hun Paasbest! 
    Gezien hun leeftijd, luisterden ze al anders naar het leven van Jezus. Ze leerden al wat meer over wat hier in de kerk zoal gebeurd. Ze leerden hoe we hier met velen een christelijke gemeenschap bouwen. Hoe we mekaar hier steeds een beetje beter leren kennen. Hoe we proberen zorg dragen voor elkaar en hoe zijzelf van jongs af, hier meer en meer deel kunnen van uitmaken.
    24 lieve ingoede jongeren die dromen van en vredevolle wereld. Die dromen van een wereld waar nog een warme schoot te vinden is om te schuilen, een schouder om op te huilen, en plaats gemaakt wordt voor wie uit de boot gevallen zijn…
    24 paar liefdevolle ouders en dubbel zoveel grootouders  die niet anders kunnen dan tranen laten van geluk. Die niet anders kunnen dan hun meisje of jongen warm in hun armen en hun hart sluiten.
    24 lieve ingoede jongeren die een jaar lang op verschillende dagen ‘een date hadden’ met die  ‘Gods volheid’. Voor velen misschien onbewust, maar ze gaven Die toch een kamer om in te wonen. Al was het maar een huurwoning voor een jaar… 

    Ik denk ook terug aan de wereldjongerendagen! En het interview met onze Paus Franciscus door 5 Vlaamse jonge mensen.
    Het is al 3 jaar geleden, maar we herinneren het ons nog wel, niet?
    De jongeren mochten vragen stellen, zoveel ze wilden.
    Op ’t eind stelde Paus Franciscus zelf een vraag, die ultieme vraag die de hele wereld rondging. Kennen we ze nog?
    “Waar is je schat? Waar rust je hart? Op welke schat rust je hart?”
    Die schat bepaalt hoe je door het leven gaat. Je hart is gelinkt aan je schat.
    Is je schat: bezit, geld, macht…?
    Is je schat: de schoonheid, de goedheid en de zin om goede te doen?
    Daarop zoek je zelf een antwoord. Niemand anders kan je dit antwoord geven. 
    Doe het maar rustig thuis…
    De jongeren waren diep onder de indruk. 
    Ze voelde Paus Franciscus aan als een liefdevolle coach.

    Leve mensen, zo lief heeft God de wereld gehad dat door Zijn eniggeboren Zoon zovele liefdevolle mensen nu nog door de wereld trekken, opdat allen de ruimte zouden krijgen om te leven en niemand verloren zou gaan… 

    Ik begon met de datingsite van de stad Eeklo. Lieve mensen, hoe is het met onze datingsite “God, wil JIJ (Gods volheid) ons lief zijn? wil JIJ (Gods volheid) bij ons komen wonen?

    Bron: Kerugma, E.Schillebeckx

    11-06-2017 om 16:35 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bewogen bewegers - Rerum Novarum A 2017 - Marc

    Rerum Novarum A 2017 - Donderdag 25 mei 2017

    Eerste lezing: Handelingen van de apostelen 1, 1-11 'Onder hun ogen omhoog geheven'
    Evangelie: Mattheus 28, 16-20 - 'Ik ben met u, alle dagen!'

    --- Bewogen bewegers ---

    Met de vlaggen die hier hangen, zijn honderden herinneringen verweven. Schone herinneringen, aan de KWB, het ACW, vakbondswerk, het lekenapostolaat, kajotters. 
    En in de Gregoriaanse zang van De Zingende Wandelkring klinkt twee millennia traditie, het geloof van generaties die de fakkel van het evangelie hebben doorgegeven. 
    Die traditie en die herinneringen worden hier vandaag gekoesterd door vooral mensen die al wat ouder zijn. En ik vermoed dat er zijn die denken: ‘t is heel mooi geweest, maar wat schiet er van al dat idealisme over? De beweging van Cardijn en Leo XIII ligt op sterven. Het is gedaan met de ‘C’.

    Maar als we dat denken, geloven we dan nog? 
    Ook de leerlingen dachten na Goede Vrijdag: “Het is gedaan, ons ideaal is dood en begraven...”. Maar ze waren het woord van Jezus vergeten: “Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld.” 
    Onze wereld is ver van ‘voleind’, er is nog heel wat werk voor hij af is, zoals God hem bedoeld heeft. En meewerken aan het herscheppen van deze wereld, het vraagt soms bloed, zweet en tranen. En het vraagt vooral: veel geloof. Zeker als de tijden veranderen, en het er inderdaad op lijkt dat zovele goede tradities verloren gaan.

    Jezus heeft nooit gezegd dat het gemakkelijk zou gaan, maar wel dat we meewerken aan een onverwoestbaar goed. Heel deze viering wil ons moed geven om te blijven geloven: delen is beter dan grijpen, goedheid is beter dan wraak, dat onrecht en lijden overwonnen kunnen worden, dat onvoorwaardelijke liefde is sterker dan hard eigenbelang en haat.
    De vormen waarin dat geloof zich laat zien, veranderen. We dragen ook niet meer dezelfde kleren als de middeleeuwers, we sturen geen postduiven maar mails. Onze bewegingen en onze liturgie veranderen ook. Maar wat essentieel is, en nu moet ik oppassen dat ik niet te politiek ga klinken, is dat er altijd opnieuw ‘Gutmenschen’ opstaan. 

    Vroeg in de bijbel staat de vraag van Kaïn: “Ben ik mijn broeders hoeder?” Wie daarop zegt “Ja”, zoals Jezus, is een ‘Gutmensch’. Goede mensen zijn geen softies. Het kwaad dat ze bestrijden kan verschrikkelijk zijn: Manchester heeft duidelijk gemaakt. Jezus is zijn kruisweg gegaan, omdat hij een goed mens bleef. Wie voor rechtvaardigheid opkomt, weet dat de strijd hard kan zijn.  

    Ons geloof verkondigt dat het vuur van het evangelie niet kan uitsterven. Het flakkert niet altijd even hevig. Maar ook onder de asse blijft het smeulen. Al wat wij doen, jong en oud, in ons gewoon leven van elke dag, kan een vonk zijn van dat vuur: de eerlijkheid in onze omgang met elkaar, de hulp aan onze gebuur, de verdediging van de zwakke, de vergiffenis die we schenken en die we nodig hebben. Wij, gelovigen, spelen een rol in het maatschappelijk leven, in de verenigingen, het werk, de partijen of bewegingen waaraan we meewerken. De organisaties die we steunen zijn vonken van dat vuur: Broederlijk Delen, Welzijnszorg. 

    Onze receptie straks is een bescheiden symbool: we willen delen wat we hebben. In gewone gebaren van gewone mensen die goed zijn voor elkaar, leeft het evangelie. Het vuur onder de asse zal niet doven, na ons zullen anderen komen, die de fakkel overnemen, in het geloof dat goede mensen, ‘Gutmenschen’, van de wereld een hartverwarmende plek kunnen maken.

    25-05-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    21-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Opvoeden, het is me wat - 6e Paaszondag A 2017 - Hilda

    Zesde Paaszondag A 2017 - Zondag 21 mei 2017

    Eerste lezing: Handelingen van de apostelen 8, 5-8.14-17 'De apostelen legden hun de handen op'
    Evangelie: Johannes 14, 15-21 - 'De Vader zal u een andere Helper geven'

    --- Opvoeden, het is me wat ---

    Lieve mensen,

    Verleden week las ik het parochieblad nog eens helemaal door. dat gebeurt niet alle weken: An Candaele Redacteur bij “De Bond” en auteur.
    Ze kreeg en interview naar aanleiding van moederdag. (Antwerpenaren vieren dit nog eens 15/8.!)
    Wanneer ze zwanger was van haar 2e kindje, vroeg ze zichzelf af of ze wel genoeg liefde zou hebben om te delen…
    Snel ondervond ze dat ouderliefde niet is als een taart waarvan elk stuk dat je eet, onherroepelijk verloren is.
    Zij zag hoe elke kleuter de wereld ontdekt , en met elke kleuter ontdek je mee, ondervond ze.
    Tieners gaan discussiëren, twintigers trekken de wijde wereld in en brengen dan ook een stuk van de wereld in je leven… 
    Ze had het daarmee niet zo moeilijk, zolang ze steeds terug naar huis kwamen …

    Twintigers gaan, meestal, dan ook het huis uit… want, beetje bij beetje worden ook nogal wat andere mensen belangrijk in hun leven…
    Beetje bij beetje leren ze verder gaan, wat verder van huis, wat minder thuis… 
    Pas toen ze voor ’t eerst met; ‘ik ga naar huis’ hun eigen flatje bedoelden, was het even schrikken en voelde het wat moeilijk aan.
    Toch was het voor An fijn te zien hoe haar kinderen op eigen benen konden staan en hoe ze konden bouwen op zovele anderen.
    Niet zozeer  het loslaten was leren voor An, dat gebeurde spontaan met alles wat de kinderen ondernamen. 
    Vooral het losgelaten worden voelde voor haar moeilijk. 

    Opvoeden, het is me wat.
    Er zijn al heel veel boeken over geschreven.
    Soms is het ‘bewust een richting kiezen’, dan weer zonder te veel nadenken de paden kiezen die zich aandienen en soms ook wel eens in de gracht sukkelen…
    Opvoeden doe je niet in je eentje. Er is een heel schare mensen nodig om kinderen groot te brengen.

    Dat wist Jezus ook! 
    Jezus had ook last van loslaten en vooral van dat losgelaten worden…
    Hij had jaren geleefd tussen mensen die uitgestoten werden, gekleineerd, en gedwongen.
    Hij had jaren geleefd  tussen de mensen die wilden gezien worden en daar heel veel mensen voor opzij zetten.
    Daarom bereidde Jezus in de laatste dagen van samenzijn, Zijn leerlingen voor op dat definitieve loslaten…
    Beseffend hoe vlug het kan gaan, om ook helemaal losgelaten te worden… 
    Vandaar zijn ultieme oproep om in zijn Geest verder te leven.. zegt Jezus

    Als je me toch een beetje hebt leren kennen en toch ook, wat van me houdt, laat het dan zien a.u.b., vraagt Jezus…
    Leef verder in Mijn geest, probeer m’n werk voort te zetten….
    Laat Mij in alle vrijheid een blijvende bezieling zijn in jou, 
    Laat Mij in jou een blijvende beroep doen op je heel persoonlijke medewerking. 
    Laat Mij je inspireren, je begeesteren om Mijn werk te actualiseren in de tijdgeest waarin je nu leeft…

    In onze cultuur met haar huidige problemen, zoals de wereldwijde oorlogen met daaraan de onnoemlijke vluchtelinge stroom…
    met haar huidige problemen ook dichtbij, gewoon in ons leven van alle dag… 
    hoe omgaan met onze opvoedingsproblemen nu,?
    hoe omgaan met ons moeilijk oud-worden en heel oud kunnen en mogen worden,?
    hoe omgaan met de wereldwijde  digitalisering die vat heeft op heel ons leven,?
    hoe omgaan met het veranderende kerkbeeld, nu jonge priesters zo schaars worden?
    Hoe omgaan met …

    Met al die vragen in mij en rondom mij weet ik:
    "Ik mag leven als een beminnenswaardig mens, 
    ik ben de moeite waard om bemind te worden. 
    Ik ben bemind en voel mij diep dankbaar tegenover wie me bemint,
    ook tegenover dàt onmeetbare mysterievolle bemind worden 
    dat er reeds was voor ik werd geboren.”

    De Helper die Jezus beloofd heeft, is niet meetbaar! Niet zichtbaar, niet in een persoon te vatten! 
    Die ligt in De Ultieme Vraag: “Laat Mij niet los!”
    “mannekes, als ik er niet meer ben, maak geen ruzie, zorg goed voor mekaar, blijf in goede en kwade dagen houden van elkaar, mekaar gaarne zien.”

    Bron: Kerk en Leven, Kerugma en Frans Mistiaens s.j.

    21-05-2017 om 09:47 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    07-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Langs de goede deur naar buiten gaan - 4e Paaszondag A 2017 - Jan

    Vierde Paaszondag A 2017 - Zondag 7 mei 2017

    Eerste lezing: Handelingen van de apostelen 2, 14a.36-41 'God maakt Jezus tot Heer'
    Evangelie: Johannes 10, 1-10 - 'Ik ben de deur van de schapen'

    ---  Langs de goede deur naar buiten gaan  ---

    Zo, dat noemt men dan “met de deur in huis vallen” Een deur is belangrijk is ons taalgebruik: een open deur intrappen – voor een gesloten deur staan – dat doet de deur dicht – de deur platlopen – langs een achterdeurtje binnen komen – een stok achter de deur – iemand het gat van de deur wijzen – niet met iemand door één deur kunnen – voor uw eigen deur vegen – zo zat als een deur zijn….

