Ik heb een beetje moeite met verhalen als dat van Rainata uit Burkina Faso. Rainata doet vanalles. Al voor ze naar school gaat, heeft ze al allerlei klusjes gedaan. Op school zingen de kinderen samen en is er rekenles. Mama maakt eten klaar; Rainata helpt. Haar oom is bezig met de geiten. Ze eten met zijn allen samen onder het afdakje en praten dan over alles en nog wat. Ze gaan water halen bij de waterput. Enzovoort
Er is zoveel tegelijkertijd aan de hand, dat je het bos van de bomen niet meer ziet. Dat je mist waar het in het verhaal eigenlijk om draait.
Mensen gaan altijd op zoek naar de anekdote, naar de spannende gebeurtenis. Maar die is er niet altijd. Dan heb je de neiging om te gaan roepen: waar gaat het nu eigenlijk over?, wat heb je me te vertellen?, wat is de clou van het verhaal?
Gelukkig wordt dat er op het einde bij vermeld: mani ni taba, wat betekent iedereen doet mee.
Waarschijnlijk gebeurt er met het verhaal van Lazarus ongeveer hetzelfde. Lazarus, een goede vriend van Jezus, is ziek. Zijn zussen Martha en Maria laten Jezus roepen. Onze vriend Lazarus slaapt, zegt Jezus. Dus wacht Hij nog twee dagen, voordat Hij met zijn leerlingen naar Judea gaat. Jezus zegt dat bij Hem iedereen veilig is en dat Hij zijn vriend Lazarus zal wakker maken. Maar Lazarus is al vier dagen begraven!
De zussen Martha en Maria klagen, ieder om beurt, dat hun broer niet zou gestorven zijn, als Jezus erbij was. Jezus troost hen en zegt dat hun broer zal opstaan. Dan gaat Hij naar het graf en roept: kom naar buiten Lazarus.
Er is zoveel meer aan de hand, dat je mist waar het verhaal eigenlijk om draait.
Dus gaan wij, als mensen, op zoek naar de spannende gebeurtenis, naar het spektakel. In dit geval is dat de overleden Lazarus die uit zijn graf komt.
Bij Johannes, de evangelist, is dat niet de bedoeling. Bij wonderbare gebeurtenissen of genezingen als deze, heeft Johannes het altijd over tekenen. God/ de Heer/ Jezus geeft ons een teken.
Over die tekenen schreef hij zelf het volgende (Joh. 20:30-31): Jezus heeft nog veel meer tekenen gedaan, toen Hij bij zijn leerlingen was, die niet in dit boek zijn opgeschreven. Maar deze zijn speciaal uitgekozen, opdat jullie geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. Door te geloven in Jezus, heb je leven in Zijn Naam.
Johannes heeft deze tekenen dus beschreven, om duidelijk te maken dat wij zouden geloven, dat Jezus de Zoon van God is.
Het wondere, het spectaculaire is voor Johannes blijkbaar niet zo belangrijk. Hij wil ons vooral laten aanvoelen hoe Jezus is. Daarom benadrukt Johannes hoe Jezus mensen kansen geeft.
Jezus maakt mensen wakker, geneest ze, door te zorgen dat ze opnieuw mogen meetellen. Want wie meetelt, lééft mee. Dood zijn is: aan je lot overgelaten worden, niet (meer) mee mogen doen.
Daarom laat hij Jezus steeds opnieuw herhalen dat onze vriend Lazarus slaapt. Verder laat hij Jezus drie dingen zeggen: Neem die steen weg, Lazarus, kom naar buiten en Maak hem los en laat hem gaan.
Dat een steen wegnemen héél bevrijdend werkt, ondervond ikzelf enkele weken geleden toen bij mij een paar nierstenen werden weggenomen. Dat was letterlijk een echte bevrijding van pijn.
Lazarus, kom naar buiten, kom in het licht en lééf. Maar ook Martha, kom naar buiten of Maria, kom naar buiten en blijf niet steken in je verdriet. Want wie in Mij gelooft, zegt Jezus, wie zich aan Mij toevertrouwt, zal leven, zal aan het licht komen, zal aan zijn angst voorbij leven.
Tenslotte zegt Jezus: Maak hem los en laat hem gaan. Dat is een vraag naar de anderen toe. Die moeten helpen, een duwtje in de rug geven.
De kinderen hebben samen brood gemaakt. Zij houden seffens samen een broodmaaltijd. Wij mogen meedoen, want Jezus zit mee in onze kring.
Dus tellen die drie opdrachten ook voor ons: mens, kom naar buiten, neem de steen weg en maak hem los en laat hem gaan
.
Vorige week hadden de vormelingen hun beloftenviering. Tot hen speciaal zegt Jezus: jongedame, jongeman, kom naar buiten met wat je beloofd hebt. Laat zien dat je Mij wil volgen, dat je een echte christen wil zijn!
Een steen is iets dat in de weg ligt.
Hoe dikwijls gebeurt het niet dat er tussen ons iets in de weg ligt. Een steen, een kleine of een grote hindernis, een kleine of een grote ruzie.
Dan is er die laatste opdracht: Maak hem los en laat hem gaan. Dat is een vraag naar ons allemaal toe. Ook wij moeten helpen, een duwtje in de rug geven aan wie hulp nodig heeft.
Nu begrijp ik beter het verhaal van Rainata: ook al is er maar weinig in Burkina Faso, als iedereen, van groot tot klein, meedoet en meehelpt, mani ni taba, dan komt alles goed.
Wie meetelt, lééft mee.
Amen.