    Ik denk dat we het “deur” hebben dat het vandaag wel over de deur gaat.

    In het verhaal uit het evangelie dat we zojuist beluisterden gaat het eigenlijk over Jezus die zichzelf als schaapherder ziet en de deur van de schaapskooi openhoudt voor zijn schapen.    De herder leidt er zijn schapen door, naar binnen.
    Er is een ander beeld van ‘herder’ in de kerk gegroeid: de herder van mensen: priesters die als pastoor zijn toegewezen aan een parochie.  Hun taak bestaat erin om de hun toevertrouwde kudde, de gelovigen uit de parochie, naar best vermogen te leiden naar een gemeenschap waar het goed is om te leven.  De stem van die herder vertelt over de waarden in het leven die voor alle mensen belangrijk zijn: vrede, gerechtigheid, liefde, gelijkheid …

    Hoe mooi en romantisch het beeld van de herder met zijn schapen ook is: de tijden zijn veranderd. Niet enkel in de agrarische sector, maar ook in de kerkelijke sector.  Vandaag worden herders een zeldzaamheid!  In de kerk zijn er minder en minder priesters – minder en minder ‘herders van mensen’.   
    De media heeft niet nagelaten ons hierover uitgebreid te berichten de voorbije dagen.  We lazen in de krant en in het parochieblad “Priester schaarste dwingt bisdommen tot keuzes.  Nu reeds kunnen priesters het niet meer alleen aan.

    Er wordt verwacht dat in het Bisdom Antwerpen er in 2025 nog 47 priesters zullen zijn, jonger dan 70.  Dan spreken we hier toch over een cirkel van hier tot in Mol, tot juist voor Mechelen en aan de andere kant tot de Nederlandse grens.
    Het werk van onze pastoor, onze herder wordt er niet makkelijker op.  Hij is momenteel pastoor van 3 parochies.  Voor datzelfde gebied waren er vroeger 12 priesters en op linkeroever lange tijd 6 priesters. (Plus nog een aantal in de school).

    Dat maakt dat Herman, onze herder, vandaag afwezig is.  Zelfs op een wegwijzerviering die hij enorm belangrijk vindt.  Hij is opgeroepen voor een andere kudde: over de rivier, aan de andere oever. Daar groeit ook gras.  Hoe romantisch dit laatste ook mag klinken… wij missen hem hier en we moeten verder.  
    Ook zonder zijn aanwezigheid.

    Gelukkig kan Herman hier rekenen op een hele ploeg mensen die hem bijstaan en de parochie mee leiden, begeleiden naar de schaapsstal.  Wij hebben niet gewacht op instructies van uit Rome of vanuit de bisdommen.  Reeds van in Deo’s tijd werden hier mensen gevormd om mee de verantwoordelijkheid te dragen in de parochie.
    Gelukkig zijn er 4 gebedsleiders die als leek voorgaan in de zondagsviering.  Zij werden hiervoor geschoold, lange tijd terug.   
    Gelukkig hebben we een preekploeg van 6 mensen.

    Daarnaast hebben we uitstekende muzikanten, lectoren, catechisten en nog veel meer helpende handen om vieringen te maken, voor te bereiden en de kerk klaar te maken  
    Ook mogen we rekenen op tal van mensen die als een goede vader of moeder – of mag ik hier ook goede herder zeggen – zorgen voor het maatschappelijk en financieel welzijn van onze parochie.  Dat zijn zowat de taken die leken echt mogen doen.  De administratie en de financiën. 

    Is het daarom dat de kerk deze zondag heeft uitgeroepen tot “roepingenzondag”?  
    Lieve mensen, jullie zijn hier vandaag misschien toevallig aanbeland.  Onze deur stond voor jullie wijd open.  Besef dat deze altijd voor iedereen wagenwijd open staat. Niet alleen om te vieren maar ook voor concerten en tentoonstellingen.
    De deur stond open voor diegenen die hier gekomen zijn omdat in hun thuisparochie geen viering meer is. Voor diegenen die hier naartoe gekomen zijn om hun kind te ondersteunen, dat op weg is naar zijn of haar eerste communie of vormsel.
                                                 
    Voor diegenen die hier wekelijks komen meevieren, wetende dat hier werk wordt gemaakt van de vieringen.
    We nodigen u allen uit om u blijvend thuis te voelen in deze polyvalente schaapstal, deze kerkgemeenschap, deze parochie. We hebben er aandacht voor dat geen schapen verloren lopen en schapen van andere weiden mogen hier ook binnen.

    Laten we mekaar blijven “oproepen” om hier, in onze gezinnen, in onze familie, bij onze buren, in onze werkomgeving, in ons dagelijks leven “een goede herder” te zijn.
    En laten we dan straks toch maar langs de goede deur naar buiten gaan.  Want buiten is het eigenlijk te doen.

    07-05-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    30-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Breken en zien - 3e Paaszondag A 2017 - Marc

    Derde Paaszondag A 2017 - Zondag 30 april 2017

    Eerste lezing: Handelingen van de apostelen 2, 14.22-33 'De strikken van de dood zijn ontbonden'
    Evangelie: Lucas 24, 13-35 - 'Herkend bij het breken van het brood'

    ---  Breken en zien ---

    Het troostende verhaal van de Emmaüsgangers. Het werd verteld bij de bijeenkomsten van de prille christen gemeenschappen, ook in tijden van vervolging. Ik stel me voor hoe ze nu in het Nabije Oosten, waar het toen allemaal begonnen is, dat verhaal nog voorlezen, en dat die mensen het op een beangstigende manier avond voelen worden. 
    Zij delen mee in de klappen en de bommen die daar vallen, zoals zovelen die daar wonen, zij ondervinden aan den lijve wat het is om te moeten lijden. Zo hebben leerlingen van Jezus door de eeuwen naar de verhalen over de opstanding geluisterd: de woorden kregen hun volle betekenis als die over hen gingen, over hun eigen hoop en vrees. 

    Zo heeft ook Felix Timmermans dit verhaal gelezen. Hij heeft er een gedicht over geschreven, letterlijk in de avond van zijn leven. Hij was niet alleen dodelijk ziek, hij was zeer hard aangepakt bij de repressie na de Tweede Wereldoorlog. En in die periode schrijft hij het gedicht over Emmaüs dat jullie op de misblaadjes vinden (zie onderaan). 

    Hij was een oude mens. De zon gaat dan onder. 
    En ben ik fout, als ik zeg dat het niet verwonderlijk is wanneer men in zijn oude dag vecht tegen ontgoocheling? “We hadden gehoopt” zegt een van die twee tegen die vreemde man. We hadden gehoopt… maar wat is ervan terecht gekomen? Hoeveel illusies liggen niet aan diggelen, als oudere mensen op hun leven terugkijken? Was het dat maar? 
    Hebben we daarvoor zoveel moeite gedaan, zoveel dromen gekoesterd? Waar is de energie en de hoop waarmee onze idealen gevolgd zijn? En het lijden dat velen door moeten, waar hebben we dat verdiend… ?

    De Emmaüsgangers lopen in de ondergaande zon van de moedeloosheid. Ze gaan weg van Jeruzalem, de grote stad, het bruisend leven, ze trekken naar een onbekend nest om gerust gelaten te worden. Maar het valt me wel op in het evangelieverhaal, dat ze zich niet opsluiten in bitterheid. Daar komen ze een vreemdeling tegen, ze beginnen ermee te praten, ze vertellen wat hun op het hart ligt. En ze willen nog naar hem luisteren: de ontgoocheling heeft hen nog niet afgestompt. 

    Dan begint het gedicht van Timmermans. Die twee nodigen de vreemde man uit. Ze zijn gastvrij, ze zijn erom bekommerd dat ook hij, in de nacht, onderdak moet vinden, ze bieden hem het avondbrood, “das Abendbrot” zoals ze dat zo mooi in Duitsland zeggen. En ik ben er zeker van dat er bij velen in de kerk een lichtje is gaan branden, als ze hoorden: hij brak het brood… het evangelie vertelt over de wekelijkse wekelijkse samenkomst van de eerste christenen, ‘s avonds, als ze brood braken en deelden met elkaar. Jezus is erbij, zoals hij gezegd heeft, waar twee of drie in zijn naam verenigd zijn: bij die twee in Emmaüs, bij die Koptische christenen die moeten schuilen, bij ons hier die zijn brood delen. 

    Dit verhaal zegt: als wij open staan voor anderen, als wij luisteren en ons niet laten opsluiten in onze ontgoocheling, als wij, naar zijn woord, onderdak geven en delen wat we hebben, dan kan zijn licht in ons opgaan en de vallende duisternis verdrijven, want hij laat ons niet alleen. Ja, dit is het wonder, staat in het gedicht: hij verdwijnt door ons heen, en toch blijft zijn licht in ons branden. 
    Timmermans heeft dit kunnen schrijven, praktisch op zijn sterfbed. Het zijn de laatste verzen in die kleine bundel “Adagio”, die na zijn dood is uitgegeven. Het is een geloofsbelijdenis, tegen alle wanhoop in. 

    Het is nog tijd voor Paaswensen. 
    Ik wens dat jullie en ik dat licht hier kunnen vinden, en naar Jeruzalem terug kunnen gaan, het Jeruzalem waar de mensen leven die ons nodig hebben. En dat we samen dat licht van hoop kunnen ontsteken bij elkaar en bij de velen, die de zon zien ondergaan.


    EMMAÜS

    “Heer, blijf bij ons, de zon gaat onder.”
    Wij boden dan het avondbrood
    de vreemde man, die langs de baan
    met ons was meegegaan.
    En wijl Hij, ’t zegenend, de ogen sloot,
    gebeurde het: zijn aangezicht
    verklaarde in een hemels licht,
    waarin Hij plotseling verdween …
    Dit was het wonder.
    Wij stonden weer alleen,
    doch vouwden blij onz’ handen.
    Het was alsof Hij door ons heen verdween
    en ’t licht in ons is blijven branden.
    Blijf zo in ons, o Heer, de zon gaat onder!

    30-04-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De opgestane helpt ons te geloven - 2e Paaszondag A 2017 - Fred

    Tweede Paaszondag A 2017 - Zondag 23 april 2017

    Eerste lezing: Handelingen van de apostelen 2, 42-47 'Zij waren eensgezind en ijverig in het breken van het brood'
    Evangelie: Johannes 20, 19-31 - 'Acht dagen later kwam Jezus'

    ---  De opgestane helpt ons te geloven ---

    Tien dagen geleden vierden wij in deze kerk Witte Donderdag. We hebben toen geprobeerd ons een beetje in de plaats te stellen van de leerlingen die met Jezus aan tafel zaten. Ze waren met twaalf, twaalf verschillende mensen met uiteenlopende karakters en persoonlijkheden. 
    Vandaag zitten in het evangelie die leerlingen opnieuw samen.

    Tien dagen geleden waren ze dus nog met twaalf. Er waren er een paar bij met ambities, ze waren er misschien op uit de eerste of de belangrijkste plaats in te nemen. Er waren ook een paar meelopers. Er was een onstuimige figuur als Petrus, driftig en voortvarend. Er was ook een scepticus, een twijfelaar, iemand met de naam Thomas.
    En tijdens die laatste maaltijd deed Jezus een paar dingen die de leerlingen niet echt begrepen. Om te beginnen, Hij waste hun voeten. Dat vonden ze heel ongewoon en Petrus zelfs ongepast. Voeten wassen gebeurde door een slaaf, door een ondergeschikte. Hoe kon Jezus nu zoiets doen?

    Maar dan gaf Hij zijn leerlingen een opdracht. Ook zij moesten in de toekomst elkaars voeten wassen. Leerlingen van Jezus kregen de opdracht dienstbaar en nederig te zijn. Zij moesten zich niet te schoon of te goed voelen voor welke taak of voor welke opdracht dan ook. Petrus protesteerde en Thomas keek niet begrijpend en ongelovig toe.

    En later tijdens de maaltijd deed Jezus nog iets dat ze maar moeilijk konden begrijpen. Hij brak het brood en deelde het rond en Hij liet ook de beker met wijn rondgaan in de kring. En ook hier was er een opdracht bij: blijf dit doen, zei Jezus, om Mij nooit te vergeten. Leerlingen van Jezus breken het brood, delen het met elkaar en laten de wijn van vreugde rondgaan. Ook nu keek Thomas allicht onbegrijpend en ongelovig toe.

    We zijn vandaag tien dagen verder en intussen is er heel veel gebeurd. Jezus is verraden door één van zijn leerlingen en door de anderen in de steek gelaten. Hij is gestorven aan het kruis, maar nu doet het gerucht de ronde dat Hij verrezen zou zijn. En weer zitten de leerlingen bij elkaar, angstig en besluiteloos. Ze weten niet goed hoe het nu verder moet. En Thomas is er deze keer niet bij.

    En dan staat Jezus plots in hun midden. En Hij begroet hen met de voor hen zo bekende begroeting: Sjaloom! Gods vrede kome over u. En weer begrijpen zij het niet. Hij staat plots binnen, ook al was de deur op slot.  En Hij was toch gestorven aan het kruis. Hoe kan Hij dan opnieuw in hun midden zijn, met hen praten en door hen worden gezien?

    En opnieuw geeft Jezus hen een opdracht mee. Na de begroeting “Sjaloom” zegt Hij: ‘”Ontvang de heilige Geest”. Daarmee maakt Hij duidelijk wat zij niet begrijpen. Hij is wel degelijk gestorven aan het kruis, maar zijn geest is nog levend, zijn geest is nog onder hen, zijn geest is nog in hun midden. Tenminste, als zij trouw blijven aan zijn opdracht en aan zijn voorbeeld. 
    En Hij voegt er nog aan toe:  “Als jullie iemand zijn zonden vergeven, dan zijn zij ook vergeven”. Vaak worden die woorden uitgelegd als zou Jezus daar het sacrament van de biecht hebben ingesteld. Als zou Hij zijn leerlingen de bevoegdheid hebben gegeven om zonden te vergeven in zijn naam. Maar misschien is het veel simpeler dan dat. En dan is het opnieuw een opdracht die in de lijn ligt van die twee opdrachten tijdens het laatste avondmaal.

    Leerlingen van Jezus zijn namelijk mensen die elkaar kunnen vergeven. Leerlingen van Jezus wensen elkaar niet alleen de vrede, het zijn ook vredestichters, mensen die vrede brengen. Leerlingen van Jezus zijn bereid elkaar nieuwe kansen te geven, telkens weer. Om het met een beeld te zeggen dat ook onze vormelingen en eerste communicanten begrijpen: leerlingen van Jezus hangen een geel lint in de eikenboom.

    Dat is de nieuwe opdracht die Jezus geeft. 
    En de leerlingen begrijpen het onmiddellijk. Thomas was er niet bij tijdens die ontmoeting met Jezus, en aanvankelijk gelooft hij hen niet. Thomas blijft de scepticus die hij was. Maar de leerlingen geven Thomas een nieuwe kans. Hij wordt niet scheef bekeken of uitgesloten uit de groep. Hij krijgt de kans om te groeien in geloof. 

    De opdracht van Jezus is niet: zorg dat je tot het juiste geloof, tot de juiste kring of groep behoort. Daarvoor, bij de discussie over het juiste geloof, is er al genoeg onheil aangericht. Er zijn oorlogen voor gevoerd en moorden gepleegd. De opdracht van Jezus heeft niets te maken met een dogma of een theorie of een geloofskwestie. 

    De opdracht is: vergeef elkaar, breng vrede naar elkaar, geef elkaar nieuwe kansen. Zo kunnen wij elkaar blijven begroeten met de wens Sjaloom zoals in het bekende liedje: 
    Sjaloom! Gods vrede kome over u! 
    Sjaloom! Gods vrede kome over u! 
    Sjaloom! Breng Gods vrede bij de mensen om je heen! 
    Sjaloom! Dan rust ook Gods vrede over u!    

    23-04-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Op zoek naar meer samen - Pasen A 2017 - Hugo Dierick

    Pasen A 2017 - Zondag 16 april 2017

    Eerste lezing: Handelingen van de apostelen 10, 34a.37-43 'We hebben met Hem gegeten'
    Evangelie: Johannes 20, 1-9 - 'Hij moest uit de doden opstaan'

    ---  Op zoek naar meer samen ---

    Ik ben heel blij met wat wij zojuist gezongen hebben: Alleluia.
    Lieve mensen : alleluia dat is toch een woord uit de duizend en  jullie zingen dat ook  zo gemakkelijk zeker omdat het veel meer klinkers heeft (5) tegenover maar 3 medeklinkers .
    En wat betekent nu dat klankrijke heldere woord? 
    Het is in één woord de samenvatting van ons Paasfeest. 
    Als wij straks elkaar een zalige Pasen  toewensen in een stevige handdruk of met een tedere omhelzing, wat laten wij dan aan elkaar voelen  en wat drukken wij dan letterlijk uit? 
    Dat zit in dat éne woord alleluia.

    Namelijk, laten wij God in het licht plaatsen, in de helderheid van zijn licht.
    Want Jezus is toch  het licht van deze wereld  ! 
    Maar die wereld heeft er nooit van willen weten maar wij toch wel, denk ik .
    Want wij zijn hier toch  hé en voor ons zou het gene Pasen zijn als wij hier niet  in deze mooi verlichte, verwarmde , schitterende kerk elkaar niet zouden ontmoet hebben bij het brandende  licht van de paaskaars.

    En de lezingen vertellen ons over die blijvende strijd tussen  het schitterend licht van Christus  en  de doffe duisternis  soms van deze wereld.
    Het begint met Maria Magdalena : ‘Vroeg in de morgen, het was nog donker’ staat er . Dat is meer beeldspraak  om te zeggen : Maria tast nog in het duister. Ofschoon zij veel van Hem hield, staat ze nog niet in het licht van haar  Meester die zelf  gezegd heeft het licht van de wereld te zijn.
    En in een ander verhaal vindt ze een man van wie ze denkt dat hij de tuinman is.
    ‘Heeft u mijn dode weggedragen ?', vraagt ze aan die gestalte en pas als hij haar antwoordt, merkt ze dat het Jezus was.
    En een ander historie vertelt van twee jonge mannen op weg naar Emmaüs.
    Onderweg treffen ze een vreemdeling, die merkt hoe triestig ze zijn en met hen spreekt over de hoop in het leven, die Jezus voor hen betekende. Pas als ze aangekomen zijn en met die vreemdeling  hun brood  delen, merken ze plots dat het Jezus is.

    Je moet je minstens afvragen: is Jezus in zijn nieuw leven acteur geworden, meester in vermomming die als jonge man, als hovenier, als wandelaar die de schriften goed kent, als vreemdeling  bij de mensen komt.
    Waarom al die verschillende  gedaantes? 
    Hij kwam zeker niet met een grote stralenkrans en een heilig hart die meteen  aan iedereen zouden duidelijk maken : daar zie, dat is hem. 
    Neen, hij kwam in verhulling, vermomming, incognito.

    Hij kwam om zijn bedroefde vrienden te troosten, maar het herkennen  gebeurde altijd pas wanneer zij op één of andere manier zelf iets ondernamen:
    • hem toespreken zoals Maria: dwz met mensen over  je verdriet spreken
    • met hem wandelen : dwz met  mensen in vriendschap op weg gaan
    • met hem brood delen : dwz een stuk van wat je hebt aan een ander gunnen 
    • kortom : iets doen om  samen iets   beleven, wat dat ook moge wezen, als het maar  echt samen is  
    Pas dan konden ze plotseling zien: Hij was er.
    Hij was dus  niet dood te krijgen !
    Dat echte intense leven  van  samen , dat ze met Hem zo vaak hadden meegemaakt , dat was er op die momenten terug. Dus Hij leefde want ze beleefden dat soort  samen-leven terug.

    Heeft Jezus dat zelf niet gezegd ? 
    Ik ben gekomen opdat ze leven zouden hebben en nog wel leven in overvloed.
    Het probleem voor niet-christenen is dat niet dat ze aan ons christenen niet genoeg kunnen zien dat Hij verrezen is, d.w.z. dat wij ons niet echt riskeren om te leven en 
    Zeker niet  om ten volle te leven.

    Als we de kranten lezen , krijgen we het allemaal te zien  met foto’s en statistieken  hoe er  met het leven dagelijks wordt omgesprongen : ik zie vier categorieën van mensen 
    • mensen doden  elkaar sowieso 
    • mensen doden zichzelf ook 
    • de massa van de mensen leven : gelukkiglijk.. 
    • laatste categorie : mensen leven ten volle , in overvloed , enthousiast van tijd, zot-gelukkig, soms, gemakkelijk is dat niet  en het is ook niet meerderhed maar dat is toch wel het echt leven, waarvoor Jezus zijn leven heeft voor gegeven.
    Kennen wij dat verschil voldoende tussen het gewone leven waar de massa vrede mee neemt en dan de keuze voor het volle  leven ? Ik denk dat we dat weten. Ik zou denken dat  wij dat  hier als christenen komen zoeken en willen beleven.: voor minder komen  we toch niet naar een eucharistieviering  als deze morgen is het Pasen : Wij zingen het uit!
    Wij gaan dat aan mekaar wensen  ( Alleluia)  en willen we dat ook eens beleven , het ook doen , ons riskeren om dat eens te proberen , het moet niet lukken , proberen  is al genoeg samen iets willen beleven:  straks in de communie : wat zou je voortaan liever samen beleven ? 

    Daarover gaat het : Pakt iets gemakkelijk. 
    Aan iemand, waar je dicht bij staat en waarbij het  een beetje klikt,  zeggen : ik ben blij dat ik u ken.
    Op een uitvaart naar iemand gaan die het moeilijk heeft  en vragen gaat het een beetje.  Ik ken mensen die bidden : prachtig toch , heb je al ooit eens  aan iemand voorgesteld  waarvan je weet dat die ook bidt, om dat eens samen te doen. Hebt ge al eens aan iemand die je goed kent gevraagd : geloofde gij nog ? 

    Weet één ding : al wat ik gezegd heb: het moet niet.
    Er moet niets. Met Pasen iets proberen om samen te beleven dat mag .
    Amen.

    16-04-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een innerlijke stem laten verrijzen - Palmzondag A 2017 - Jan W

    Palmzondag A 2017 - Zondag 9 april 2017

    Eerste lezing: Jesaja 50, 4-7 'De dienaar van de Heer'
    Evangelie: Matteüs 26, 14 – 27, 66 - 'Passieverhaal'

    ---  Een innerlijke stem laten verrijzen ---

    Op deze zondag herdenken we het lijdensverhaal van Christus in aanloop naar de goede week en het paasgebeuren. 
    In heel het verhaal ging mijn aandacht uit naar het volk van Jeruzalem en naar Petrus. Petrus de vertrouwensfiguur van de Jezus en de rots van de Jezus beweging geeft zich over aan de regels van de gevestigde orde tot drie maal toe. Dat is menselijk. Het druist tegen zijn innerlijke stem in om tegen Jezus zijn leer te gaan. 
    Maar hij buigt voor het gezag van bovenaf, de regels van de gevestigde orde. Hoewel het botst met het eigen gevoel. Het volk van Jeruzalem dat elke vorm van verandering afwijst en kiest voor de zekerheid van de bestaande orde. 

    Maar wat dit verhaal ons leert, wat Jezus ons leert is net hoe belangrijk het is om tegen de stroom in te blijven gaan. De wereld is constant in beweging, mensen zijn constant in verandering. Dat is nu zeker zo, maar dat was vroeger niet anders.  Jezus kan een oproerzaaier zijn, of iemand met andere ideeën die beter bij de tijd paste. Mensen hebben altijd schrik wanneer verandering zich aandient. 
    Wanneer Jezus zijn nieuwe ideeën vertolkt en ingaat tegen het gangbare, grijpt het volk van Jeruzalem  terug  naar de heersende machten want dat brengt stabiliteit, en dus rust veiligheid. Kijk maar  naar wat er hier met Trump gebeurd, en de vreemdelingencrisis. 

    Met de goede week herdenken we dat Jezus is gestorven voor onze zonden. Maar dat vind ik zwaar  klinken. Je zou kunnen zeggen dat Hij stierf  als statement. Zijn ideeën wijzen in de juiste richting.
    Het verhaal van Palmzondag laat zien bekrachtigen dat idee door aan te geven dat zijn ideeën en leer niet zo maar eender wat is, maar goddelijke inspiratie. Moest hij niet zijn gestorven en net zoals Petrus hebben gezegd van goh ja zo belangrijk is het allemaal niet. Werden zijn ideeën en die nieuwe weg al snel niets meer over  en bleef alles zoals het was. Natuurlijk helpt het ook om volgelingen te hebben die na de dood van Christus verder verspreiden en laten landen in meanstream wereld. 

    Een van Jezus belangrijkste leringen is dat hij de weg naar onze innerlijke stem toonde. Hij leerde ons inzien dat gangbare regels niet altijd de juiste regels hoeven te zijn. In een veranderende wereld kunnen regels en ideeen veranderen.   Het plaatst de bestaande orde onder kritiek zonder ze onderuit te halen. Dat is enorm krachtig. Hij zet ons aan tot discussie, tot denken en handelen. 

    Ik las artikel van Lennert Hofman een Nederlandse journalist. In Centraal Afrika leven op dit moment 20 miljoen dat is tweemaal België in acute hongersnood. Niet alleen Burkina Faso leeft onder de kwel van klimaatverandering. Dat wil zeggen dat er op dit moment in Zuid-Soedan, Somalië, Jemen en het grensgebied tussen Noordoost-Nigeria, Niger, Tsjaad en Kameroen. 
    20 miljoen volwassenen en kinderen zijn die letterlijk geen eten hebben. De grootste hongersnood sinds de tweede wereldoorlog. Om het wat in perspectief te plaatsen, in de burgeroorlog in Syrie zijn er 450 000 mensen gestorven. Deze hongersnood was al eerder voorspeld door de klimaatverandering, politieke onrust in het gebied, hulporganisaties die worden tegengehouden en genegeerd, corruptie enz.

    Jemen waar 17 miljoen van de 24, 7 miljoen mensen acute honger hebben maakt het journalisten bijzonder moeilijk om naar het land af te reizen, omdat de machthebbers van de Al-Islah partij pro Saoedische regering niet willen dat mensen weten dat er zoveel mensen acute honger hebben. Zij hebben alle ambtenaren die visums aan journalisten willen geven in de ambassades vervangen door ambtenaren van hun eigen partij. 

    Ik vreesde wat om dit aan jullie te komen vertellen vandaag. Hoe komt het dat wij hier zo weinig over weten? 
    Honger in Afrika is geen nieuws meer en we weten niet wat we er tegen kunnen doen? Als geld voor voedselhulp al niet tot de mensen geraken. Toch past dit verhaal als start van de goede week. Heel het paasgebeuren is een wake up gebeuren. 

    Werken naar verrijzenis, de dingen vanuit een ander perspectief beleven. Van hieruit kunnen wij niet veel doen misschien. Maar bewust worden van wat er gebeurd, niet akkoord gaan met de gangbare regels zoals bij Jezus lijdensverhaal is al een eerste stap. En kunnen we elkaar inspireren door kleine stappen. Wat geduldiger tegen pas gearriveerde vluchtelingen, ogen en oren openhouden voor de achtergrond van mensen,  luisteren naar de innerlijke stem van Christus. Het lijkt simpel maar het is al een hele stap voorbij. Ik nodig u graag uit om deze week aan de start van de goede week om die innerlijke stem te laten verrijzen, 
    Een fijne zondag nog. 

    09-04-2017 om 08:21 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Kom naar buiten - 5e vastenzondag A 2017 - Gie

    Vijfde zondag van de vasten A 2017 - Zondag 2 april 2017

    Eerste lezing: zie onderaan - 'Het verhaal van Rainata” uit Burkina Faso'
    EvangelieJohannes 11, 1-45 - 'Lazarus, kom naar buiten'

    ---  Kom naar buiten --- Wegwijzerviering, viering gericht op gezinnen

    Ik heb een beetje moeite met verhalen als dat van Rainata uit Burkina Faso. Rainata doet vanalles. Al voor ze naar school gaat, heeft ze al allerlei klusjes gedaan. Op school zingen de kinderen samen en is er rekenles. Mama maakt eten klaar; Rainata helpt. Haar oom is bezig met de geiten. Ze eten met zijn allen samen onder het afdakje en praten dan over alles en nog wat. Ze gaan water halen bij de waterput. Enzovoort … 

    Er is zoveel tegelijkertijd aan de hand, dat je het bos van de bomen niet meer ziet. Dat je mist waar het in het verhaal eigenlijk om draait. 
    Mensen gaan altijd op zoek naar “de anekdote”, naar de spannende gebeurtenis. Maar die is er niet altijd. Dan heb je de neiging om te gaan roepen: “waar gaat het nu eigenlijk over?”, wat heb je me te vertellen?, wat is de clou van het verhaal? 
    Gelukkig wordt dat er op het einde bij vermeld: “mani ni taba”, wat betekent “iedereen doet mee”. 

    Waarschijnlijk gebeurt er met het “verhaal van Lazarus” ongeveer hetzelfde. Lazarus, een goede vriend van Jezus, is ziek. Zijn zussen Martha en Maria laten Jezus roepen. “Onze vriend Lazarus” slaapt, zegt Jezus. Dus wacht Hij nog twee dagen, voordat Hij met zijn leerlingen naar Judea gaat. Jezus zegt dat bij Hem iedereen veilig is en dat Hij zijn vriend Lazarus zal wakker maken. Maar Lazarus is al vier dagen begraven!
    De zussen Martha en Maria klagen, ieder om beurt, dat hun broer niet zou gestorven zijn, als Jezus erbij was. Jezus troost hen en zegt dat hun broer zal opstaan. Dan gaat Hij naar het graf en roept: “kom naar buiten Lazarus”.
    Er is zoveel meer aan de hand, dat je mist waar het verhaal eigenlijk om draait. 
    Dus gaan wij, als mensen, op zoek naar de spannende gebeurtenis, naar het spektakel. In dit geval is dat de overleden Lazarus die uit zijn graf komt. 

    Bij Johannes, de evangelist, is dat niet de bedoeling. Bij wonderbare gebeurtenissen of genezingen als deze, heeft Johannes het altijd over “tekenen”. God/ de Heer/ Jezus geeft ons een teken. 
    Over die tekenen schreef hij zelf het volgende (Joh. 20:30-31): “Jezus heeft nog veel meer tekenen gedaan, toen Hij bij zijn leerlingen was, die niet in dit boek zijn opgeschreven. Maar deze zijn speciaal uitgekozen, opdat jullie geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. Door te geloven in Jezus, heb je leven in Zijn Naam.

    Johannes heeft deze tekenen dus beschreven, om duidelijk te maken dat wij zouden geloven, dat Jezus de Zoon van God is. 
    Het wondere, het spectaculaire is voor Johannes blijkbaar niet zo belangrijk. Hij wil ons vooral laten aanvoelen hoe Jezus is. Daarom benadrukt Johannes hoe Jezus mensen kansen geeft. 
    Jezus maakt mensen wakker, geneest ze, door te zorgen dat ze opnieuw mogen meetellen. Want wie meetelt, lééft mee. Dood zijn is: aan je lot overgelaten worden, niet (meer) mee mogen doen.  
    Daarom laat hij Jezus steeds opnieuw herhalen dat “onze vriend Lazarus slaapt”. Verder laat hij Jezus drie dingen zeggen: “Neem die steen weg”, “Lazarus, kom naar buiten” en “Maak hem los en laat hem gaan”. 

    Dat een steen wegnemen héél bevrijdend werkt, ondervond ikzelf enkele weken geleden toen bij mij een paar nierstenen werden weggenomen. Dat was letterlijk een echte bevrijding van pijn. 
    “Lazarus, kom naar buiten”, kom in het licht en lééf. Maar ook “Martha, kom naar buiten” of Maria, kom naar buiten en blijf niet steken in je verdriet. Want wie in Mij gelooft, zegt Jezus, wie zich aan Mij toevertrouwt, zal leven, zal aan het licht komen, zal aan zijn angst voorbij leven. 
    Tenslotte zegt Jezus: “Maak hem los en laat hem gaan”. Dat is een vraag naar de anderen toe. Die moeten helpen, een duwtje in de rug geven. 

    De kinderen hebben samen brood gemaakt. Zij houden seffens samen een broodmaaltijd. Wij mogen meedoen, want Jezus zit mee in onze kring. 
    Dus tellen die drie opdrachten ook voor ons: “mens, kom naar buiten”, “neem de steen weg”  en “maak hem los en laat hem gaan” …. 
    Vorige week hadden de vormelingen hun beloftenviering. Tot hen speciaal zegt Jezus: jongedame, jongeman, kom naar buiten met wat je beloofd hebt. Laat zien dat je Mij wil volgen, dat je een echte christen wil zijn! 

    Een steen is iets dat in de weg ligt. 
    Hoe dikwijls gebeurt het niet dat er tussen ons iets in de weg ligt. Een steen, een kleine of een grote hindernis, een kleine of een grote ruzie. 
    Dan is er die laatste opdracht: “Maak hem los en laat hem gaan”. Dat is een vraag naar ons allemaal toe. Ook wij moeten helpen, een duwtje in de rug geven aan wie hulp nodig heeft. 
    Nu begrijp ik beter het verhaal van Rainata: ook al is er maar weinig in Burkina Faso, als iedereen, van groot tot klein, meedoet en meehelpt, “mani ni taba”, dan komt alles goed. 
    Wie meetelt, lééft mee. 
    Amen. 


    Het verhaal van Rainata
    Zullen we even op bezoek gaan bij Rainata en haar familie in Burkina Faso? Zijn jullie ook nieuwsgierig hoe het  leven daar is? 
    Kijk, daar staat Rainata op de koer, het pleintje  waarrond de hele familie woont in 4 kleine huisjes. Rainata vertrekt net naar school. Ze heeft vanmorgen al heel wat klusjes gedaan: de afwas gedaan, de koer geveegd en meel gemalen. Er is heel wat werk op de koer en dus kan mama haar hulp goed gebruiken. Maar nu is het hoog tijd om naar school te vertrekken. Anders komt ze te laat en vandaag mag zij de vlag hijsen! Elke schooldag begint immers met het hijsen van de Burkinese vlag. Ze zingen dan samen een lied waarin ze hun ouders en leerkrachten bedanken omdat ze naar school kunnen. Daarna is er rekenles. Rekenen is Rainata’s lievelingsvak.
    Als het middag is, krijgen alle kinderen een portie gierstpap. Daarmee vertrekken ze terug naar huis. Daar staat mama al in de kookpot te roeren. Op de koer kookt ze het middageten voor de hele familie. Rainata pakt meteen de grote lepel over en begint te roeren. Hier op de koer is ze graag. Er is altijd wat te beleven. Haar oom is ginds bezig bij de geiten. Waar is Abbas? Haar neefje komt haar meestal meteen begroeten als ze van school komt. Alle kinderen die rond de koer wonen zijn als broers en zussen van mekaar. Ze doen heel veel samen.  Rainata is erg blij met haar grote familie. Haar papa heeft 2 vrouwen, maar dat is helemaal geen probleem, want iedereen wordt gelijk behandeld. Yaaba, de grootmoeder van Rainata woont ook op de koer, in het huisje naast hen. Rainata gaat haar even opzoeken. Ze heeft net bonen gepeld. Die liggen nu  te drogen in de zon.
    Tijdens het eten zitten ze allemaal samen onder het afdakje, want op de middag is het erg heet. De grote schalen staan gewoon op de grond en iedereen neemt wat met zijn handen. Ondertussen wordt er heel wat af gepraat, meestal over het werk op het veld. Zolang er genoeg regen valt, kan daar heel wat groeien. Maar tijdens het lange droge seizoen van meer dan 8 maanden, geraakt het eten op en komen ze soms te kort.
    Op de koer is iedereen een beetje de baas. Als er beslissingen genomen moeten worden of de taken moeten worden verdeeld, krijgt iedereen de kans om zijn mening te zeggen. 
    Na het middageten loopt Rainata  naar de waterput. Daar heeft ze met haar vriendinnen afgesproken. Water is heel kostbaar in Burkina Faso. Daar moeten ze heel zuinig mee zijn. Als Rainata de bidon met water op haar hoofd naar de koer heeft gedragen, gaat ze meehelpen op het veld waar de vrouwen aan het werk zijn. Ze bouwen dijkjes met grote stenen zodat het water tijdens de zware regenbuien in het regenseizoen de vruchtbare grond en de jonge plantjes niet wegspoelt.
    Op zaterdag verkoopt Rainata kleine gefrituurde visjes en garnalen op de markt. Daarmee kan ze wat extra geld verdienen voor haar familie. Zo gaat dat in haar land, iedereen helpt mee, van groot tot klein… Mani ni taba! zeggen ze in Burkina Faso. Dat betekent “ Iedereen doet mee! “

    02-04-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    26-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik geloof, ik beloof - 4e vastenzondag A 2017 - Marc

    Vierde zondag van de vasten A 2017 - Zondag 26 maart 2017

    Eerste lezing: Het eerste boek Samuël - 'David tot koning gezalfd'
    EvangelieMattheüs 21, 28-32 - 'Ja-knikkers, neen-doeners'

    ---  Ik geloof, ik beloof  ---

    Belofteviering vormelingen

    Meisjes en jongens, ik ga een vraag stellen, maar jullie moeten niet antwoorden. Wie heeft er nog nooit een belofte gebroken? Ik denk dat er toch minstens enkelen onder jullie zullen toegeven dat ze hun beloftes niet altijd houden. En ik ga direct zeggen, dat ook ik in mijn leven niet altijd mijn beloftes heb gehouden. Ik ben daar niet fier op. 
    En als ik nu dezelfde vraag zou stellen aan alle mensen in de kerk hier, al die volwassenen die jullie willen helpen om jullie belofte te houden, dan zou het wel eens kunnen, dat ook die grote mensen zullen toegeven dat ze niet al hun beloftes houden. 

    Nu, de belofte waar we het vandaag over hebben, het zal niet gemakkelijk zijn om die trouw te blijven. Jullie beloven vandaag, en heel de kerk belooft met jullie mee, dat wij gaan proberen een mens te worden als Jezus. 
    Gemakkelijk gezegd...

    Wat ik niet wil, is het feestje vergallen. Ik bedoel niet dat we beter naar huis kunnen gaan en die viering vergeten, omdat we er toch niets van zullen terecht brengen. Als ik het evangelie van daarjuist goed begrepen heb, hoor ik dat Jezus ook wel weet dat niet makkelijk is hem te volgen. Hij zegt daar dat mensen die fouten maken toch in Gods rijk een plaats krijgen, als ze zich maar herpakken. 
    De woorden die we met onze mond uitspreken, en die we zo mooi op ons charter geschreven hebben, dat is niet het belangrijkste. Belangrijker voor hem is, wat we doen. Belangrijker is, dat we ons willen herpakken. Mislukken is geen schande. Jezus heeft hij vele mensen terug doen opstaan, die niet leefden zoals ze zouden moeten leven. Daarom durven wij, groot en klein, onze belofte hernieuwen: omdat we van hem, als we het eerlijk menen, altijd een nieuwe kans krijgen.

    Eigenlijk beloven wij vandaag twee dingen, kleine en grote mensen. 
    Wij beloven dat we Jezus willen volgen, met vallen en opstaan. En wij dan beloven ook dat we, zoals hij deed, elkaar een hand zullen geven om weer op te staan, als we onze belofte niet kunnen houden, de grote hand in de kleine hand. 

    Jezus volgen is geen tijdrit die we helemaal alleen moeten rijden. Het is een ploegkoers, waarin we elkaar helpen, waarin we wachten op mekaar als er iemand niet kan volgen, waarin we hand in hand samen naar de aankomst willen rijden. 
    De aankomst, dat is dat koninkrijk van God: een wereld waar de mensen leven om elkaar gelukkig te maken. Daar is plaats voor alle mensen van goede wil. Mensen van goede wil dat zijn we hier allemaal, anders zouden we niet naar de kerk gekomen zijn. 
    Gelukkig dat jullie hier willen zijn. 

    26-03-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    19-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Naar de bron - 3e vastenzondag A 2017 - Fred

    Derde zondag van de vasten A 2017 - Zondag 19 maart 2017

    Eerste lezing: Exodus 17,3-7 - 'Het water uit de rots'
    EvangelieJohannes 4, 5-42 - 'De Samaritaanse vrouw'

    ---  Naar de bron - Over de grens  ---

    In het bezinningsboekje dat hoorde bij de liturgiemap van Broederlijk Delen dit jaar vond ik een kort verhaal: de fabel van de vis en de aap. 
    Diep in de wouden van Afrika leefden er eens een aap en een vis. Ze woonden vreedzaam samen, tot op een dag de aap besefte dat hij het toch wel erg goed had, zeker in vergelijking met het leven van de vis. Zonnen, dag aan dag genieten van de heerlijke vruchten van het woud, springen tussen berg en dal, frisse lucht mogen inademen: allemaal zalig. 
    Meewarig en verdrietig beklaagde hij het lot van de vis en hij besloot hem te helpen. Hij legde de vis op een rots om te zonnen … Onze eerste reactie is waarschijnlijk: stomme aap! Je weet toch dat een vis in het water hoort en niet kan liggen zonnen. Maar toch is dit geen dwaas verhaal. 

    Want hoe dikwijls geven wij zelf ook niet blijk van dat soort apenstreken? Het overkomt ons toch ook wel eens dat wij iemand een dienst willen bewijzen en dan moeten ondervinden dat die persoon er helemaal niet mee gediend is. Ook al hebben we het alleen maar goed bedoeld.

    Want, laten we het maar toegeven: we zijn er soms heel goed in te bepalen wat anderen moeten doen, hoe anderen zich moeten gedragen, wat voor hen het beste is. Ouders weten wat goed is voor hun kinderen, en kinderen weten wat hun ouders zouden moeten doen. Leerkrachten wijzen hun leerlingen terecht en leerlingen proberen de houding van leerkrachten te remediëren.

    Ook in het maatschappelijk denken is het niet anders. Politici lezen burgers de les en burgers beoordelen streng het gedrag van politici. En die politici wijzen heel gretig naar de fouten en verkeerde ideeën van de andere partijen. Wij vinden dat mensen met een andere culturele achtergrond zich maar moeten aanpassen en zij vinden dat wij hen meer kansen moeten bieden om te integreren. En het is altijd gemakkelijker om anderen raad te geven dan om zelf de juiste houding te kiezen en de meest doordachte beslissingen te nemen. 

    In het evangelie hoorden we daarnet over een ontmoeting van Jezus en een Samaritaanse vrouw. Alleen al door die ontmoeting doorbreekt Jezus een paar gewoonten en taboes en gaat hij regelrecht in tegen een paar vooroordelen. Dat Jezus een gesprek aanknoopt met een vrouw, dat vinden de leerlingen al een beetje vreemd. 
    Maar dat het een Samaritaanse vrouw is, maakt het nog erger. Want Joden en Samaritanen hadden geen contact met elkaar! En toch is het eerste wat Jezus aan de vrouw vraagt: “Geef mij wat te drinken”. Hoezeer Joden en Samaritanen ook van elkaar verschillen, water hebben ze allebei nodig.

    Het is trouwens geen toeval dat het gesprek plaats vindt bij een bron met water. De vrouw komt daar water putten voor haar gezin, zoals vele vrouwen moesten doen in die tijd. Ze komen water putten uit de bron. Er is immers een wezenlijk verschil tussen een bron en een put. En om dat duidelijk te maken maak ik graag gebruik van enkele ideeën, neergeschreven door Fons Van Dijck. 

    Een put kan na een tijd leeg geraken, een bron niet. Als we ten einde krachten zijn, noemen we ons uitgeput. En als we tot onszelf willen komen, spreken we over ons bezinnen of herbronnen. De Samaritaanse vrouw leeft vanuit een put. Ze heeft heel haar leven liefde gezocht en niet gevonden. Vijf mannen heeft ze uitgeperst en de zesde is haar man niet. En nog is haar dorst niet gelest. 
    En Jezus biedt zich aan als bron van nieuw leven. Hij nodigt haar uit haar bestaan uit de put op te geven en te durven leven vanuit de bron. 

    Als je uit een put leeft, zoek je liefde, zoek je erkenning, zoek je aandacht. Als je uit een bron leeft, ga je zelf liefhebben, ga je het goede in anderen erkennen en leef je mee met anderen. Als je uit een put leeft zoek je het geluk buiten jezelf, in drank en vertier, in het toeval, in goedkoop succes. Als je uit een bron leeft, ga je investeren in mensen, durf je risico nemen en je engageren. 

    Als je uit een put leeft, leef je op het ritme van de dagelijkse nieuwsjes, de roddel, de sensatie, de TV-series. Als je uit een bron leeft, ga je de kleine dingen van het leven bewust ervaren, en ga je stilstaan bij levensbelangrijke dingen. Als je uit een put leeft, moet je altijd weer water gaan putten, steeds maar dieper en dieper en blijf je toch nog dorst hebben.

    De Samaritaanse vrouw heeft het door op het einde van het gesprek. Jezus is de Messias. 
    Hij biedt zich aan als de bron. Hij is het levend water. 
    Ze gaat het vertellen aan de mensen uit haar dorp en probeert hen te overtuigen. Gemakkelijk is dat niet. Het is zoals de aap die de vis probeert te duidelijk te maken dat hij er deugd bij zal hebben in de zon te gaan liggen. Mensen zijn niet zo gemakkelijk te overtuigen. Want mensen blijven vasthangen aan hun eigen mening, eigen gewoonten en vooroordelen.

    En mensen kunnen soms echt in de put zitten en zijn hun bron een beetje kwijt. Er zijn hier mensen die onlangs hebben moeten afscheid nemen van een geliefde. Voor hen lijkt het leven misschien wat dor en droog, zelfs uitzichtloos. Laten wij elkaar dan bij de hand nemen en de weg wijzen naar de bron. 
    De bron van levend water …  

    19-03-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God is partijdig - 2e vastenzondag A 2017 - Jan VN

    Tweede zondag van de vasten A 2017 - Zondag 12 maart 2017

    Eerste lezing: Genesis 12, 1-10 - 'De roeping van Abraham'
    EvangelieMattheüs 17, 1-9 - 'Gedaanteverandering'

    ---  God is partijdig  ---

    Goede middag beste luisteraar.  U luistert naar het nieuws van 12u

    Jericho: Duizenden Nomaden zijn met hun kudden op weg naar Palestina. Door de aanhoudende droogte begeven zich grote scharen Aramese halfnomaden naar de vruchtbare streken aan de middellandse zee. 
    Duizenden vluchtelingen uit de Arabische woestijn staan op het punt om ook aan de rand van dit vruchtbare land op te duiken. 
    In enkele stadstaten uit het aangrenzend gebied Kanaän zien we een mobilisatie van strijdkrachten.  De inwoners van deze stadstaten vrezen een vervreemding van hun cultuur en verlies aan weidegebieden.  
    De stadstaten onderhandelen onder mekaar hoe ze zich kunnen beschermen tegen deze invasie van vluchtelingen.

    Vrienden, 
    Indien er zo’n vierduizend jaar geleden een radiojournaal had bestaan, dan ben ik er zeker van dat er toen een dergelijk bericht om de wereld zou zijn gegaan. I
    In de 19e en 18e eeuw voor Christus werd het midden oosten en het tweestromenland opgeschrikt door een enorme migratiegolf. Overal in de Arabische woestijn pakten nomaden hun tenten in en trokken weg naar een streek waar het leven nog waard was om te leven. 
    Een enorme vloedgolf van vluchtelingen trok naar het tweestromenland en naar Palestina. 
    Eén van die mensen noemde zich Abraham!

    Dat klinkt wel wat ongewoon, want wij denken er nooit aan dat er toen ook nog wel andere stammen en families op weg zijn gegaan naar het beloofde land. 
    Wanneer we naar de schrift luisteren krijgen we de indruk dat Abraham de enige was die met zijn familie naar Kanaän vertrok. En het klinkt ook zo alsof hij zelf ook niet op dat idee was gekomen. 
    Het is net alsof God zomaar tussenkomt in het leven van Abraham en hem zomaar het bevel geeft om zijn vaderland te verlaten en in den vreemde zijn geluk te gaan zoeken.

    Maar dat klopt helemaal niet. Abraham zelf speelde, net zoals duizenden anderen, met de gedachte om zijn geboorteland te verlaten. 
    Het weideland was slecht geworden, de kudden vonden bijna geen eten meer. De Arabische woestijn, die ooit het thuisland van al die mensen was, kon hen niet meer voeden.
     Heel anders dan de landstreken van Mesopotamië en de milde streken van Palestina, die voor die nomaden wel een land van melk en honig moeten hebben geleken. 
    Daar wilden ze naartoe, van de weldaden van die landen wilden ze mee genieten. Het waren mensen die we vandaag gewoon “economische vluchtelingen” zouden noemen; En Abraham was er daar één van.

    God moest hem niet bevelen om zijn land, dat reeds lang niet meer leefbaar was, achter zich te laten. 
    Wat in de Bijbel staat is niet een bevel van God waar Abraham dan met heldenmoed aan gehoorzaamt. 
    God beveelt helemaal niets. God doet iets heel anders. 
    Hij geeft Abraham moed. „Waag het maar gerust! Vertrek maar, het zal goed gaan! Ge zult nakomelingen hebben en ge zult ginder goed aankomen. Het zal goed gaan want ik ben bij je om de weg te wijzen. Ik ga met u mee.”
     
    Geen woord over de mensen die toen aan de andere kant, in de streek van Kanaän woonden, geen woord over de mensen die toen reeds in paniek raakten door de grote stroom van vluchtelingen die ook een stuk van de koek wilden hebben. 
    Geen woord over hun pogingen om hun bezit te beschermen en over hun angst voor culturele vervreemding. Daar zouden we toch ook stil bij moeten staan.  
    Het Bijbelse verhaal van Abraham toont het duidelijk aan: God is partijdig. God staat aan de kant van Abraham, aan de kant van de economische vluchteling, aan de kant van de vreemdeling, de kant van diegenen die hun land uit pure nood moeten verlaten. En aan welke kant staan wij?  

    Staat God aan onze kant of staan wij aan de kant van God?
    Steunt God de vluchtelingen of steunt hij ons.
    Verwacht van mij geen antwoord nu.  Daar ben ik niet slim genoeg voor.
     
    Opvallend hoe dikwijls tegenwoordig die vraag gesteld wordt: “Waar is God?”  ‘Hoe moet het nu verder?’.
    Hoe verder met Europa? Hoe verder met Trump ? Hoe verder met de vluchtelingen en het asielrecht? Hoe verder met …

    Hoe verder… met de boerengemeenschappen in Burkina Faso.  Mensen die nieuwe wegen zoeken maar moeten werken met oude gewoontes.  Mensen die hunkeren naar even waardigheid tussen mannen en vrouwen, hunkeren naar biologische landbouw, naar microkredieten…

    God, sta je aan hun kant?  Je doet straffe dingen tijdens dat bergmoment, lazen we daarnet in het evangelie.  
    Kun je de wereld helpen?  Moed geven? Land geven? Vrede geven?

    Ik sta hier met mijn handen open maar er komt niets in.  We zullen het dus zelf moeten doen.  Verdorie, dat is de boodschap, dat is oplossing!  Dat we daar niet eerder aan gedacht hebben?

    Hoe pakken we het aan?


    Goede middag, beste luisteraar, dit is het nieuws van 13u:

    Vandaag worden de statistieken bekend gemaakt: 
    Ongeveer 1 op de 7 Vlamingen doet aan vrijwilligerswerk, dat zijn meer dan 900.000 mensen - vergelijkbaar met het aantal inwoners van een Vlaamse provincie. Deze vrijwilligers zijn actief in verschillende sectoren, van sportverenigingen, over welzijns- en gezondheidsorganisaties, in verenigingen, in parochies in de milieusector tot de sociaal-culturele sector.

    Ons land, onze steden en dorpen zouden er niet hetzelfde uitzien mochten er geen vrijwilligers zijn.  Onze economie draait gewoon beter omdat ons sociaal leven voor een groot deel gestoeid is op vrijwilligerswerk.
    Een buurt fleurt op, een vereniging een sociaal centrum, een parochie, draait op vrijwilligers.  Zelfs vreemdelingen worden verwelkomd en verder geholpen door vrijwilligers.

    Deze namiddag komen een kleine 200 vrijwilligers bijeen in het St Anneke Centrum op Sint Anna Linkeroever.  Dat is daar waar steeds die file staat.  Daar wonen ook mensen, daar is ook een gemeenschap en daar zijn veel vrijwilligers.  Het feest deze middag wordt georganiseerd door….vrijwilligers.
    Tot daar het goede nieuws.

    Ik heb het gevoel dat deze kerk vol vrijwilligers zit.
    Als er een God is zal hij wel aan onze kant staan.

    Naar een idee van Frank Theere

    12-03-2017 om 10:38 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met goesting van tafel gaan - 1e vastenzondag A 2017 - Hilda

    Eerste zondag van de vasten A 2017 - Zondag 5 maart 2017

    Eerste lezing: Jesaja 58, 7-10 - 'Dan straalt uw licht in de duisternis'
    EvangelieMattheüs 5, 13-16 - 'Gij zijt het licht der wereld'

    --- Wegwijzerviering  ---

    Lieve kinderen, 
    weten jullie waarom het krokusvakantie was?
    Sinds 1970 is deze week vakantie ingevoerd om de sombere wintermaanden te onderbreken!
    Om mensen  de gelegenheid te geven om op wintersport te gaan en 
    om vele andere mensen de gelegenheid te geven om Carnaval te vieren!
    Carnaval vieren was voor mijn overgrootouders: “de laatste overschot van de wintervoorraad opeten vóór deze slecht wordt”! om dan te wachten op de nieuwe oogst die groeiende is in de nieuwe lente!
    Het was plezier zoeken om het vol te houden in de donker wintermaanden!
    En nà die 3dagen feest begon de ‘vastenperiode’ die voor de meeste mensen een noodzakelijk kwaad was om zich voor te bereiden op een terug vreugdevoller Paasfeest!
    Nu is Carnaval vieren in onze Westelijke christelijke cultuur nog steeds 3 dagen feesten vóór de lange vastenperiode van 40 dagen! Maar helemaal niet meer omdat onze voorraad op is!

    Wij hebben het geluk om nog alle dagen 3x aan tafel te kunnen gaan.
    Bij sommige van ons is het een sober gedekte tafel, bij anderen al wat rijkelijker. Maar we hebben allemaal nog genoeg!
    Beseffen wij dat voldoende? 

    Enkele mensen namen het initiatief om, na de feestelijke maanden december en januari, de maand februari uit te roepen tot een maand zonder alcohol! Dat initiatief kreeg de naam ‘ de tournée minérale’! 
    En al verschillende jaren geleden namen enkele mensen het initiatief om onze christelijke vastenperiode uit te roepen tot ’40 dagen zonder vlees’! Omdat dieren kweken veel te veel schade veroorzaakt aan de natuur!

    Nu, kwam de voorzitter van de Boerenbond met een aanvullend schitterend idee voor deze 40 dagen!  ‘Ook de korstjes opeten !’
    Natuurlijk spreekt hij voor zijn eigen winkel. Maar heeft hij geen overschot van gelijk ?
    Niet alleen de warenhuizen, ook wij gooien  veel te veel voedsel weg.
    Die schelletjes toespijs die er niet meer zo fris uitzien, de laatste of eerste snee van het brood die al wat droog is, groenten die er wat slap uitzien, fruit dat niet blinkt, iets wat we niet graag lusten …
    Hoeveel laten we soms niet op ons bord liggen? 

    Wat zijn wij rijke mensen en kinderen dat we zo’n initiatieven nodig hebben om bewust te worden hoeveel we onbewust eten en drinken!
    En spijtig genoeg terwijl in Bourkina Faso zo veel mensen en kinderen sterven van de honger!
    Honger omdat door de nieuwe hardnekkige droogte periodes, ginder niets meer kan groeien! Omdat mede door toedoen van de mensen het klimaat en milieu zo erg beschadigd is!
    Die mensen zijn zo kwetsbaar en hebben nog zoveel veerkracht om de wereld om hulp e vragen!

    Wanneer we aan de kinderen in Burkina Faso durven denken wanneer op onze tafel iets komt dat we niet zo lekker vinden, dat zou al erg kunnen helpen om alles te leren eten.
    Aan die kinderen durven denken zou ons al helpen om niet te zeuren wanneer de chocopot juist voor onze neus wordt leeg geschraapt.
    Aan die kinderen durven denken kan ons leren alle dagen éne keer ‘dank je wel  zeggen’ voor alles wat mama en papa op tafel brengen.
    Aan die kinderen durven denken, leert ons misschien om niet altijd maar méér te vragen, zoals nieuwe spelletjes die op de markt komen en onze ogen uitsteken...

    Als we regelmatig durven denken aan de zovele mensen en kinderen in Bourkina Faso die niets hebben om te eten, die sterven van de honger, dan leren wij misschien wel blij zijn met wat we allemaal hebben en durven we wel eens zeggen
    ‘ik heb genoeg’ !

    De vastenperiode vraagt ons niet om met honger van tafel te gaan! 
    Wel om met goesting van tafel te gaan om er toch echt ne goeie en mooie vastentijd van te maken!‘ 

    05-03-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    19-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doe een efforke - 7e zondag jaar A 2017 - Gie

    Zevende zondag door het jaar A 2017 - Zondag 19 februari 2017

    Eerste lezing: Leviticus 19, 1-2.17-18 - 'Hou evenveel van de mensen om je heen als van jezelf'
    EvangelieMattheüs 5, 38-48 - 'Wees volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is'

    --- Doe een efforke ---

    Nog nooit heb ik het zo moeilijk gehad om de juiste woorden te vinden bij de lezingen van vandaag. Uren lang heb ik op een leeg blad zitten staren. Volmaakt is wat anders.

    Natuurlijk kan ik, net als jullie, zeggen dat ik het moeilijk heb met de woorden van Jezus. 
    Geen weerstand bieden. Je andere wang toekeren. Zomaar geven wat iemand vraagt. Niet alleen je naaste, maar ook je vijanden beminnen. Volmaakt zijn. Allemaal goed en wel, maar wat Hij vraagt, lijkt wel een onmogelijke opdracht. 
    Hoe moet ik die opdracht aan jullie verkopen? Hoe kan ik ze vertalen naar mensen van vandaag?

    Sinds Jezus’ tijd tot op vandaag geldt de Thora, de boeken van Mozes, als het belangrijkste Joodse wetboek. We hoorden vorige zondag dat Jezus zich daar niet tegen afzet. “Ik ben niet gekomen om de wet van Mozes af te schaffen”, zegt Hij, “maar om ze volledig te maken”. De wet blijft geldig, maar Jezus legt andere accenten. 

    Ook bij ons veranderen wetregels. Neem nu onze eigen grondwet. Die was in 1831 nog vernieuwend, ook al was hij voor een groot deel gebaseerd op de Franse grondwet, de code Napoleon. Toch zijn er, gedurende de 186 volgende jaren, bijna dagelijks wijzigingen aan gebeurd. Vertalingen, grote of kleine veranderingen, om de tekst terug bij de tijd te brengen. Om hem telkens aan te passen aan de veranderende omstandigheden. 

    Ook Jezus vond het nodig om de 10 geboden, die eenvoudige basisregels die duizend jaar eerder waren neergeschreven, opnieuw te verwoorden, om hun rijke betekenis beter te laten uitkomen. 
    In het evangelie van Mattheus neemt Jezus stelselmatig alle leefregels onder de loep. Alle voorschriften worden door hem tegen het licht gehouden, om er zijn eigen accent aan te geven. 

    Vandaag zit in de supermarkt in elk pakje charcuterie precies zoveel als er op het etiket vermeld staat. De zegswijze “mag het een beetje meer zijn” of “goed doorgewogen” horen we alleen nog bij de lokale slager of winkelier. 
    Nochtans hebben we in Antwerpen een uitdrukking om “dat beetje meer” aan te duiden. Doe eens een “efforke”, zeggen we dan. 
    Dat zo’n “efforke” ook kan gelden in de uitvoering van een wet, ligt bij ons niet voor de hand. 
    Alsof we, bij het betalen van onze belastingen, uit vrije wil het bedrag wat naar boven zouden afronden. Al zouden we dat op café misschien nog wel doen. 

    “Een oog voor een oog, een tand voor een tand”. Het is eigenlijk maar een primitieve wetgeving. Toch zorgde die eenvoudige leefregel er voor dat de “genoegdoening”, de vergelding ervan, niet erger was dan het toegebrachte leed. Het was een stap vooruit in vergelijking met de bloedwraak die voordien geldig was: “Word ik gewond, dan dood ik een man, krijg ik een schram, dan neem ik een kind” (Genesis 4, 23).
    Maar voor Jezus moet het méér dan een stapje verder gaan. “Wie je op de rechterwang slaat, moet ook de linkerwang toe te keren”. Een leefregel die soms heel ontwapenend kan werken. 

    Met het afnemen van kleren zijn wij (gelukkig) niet zo vertrouwd. Bij ons worden mensen enkel figuurlijk in hun blootje gezet. De schande blijft natuurlijk. Maar als iemand echt bloot komt te staan, werkt dat even ontnuchterend als ontwapenend.

    “Als iemand je dwingt een mijl met hem mee te gaan, ga er dan twee met hem mee”. Ook het gebruik om (al dan niet gedwongen) een eindje met iemand mee te gaan, zijn we grotendeels vergeten. We kennen het nog uit het lijdensverhaal, waar Simon van Cyrene wordt gedwongen om een gedeelte van de kruisweg het kruis van Jezus te dragen. 
    Maar menige geliefde geleid wat graag zijn liefje bij het afscheid tot aan de voordeur … en liefst nog wat verder. 
    Een flink aantal jaren geleden, na een familiefeest in Nederland. Toen we naar huis wilden keren, hing er een extreem dikke mist. Ik herinner me nog hoe een neef toen spontaan met de auto voorreed, tot bij de oprit van de snelweg. Ik ben er nog altijd dankbaar voor.

    “Geef aan wie iets van je vraagt en keer je niet af van wie geld van je wil lenen”. Zelfs vandaag gebeurt het, dikwijls na een oproep via facebook of andere sociale media, dat mensen spontaan hulp bieden aan een totaal onbekende die plots in grote nood gekomen is. 

    Je moet je naaste liefhebben, akkoord. Zelfs als we er behalve naaste familie, ook buren en vrienden van vrienden bijnemen. 
    Maar is het een verdienste, als je liefhebt wie jou liefheeft? Dat doen de tollenaars toch ook! Als jullie alleen vriendelijk zijn voor je broeders en zusters, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo? “Heb je vijanden lief”, zegt Jezus, en “bid voor wie jullie vervolgen”. Wees goed zonder berekening, net zoals jouw hemelse Vader goed is zonder te rekenen. 
    Het gebeurt niet zo dikwijls, maar toch regelmatig, dat een slachtoffer zijn dader gaat opzoeken in de gevangenis. Het slachtoffer leert de redenering van de dader kennen en de dader de pijn van het slachtoffer. Zeer dikwijls een boeiend gesprek, waar ze beiden rijker van terugkeren. De kloof tussen vriend en vijand, wordt een brug tussen dader en slachtoffer.

    De weg naar volmaaktheid, die Jezus ons vraagt, mag men niet verstaan in de zin van moreel perfect, in orde zijn met alle wetsbepalingen. 
    Het gaat eerder om heelheid, harmonie met zichzelf, met God, met de omgeving. 
    Jezus vraagt zijn volgelingen om een “efforke” te doen om de regels te onderhouden, meer naar de geest dan naar de letter. 
    Als kleine stappen naar volmaaktheid, worden vrijwel al de door Jezus genoemde applicaties op de wet wel eens toegepast. Het zijn geen onmogelijke opdrachten: 
    • Niet alle kwaad moet worden uitgevochten. 
    • Je kwetsbaar opstellen, werkt ontwapenend. 
    • Niemand zet een ander -zomaar- in zijn blootje. 
    • Meegaan met iemand, zelfs verder, kàn ook ongedwongen. 
    • Geven of lenen aan wie jou iets vraagt, gaat soms spontaan. 
    • Begrip tonen voor je vijanden en bid voor wie je vervolgen. 
    Wie “een beetje meer” doet zonder berekening, kan een kind zijn van de Vader in de hemel. Net zoals die hemelse Vader goed is zonder te rekenen. Hij laat de zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. 
    Doe een “efforke”. Wees volmaakt zoals jullie hemelse Vader volmaakt is. 
    Amen. 

    19-02-2017 om 12:36 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-02-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.’t Zit in ’t Hart! - 6e zondag jaar A 2017 - Marc

    Zesde zondag door het jaar A 2017 - Zondag 12 februari 2017

    Eerste lezing: De eerste brief aan de Korintiërs 2, 6-10 - 'Wij verkondigen een goddelijke wijsheid'
    EvangelieMattheüs 5, 17-37 - 'Uw ja moet ja zijn, uw neen, neen'

    --- ’t Zit in ’t Hart! ---

    Wie onder ons al eens een havenrondrit heeft mogen meemaken, met deskundige uitleg, heeft dan zeker gehoord wat “toegevoegde waarde” betekent: goederen die in onze haven aankomen, daar verder bewerkt worden, en op die manier meer waard worden. 
    Af en toe stel ik me de vraag: brengt het evangelie een toegevoegde waarde in onze wereld? 
    Want als dat niet het geval zou zijn, als het leven van mensen niet meer waard zou worden door de boodschap van Jezus, kunnen we misschien lid van de kerk blijven voor de gezelligheid, maar moeten we er ons niet al te druk over maken dat er vroeg of laat een einde zou komen aan onze club. 

    Of we die boodschap een verbetering zullen vinden, hangt ook af van onze eigen overtuiging, van onze ‘normen en waarden’. Maar ik denk dat Jezus in elk geval iets verkondigt dat anders is dan de ‘gewone’ opvattingen van mensen over wat goed is en kwaad, over wat de mensen zowat ‘normaal’ vinden. Wat hij voorhield botste met opvattingen in zijn tijd, en met wat de ‘publieke opinie’ vandaag vanzelfsprekend vindt. 

    Het is vanzelfsprekend dat wij overeenkomen met wie met ons kan overeen komen.  Het is in een beschaafde maatschappij vanzelfsprekend dat we elkaar de kop niet inslaan. En het is ook vanzelfsprekend dat we niet met iedereen kunnen overeenkomen, en dat er al eens een hard woord valt.We hebben regels en recht, om in conflicten te bepalen wie schuldig is en wie niet. Misschien is het altijd zo geweest, maar ik heb de indruk dat wij in deze tijd er heel goed in geworden zijn, om schuldigen te vinden. 
    Of het over sport gaat, of over politiek, of over de economie, of over veiligheid, of over onderwijs, de belangrijkste vraag is: wie heeft de fout begaan? 
    En op veel begrip moet de schuldige dan niet meer rekenen. En zijn gezin of omgeving ook niet. Als we de zondebok gevonden hebben, kan hij of zij niet streng genoeg gestraft worden.

    Als ik het evangelie goed begrijp, wijst Jezus een andere weg. 
    Wat mij het meeste treft in de tekst van vandaag, is wat hij zegt over het offer dat we naar het altaar brengen. Ons leven, dat we in deze kerk binnenbrengen, dat we verenigen willen met het leven van Jezus om het te delen. Als ik er aan aan denk, dat een broeder of zuster iets tegen me heeft… Dat herinnert me aan het Onze Vader. We kunnen dat alleen maar goed bidden, als we beseffen dat we allemaal, alle-maal, alle mensen, broeders en zusters zijn. 

    En de woorden van Jezus treffen me ook, omdat er staat: uw broeder heeft iets tegen jou. Er staat niet: ik heb iets  tegen hem of haar. 
    Als Jezus dan zegt: ga je eerst verzoenen, is dat helemaal niet vanzelfsprekend. Hij verwacht van mij dat ik de eerste stap zet, ook als er bij mij geen fout zou zijn. En dan hoor ik weer die woorden van elders in de bijbel: Barmhartigheid wil ik, en geen offers…. 
    Het brood van het leven kunnen we maar delen, als wij er alles aan doen om met allen met wie we te maken hebben, proberen als kinderen Gods samen te leven, proberen zo goed als God te zijn. Telkens opnieuw, proberen de eerste stap te zetten… 

    Een goede samenleving steunt op recht en orde, dat trekt Jezus niet in twijfel. Maar de meerwaarde die het boek van het evangelie toevoegt aan het wetboek, is de waarde van een barmhartig hart, dat zich ook over onvolmaakte, ja, ook schuldige mensen ontfermt, en met hen het leven wil delen. En onvolmaakte, schuldige mensen, wie van ons kan zeggen dat hij of zij nooit tot die groep zal behoren?

    Ik denk dus dat het evangelie meer dan ooit in deze wereld een toegevoegde waarde brengt. Het roeit tegen de stroom in van de onbarmhartigheid die steeds opnieuw de kop opsteekt. De onbarmhartigheid, die muren bouwt, mensen wegsteekt achter tralies, vijandschap in stand houdt. Ik geloof ook dat christenen die de barmhartigheid uitdragen, bondgenoten vinden bij gelijkgezinden, in andere religies en overtuigingen. 
    God werkt doorheen al die mensen van goede wil. Als zij de strijd opgeven, dooft de hoop op een zachtmoedige wereld, en worden de muren hoger. 

    12-02-2017 om 17:47 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De wereld omgekeerd - 4e zondag jaar A 2017 - Fred

    Vierde zondag door het jaar A 2017 - Zondag 29 januari 2017

    Eerste lezing: Eerste brief aan de Korintiërs 1, 26-31 - 'Wat zwak is, heeft God uitverkoren'
    EvangelieMattheüs 5, 1-12a - 'Zalig de armen van geest'

    --- De wereld omgekeerd ---

    De voorbije weken riepen zowat alle politieke partijen hun leden samen voor een Nieuwjaarsreceptie. We kregen daarover dan een verslag in het nieuws. Er werd een glas gedronken en er was overal een speech van de voorzitter. In die toespraken werd de loftrompet gestoken voor de eigen verwezenlijkingen en werd meestal ook meewarig gedaan over de andere partijen.
    Naargelang van onze eigen vooroordelen reageerden we daarop met applaus of goedkeuring, of met kritiek en ongeloof en zelfs met sarcastisch commentaar. In feite kwam het erop neer dat al die partijen een soort programmaverklaring ten beste gaven, een samenvatting van hun ideeën en strijdpunten, met het oog op de  volgende verkiezingen die er binnen een jaar al aankomen. Zo leren we dan het programma van die partijen kennen.

    Ik ga hier die programma’s natuurlijk niet naast elkaar leggen. Maar wat mij opvalt: geen enkel programma, van geen enkele partij komt ook maar min of meer in de buurt van de bekende woorden die we daarnet konden horen in die bergrede van Jezus. Met dat programma zouden ze waarschijnlijk niet veel stemmen halen en zeker geen verkiezingen winnen.

    Want het programma van Jezus doet eigenlijk net het omgekeerde van wat partijen ons voorspiegelen of beloven in hun verkiezingspropaganda. Niet toevallig heeft deze viering als titel gekregen: De wereld omgekeerd. En toch staan die woorden niet haaks op de werkelijkheid, toch is het programma van Jezus niet dwaas, of utopisch, of wereldvreemd.

    We noemen die woorden meestal: de zaligsprekingen. 
    Tenminste, de ietwat ouderen onder ons. Want vroeger begonnen al die zinnen met: Zalig de mensen die … In de nieuwere vertalingen is het woord “zalig” meestal vervangen door “gelukkig”. Dat is niet helemaal hetzelfde. En ik wil natuurlijk niet beweren dat vroeger alles beter was, maar in dit geval vind ik wel dat er een verschil is.
    Een gelukkige mens is niet hetzelfde als een zalige mens. Een gelukkige mens is voelt zich goed, leeft in vrede met zichzelf, is iemand die we kunnen benijden omdat hij zich gelukkig voelt. Een zalige mens is iemand die we zelf hebben leren kennen en waarderen.  Een zalige mens is iemand bij wij ons goed voelen, is iemand die anderen beter, gelukkiger maakt.

    En dan kunnen wij die zaligsprekingen van Jezus misschien een beetje concreter maken. Zalig zijn de mensen die hun leven wijden aan de zorg voor anderen. Zalig zijn de mensen die zieken verplegen, die zwakken en mensen met een beperking helpen en bijstaan, die zich inzetten als mantelzorgers, zonder hun dagen of hun uren te tellen. 
    Zalig de mensen die niet altijd gelijk willen hebben, die er niet op uit zijn anderen te overtroeven. Zalig de mensen die een gesprek of een discussie willen aangaan om elkaar beter te begrijpen en niet om de anderen met argumenten of handigheidjes in de hoek te duwen.
    Zalig de mensen die fier mogen zijn op hun verwezenlijkingen, omdat ze hun doel hebben bereikt zonder met de ellebogen te werken, zonder anderen opzij te duwen of te schaden. En die dan de rang of status die ze hebben bereikt, aanwenden om hun verantwoordelijkheid op te nemen voor elkaar, voor anderen, voor de maatschappij.

    Zalig de mensen die opkomen voor rechtvaardigheid en er ook in hun eigen leven naar handelen en er inspanningen voor willen doen. Zalig de mensen die oog hebben voor het leed en de noden van anderen, die zich hun ellende en miserie willen aantrekken. Zalig de mensen die wakker liggen van al wat er fout kan gaan in hun omgeving en in de wereld. 
    Zalig de mensen die niet alleen verlangen naar vrede, maar die ook echte vredestichters trachten te zijn. Zalig de mensen die zuiver en eerlijk zijn in hun bedoelingen, die er geen dubbele agenda op nahouden. 

    Zalig de mensen die barmhartig zijn, staat er ook in de zaligsprekingen. En barmhartig is weer zo een oud en vergeten woord. Maar een barmhartig mens is iemand die zich over anderen ontfermt, iemand die anderen begrijpt en aanvoelt, iemand met empathie om een modern woord te gebruiken, iemand bij wie we ons geborgen weten, iemand bij wie we ons thuis voelen.
    Zulke zalige mensen kennen wij allicht allemaal, ook in onze eigen omgeving. Over zulke zalige mensen horen wij getuigenissen bij een uitvaart, bij een afscheidsviering. 
    Daar komt men niet af met politieke slogans of propaganda, daar wordt geen wervende speech gehouden om mensen te overtuigen, daar gaat het alleen over hoe mensen elkaar kunnen ervaren: zalig dus.

    Zo een zalige mens was ook pater Damiaan. 
    Hij had ook een programma, hij kon ook hevig discussiëren en botsen met zijn oversten, met de autoriteiten. En ook hij was er  soms op uit gelijk te halen en te krijgen. Maar voor de mensen in Molokai was hij in de eerste plaats een zalige mens. Totaal, ongebreideld en consequent. Zodanig dat na al die jaren zijn werk nog wordt verder gezet. Door vele nieuwe, gedreven, enthousiaste, door vele … zalige mensen! 

    29-01-2017 om 08:42 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een geloof in eigen kunnen - 3e zondag jaar A 2017 - Jan

    Derde zondag door het jaar A 2017 - Zondag 22 januari 2017

    Eerste lezing: Jesaja 8, 23b - 9, 3 - 'Een licht straalt voor het volk'
    EvangelieMattheüs 4, 12-23 - 'De profetie van Jesaja vervuld'

    --- Een geloof in eigen kunnen ---

    Als onze kleinkinderen komen slapen dan moeten wij altijd ongelooflijke trukken uithalen om ergens licht te laten schijnen.  In een hoek van hun kamer, onder een stoel, op de gang, boven op de kast… Ze kunnen niet tegen de duisternis.
    Wij ook niet denk ik soms.
    Er is geen plek in Vlaanderen waar geen licht brandt.  In de huizen, op straat, op autostrades, in bedrijven brandt het licht de hele nacht.  We zijn het zo gewoon dat velen onder ons zelfs niet meer kunnen slapen in volledige duisternis.  Ik ook niet. Onze kleinkinderen blijkbaar ook niet.
    Licht in de duisternis, dat hebben we nodig.

    En dan hoorden we daarnet in het evangelie: “Het volk dat in de duisternis zat, heeft een groot licht aanschouwd.”  Bombastischer kon men de komst van Jezus niet aankondigen.  Nog maar een paar weken geleden hoorden we in de kerstnacht: “Gij zult een groot licht aanschouwen, het licht is opgegaan in de duisternis.”  Dat was de aankondiging van zijn geboorte, nu start zijn openbaar leven.
    Jezus hoort dat Johannes de Doper aangehouden is.  Johannes was zijn leraar die hem had aangewezen als zijn opvolger.  
    Ze hebben alle twee ongeveer dezelfde opvattingen.  Alle twee denken ze: “dat licht komt er niet zomaar.  We moeten iets in beweging brengen.”
    Maar nu is Johannes opgepakt. Jezus vestigt zich in Kafarnaum, een godvergeten dorpje aan het meer.  We zitten in een streek waar mensen zitten die van overal komen, gevlucht zijn.  Voor Herodes?  Of omdat ze niet konden overleven in het land waar ze vandaan kwamen. 

    En één zinnetje in de eerste lezing vind ik wel interessant.  Ook daar spreekt men van een land waar het volk ronddwaalt in het duister.  Waar mensen wonen die geen uitweg meer zien. En dat volk ziet een helder licht.
    Wie vandaag belangrijk nieuws te melden heeft doet dit in een persconferentie in een hoofdstad van een land of van Europa, of van Amerika.  Je zorgt dat er veel journalisten en een massa journalisten op af komen. In Amerika zou iemand het zo doen.   Jezus heeft het anders gedaan, hij heeft belangrijk nieuws te melden.
    Maar Jezus trekt weg uit de hoofdstad Jeruzalem.  Hij trekt naar het noorden, naar een streek die geen aanzien had, die een slechte reputatie had, waar het vol zit van vluchtelingen.  Hij wil onder die mensen zijn want hij is zelf een vluchteling. Hij wil het licht brengen daar waar men dit het meest nodig heeft.  Hij denkt: “daar, bij die mensen, kan ik iets in beweging brengen”

    Toen is er iets gebeurd, toen hij voorbijkwam heeft hij gekeken en gewenkt, niet echt veel gesproken.  Hij spreekt 2 vissers aan, 2 broers.  Het zijn gewone vissers, ongeletterden, ruwe bonken waar het onderwijs, met al haar vormen om talenten op te sporen, geen vat op had.
    Dat ze vissers zouden mogen blijven, heeft hen misschien over de streep getrokken;
    Dat ze mensen aan boord zouden halen, daarin zijn ze pas dag na dag gegroeid. Mensenvissers
     Die avond zijn ze thuisgekomen, niet zoals alle andere avonden.
    Hoe hebben ze verteld dat ze alles overboord hadden gegooid om iets nieuws te beginnen?
     
    Wie laat er nu zijn bedrijf en zijn familie achter en loopt mee in de beweging van iemand die ze niet kennen.  Maar het moet zijn uitstraling geweest zijn, zijn houding, zijn manier van doen. 
    Hoe hun verhaal in de huiskamer heeft geklonken, weten we niet,
    Maar we weten wel: méér dan 2000 jaar later klinkt het nóg!
    Ze begrepen hem en volgden hem, hij liep vooraan, velen er achteraan.

    Plots zie ik het beeld terug van de afscheidsviering van Fie, een paar weken terug.
    Vader duwt moeder vooruit in de rolstoel en moeder draagt de urne van haar dochter, daarachter de hele familie die volgt.  Maar dat is niet waar! Ik vertel het verkeerd.
    Het is de dochter die voorgaat, het is Fie als echtgenoot, als moeder, als zuster, als tante… die voorgaat en de rest volgt haar.  Zij heeft de weg zo verlegd, door haar houding, haar manier van doen, haar uitstraling, de hele familie volgt haar. In liefde en respect. Met zo’n beeld zouden we van elke geliefde afscheid moeten kunnen vieren.

    Ook die vissers zeiden: “Hem willen we volgen” en ze begonnen aan een beweging die de wereld heeft doen nadenken.  Ze hadden het niet gemakkelijk.  Maar voor velen scheen het licht omdat hun ogen geopend werden en tegelijkertijd hun handen.
    Goede mensen, eerlijke rechtlijnige mensen, zoals wij allemaal zijn, zouden iets moeten hebben van mensenvissers.
    Niet door onze netten uit te gooien waarin mensen zich in laten verstrikken. Maar door de wervingskracht die van een authentieke houding uitgaat, van een geloof in eigen kunnen, van een eerlijke bekommernis voor mekaar.  Dat betekent veel meer dan opkomen voor een aantal waarden die populair zijn maar weinig of geen inhoud hebben of niet te realiseren zijn.

    Deze zondag is voor ons wellicht begonnen zoals de meeste zondagen: ontbijt en dan richting zondagsviering. Vergeten we niet dat we vandaag, ook hier, uitgenodigd worden om aan datzelfde verhaal mee te schrijven. Dan schijnt het licht in duisternis.

    Naar ideeën van Nakita Skatchkoff – preek vdw Dominicanen – Mieke Dejonghe 

    22-01-2017 om 17:24 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-01-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heer ik ben waardig dat Gij nu tot mij komt! - 2e zondag jaar A 2017 - Hilda

    Tweede zondag door het jaar A 2017 - Zondag 15 januari 2017

    Eerste lezing: Jesaja 49, 3. 5-6 - 'Ik maak u tot licht voor de heidenen'
    EvangelieJohannes 1, 29-34 - 'Lam Gods dat de zonde wegneemt'

    --- Heer ik ben waardig dat Gij nu tot mij komt! ---

    Lieve mensen,
    Vandaag lezen we het evangelie waaruit de woorden genomen zijn: “Zie het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt”.
    Woorden die we telkens, juist voor we te communie gaan, uitspreken! 
    Woorden die tot onze religie behoren, die bij onze kerkelijke traditie horen!
    Om de drie jaar staan we even stil bij deze woorden! En vandaag opnieuw!

    “Lam” ’t 1ste woord! 
    (Als kanttekening denk ik aan ‘lamsvlees’! Lamsvlees dat in de keuken van andere culturen past. De keuken waarvoor wij zo dikwijls onze ramen sluiten, want dat stinkt. Wij stoefen alleen over een lamskoteletje met looksaus uit een mooi restaurant. Als christenen zouden we zo niet naar de andere keuken mogen kijken. Gelukkig is er door de jaren al een grotere tolerantie en hebben we al willen proeven de vreemde keukens die ook lekker kunnen zijn. Met  goeie allochtone buren, kennen we dit vermoedelijk al lang.)
    “Lam”
    In het Aramees betekent het woord ‘ebya’ zowel ‘dienaar’ als ‘lam’!
    Misschien mogen we dan ook zeggen “Zie de Dienaar Gods die de zonden van de wereld wegneemt…”

    “Wegneemt”, de Evangelist Johannes gebruikt graag woorden met meerdere betekenissen!
    Het werkwoord ‘airein’ dat hier gebruikt wordt kan zowel betekenen “dragen” (op zich nemen, zich belasten met), als “wegdragen” (wegnemen, doen verdwijnen).
    Als we naar dit woord “airein” kijken in de betekenis van “dragen”, op zich nemen, dan horen we daar zeker een bekommernis in! Een mee-dragen! 
    Er is Iemand die het zich aantrekt! 
    Kijken we naar het woord “airein” in de betekenis van wegdragen, wegnemen, doen verdwijnen, dan gaan we naar Jezus kijken! Jezus, van godswege, de dienaar Gods,  die dit zou doen!
    En ten diepste heeft Johannes gelijk natuurlijk!
    Is het niet Jezus die uit bekommernis om de wereld waarin Hij leeft, ons op een andere manier naar de wereld, naar de mensen rondom ons en veraf doet kijken?
    Is het niet Jezus die ons attent maakt dat verdraagzaamheid en vergeven, dat geweldloze omgang met elkaar leidt naar een wereld, waar goedheid de bovenhand heeft en het kwade dan automatisch verminderd, afneemt? 

    Als ik zó naar die woorden kijk en luister, kan ik niet anders dan het appèl horen van Godswege, Hij, die het mij heeft voorgedaan…maar die tegelijkertijd ook om mij bekommerd is…
    Dan kan ik niet anders dan het “enthousiasme” waarmee Jezus begint, te horen en te zien.
    Dan kan ik niet anders dan aan het apèl van weleer denken, waardoor ook wij onze kinderen lieten dopen!
    Waardoor ook wij een voet in het parochieleven zette en samen met velen hier lief en leed deelden en nog delen!
    Waardoor ook wij enthousiaste mensen werden om samen met jullie een knappe parochie uit te bouwen! Een plek waar we met velen feesten, waar we concerten beleven, waar jong en oud gebruik maken van de kerk, de parochielokalen en -pleinen, om samen enthousiast te groeien, te leven en te delen!
    Weet je nog “enthousiast!
    Een maand geleden hadden we het er ook over!
    Enthousiast: het woord is immers afkomstig van het Griekse ἔνθεος (entheos), wat zoveel betekent als “van God vervuld.”

    En in heel mijn enthousiasme kan ik niet anders dan jullie vertellen hoe ik destijds in het Revalidatiecentrum huiverde van de woorden: “Heer ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden !”
    Wanneer ik daar ter plekke zag hoe patiënten vochten met hun leven, hoe ze met hun verlamming terug probeerden te stappen, terug probeerden zelfstandig te eten, enz… dan kon ik niet anders dan die woorden aanpassen en zeggen:
    “Heer ik ben waardig dat Gij nu tot mij komt! Spreek me aan en m’n ziel zal gezond worden”!

    Gezond worden doen we in ’t revalidatiecentrum niet door te communie te gaan! Neen, door de medische hulp zullen we beter worden. Door ons dagelijks revalidatiewerk, zullen we beter worden. 
    Als we in die situatie naar de mis komen, tot gebed komen, dan mogen we verheven worden in plaats van teneergedrukt! Dan mogen we Gods bekommernis met ons weten en ons aangesproken, en aangemoedigd weten om het vol te houden!
    Want op die momenten in het leven worden we tot in onze ziel geraakt en willen we ook van onze zielenpijn genezen.

    Lieve mensen, wat wens ik ons allemaal bekommernis en bemoediging wanneer we het moeilijk hebben!
    Wat wens ik ons allemaal geënthousiasmeerd, om het nieuwe jaar enthousiast te beginnen en vooral goed door te komen! Wat wens ik dat we weer een heel jaar lang van die goeie goddelijke mensen kunnen zijn!

    Bronnen: Kerugma, filosofenfontein, M Gallant

    15-01-2017 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs