Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier.
Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.
--- Kom naar buiten --- Wegwijzerviering, viering gericht op gezinnen
Ik heb een beetje moeite met verhalen als dat van Rainata uit Burkina Faso. Rainata doet vanalles. Al voor ze naar school gaat, heeft ze al allerlei klusjes gedaan. Op school zingen de kinderen samen en is er rekenles. Mama maakt eten klaar; Rainata helpt. Haar oom is bezig met de geiten. Ze eten met zijn allen samen onder het afdakje en praten dan over alles en nog wat. Ze gaan water halen bij de waterput. Enzovoort
Er is zoveel tegelijkertijd aan de hand, dat je het bos van de bomen niet meer ziet. Dat je mist waar het in het verhaal eigenlijk om draait.
Mensen gaan altijd op zoek naar de anekdote, naar de spannende gebeurtenis. Maar die is er niet altijd. Dan heb je de neiging om te gaan roepen: waar gaat het nu eigenlijk over?, wat heb je me te vertellen?, wat is de clou van het verhaal?
Gelukkig wordt dat er op het einde bij vermeld: mani ni taba, wat betekent iedereen doet mee.
Waarschijnlijk gebeurt er met het verhaal van Lazarus ongeveer hetzelfde. Lazarus, een goede vriend van Jezus, is ziek. Zijn zussen Martha en Maria laten Jezus roepen. Onze vriend Lazarus slaapt, zegt Jezus. Dus wacht Hij nog twee dagen, voordat Hij met zijn leerlingen naar Judea gaat. Jezus zegt dat bij Hem iedereen veilig is en dat Hij zijn vriend Lazarus zal wakker maken. Maar Lazarus is al vier dagen begraven!
De zussen Martha en Maria klagen, ieder om beurt, dat hun broer niet zou gestorven zijn, als Jezus erbij was. Jezus troost hen en zegt dat hun broer zal opstaan. Dan gaat Hij naar het graf en roept: kom naar buiten Lazarus.
Er is zoveel meer aan de hand, dat je mist waar het verhaal eigenlijk om draait.
Dus gaan wij, als mensen, op zoek naar de spannende gebeurtenis, naar het spektakel. In dit geval is dat de overleden Lazarus die uit zijn graf komt.
Bij Johannes, de evangelist, is dat niet de bedoeling. Bij wonderbare gebeurtenissen of genezingen als deze, heeft Johannes het altijd over tekenen. God/ de Heer/ Jezus geeft ons een teken.
Over die tekenen schreef hij zelf het volgende (Joh. 20:30-31): Jezus heeft nog veel meer tekenen gedaan, toen Hij bij zijn leerlingen was, die niet in dit boek zijn opgeschreven. Maar deze zijn speciaal uitgekozen, opdat jullie geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. Door te geloven in Jezus, heb je leven in Zijn Naam.
Johannes heeft deze tekenen dus beschreven, om duidelijk te maken dat wij zouden geloven, dat Jezus de Zoon van God is.
Het wondere, het spectaculaire is voor Johannes blijkbaar niet zo belangrijk. Hij wil ons vooral laten aanvoelen hoe Jezus is. Daarom benadrukt Johannes hoe Jezus mensen kansen geeft.
Jezus maakt mensen wakker, geneest ze, door te zorgen dat ze opnieuw mogen meetellen. Want wie meetelt, lééft mee. Dood zijn is: aan je lot overgelaten worden, niet (meer) mee mogen doen.
Daarom laat hij Jezus steeds opnieuw herhalen dat onze vriend Lazarus slaapt. Verder laat hij Jezus drie dingen zeggen: Neem die steen weg, Lazarus, kom naar buiten en Maak hem los en laat hem gaan.
Dat een steen wegnemen héél bevrijdend werkt, ondervond ikzelf enkele weken geleden toen bij mij een paar nierstenen werden weggenomen. Dat was letterlijk een echte bevrijding van pijn.
Lazarus, kom naar buiten, kom in het licht en lééf. Maar ook Martha, kom naar buiten of Maria, kom naar buiten en blijf niet steken in je verdriet. Want wie in Mij gelooft, zegt Jezus, wie zich aan Mij toevertrouwt, zal leven, zal aan het licht komen, zal aan zijn angst voorbij leven.
Tenslotte zegt Jezus: Maak hem los en laat hem gaan. Dat is een vraag naar de anderen toe. Die moeten helpen, een duwtje in de rug geven.
De kinderen hebben samen brood gemaakt. Zij houden seffens samen een broodmaaltijd. Wij mogen meedoen, want Jezus zit mee in onze kring.
Dus tellen die drie opdrachten ook voor ons: mens, kom naar buiten, neem de steen weg en maak hem los en laat hem gaan .
Vorige week hadden de vormelingen hun beloftenviering. Tot hen speciaal zegt Jezus: jongedame, jongeman, kom naar buiten met wat je beloofd hebt. Laat zien dat je Mij wil volgen, dat je een echte christen wil zijn!
Een steen is iets dat in de weg ligt.
Hoe dikwijls gebeurt het niet dat er tussen ons iets in de weg ligt. Een steen, een kleine of een grote hindernis, een kleine of een grote ruzie.
Dan is er die laatste opdracht: Maak hem los en laat hem gaan. Dat is een vraag naar ons allemaal toe. Ook wij moeten helpen, een duwtje in de rug geven aan wie hulp nodig heeft.
Nu begrijp ik beter het verhaal van Rainata: ook al is er maar weinig in Burkina Faso, als iedereen, van groot tot klein, meedoet en meehelpt, mani ni taba, dan komt alles goed.
Wie meetelt, lééft mee.
Amen.
Het verhaal van Rainata
Zullen we even op bezoek gaan bij Rainata en haar familie in Burkina Faso? Zijn jullie ook nieuwsgierig hoe het leven daar is?
Kijk, daar staat Rainata op de koer, het pleintje waarrond de hele familie woont in 4 kleine huisjes. Rainata vertrekt net naar school. Ze heeft vanmorgen al heel wat klusjes gedaan: de afwas gedaan, de koer geveegd en meel gemalen. Er is heel wat werk op de koer en dus kan mama haar hulp goed gebruiken. Maar nu is het hoog tijd om naar school te vertrekken. Anders komt ze te laat en vandaag mag zij de vlag hijsen! Elke schooldag begint immers met het hijsen van de Burkinese vlag. Ze zingen dan samen een lied waarin ze hun ouders en leerkrachten bedanken omdat ze naar school kunnen. Daarna is er rekenles. Rekenen is Rainatas lievelingsvak.
Als het middag is, krijgen alle kinderen een portie gierstpap. Daarmee vertrekken ze terug naar huis. Daar staat mama al in de kookpot te roeren. Op de koer kookt ze het middageten voor de hele familie. Rainata pakt meteen de grote lepel over en begint te roeren. Hier op de koer is ze graag. Er is altijd wat te beleven. Haar oom is ginds bezig bij de geiten. Waar is Abbas? Haar neefje komt haar meestal meteen begroeten als ze van school komt. Alle kinderen die rond de koer wonen zijn als broers en zussen van mekaar. Ze doen heel veel samen. Rainata is erg blij met haar grote familie. Haar papa heeft 2 vrouwen, maar dat is helemaal geen probleem, want iedereen wordt gelijk behandeld. Yaaba, de grootmoeder van Rainata woont ook op de koer, in het huisje naast hen. Rainata gaat haar even opzoeken. Ze heeft net bonen gepeld. Die liggen nu te drogen in de zon.
Tijdens het eten zitten ze allemaal samen onder het afdakje, want op de middag is het erg heet. De grote schalen staan gewoon op de grond en iedereen neemt wat met zijn handen. Ondertussen wordt er heel wat af gepraat, meestal over het werk op het veld. Zolang er genoeg regen valt, kan daar heel wat groeien. Maar tijdens het lange droge seizoen van meer dan 8 maanden, geraakt het eten op en komen ze soms te kort.
Op de koer is iedereen een beetje de baas. Als er beslissingen genomen moeten worden of de taken moeten worden verdeeld, krijgt iedereen de kans om zijn mening te zeggen.
Na het middageten loopt Rainata naar de waterput. Daar heeft ze met haar vriendinnen afgesproken. Water is heel kostbaar in Burkina Faso. Daar moeten ze heel zuinig mee zijn. Als Rainata de bidon met water op haar hoofd naar de koer heeft gedragen, gaat ze meehelpen op het veld waar de vrouwen aan het werk zijn. Ze bouwen dijkjes met grote stenen zodat het water tijdens de zware regenbuien in het regenseizoen de vruchtbare grond en de jonge plantjes niet wegspoelt.
Op zaterdag verkoopt Rainata kleine gefrituurde visjes en garnalen op de markt. Daarmee kan ze wat extra geld verdienen voor haar familie. Zo gaat dat in haar land, iedereen helpt mee, van groot tot klein Mani ni taba! zeggen ze in Burkina Faso. Dat betekent Iedereen doet mee!
Meisjes en jongens, ik ga een vraag stellen, maar jullie moeten niet antwoorden. Wie heeft er nog nooit een belofte gebroken? Ik denk dat er toch minstens enkelen onder jullie zullen toegeven dat ze hun beloftes niet altijd houden. En ik ga direct zeggen, dat ook ik in mijn leven niet altijd mijn beloftes heb gehouden. Ik ben daar niet fier op.
En als ik nu dezelfde vraag zou stellen aan alle mensen in de kerk hier, al die volwassenen die jullie willen helpen om jullie belofte te houden, dan zou het wel eens kunnen, dat ook die grote mensen zullen toegeven dat ze niet al hun beloftes houden.
Nu, de belofte waar we het vandaag over hebben, het zal niet gemakkelijk zijn om die trouw te blijven. Jullie beloven vandaag, en heel de kerk belooft met jullie mee, dat wij gaan proberen een mens te worden als Jezus.
Gemakkelijk gezegd...
Wat ik niet wil, is het feestje vergallen. Ik bedoel niet dat we beter naar huis kunnen gaan en die viering vergeten, omdat we er toch niets van zullen terecht brengen. Als ik het evangelie van daarjuist goed begrepen heb, hoor ik dat Jezus ook wel weet dat niet makkelijk is hem te volgen. Hij zegt daar dat mensen die fouten maken toch in Gods rijk een plaats krijgen, als ze zich maar herpakken.
De woorden die we met onze mond uitspreken, en die we zo mooi op ons charter geschreven hebben, dat is niet het belangrijkste. Belangrijker voor hem is, wat we doen. Belangrijker is, dat we ons willen herpakken. Mislukken is geen schande. Jezus heeft hij vele mensen terug doen opstaan, die niet leefden zoals ze zouden moeten leven. Daarom durven wij, groot en klein, onze belofte hernieuwen: omdat we van hem, als we het eerlijk menen, altijd een nieuwe kans krijgen.
Eigenlijk beloven wij vandaag twee dingen, kleine en grote mensen.
Wij beloven dat we Jezus willen volgen, met vallen en opstaan. En wij dan beloven ook dat we, zoals hij deed, elkaar een hand zullen geven om weer op te staan, als we onze belofte niet kunnen houden, de grote hand in de kleine hand.
Jezus volgen is geen tijdrit die we helemaal alleen moeten rijden. Het is een ploegkoers, waarin we elkaar helpen, waarin we wachten op mekaar als er iemand niet kan volgen, waarin we hand in hand samen naar de aankomst willen rijden.
De aankomst, dat is dat koninkrijk van God: een wereld waar de mensen leven om elkaar gelukkig te maken. Daar is plaats voor alle mensen van goede wil. Mensen van goede wil dat zijn we hier allemaal, anders zouden we niet naar de kerk gekomen zijn.
In het bezinningsboekje dat hoorde bij de liturgiemap van Broederlijk Delen dit jaar vond ik een kort verhaal: de fabel van de vis en de aap.
Diep in de wouden van Afrika leefden er eens een aap en een vis. Ze woonden vreedzaam samen, tot op een dag de aap besefte dat hij het toch wel erg goed had, zeker in vergelijking met het leven van de vis. Zonnen, dag aan dag genieten van de heerlijke vruchten van het woud, springen tussen berg en dal, frisse lucht mogen inademen: allemaal zalig.
Meewarig en verdrietig beklaagde hij het lot van de vis en hij besloot hem te helpen. Hij legde de vis op een rots om te zonnen Onze eerste reactie is waarschijnlijk: stomme aap! Je weet toch dat een vis in het water hoort en niet kan liggen zonnen. Maar toch is dit geen dwaas verhaal.
Want hoe dikwijls geven wij zelf ook niet blijk van dat soort apenstreken? Het overkomt ons toch ook wel eens dat wij iemand een dienst willen bewijzen en dan moeten ondervinden dat die persoon er helemaal niet mee gediend is. Ook al hebben we het alleen maar goed bedoeld.
Want, laten we het maar toegeven: we zijn er soms heel goed in te bepalen wat anderen moeten doen, hoe anderen zich moeten gedragen, wat voor hen het beste is. Ouders weten wat goed is voor hun kinderen, en kinderen weten wat hun ouders zouden moeten doen. Leerkrachten wijzen hun leerlingen terecht en leerlingen proberen de houding van leerkrachten te remediëren.
Ook in het maatschappelijk denken is het niet anders. Politici lezen burgers de les en burgers beoordelen streng het gedrag van politici. En die politici wijzen heel gretig naar de fouten en verkeerde ideeën van de andere partijen. Wij vinden dat mensen met een andere culturele achtergrond zich maar moeten aanpassen en zij vinden dat wij hen meer kansen moeten bieden om te integreren. En het is altijd gemakkelijker om anderen raad te geven dan om zelf de juiste houding te kiezen en de meest doordachte beslissingen te nemen.
In het evangelie hoorden we daarnet over een ontmoeting van Jezus en een Samaritaanse vrouw. Alleen al door die ontmoeting doorbreekt Jezus een paar gewoonten en taboes en gaat hij regelrecht in tegen een paar vooroordelen. Dat Jezus een gesprek aanknoopt met een vrouw, dat vinden de leerlingen al een beetje vreemd.
Maar dat het een Samaritaanse vrouw is, maakt het nog erger. Want Joden en Samaritanen hadden geen contact met elkaar! En toch is het eerste wat Jezus aan de vrouw vraagt: Geef mij wat te drinken. Hoezeer Joden en Samaritanen ook van elkaar verschillen, water hebben ze allebei nodig.
Het is trouwens geen toeval dat het gesprek plaats vindt bij een bron met water. De vrouw komt daar water putten voor haar gezin, zoals vele vrouwen moesten doen in die tijd. Ze komen water putten uit de bron. Er is immers een wezenlijk verschil tussen een bron en een put. En om dat duidelijk te maken maak ik graag gebruik van enkele ideeën, neergeschreven door Fons Van Dijck.
Een put kan na een tijd leeg geraken, een bron niet. Als we ten einde krachten zijn, noemen we ons uitgeput. En als we tot onszelf willen komen, spreken we over ons bezinnen of herbronnen. De Samaritaanse vrouw leeft vanuit een put. Ze heeft heel haar leven liefde gezocht en niet gevonden. Vijf mannen heeft ze uitgeperst en de zesde is haar man niet. En nog is haar dorst niet gelest.
En Jezus biedt zich aan als bron van nieuw leven. Hij nodigt haar uit haar bestaan uit de put op te geven en te durven leven vanuit de bron.
Als je uit een put leeft, zoek je liefde, zoek je erkenning, zoek je aandacht. Als je uit een bron leeft, ga je zelf liefhebben, ga je het goede in anderen erkennen en leef je mee met anderen. Als je uit een put leeft zoek je het geluk buiten jezelf, in drank en vertier, in het toeval, in goedkoop succes. Als je uit een bron leeft, ga je investeren in mensen, durf je risico nemen en je engageren.
Als je uit een put leeft, leef je op het ritme van de dagelijkse nieuwsjes, de roddel, de sensatie, de TV-series. Als je uit een bron leeft, ga je de kleine dingen van het leven bewust ervaren, en ga je stilstaan bij levensbelangrijke dingen. Als je uit een put leeft, moet je altijd weer water gaan putten, steeds maar dieper en dieper en blijf je toch nog dorst hebben.
De Samaritaanse vrouw heeft het door op het einde van het gesprek. Jezus is de Messias.
Hij biedt zich aan als de bron. Hij is het levend water.
Ze gaat het vertellen aan de mensen uit haar dorp en probeert hen te overtuigen. Gemakkelijk is dat niet. Het is zoals de aap die de vis probeert te duidelijk te maken dat hij er deugd bij zal hebben in de zon te gaan liggen. Mensen zijn niet zo gemakkelijk te overtuigen. Want mensen blijven vasthangen aan hun eigen mening, eigen gewoonten en vooroordelen.
En mensen kunnen soms echt in de put zitten en zijn hun bron een beetje kwijt. Er zijn hier mensen die onlangs hebben moeten afscheid nemen van een geliefde. Voor hen lijkt het leven misschien wat dor en droog, zelfs uitzichtloos. Laten wij elkaar dan bij de hand nemen en de weg wijzen naar de bron.
Goede middag beste luisteraar. U luistert naar het nieuws van 12u
Jericho: Duizenden Nomaden zijn met hun kudden op weg naar Palestina. Door de aanhoudende droogte begeven zich grote scharen Aramese halfnomaden naar de vruchtbare streken aan de middellandse zee.
Duizenden vluchtelingen uit de Arabische woestijn staan op het punt om ook aan de rand van dit vruchtbare land op te duiken.
In enkele stadstaten uit het aangrenzend gebied Kanaän zien we een mobilisatie van strijdkrachten. De inwoners van deze stadstaten vrezen een vervreemding van hun cultuur en verlies aan weidegebieden.
De stadstaten onderhandelen onder mekaar hoe ze zich kunnen beschermen tegen deze invasie van vluchtelingen.
Vrienden,
Indien er zon vierduizend jaar geleden een radiojournaal had bestaan, dan ben ik er zeker van dat er toen een dergelijk bericht om de wereld zou zijn gegaan. I
In de 19e en 18e eeuw voor Christus werd het midden oosten en het tweestromenland opgeschrikt door een enorme migratiegolf. Overal in de Arabische woestijn pakten nomaden hun tenten in en trokken weg naar een streek waar het leven nog waard was om te leven.
Een enorme vloedgolf van vluchtelingen trok naar het tweestromenland en naar Palestina.
Eén van die mensen noemde zich Abraham!
Dat klinkt wel wat ongewoon, want wij denken er nooit aan dat er toen ook nog wel andere stammen en families op weg zijn gegaan naar het beloofde land.
Wanneer we naar de schrift luisteren krijgen we de indruk dat Abraham de enige was die met zijn familie naar Kanaän vertrok. En het klinkt ook zo alsof hij zelf ook niet op dat idee was gekomen.
Het is net alsof God zomaar tussenkomt in het leven van Abraham en hem zomaar het bevel geeft om zijn vaderland te verlaten en in den vreemde zijn geluk te gaan zoeken.
Maar dat klopt helemaal niet. Abraham zelf speelde, net zoals duizenden anderen, met de gedachte om zijn geboorteland te verlaten.
Het weideland was slecht geworden, de kudden vonden bijna geen eten meer. De Arabische woestijn, die ooit het thuisland van al die mensen was, kon hen niet meer voeden.
Heel anders dan de landstreken van Mesopotamië en de milde streken van Palestina, die voor die nomaden wel een land van melk en honig moeten hebben geleken.
Daar wilden ze naartoe, van de weldaden van die landen wilden ze mee genieten. Het waren mensen die we vandaag gewoon economische vluchtelingen zouden noemen; En Abraham was er daar één van.
God moest hem niet bevelen om zijn land, dat reeds lang niet meer leefbaar was, achter zich te laten.
Wat in de Bijbel staat is niet een bevel van God waar Abraham dan met heldenmoed aan gehoorzaamt.
God beveelt helemaal niets. God doet iets heel anders.
Hij geeft Abraham moed. Waag het maar gerust! Vertrek maar, het zal goed gaan! Ge zult nakomelingen hebben en ge zult ginder goed aankomen. Het zal goed gaan want ik ben bij je om de weg te wijzen. Ik ga met u mee.
Geen woord over de mensen die toen aan de andere kant, in de streek van Kanaän woonden, geen woord over de mensen die toen reeds in paniek raakten door de grote stroom van vluchtelingen die ook een stuk van de koek wilden hebben.
Geen woord over hun pogingen om hun bezit te beschermen en over hun angst voor culturele vervreemding. Daar zouden we toch ook stil bij moeten staan.
Het Bijbelse verhaal van Abraham toont het duidelijk aan: God is partijdig. God staat aan de kant van Abraham, aan de kant van de economische vluchteling, aan de kant van de vreemdeling, de kant van diegenen die hun land uit pure nood moeten verlaten. En aan welke kant staan wij?
Staat God aan onze kant of staan wij aan de kant van God?
Steunt God de vluchtelingen of steunt hij ons.
Verwacht van mij geen antwoord nu. Daar ben ik niet slim genoeg voor.
Opvallend hoe dikwijls tegenwoordig die vraag gesteld wordt: Waar is God? Hoe moet het nu verder?.
Hoe verder met Europa? Hoe verder met Trump ? Hoe verder met de vluchtelingen en het asielrecht? Hoe verder met
Hoe verder met de boerengemeenschappen in Burkina Faso. Mensen die nieuwe wegen zoeken maar moeten werken met oude gewoontes. Mensen die hunkeren naar even waardigheid tussen mannen en vrouwen, hunkeren naar biologische landbouw, naar microkredieten
God, sta je aan hun kant? Je doet straffe dingen tijdens dat bergmoment, lazen we daarnet in het evangelie.
Kun je de wereld helpen? Moed geven? Land geven? Vrede geven?
Ik sta hier met mijn handen open maar er komt niets in. We zullen het dus zelf moeten doen. Verdorie, dat is de boodschap, dat is oplossing! Dat we daar niet eerder aan gedacht hebben?
Hoe pakken we het aan?
Goede middag, beste luisteraar, dit is het nieuws van 13u:
Vandaag worden de statistieken bekend gemaakt:
Ongeveer 1 op de 7 Vlamingen doet aan vrijwilligerswerk, dat zijn meer dan 900.000 mensen - vergelijkbaar met het aantal inwoners van een Vlaamse provincie. Deze vrijwilligers zijn actief in verschillende sectoren, van sportverenigingen, over welzijns- en gezondheidsorganisaties, in verenigingen, in parochies in de milieusector tot de sociaal-culturele sector.
Ons land, onze steden en dorpen zouden er niet hetzelfde uitzien mochten er geen vrijwilligers zijn. Onze economie draait gewoon beter omdat ons sociaal leven voor een groot deel gestoeid is op vrijwilligerswerk.
Een buurt fleurt op, een vereniging een sociaal centrum, een parochie, draait op vrijwilligers. Zelfs vreemdelingen worden verwelkomd en verder geholpen door vrijwilligers.
Deze namiddag komen een kleine 200 vrijwilligers bijeen in het St Anneke Centrum op Sint Anna Linkeroever. Dat is daar waar steeds die file staat. Daar wonen ook mensen, daar is ook een gemeenschap en daar zijn veel vrijwilligers. Het feest deze middag wordt georganiseerd door .vrijwilligers.
Tot daar het goede nieuws.
Ik heb het gevoel dat deze kerk vol vrijwilligers zit.
Als er een God is zal hij wel aan onze kant staan.
Sinds 1970 is deze week vakantie ingevoerd om de sombere wintermaanden te onderbreken!
Om mensen de gelegenheid te geven om op wintersport te gaan en
om vele andere mensen de gelegenheid te geven om Carnaval te vieren!
Carnaval vieren was voor mijn overgrootouders: de laatste overschot van de wintervoorraad opeten vóór deze slecht wordt! om dan te wachten op de nieuwe oogst die groeiende is in de nieuwe lente!
Het was plezier zoeken om het vol te houden in de donker wintermaanden!
En nà die 3dagen feest begon de vastenperiode die voor de meeste mensen een noodzakelijk kwaad was om zich voor te bereiden op een terug vreugdevoller Paasfeest!
Nu is Carnaval vieren in onze Westelijke christelijke cultuur nog steeds 3 dagen feesten vóór de lange vastenperiode van 40 dagen! Maar helemaal niet meer omdat onze voorraad op is!
Wij hebben het geluk om nog alle dagen 3x aan tafel te kunnen gaan.
Bij sommige van ons is het een sober gedekte tafel, bij anderen al wat rijkelijker. Maar we hebben allemaal nog genoeg!
Beseffen wij dat voldoende?
Enkele mensen namen het initiatief om, na de feestelijke maanden december en januari, de maand februari uit te roepen tot een maand zonder alcohol! Dat initiatief kreeg de naam de tournée minérale!
En al verschillende jaren geleden namen enkele mensen het initiatief om onze christelijke vastenperiode uit te roepen tot 40 dagen zonder vlees! Omdat dieren kweken veel te veel schade veroorzaakt aan de natuur!
Nu, kwam de voorzitter van de Boerenbond met een aanvullend schitterend idee voor deze 40 dagen! Ook de korstjes opeten !
Natuurlijk spreekt hij voor zijn eigen winkel. Maar heeft hij geen overschot van gelijk ?
Niet alleen de warenhuizen, ook wij gooien veel te veel voedsel weg.
Die schelletjes toespijs die er niet meer zo fris uitzien, de laatste of eerste snee van het brood die al wat droog is, groenten die er wat slap uitzien, fruit dat niet blinkt, iets wat we niet graag lusten
Hoeveel laten we soms niet op ons bord liggen?
Wat zijn wij rijke mensen en kinderen dat we zon initiatieven nodig hebben om bewust te worden hoeveel we onbewust eten en drinken!
En spijtig genoeg terwijl in Bourkina Faso zo veel mensen en kinderen sterven van de honger!
Honger omdat door de nieuwe hardnekkige droogte periodes, ginder niets meer kan groeien! Omdat mede door toedoen van de mensen het klimaat en milieu zo erg beschadigd is!
Die mensen zijn zo kwetsbaar en hebben nog zoveel veerkracht om de wereld om hulp e vragen!
Wanneer we aan de kinderen in Burkina Faso durven denken wanneer op onze tafel iets komt dat we niet zo lekker vinden, dat zou al erg kunnen helpen om alles te leren eten.
Aan die kinderen durven denken zou ons al helpen om niet te zeuren wanneer de chocopot juist voor onze neus wordt leeg geschraapt.
Aan die kinderen durven denken kan ons leren alle dagen éne keer dank je wel zeggen voor alles wat mama en papa op tafel brengen.
Aan die kinderen durven denken, leert ons misschien om niet altijd maar méér te vragen, zoals nieuwe spelletjes die op de markt komen en onze ogen uitsteken...
Als we regelmatig durven denken aan de zovele mensen en kinderen in Bourkina Faso die niets hebben om te eten, die sterven van de honger, dan leren wij misschien wel blij zijn met wat we allemaal hebben en durven we wel eens zeggen
ik heb genoeg !
De vastenperiode vraagt ons niet om met honger van tafel te gaan!
Wel om met goesting van tafel te gaan om er toch echt ne goeie en mooie vastentijd van te maken!
Zevende zondag door het jaar A 2017 - Zondag 19 februari 2017
Eerste lezing: Leviticus 19, 1-2.17-18 - 'Hou evenveel van de mensen om je heen als van jezelf'
Evangelie: Mattheüs 5, 38-48 - 'Wees volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is'
--- Doe een efforke ---
Nog nooit heb ik het zo moeilijk gehad om de juiste woorden te vinden bij de lezingen van vandaag. Uren lang heb ik op een leeg blad zitten staren. Volmaakt is wat anders.
Natuurlijk kan ik, net als jullie, zeggen dat ik het moeilijk heb met de woorden van Jezus.
Geen weerstand bieden. Je andere wang toekeren. Zomaar geven wat iemand vraagt. Niet alleen je naaste, maar ook je vijanden beminnen. Volmaakt zijn. Allemaal goed en wel, maar wat Hij vraagt, lijkt wel een onmogelijke opdracht.
Hoe moet ik die opdracht aan jullie verkopen? Hoe kan ik ze vertalen naar mensen van vandaag?
Sinds Jezus tijd tot op vandaag geldt de Thora, de boeken van Mozes, als het belangrijkste Joodse wetboek. We hoorden vorige zondag dat Jezus zich daar niet tegen afzet. Ik ben niet gekomen om de wet van Mozes af te schaffen, zegt Hij, maar om ze volledig te maken. De wet blijft geldig, maar Jezus legt andere accenten.
Ook bij ons veranderen wetregels. Neem nu onze eigen grondwet. Die was in 1831 nog vernieuwend, ook al was hij voor een groot deel gebaseerd op de Franse grondwet, de code Napoleon. Toch zijn er, gedurende de 186 volgende jaren, bijna dagelijks wijzigingen aan gebeurd. Vertalingen, grote of kleine veranderingen, om de tekst terug bij de tijd te brengen. Om hem telkens aan te passen aan de veranderende omstandigheden.
Ook Jezus vond het nodig om de 10 geboden, die eenvoudige basisregels die duizend jaar eerder waren neergeschreven, opnieuw te verwoorden, om hun rijke betekenis beter te laten uitkomen.
In het evangelie van Mattheus neemt Jezus stelselmatig alle leefregels onder de loep. Alle voorschriften worden door hem tegen het licht gehouden, om er zijn eigen accent aan te geven.
Vandaag zit in de supermarkt in elk pakje charcuterie precies zoveel als er op het etiket vermeld staat. De zegswijze mag het een beetje meer zijn of goed doorgewogen horen we alleen nog bij de lokale slager of winkelier.
Nochtans hebben we in Antwerpen een uitdrukking om dat beetje meer aan te duiden. Doe eens een efforke, zeggen we dan.
Dat zon efforke ook kan gelden in de uitvoering van een wet, ligt bij ons niet voor de hand.
Alsof we, bij het betalen van onze belastingen, uit vrije wil het bedrag wat naar boven zouden afronden. Al zouden we dat op café misschien nog wel doen.
Een oog voor een oog, een tand voor een tand. Het is eigenlijk maar een primitieve wetgeving. Toch zorgde die eenvoudige leefregel er voor dat de genoegdoening, de vergelding ervan, niet erger was dan het toegebrachte leed. Het was een stap vooruit in vergelijking met de bloedwraak die voordien geldig was: Word ik gewond, dan dood ik een man, krijg ik een schram, dan neem ik een kind (Genesis 4, 23).
Maar voor Jezus moet het méér dan een stapje verder gaan. Wie je op de rechterwang slaat, moet ook de linkerwang toe te keren. Een leefregel die soms heel ontwapenend kan werken.
Met het afnemen van kleren zijn wij (gelukkig) niet zo vertrouwd. Bij ons worden mensen enkel figuurlijk in hun blootje gezet. De schande blijft natuurlijk. Maar als iemand echt bloot komt te staan, werkt dat even ontnuchterend als ontwapenend.
Als iemand je dwingt een mijl met hem mee te gaan, ga er dan twee met hem mee. Ook het gebruik om (al dan niet gedwongen) een eindje met iemand mee te gaan, zijn we grotendeels vergeten. We kennen het nog uit het lijdensverhaal, waar Simon van Cyrene wordt gedwongen om een gedeelte van de kruisweg het kruis van Jezus te dragen.
Maar menige geliefde geleid wat graag zijn liefje bij het afscheid tot aan de voordeur en liefst nog wat verder.
Een flink aantal jaren geleden, na een familiefeest in Nederland. Toen we naar huis wilden keren, hing er een extreem dikke mist. Ik herinner me nog hoe een neef toen spontaan met de auto voorreed, tot bij de oprit van de snelweg. Ik ben er nog altijd dankbaar voor.
Geef aan wie iets van je vraagt en keer je niet af van wie geld van je wil lenen. Zelfs vandaag gebeurt het, dikwijls na een oproep via facebook of andere sociale media, dat mensen spontaan hulp bieden aan een totaal onbekende die plots in grote nood gekomen is.
Je moet je naaste liefhebben, akkoord. Zelfs als we er behalve naaste familie, ook buren en vrienden van vrienden bijnemen.
Maar is het een verdienste, als je liefhebt wie jou liefheeft? Dat doen de tollenaars toch ook! Als jullie alleen vriendelijk zijn voor je broeders en zusters, wat voor uitzonderlijks doe je dan? Doen de heidenen niet net zo? Heb je vijanden lief, zegt Jezus, en bid voor wie jullie vervolgen. Wees goed zonder berekening, net zoals jouw hemelse Vader goed is zonder te rekenen.
Het gebeurt niet zo dikwijls, maar toch regelmatig, dat een slachtoffer zijn dader gaat opzoeken in de gevangenis. Het slachtoffer leert de redenering van de dader kennen en de dader de pijn van het slachtoffer. Zeer dikwijls een boeiend gesprek, waar ze beiden rijker van terugkeren. De kloof tussen vriend en vijand, wordt een brug tussen dader en slachtoffer.
De weg naar volmaaktheid, die Jezus ons vraagt, mag men niet verstaan in de zin van moreel perfect, in orde zijn met alle wetsbepalingen.
Het gaat eerder om heelheid, harmonie met zichzelf, met God, met de omgeving.
Jezus vraagt zijn volgelingen om een efforke te doen om de regels te onderhouden, meer naar de geest dan naar de letter.
Als kleine stappen naar volmaaktheid, worden vrijwel al de door Jezus genoemde applicaties op de wet wel eens toegepast. Het zijn geen onmogelijke opdrachten:
Niet alle kwaad moet worden uitgevochten.
Je kwetsbaar opstellen, werkt ontwapenend.
Niemand zet een ander -zomaar- in zijn blootje.
Meegaan met iemand, zelfs verder, kàn ook ongedwongen.
Geven of lenen aan wie jou iets vraagt, gaat soms spontaan.
Begrip tonen voor je vijanden en bid voor wie je vervolgen.
Wie een beetje meer doet zonder berekening, kan een kind zijn van de Vader in de hemel. Net zoals die hemelse Vader goed is zonder te rekenen. Hij laat de zon immers opgaan over goede en slechte mensen en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.
Doe een efforke. Wees volmaakt zoals jullie hemelse Vader volmaakt is.
Wie onder ons al eens een havenrondrit heeft mogen meemaken, met deskundige uitleg, heeft dan zeker gehoord wat toegevoegde waarde betekent: goederen die in onze haven aankomen, daar verder bewerkt worden, en op die manier meer waard worden.
Af en toe stel ik me de vraag: brengt het evangelie een toegevoegde waarde in onze wereld?
Want als dat niet het geval zou zijn, als het leven van mensen niet meer waard zou worden door de boodschap van Jezus, kunnen we misschien lid van de kerk blijven voor de gezelligheid, maar moeten we er ons niet al te druk over maken dat er vroeg of laat een einde zou komen aan onze club.
Of we die boodschap een verbetering zullen vinden, hangt ook af van onze eigen overtuiging, van onze normen en waarden. Maar ik denk dat Jezus in elk geval iets verkondigt dat anders is dan de gewone opvattingen van mensen over wat goed is en kwaad, over wat de mensen zowat normaal vinden. Wat hij voorhield botste met opvattingen in zijn tijd, en met wat de publieke opinie vandaag vanzelfsprekend vindt.
Het is vanzelfsprekend dat wij overeenkomen met wie met ons kan overeen komen. Het is in een beschaafde maatschappij vanzelfsprekend dat we elkaar de kop niet inslaan. En het is ook vanzelfsprekend dat we niet met iedereen kunnen overeenkomen, en dat er al eens een hard woord valt.We hebben regels en recht, om in conflicten te bepalen wie schuldig is en wie niet. Misschien is het altijd zo geweest, maar ik heb de indruk dat wij in deze tijd er heel goed in geworden zijn, om schuldigen te vinden.
Of het over sport gaat, of over politiek, of over de economie, of over veiligheid, of over onderwijs, de belangrijkste vraag is: wie heeft de fout begaan?
En op veel begrip moet de schuldige dan niet meer rekenen. En zijn gezin of omgeving ook niet. Als we de zondebok gevonden hebben, kan hij of zij niet streng genoeg gestraft worden.
Als ik het evangelie goed begrijp, wijst Jezus een andere weg.
Wat mij het meeste treft in de tekst van vandaag, is wat hij zegt over het offer dat we naar het altaar brengen. Ons leven, dat we in deze kerk binnenbrengen, dat we verenigen willen met het leven van Jezus om het te delen. Als ik er aan aan denk, dat een broeder of zuster iets tegen me heeft Dat herinnert me aan het Onze Vader. We kunnen dat alleen maar goed bidden, als we beseffen dat we allemaal, alle-maal, alle mensen, broeders en zusters zijn.
En de woorden van Jezus treffen me ook, omdat er staat: uw broeder heeft iets tegen jou. Er staat niet: ik heb iets tegen hem of haar.
Als Jezus dan zegt: ga je eerst verzoenen, is dat helemaal niet vanzelfsprekend. Hij verwacht van mij dat ik de eerste stap zet, ook als er bij mij geen fout zou zijn. En dan hoor ik weer die woorden van elders in de bijbel: Barmhartigheid wil ik, en geen offers .
Het brood van het leven kunnen we maar delen, als wij er alles aan doen om met allen met wie we te maken hebben, proberen als kinderen Gods samen te leven, proberen zo goed als God te zijn. Telkens opnieuw, proberen de eerste stap te zetten
Een goede samenleving steunt op recht en orde, dat trekt Jezus niet in twijfel. Maar de meerwaarde die het boek van het evangelie toevoegt aan het wetboek, is de waarde van een barmhartig hart, dat zich ook over onvolmaakte, ja, ook schuldige mensen ontfermt, en met hen het leven wil delen. En onvolmaakte, schuldige mensen, wie van ons kan zeggen dat hij of zij nooit tot die groep zal behoren?
Ik denk dus dat het evangelie meer dan ooit in deze wereld een toegevoegde waarde brengt. Het roeit tegen de stroom in van de onbarmhartigheid die steeds opnieuw de kop opsteekt. De onbarmhartigheid, die muren bouwt, mensen wegsteekt achter tralies, vijandschap in stand houdt. Ik geloof ook dat christenen die de barmhartigheid uitdragen, bondgenoten vinden bij gelijkgezinden, in andere religies en overtuigingen.
God werkt doorheen al die mensen van goede wil. Als zij de strijd opgeven, dooft de hoop op een zachtmoedige wereld, en worden de muren hoger.
De voorbije weken riepen zowat alle politieke partijen hun leden samen voor een Nieuwjaarsreceptie. We kregen daarover dan een verslag in het nieuws. Er werd een glas gedronken en er was overal een speech van de voorzitter. In die toespraken werd de loftrompet gestoken voor de eigen verwezenlijkingen en werd meestal ook meewarig gedaan over de andere partijen.
Naargelang van onze eigen vooroordelen reageerden we daarop met applaus of goedkeuring, of met kritiek en ongeloof en zelfs met sarcastisch commentaar. In feite kwam het erop neer dat al die partijen een soort programmaverklaring ten beste gaven, een samenvatting van hun ideeën en strijdpunten, met het oog op de volgende verkiezingen die er binnen een jaar al aankomen. Zo leren we dan het programma van die partijen kennen.
Ik ga hier die programmas natuurlijk niet naast elkaar leggen. Maar wat mij opvalt: geen enkel programma, van geen enkele partij komt ook maar min of meer in de buurt van de bekende woorden die we daarnet konden horen in die bergrede van Jezus. Met dat programma zouden ze waarschijnlijk niet veel stemmen halen en zeker geen verkiezingen winnen.
Want het programma van Jezus doet eigenlijk net het omgekeerde van wat partijen ons voorspiegelen of beloven in hun verkiezingspropaganda. Niet toevallig heeft deze viering als titel gekregen: De wereld omgekeerd. En toch staan die woorden niet haaks op de werkelijkheid, toch is het programma van Jezus niet dwaas, of utopisch, of wereldvreemd.
We noemen die woorden meestal: de zaligsprekingen.
Tenminste, de ietwat ouderen onder ons. Want vroeger begonnen al die zinnen met: Zalig de mensen die In de nieuwere vertalingen is het woord zalig meestal vervangen door gelukkig. Dat is niet helemaal hetzelfde. En ik wil natuurlijk niet beweren dat vroeger alles beter was, maar in dit geval vind ik wel dat er een verschil is.
Een gelukkige mens is niet hetzelfde als een zalige mens. Een gelukkige mens is voelt zich goed, leeft in vrede met zichzelf, is iemand die we kunnen benijden omdat hij zich gelukkig voelt. Een zalige mens is iemand die we zelf hebben leren kennen en waarderen. Een zalige mens is iemand bij wij ons goed voelen, is iemand die anderen beter, gelukkiger maakt.
En dan kunnen wij die zaligsprekingen van Jezus misschien een beetje concreter maken. Zalig zijn de mensen die hun leven wijden aan de zorg voor anderen. Zalig zijn de mensen die zieken verplegen, die zwakken en mensen met een beperking helpen en bijstaan, die zich inzetten als mantelzorgers, zonder hun dagen of hun uren te tellen.
Zalig de mensen die niet altijd gelijk willen hebben, die er niet op uit zijn anderen te overtroeven. Zalig de mensen die een gesprek of een discussie willen aangaan om elkaar beter te begrijpen en niet om de anderen met argumenten of handigheidjes in de hoek te duwen.
Zalig de mensen die fier mogen zijn op hun verwezenlijkingen, omdat ze hun doel hebben bereikt zonder met de ellebogen te werken, zonder anderen opzij te duwen of te schaden. En die dan de rang of status die ze hebben bereikt, aanwenden om hun verantwoordelijkheid op te nemen voor elkaar, voor anderen, voor de maatschappij.
Zalig de mensen die opkomen voor rechtvaardigheid en er ook in hun eigen leven naar handelen en er inspanningen voor willen doen. Zalig de mensen die oog hebben voor het leed en de noden van anderen, die zich hun ellende en miserie willen aantrekken. Zalig de mensen die wakker liggen van al wat er fout kan gaan in hun omgeving en in de wereld.
Zalig de mensen die niet alleen verlangen naar vrede, maar die ook echte vredestichters trachten te zijn. Zalig de mensen die zuiver en eerlijk zijn in hun bedoelingen, die er geen dubbele agenda op nahouden.
Zalig de mensen die barmhartig zijn, staat er ook in de zaligsprekingen. En barmhartig is weer zo een oud en vergeten woord. Maar een barmhartig mens is iemand die zich over anderen ontfermt, iemand die anderen begrijpt en aanvoelt, iemand met empathie om een modern woord te gebruiken, iemand bij wie we ons geborgen weten, iemand bij wie we ons thuis voelen.
Zulke zalige mensen kennen wij allicht allemaal, ook in onze eigen omgeving. Over zulke zalige mensen horen wij getuigenissen bij een uitvaart, bij een afscheidsviering.
Daar komt men niet af met politieke slogans of propaganda, daar wordt geen wervende speech gehouden om mensen te overtuigen, daar gaat het alleen over hoe mensen elkaar kunnen ervaren: zalig dus.
Zo een zalige mens was ook pater Damiaan.
Hij had ook een programma, hij kon ook hevig discussiëren en botsen met zijn oversten, met de autoriteiten. En ook hij was er soms op uit gelijk te halen en te krijgen. Maar voor de mensen in Molokai was hij in de eerste plaats een zalige mens. Totaal, ongebreideld en consequent. Zodanig dat na al die jaren zijn werk nog wordt verder gezet. Door vele nieuwe, gedreven, enthousiaste, door vele zalige mensen!
Als onze kleinkinderen komen slapen dan moeten wij altijd ongelooflijke trukken uithalen om ergens licht te laten schijnen. In een hoek van hun kamer, onder een stoel, op de gang, boven op de kast Ze kunnen niet tegen de duisternis.
Wij ook niet denk ik soms.
Er is geen plek in Vlaanderen waar geen licht brandt. In de huizen, op straat, op autostrades, in bedrijven brandt het licht de hele nacht. We zijn het zo gewoon dat velen onder ons zelfs niet meer kunnen slapen in volledige duisternis. Ik ook niet. Onze kleinkinderen blijkbaar ook niet.
Licht in de duisternis, dat hebben we nodig.
En dan hoorden we daarnet in het evangelie: Het volk dat in de duisternis zat, heeft een groot licht aanschouwd. Bombastischer kon men de komst van Jezus niet aankondigen. Nog maar een paar weken geleden hoorden we in de kerstnacht: Gij zult een groot licht aanschouwen, het licht is opgegaan in de duisternis. Dat was de aankondiging van zijn geboorte, nu start zijn openbaar leven.
Jezus hoort dat Johannes de Doper aangehouden is. Johannes was zijn leraar die hem had aangewezen als zijn opvolger.
Ze hebben alle twee ongeveer dezelfde opvattingen. Alle twee denken ze: dat licht komt er niet zomaar. We moeten iets in beweging brengen.
Maar nu is Johannes opgepakt. Jezus vestigt zich in Kafarnaum, een godvergeten dorpje aan het meer. We zitten in een streek waar mensen zitten die van overal komen, gevlucht zijn. Voor Herodes? Of omdat ze niet konden overleven in het land waar ze vandaan kwamen.
En één zinnetje in de eerste lezing vind ik wel interessant. Ook daar spreekt men van een land waar het volk ronddwaalt in het duister. Waar mensen wonen die geen uitweg meer zien. En dat volk ziet een helder licht.
Wie vandaag belangrijk nieuws te melden heeft doet dit in een persconferentie in een hoofdstad van een land of van Europa, of van Amerika. Je zorgt dat er veel journalisten en een massa journalisten op af komen. In Amerika zou iemand het zo doen. Jezus heeft het anders gedaan, hij heeft belangrijk nieuws te melden.
Maar Jezus trekt weg uit de hoofdstad Jeruzalem. Hij trekt naar het noorden, naar een streek die geen aanzien had, die een slechte reputatie had, waar het vol zit van vluchtelingen. Hij wil onder die mensen zijn want hij is zelf een vluchteling. Hij wil het licht brengen daar waar men dit het meest nodig heeft. Hij denkt: daar, bij die mensen, kan ik iets in beweging brengen
Toen is er iets gebeurd, toen hij voorbijkwam heeft hij gekeken en gewenkt, niet echt veel gesproken. Hij spreekt 2 vissers aan, 2 broers. Het zijn gewone vissers, ongeletterden, ruwe bonken waar het onderwijs, met al haar vormen om talenten op te sporen, geen vat op had.
Dat ze vissers zouden mogen blijven, heeft hen misschien over de streep getrokken;
Dat ze mensen aan boord zouden halen, daarin zijn ze pas dag na dag gegroeid. Mensenvissers
Die avond zijn ze thuisgekomen, niet zoals alle andere avonden.
Hoe hebben ze verteld dat ze alles overboord hadden gegooid om iets nieuws te beginnen?
Wie laat er nu zijn bedrijf en zijn familie achter en loopt mee in de beweging van iemand die ze niet kennen. Maar het moet zijn uitstraling geweest zijn, zijn houding, zijn manier van doen.
Hoe hun verhaal in de huiskamer heeft geklonken, weten we niet,
Maar we weten wel: méér dan 2000 jaar later klinkt het nóg!
Ze begrepen hem en volgden hem, hij liep vooraan, velen er achteraan.
Plots zie ik het beeld terug van de afscheidsviering van Fie, een paar weken terug.
Vader duwt moeder vooruit in de rolstoel en moeder draagt de urne van haar dochter, daarachter de hele familie die volgt. Maar dat is niet waar! Ik vertel het verkeerd.
Het is de dochter die voorgaat, het is Fie als echtgenoot, als moeder, als zuster, als tante die voorgaat en de rest volgt haar. Zij heeft de weg zo verlegd, door haar houding, haar manier van doen, haar uitstraling, de hele familie volgt haar. In liefde en respect. Met zon beeld zouden we van elke geliefde afscheid moeten kunnen vieren.
Ook die vissers zeiden: Hem willen we volgen en ze begonnen aan een beweging die de wereld heeft doen nadenken. Ze hadden het niet gemakkelijk. Maar voor velen scheen het licht omdat hun ogen geopend werden en tegelijkertijd hun handen.
Goede mensen, eerlijke rechtlijnige mensen, zoals wij allemaal zijn, zouden iets moeten hebben van mensenvissers.
Niet door onze netten uit te gooien waarin mensen zich in laten verstrikken. Maar door de wervingskracht die van een authentieke houding uitgaat, van een geloof in eigen kunnen, van een eerlijke bekommernis voor mekaar. Dat betekent veel meer dan opkomen voor een aantal waarden die populair zijn maar weinig of geen inhoud hebben of niet te realiseren zijn.
Deze zondag is voor ons wellicht begonnen zoals de meeste zondagen: ontbijt en dan richting zondagsviering. Vergeten we niet dat we vandaag, ook hier, uitgenodigd worden om aan datzelfde verhaal mee te schrijven. Dan schijnt het licht in duisternis.
Naar ideeën van Nakita Skatchkoff preek vdw Dominicanen Mieke Dejonghe
--- Heer ik ben waardig dat Gij nu tot mij komt! ---
Lieve mensen,
Vandaag lezen we het evangelie waaruit de woorden genomen zijn: Zie het Lam Gods dat de zonden van de wereld wegneemt.
Woorden die we telkens, juist voor we te communie gaan, uitspreken!
Woorden die tot onze religie behoren, die bij onze kerkelijke traditie horen!
Om de drie jaar staan we even stil bij deze woorden! En vandaag opnieuw!
Lam t 1ste woord!
(Als kanttekening denk ik aan lamsvlees! Lamsvlees dat in de keuken van andere culturen past. De keuken waarvoor wij zo dikwijls onze ramen sluiten, want dat stinkt. Wij stoefen alleen over een lamskoteletje met looksaus uit een mooi restaurant. Als christenen zouden we zo niet naar de andere keuken mogen kijken. Gelukkig is er door de jaren al een grotere tolerantie en hebben we al willen proeven de vreemde keukens die ook lekker kunnen zijn. Met goeie allochtone buren, kennen we dit vermoedelijk al lang.)
Lam
In het Aramees betekent het woord ebya zowel dienaar als lam!
Misschien mogen we dan ook zeggen Zie de Dienaar Gods die de zonden van de wereld wegneemt
Wegneemt, de Evangelist Johannes gebruikt graag woorden met meerdere betekenissen!
Het werkwoord airein dat hier gebruikt wordt kan zowel betekenen dragen (op zich nemen, zich belasten met), als wegdragen (wegnemen, doen verdwijnen).
Als we naar dit woord airein kijken in de betekenis van dragen, op zich nemen, dan horen we daar zeker een bekommernis in! Een mee-dragen!
Er is Iemand die het zich aantrekt!
Kijken we naar het woord airein in de betekenis van wegdragen, wegnemen, doen verdwijnen, dan gaan we naar Jezus kijken! Jezus, van godswege, de dienaar Gods, die dit zou doen!
En ten diepste heeft Johannes gelijk natuurlijk!
Is het niet Jezus die uit bekommernis om de wereld waarin Hij leeft, ons op een andere manier naar de wereld, naar de mensen rondom ons en veraf doet kijken?
Is het niet Jezus die ons attent maakt dat verdraagzaamheid en vergeven, dat geweldloze omgang met elkaar leidt naar een wereld, waar goedheid de bovenhand heeft en het kwade dan automatisch verminderd, afneemt?
Als ik zó naar die woorden kijk en luister, kan ik niet anders dan het appèl horen van Godswege, Hij, die het mij heeft voorgedaan maar die tegelijkertijd ook om mij bekommerd is
Dan kan ik niet anders dan het enthousiasme waarmee Jezus begint, te horen en te zien.
Dan kan ik niet anders dan aan het apèl van weleer denken, waardoor ook wij onze kinderen lieten dopen!
Waardoor ook wij een voet in het parochieleven zette en samen met velen hier lief en leed deelden en nog delen!
Waardoor ook wij enthousiaste mensen werden om samen met jullie een knappe parochie uit te bouwen! Een plek waar we met velen feesten, waar we concerten beleven, waar jong en oud gebruik maken van de kerk, de parochielokalen en -pleinen, om samen enthousiast te groeien, te leven en te delen!
Weet je nog enthousiast!
Een maand geleden hadden we het er ook over!
Enthousiast: het woord is immers afkomstig van het Griekse ἔνθεος (entheos), wat zoveel betekent als van God vervuld.
En in heel mijn enthousiasme kan ik niet anders dan jullie vertellen hoe ik destijds in het Revalidatiecentrum huiverde van de woorden: Heer ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek en ik zal gezond worden !
Wanneer ik daar ter plekke zag hoe patiënten vochten met hun leven, hoe ze met hun verlamming terug probeerden te stappen, terug probeerden zelfstandig te eten, enz dan kon ik niet anders dan die woorden aanpassen en zeggen:
Heer ik ben waardig dat Gij nu tot mij komt! Spreek me aan en mn ziel zal gezond worden!
Gezond worden doen we in t revalidatiecentrum niet door te communie te gaan! Neen, door de medische hulp zullen we beter worden. Door ons dagelijks revalidatiewerk, zullen we beter worden.
Als we in die situatie naar de mis komen, tot gebed komen, dan mogen we verheven worden in plaats van teneergedrukt! Dan mogen we Gods bekommernis met ons weten en ons aangesproken, en aangemoedigd weten om het vol te houden!
Want op die momenten in het leven worden we tot in onze ziel geraakt en willen we ook van onze zielenpijn genezen.
Lieve mensen, wat wens ik ons allemaal bekommernis en bemoediging wanneer we het moeilijk hebben!
Wat wens ik ons allemaal geënthousiasmeerd, om het nieuwe jaar enthousiast te beginnen en vooral goed door te komen! Wat wens ik dat we weer een heel jaar lang van die goeie goddelijke mensen kunnen zijn!
Vrijdagmorgen! 1 week voor het kerstfeestelijke Vlaanderen, krijgen we op onze nuchtere maag dat nogal wat Vlamingen openlijk toegeven dat zij na een feest graag zelf met hunnen auto naar huis rijden. En ze doen dat ook al hebben ze stevig alcohol gedronken, sommigen meer dan 7 glazen!
Vandaag 1 week voor het Kerstfeest wil men in de liturgie ons nog eens laten horen wie die Jezus wel is, die Jezus die zal geboren worden
Wanneer we naar de kerk komen om en gewone zondagsviering bij te wonen, worden we geconfronteerd met soms onaangename stukjes uit de bijbel.
De bijbel, een boek vol eeuwenoude levensverhalen van mensen onderweg!
Vooral verhalen van tegenspoed en ziekte, van onrechtvaardigheid en uitbuiting, van oorlog en vernietiging, van eigenwijze mensen en zieners.
En telkens opnieuw krijgen die verhalen de vraag en de boodschap voor een totale ommekeer!.
Vandaag is het niet anders.
Koning Achaz staat voor de verscheurende keuze: Zijn land wordt aangevallen en hij weet niet goed met wie hij een bondgenootschap kan sluiten. Welke naburige vorsten kan hij vertrouwen.
Jesaja komt als raadsman bij hem en wijst hem op de eeuwenoude belofte dat het nagaslacht van Abraham groot zal worden als de sterren aan de hemel.
Jesaja komt als van godswege met het gegeven dat Achaz vrouw zwanger is van een zoon en ze zal hem Immanuel noemen = God-met-ons.
Wat is mooier dan een troonopvolger? Waarom kies je ervoor je koninkrijk uit te breiden?
Achaz, hij kan die vage belofte, het teken van godswege niet overwegen en kiest voor oorlog.
Wat met de vele Achazen vandaag! Aleppo! We kunnen het niet meer horen! We hopen op een oplossing en staan machteloos! We hopen dat Kerstmis toch een dag wordt dat ze niet schieten!
In het evangelie gaat het over Jozef! Een verhaal dat zich afspeelt tijdens zijn slapen.
Is gaan slapen al niet het sterkste bewijs van vertrouwen in het leven? Elke avond gaan we moegewerkt slapen. En elke morgen worden we wakker! Zelden denken we erbij na!
Vroeger gaven ouders hun kinderen een kruisje met de woorden God zegen en bewaren je. Nu nog enkele grootouders. Een uitdrukking van beseffen dat we niet alles zelf in handen hebben.
In het evangelie volgens Mattheüs horen we hoe Jozef de hoofdrol heeft in het verhaal van Jezus geboorte. De andere evangelisten geven Maria de hoofdrol!
Jozef is een Jood die leeft in de Joodse traditie. De traditie die 613 wetten telt!
Jozef verneemt dat zijn verloofde, Maria, zwanger is!
Als hij zich opstelt volgens het joodse protocol, moet hij zijn verloofde in de steek laten. Wetend dat zij en haar kind geen kansen krijgen om hun leven fatsoenlijk uit te bouwen.
De Stem van Jozef s geweten roept weerstand op tegen het protocol.
Jozef ligt wakker, wikt en weegt en krijgt ook een teken van godswege aangereikt.
Jozef, geen groot grondbezitter die al dan niet kan uitbreiden.
Neen een eenvoudige man in de straat die de 613 wetten die hem gevangenzetten wil afleggen.
Hij kiest er tegenin want hij gaat radicaal voor de waardigheid van vrouw en kind.
We zijn de derde zondag van de maand. D.w.z. dat we met velen naar hier gekomen zijn met wat ons overkomen is. Het ergste wat een mens bijna kan meemaken: de dood! Soms veel te vroeg, of te plots, soms als een verlossing, en telkens op een andere manier, maar echt worden we op een dag geconfronteerd met de dood.
Pijn, dikwijls een ondraaglijke pijn, onnoemlijk groot verdriet, boosheid, teleurstelling, honderden vragen, maken dan deel uit van ons leven.
Wat nog aan moois en goeds rondom ons gebeurt kunnen we niet zien of aanvoelen.
Terecht! Want het leven lijkt bijna onmogelijk geworden, met het verlies van het innigste dat we hadden en wat we voor elkaar waren.
En toch, toch kwamen of komen nog elke dag kleine lichtpuntjes binnen. Tekens van goede buren die een potje soep brengen. Tekens van kinderen die je niet alleen willen achterlaten. Tekens van mensen die je stil en ongedwongen blijven betrekken in hun leven, die je blijven oproepen om langs te komen. Tekens van collegas die begripvol je heel lang de tijd geven om pijn en verdriet dat je zomaar overvalt te laten gebeuren, ook in hun bijzijn. Meer zelfs, ze durven je bij de schouder nemen.
Rouwen is dan hard werken om wat onmogelijk lijkt toch beetje bij beetje terug voor mogelijk te zien. Soms is het millimeterwerk en voelt het of we er nooit doorheen raken. Soms zetten we een grote stap vooruit.
Als we na jaren kunnen terugblikken zien we op wie we vertrouwen konden, zien we door hoeveel mensen we onbewust gesteund werden, geholpen werden, om te staan waar we nu staan. Heel onbewust, zovele tekens van godswege om het vol te houden in het leven.//
Vrijdag herkende ik ook goddelijke tekens in t journaal.
In Boom stopt de vrederechter zijn 35jarige carrière.
Een reporter vroeg hem welke raad hij aan zijn opvolger zou geven.
De vrederechter antwoordde: Dat hij tussen de mensen gaat leven en dat hij recht spreekt, echt recht spreekt, maar dat hij dat op een zeer menselijke manier doet.
En Sophie Dutondoir werd emotioneel intelligentie toegewenst! Is dat ook geen goddelijk trekje?
In Iedereen beroemd, maakt een jonge man door zeefdruk grafische fotos van zijn veel te jong demente Mama. Omdat hij zo innig van haar houdt zet hij zich in voor de warmste week met Music for Life, die vandaag begint!!!
Kan de laatste week voor Kerstmis mooier zijn dan dat? 1300 projecten staan in de kijker! Getrokken door duizenden enthousiastelingen die opkomen voor mensen in armoede, voor mensen met een grote of kleine handicap, voor mensen met een chronische ziekte als Mucovisidose of MS of ALS of
Enthousiast: het woord is immers afkomstig van het Griekse ἔνθεος (entheos), wat zoveel betekent als van God vervuld.
Duizenden Tegendraadse! Redders in nood! Ook in de moeilijkste dagen van ons leven, in tekens, in zovele mensen vol van mededogen en barmhartigheid.
Hoe kunnen we beter zien wie die Jezus wel was die toen geboren werd?
Volgende week zingen we het uit. Immanuel = God-met-ons!
Evangelie: Mattheüs 11, 2-11 - 'De vraag van Johannes en Jezus antwoord'
--- Zie jij mensen in armoede staan? ---
Zomaar een gesprek van een paar mensen op straat, op de markt, op het werk, aan de toog, of waar dan ook. Al snel horen we een zinnetje als: waar gaat het met onze wereld toch naartoe?
Wat staat ons nog allemaal te wachten?
Er is toch zoveel armoede en honger en miserie op de wereld. Miljoenen mensen zijn op de vlucht voor oorlog en geweld. En dat zij op de vlucht zijn, bezorgt andere mensen dan weer kopzorgen.
Intussen staan wij voor gigantische problemen met de veranderingen in ons klimaat. En in diverse landen boezemen verkiezingen die op til zijn mensen angst in, of leiden zij op zijn minst tot veel twijfel en onzekerheid.
Waar gaat het met onze wereld toch naartoe?
Is het niet om de moed te verliezen?
En net in deze tijden horen wij in de eerste lezing een boodschap die dat allemaal lijkt tegen te spreken. Jesaja belooft ons met een paar mooie beelden dat de steppe zal bloeien, dat zieken worden genezen en dat ballingen gaan terugkeren naar hun land. Zij zullen lachen en juichen, want zij zijn bevrijd.
Wat doen wij met zo een boodschap?
Daar komt trouwens nog bij dat wij minder en minder mensen naar de kerk zien gaan. En we kunnen ons dan afvragen: wie bereikt Jesaja nog met zijn mooie woorden? En toch, ook in onze tijd zijn er nog heel wat hoopvolle tekenen.
Want als we een beetje verder kijken dan onze neus lang is, zien wij ook in en rond die kerk toch veel mooie dingen gebeuren.
De zondagsvieringen trekken inderdaad zelden nog volle kerken. Maar een paar weken geleden zat deze kerk hier wel overvol voor een vredesconcert. Niet alleen een muzikaal gebeuren, maar ook een boodschap.
En twee weken geleden werd de zaal hiernaast gevuld met een pak mensen die kwamen genieten van een lekker etentje en vooral van een sfeervol samenzijn. En straks loopt weer een zaal van de parochie vol met mensen die gezellig samen gaan eten.
En vorige week werden in de kerk hier in een wegwijzerviering drie kinderen gedoopt, drie kinderen die volgend jaar hun eerste communie gaan doen. Elke maand is er trouwens zo een wegwijzerviering waar de eerste communicanten en de vormelingen bij zijn en veel meer jonge gezinnen dan anders.
En aan die viering wordt vooraf intens gewerkt door een paar mensen.
Aan elke viering wordt overigens gewerkt door het platform Andersziens. En daarnaast zijn ook de andere platformen nog actief, allemaal gestuurd en gecoördineerd door de Verrekijker. Ja, er zijn misschien minder mensen in de kerk dan vroeger, maar er zijn veel meer vrijwilligers aan het werk dan vroeger en dat op alle mogelijke terreinen.
Heel veel vrijwilligers, heel veel mensen van goede wil, onder hen ook opvallend veel jonge mensen.
We zitten midden in de advent en we kijken uit naar Kerstmis, naar de komst van de Heer. In het evangelie zat Johannes de Doper in de gevangenis en ook hij zat met vragen: is die Jezus de langverwachte Messias, of is Hij het niet? En Jezus zegt aan de leerlingen: Kijk rondom jullie en zie wat er gebeurt. Zieken worden genezen en aan armen wordt de blijde boodschap gebracht.
Net als Jesaja wijst hij op hoopvolle tekenen.
Allemaal goed en wel, zeggen wij dan, maar welke blijde boodschap kunnen wij brengen aan mensen in armoede? Wat hebben zij daaraan?
De affiche van Welzijnszorg spreekt voor zich. Armoede is een verhaal van 1 op 7. Meer dan 1 op de 7 mensen leeft in armoede. Dat zijn in ons land 1,7 miljoen mensen die wachten op onze blijde boodschap.
Maar we moeten ook eens goed kijken naar de mensen die op de affiche staan afgebeeld. Dat zijn geen 7 zielige mensen die hopen op wat liefdadigheid. Integendeel. De jonge Bas zet zich in voor de Welzijnsschakel in Wijnegem. Femke is orthopedagoge en Kusum is onderwijsexpert. En hun beroep stimuleert hen om armoede en andere problemen aan te pakken.
Er is ook nog de student Robbie, de gezins- en bejaardenhulp Marina en de twee vrijwilligers op de affiche: Thomas werkt voor Betonnen jeugd en Maurits is intussen 80 jaar, maar weet niet van opgeven.
Het blijft waar dat op 1 op de 7 mensen in armoede leeft. Maar evenzeer zet zowat 1 op de 7 zich in om er wat aan te doen. Wellicht is dat ook de boodschap die Jezus meegeeft in zijn antwoord. Zieken worden genezen en aan armen wordt de blijde boodschap gebracht. Maar dat gebeurt niet zomaar.
Je hebt mensen nodig om elkaar te genezen, om de blijde boodschap voor elkaar tastbaar en werkelijk te maken. Het is niet zo dat we moeten wachten op een Messias die met zijn toverstaf plots alle problemen gaat oplossen.
Zo dadelijk wordt onze bijdrage gevraagd voor Welzijnszorg. De 1 op de 7 die wat aan de armoede willen doen, rekenen op ons. Want straks vieren wij de geboorte van Christus. Hij kwam op de wereld als een klein, hulpeloos kind in een kribbe. Geboren in armoede.
Maar Hij rekent op ons om zijn droom waar te maken, zijn rijk te doen komen. Hij rekent op mensen om dat voor elkaar te brengen.
Evangelie: Mattheüs 3, 1-12 - 'Verkondiging en doop door Johannes'
--- De nieuwe wereld groeit ---
Klonk de eerste lezing niet als een sprookje? Een wolf en een lam die samenwonen, een baby die speelt bij het hol van de adder en een beetje verder staat er: niemand zal nog ruzie maken!
Misschien zijn er grote mensen, die niet meer in sprookjes geloven. Zij hebben ondervonden dat het leven hard kan zijn. Dat er ruzies komen en oorlogen. En dat mensen elkaar kunnen verscheuren als wolven.
Maar als wij in de kerk deze teksten voorlezen, doen wij dat omdat we geloven dat dit geen sprookje is maar een visioen van een nieuwe wereld die mogelijk is.
Komt die nieuwe wereld er vanzelf?
Neen. We moeten zelf de wereld van ieder voor zich, de wereld van naijver en geweld, de rug toekeren. We moeten ons bekeren, zoals die rare man uit de evangelielezing verkondigt. Die man heet Johannes. Hij is naar de woestijn getrokken om zich van al het overtollige in de gewone mensenwereld los te maken. En daar vindt hij de weg naar Jezus: als we leven zoals Jezus, dan komt die nieuwe wereld dichterbij. Leven zoals Jezus, dat is rechtvaardig zijn, en mild, en geweldloos, en zorgen voor zwakke mensen.
En zie, Johannes doopte de mensen die in dat geloof wilden leven, als teken van hun overtocht naar een nieuw leven. Aan zon nieuw leven beginnen, dat is je in een brede, onbekende rivier wagen om naar de overkant te zwemmen. Van de woestijn van het oude leven, naar het land van de belofte. Om dat te durven moet je veel geloof hebben.
Geloof dat het water je niet zal verzwelgen. Geloof dat er een andere oever is, ook als we die nog niet zien. In dat geloof hebben we Zoë, Finn en Benjamin symbolisch ondergedompeld in het doopwater.
Vanzelf zullen zij en wij niet aankomen in dat beloofde land. Wij moeten ook beleven wat we geloven: goed proberen te zijn zoals Jezus. Alleen kunnen we dat niet. Gelukkig zijn we met velen: ouders, een familie, peters en meters, en die gelovige mensen hier. Wij helpen elkaar bij het zwemmen om het hoofd boven water te houden, want soms zijn de golven wild en dreigend.
Maar de diepste grond van ons geloof, de vaste bodem onder onze voeten, is dat wij gedragen worden door een kracht die sterker is dan het kwade. Die kracht blijft ons trekken, zelfs als we denken dat we ten onder gaan. In die kracht is Jezus blijven geloven, ook als alles donker werd rond zijn kruis. Jezus heeft die kracht een naam gegeven: Onze Vader.
Ook als we ons machteloos voelen, Hij zal ons veilig doen aankomen.
Dat geloof moeten we blijven koesteren, en dan zullen wij nu al aan die nieuwe wereld kunnen bouwen, waar mensen elkaar niet meer als wolven naar het leven staan, maar als Gods kinderen in zijn vrede leven.
(af)wachten wordt: waken - 1e zondag advent A 2016 - Gie
Eerste zondag van de advent A 2016 - Zondag 27 november 2016
Eerste lezing: Jesaja 2, 1-5 - 'De Heer zal ons de weg wijzen en wij zullen Zijn paden bewandelen'
Evangelie: Mattheüs 24, 37-44 - 'Wees waakzaam, want jullie weten niet wanneer de Heer komt'
--- (af)wachten wordt: waken ---
Het is weer zover, het is weer advent. Kijk hoe het eerste kaarsje brandt. STOP!
Als we zo doorgaan, zijn we met Kerstmis nog alleen bezig met het zingen van zeemzoete kerstliedjes.
Jullie willen toch ook een Kerstfeest met body, een feest waar vlees aan zit? Of, een beetje triviaal gezegd, een Kerstfeest met ballen!
Tijd dus om jullie efkes wakker te schudden. Dat is wat Jesaja doet. Hij leefde in de tijd dat Judea bezet werd door Assyrië en vele bewoners gedeporteerd werden. Hij kàn over zijn land dus niet anders dan schrijven in een visioen. Hij schrijft héél overtuigend, hoe het zal zijn als zwaarden worden omgesmeed tot ploegijzers en speren tot snoeimessen. Als geen volk nog het zwaard zal trekken tegen een ander volk, als er écht vrede is. Een beetje Wat als? maar dan in het echt. Bemoedigend en uitnodigend: kom, doe mee, laten we leven zoals de Heer dat wil.
Mattheus denkt verder in dezelfde richting. Hij doet er zelfs nog een schepje bovenop. Jullie kunnen niet in de toekomst kijken, schrijft hij, jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt. Blijf dus niet afwachten tot het gebeurt. Als je perspectief hebt, als je iets hebt om naar uit te kijken, dan kun je verder zien.
Maak je klaar, schrijft Mattheus. Wees voorbereid, zoals Noach deed toen hij de ark bouwde. Wacht niet lijdzaam af maar kijk vol verwachting uit naar wat komen gaat.
Hopelijk heb je ze al gezien, de affiche van Samen tegen armoede. Er staan 7 mensen op en het opschrift: Armoede is een verhaal van 1 op 7. Die slogan deed mij denken aan wat je tegenwoordig bij sommige winkels ziet: open 24 op 7. Dat betekent zoveel als: de hele dag lang, alle dagen van de week. Datzelfde geldt ook voor armoede: je bent niet een paar uur per dag arm, of maar enkele dagen per week.
Wij staan er te weinig bij stil, maar, in onze rijke landje leven één miljoen 700 duizend mensen in armoede! Dat is meer dan 1 op 7! Van ieder rijtje van 7 mensen zoals op de affiche, wordt er één uitgesloten van de vele mogelijkheden die de samenleving ons biedt.
Armoede stelt zichzelf niet te koop. Achter vele gevels schuilt een veel complexer verhaal dan je denkt. Sommige dingen zie je maar, als je ze wil zien, als je er ook écht oog voor hebt.
Dit klopt nog lang niet met Gods visioen van licht voor iedereen, dat Jesaja ons voorspiegelt. Eens op een dag zullen alle volken worden samengebracht op de berg van de Heer. Hij zal hen de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.
De verwezenlijking van zon visioen is altijd weer een samenspel tussen de belofte van God enerzijds, en het engagement van ons anderzijds.
Samen Tegen Armoede nodigt ons uit om niet lijdzaam af te wachten, maar om in actie te komen. Bijvoorbeeld zoals Bas, links op de affiche. Hij is twaalf, houdt van muziek en ook van sport. Maar Bas kent zijn wereld en ook de vierde wereld.
Want Bas is opgegroeid met de verhalen over Robby, in de boekjes van Welzijnszorg. Hij weet dat 1 op 5 kinderen in armoede leeft. Kinderen die, zoals Robby, dikwijls op hun broertje moeten passen, die nooit op reis kunnen gaan... Daarom wilde Bas graag iets extra doen voor mensen in armoede in de buurt.
Hij weet dat deze mensen terecht kunnen in een winkeltje, zoals De Lage Dorpel in Wijnegem of het Onthaal Sint-Antonius dat wij kennen van de Door de mazen van het net-actie.
Om hen te helpen, ging Bas zijn beste beentje voorzetten en begon hij te trainen voor de short run, 5 kilometer van de Ten Miles. Familie en vriendjes konden hem sponsoren. Op die manier, kreeg hij geld bij elkaar om iemand anders vooruit te helpen. Ook op nog een andere toffe manier.
Op 30 april deed Bas zijn vormsel. Het geld dat hij voor zijn communie kreeg, deelde hij in twee: de ene helft ging bij zijn sponsorgeld, de andere helft ging naar een nieuwe basgitaar. Zelfs een kleine held als Bas, kan het armoedemonster een toontje lager laten zingen.
Het is weer advent, de voorbereiding op Kerstmis.
Wij begonnen die vandaag met Bas, de grote kleine held op de affiche.
En over 4 weken, met Kerstmis, zullen we eindigen bij die andere Kleine, héél grote, die niet op de affiche staat.
Maak je klaar, bereid je voor, zoals Noach met de ark. Of zoals de leuze van de scouts: be prepared, wees voorbereid.
Wees in verwachting naar wat komen gaat. Dat is advent, Amen.
Inspiratie deels gevonden in: notas van Egbert Roose en de homilie van de Vlaamse Bisschoppen naar aanleiding van de invoering van de aangepaste versie van het Onzevader
Evangelie: Lucas 23, 35-43 - 'Toespraak over de val van Jeruzalem en de komst van de Mensenzoon'
--- Samen leren we het nieuwe Onze Vader zingen ---
Hier de nieuwe tekst, met in cursief de wijzigingen voor Vlaanderen.
* Onze Vader, die in de hemel zijt, * uw naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede * op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, * zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren, * en breng ons niet in beproeving, maar verlos ons van het kwade.
Evangelie: Lucas 21, 5-19 - 'Toespraak over de val van Jeruzalem en de komst van de Mensenzoon'
--- Samenspannen naar beter leven ---
Lieve mensen,
omdat we blijven streven naar nooit meer oorlog, gedenken wij op 11 november de wapenstilstand van weleer!
Omdat wij blijven streven naar nooit meer oorlog beleefden vorige zaterdag 5 november, ongeveer 700 mensen hier een Vredesconcert! nog steeds in t kader van de herdenking van den grote oorlog 1914-1918!
In de liederen hoorden we de gewone soldaten zingen hoe Alles ooit goed komt en hoe alles voorbij gaat Zo zongen ze om er de moed in te houden. Uitzingen dat de ellende van een oorlog en een bezetting niet definitief is, dat ook het grootste machtsvertoon voorbijgaat Zon positieve gedachte behouden is zo belangrijk om er niet aan ten onder te gaan.
Het evangelie zegt vandaag net hetzelfde tot die jonge christen gemeenschap van toen Lucas dit evangelie schreef, het evangelie zegt tegen die gemeenschap die vervolgd wordt : Mensen, alles gaat voorbij.
En dat evangelie zegt dat nog altijd, tegen mensen in deze tijd en vooral ook tegen ons! Onze levenservaring zegt hoe veel van wat we moeten meemaken voorlopig is, voorbijgaand is , good-luck en tegenslag, vreugde en verdriet
Onze generatie ervaart dat wellicht nog sterker dan de vorige.
11/9! Wij zijn de generatie die op enkele ogenblikken tijd de WTC torens zagen instorten : geen steen werd op de andere gelaten. De WTC torens, toen de hoogste van de hele wereld, toen de trots van Amerika! Deze week 9/11 met de nog steeds de te dragen gevolgen van die grote ineenstorting: Donald Trump gekozen om de nieuwe president van dat trotse Amerika, te worden!
Wij zijn de generatie waarvan één op de drie kinderen in een nieuw samengesteld gezin zijn terechtgekomen omdat het oorspronkelijk gezin waarin zij ontvangen zijn, ineengestort is.
Wij zijn de generatie die 100-duizenden vluchtelingen zien toestromen uit ineengestorte naties, uit nieuwe oorlogsgebieden! Een deel dat kiest voor het rijke westen, voor ons verzekerd mooie bestaan. Een deel dat vlucht om zo vlug mogelijk terug te keren als wapenstilstand zich aankondigt in hun moederland.
Wij zijn de generatie die onze kerken zien ontwijd worden.
Het lijkt alsof niets nog heilig is voor onze generatie : het gezin niet, het lichaam niet, de vrouw niet, de kerken niet, zelfs de dode niet!
Alles wordt omvergeworpen : geen steen wordt op de andere gelaten.
De vraag is : hoe gaan we daar als christen mee om ? Doen alsof er niets aan de hand is, of fatalistisch de gebeurtenissen afwachten t kan gemakkelijk zijn, maar is zeker niet moedig.
Wat zegt ons het 2e luik van dit evangelie: Gij wordt voorgeleid aan koningen en gouverneurs omwille van mijn naam; dat geeft u de gelegenheid om te getuigen. Neem u heilig voor om u er van tevoren geen zorgen over te maken hoe u zich zult verdedigen. Want Ik zal u wijze woorden in de mond leggen, zodat geen van uw tegenstanders u zal kunnen weerstaan of tegenspreken
Het zal erop aankomen om te durven getuigen zegt het evangelie.
Wij zijn de generatie waarin onbenulligheden worden verheven tot symbolen om voor te leven. Het gouden kalf uit onze gewijde geschiedenis van weleer is nooit ver weg geweest! Wij zijn de generatie van koning auto, van koning voetbal, van koning fuif, van koning Pokemon. Alles is goed om zich aan vast te houden.
Onze generatie heeft christenen nodig, heeft ons nodig die in hun levensbeschouwing verder kijken dan het eindige, die naar het on-eindigende durven kijken. Mensen die moed houden om op te komen tegen de afgoden van de tijd.
Onze generatie heeft heel veel van die mensen!
Daarom is er onze organist Johannes Tuy die op de 15de verjaardag van 9/11 de herkenningsmelodie speelde van elke gedachtenis die plaats heeft op punt Zero..
Daarom is er Veerle Malschaert. Veerle, als moeder van 2 kinderen, pas gescheiden en soms ontroostbaar.. Ze brengt ze een onemanshow. Ontwapenend eerlijk en kwetsbaarder dan ooit, brengt zij ontroering met een schaterlach
Daarom is er Tutti Fratelli. Reinhilde Decleir en Nienke Reehorst die vluchtelingen op het podium zet voor het grote publiek en hen zo een waardige plaats geven in het leven.
Daarom is er Marc Sleen die met zijn cartoons en stripverhalen de wanorde aanklaagt door, met een voor een lach.
Daarom mogen we bij het overlijden van Leonard Cohen, over heel de wereld, genieten van zijn getuigenisliederen die voortdurend zoeken naar hoe moet dat in deze wereld?
Daarom is er Anna3 die naast de eucharistievieringen plaats geeft aan orkesten, koren, individuen, die met de schoonheid van de muziek opkomen tegen de wantoestanden in de maatschappij.
Daarom is er het jaar van de Barmhartigheid! Waar over de hele wereld aandacht is voor de 7 werken van barmhartigheid. Kijken we naar zondag 6 november, waar over de hele wereld in zoveel mogelijk gevangenissen, de Bisschop van de streek of de vicaris ging bidden, samen met hen. Waar koren moed gingen inzingen, en 1000zende mensen een ketting van barmhartigheid vormden rond hen.
Zon getuigende mensen zijn kostbaar in onze samenleving. Zij zijn als reddingswerkers in het puin van de ingestorte zekerheden. Zij zijn het straaltje hoop in de moeilijkste omstandigheden van ons leven. Zij vechten tegen de verwoestende kracht die leeg maakt en onleefbaar.
Mensen die, christelijke waarden in het vaandel dragen, ook al komen ze niet zo regelmatig naar de kerk. Mensen die diep, eerlijk, rechtvaardig omgaan met de kwetsbaarheid van het leven zijn veel christelijker dan zijzelf ooit zouden kunnen denken!
In de grootste verschrikkingen, is de hoop het grootst voelbaar. Zo buigen we spannend samenleven om naar samenspannen op weg naar een beter leven.
Evangelie: Lucas 9, 18-23 - 'Het lijden van de Mensenzoon en zijn volgelingen'
--- Wie ben Ik? ---
Mag ik de eerste zin van het laatste verhaal, het evangelie, dat daarnet werd voorgelezen, nog eens herhalen?
Jezus was samen met enkele vrienden eens aan het bidden. Dat is precies wat wij hier nu ook aan het doen zijn. We komen samen met vrienden, met familie, met alle mensen die eigenlijk hetzelfde gedacht hebben samen komen om bij mekaar te zijn en misschien te bidden.
Oh wat is dat moeilijk vandaag.
Bidden. Wij kennen dat van op schone prentjes, of van in boeken, wij kennen dat van onze grootouders, wij kennen dat van op tv als we de paus zien .
Maar hier, in deze ruimte, nu op dit moment? Daar hadden we misschien nog niet aan gedacht?
Omdat bidden soms zo moeilijk is, omdat we dat niet meer gewoon zijn, lezen we hier elke week een verhaal voor. Vandaag over een mier en een graankorreltje dat een jaar later een heel veld werd.
Maar we lezen ook elke week een stukje uit het leven van Jezus voor. Gewoon om het beter te begrijpen, gewoon om Jezus beter te leren kennen, of dichter bij ons te hebben. Zo kunnen we hem hier aanspreken, en dat is bidden.
De bijeenkomst van vandaag noemen we een wegwijzerviering Dat is speciaal, weet je waarom? Omdat jullie er zijn. Omdat er vele gezinnen zijn, ook papas en mamas, en broers en zusjes. Dus veel jonge mensen. Dat doen we 1 keer in de maand. Zo speciaal jongeren en jonge gezinnen uitnodigen, samen met de wat ouderen luisteren naar dat verhaal van die Jezus.
En samen proberen te bidden.
En elke keer in de wegwijzerviering gaan we dan een speciaal vredesmoment inlassen. Zoals gisteravond de kerk hier helemaal vol zat voor een vredeconcert. De vrede: is een heel belangrijk onderdeel van onze viering. Je moet straks ook maar eens naar die kruisweg gaan zien. Gaat allemaal over de eerste wereldoorlog. Hoe meer we weten over de oorlog, hoe belangrijker de vrede wordt.
Nu terug naar ons verhaal.
Wat zeggen de mensen over mij vraagt Jezus dan aan ons. Wie zeggen de mensen dat Ik ben?
Dit is een beetje zoals daarstraks, toen de priester onze naam vroeg wie ben jij?
Het is heel belangrijk dat de mensen u kennen, ja zelfs bij uw naam. Als men uw naam kent, dan hoor je erbij. Het is helemaal anders als men zegt: zeg, dingeske, of zeg manneke, of zeg juffrouwke
Dan weet je amper of iemand het tegen u heeft. Maar als men zegt Zeg Sylvia, of zeg Brent, dan weet je die kennen mij hier
Zo is het met Jezus ook gegaan. De mensen zeiden: Je bent als Johannes de Doper Dat is iemand die net voor Jezus kwam en de mensen aansprak, en hen overtuigde Je moet goed doen En hij trok ze mee in de club. Ze hoorden erbij.
Maar toen zei Jezus iets heel moeilijk.
Hij vroeg hen zelf, hou het maar voor u. Loop er niet mee rond.
Hij vertelde hun Er zal een tijd komen dat ze mij niet meer willen, dat ze mij zullen vernederen, slaan, pesten, uitlachen, ja zelfs doen verdwijnen. Maar na 3 dagen zal ik terugkomen en bij jullie zijn.
Toen waren ze gerust en toen zeiden ze: er kan niets gebeuren met ons. Wij gaan hem volgen, en we zullen regelmatig terug samen komen en met hem spreken. En dat is nu precies bidden. Dat is wat wij hier elke week doen.
Niet meer niet minder.
Ik krijg hoe langer hoe meer het gevoel dat Hij erbij is. Hopelijk zien wij jullie hier nog dikwijls terug. Dan vertellen we samen verhalen en luisteren we naar Hem en ook naar mekaar.
Iedereen die hier zit, wenst jullie een schitterende voorbereiding naar jullie groot moment binnen een 6 tal maanden. En uw ouders en familie willen met jullie naar iets toeleven. Als een grote vriendenploeg, samenkomen om te luisteren en te vertellen. Dat is al een grote stap om te leren bidden.
Evangelie: Lucas 19, 1-10 - 'Zacheüs, kom vlug naar beneden'
--- Angst? ---
Ik had kunnen beginnen met een grapje op het evangelie, waarin Jezus precies het tegenovergestelde zegt van Zacheüs, ge kunt den boom in! Maar ik doe dat niet, omdat het weer zon bijzonder weekeind, of beter een week-begin is. En dan heb ik het niet over het overschakelen van zomer- naar winteruur.
Woensdag is het Allerzielen en dinsdag Allerheiligen. Maandag dus allerheiligenavond, in het Engels All Hallows Eve, oftewel Halloween. Niet meteen een gebeurtenis waar wij in de kerk een associatie mee hebben. Want hoewel Allerheiligen van oudsher een katholiek feest is, lijkt Halloween dat niet meteen.
Of toch wel? Tot aan de hervorming van de liturgische kalender na het laatste concilie, had Allerheiligen een vaste avondmis.
Allerheiligenavond was vroeger dus wél een goede katholieke traditie. Op die avond mochten zwervers en werklozen langs de deuren gaan om te bedelen, hetgeen anders verboden was. Het kon dan gebeuren dat er een zwerver aan je deur kwam die zich een lange tijd niet had gewassen, die stonk en in vodden liep.
Daarvan kon je wel eens goed schrikken op een donkere avond. Daar komt het verkleden op Halloween vandaan: de mensen even laten schrikken om vervolgens te bedelen om eten of, zoals nu, om snoep.
Ook verkleden velen zich als geraamte of als zombie. Hier komt een oud heidens gebruik samen met een christelijk gebruik: de dood wordt te kijk gezet. Voor christenen is de dood door de verrijzenis van Christus overwonnen. Daarvan getuigen alle heiligen op Allerheiligen.
Wist je dat wij hier op Linkeroever een Halloween-straat hebben? De Halewijnlaan! De naam van die laan gaat terug op een middeleeuws lied: de Ballade van heer Halewijn, een van de oudste Nederlandse volksliederen, vermoedelijk uit de 12de of 13de eeuw.
Een heer is die Halewijn nauwelijks te noemen. Hij was een roofridder, een demon, die met zijn gezang jonge maagden meelokt naar het bos om hen daar te doden.
Een jonge prinses die ook door hem is meegelokt, wacht hetzelfde lot. Als ze aankomen op het galgenveld (ja, wij hebben hier ook een Galgenweellaan!) mag zij kiezen hoe zij zal sterven. Daar ziet onze dappere koningsdochter de kans schoon om zelf Halewijn te onthoofdden.
Het spannende verhaal is in heel Europa al eeuwenlang in verschillende versies mondeling doorgegeven. Gezongen of verteld bij het haardvuur, klonk het allemaal nog een beetje griezeliger. Één versie ervan is die van Halloween, waarbij de griezel met zijn pompoenhoofd wordt onthoofd en gedood. In de meeste gevallen komt het erop neer dat de slechterik, onze Halewijn, die symbool staat voor het heidendom, door het goede, het christendom, wordt overwonnen.
Tot daar Halloween en Halewijn.
Nu kijken we even rond in onze kerk, waarin momenteel de Kruisweg van angst en dood staat opgesteld. Die kruisweg is gemaakt door Jan Van Buggenhout (1934-2014) uit Walem en bestaat uit 14 banners, waarop telkens een grote foto, vergezeld van een pakkende tekst.
Toen hij enkele jaren geleden nadacht over een tentoonstelling van de Heemkundige Kring, naar aanleiding van de herdenking van de eerste wereldoorlog, kwam hij tot de vaststelling dat er heel wat parallellen te trekken zijn tussen beelden uit die periode en de staties van de kruisweg.
Zo rijpte het idee over een soort alternatieve kruisweg met beelden uit die Groote Oorlog. Hij wilde vooral de kleine mens in de grote oorlog belichten, zoals die geconfronteerd werd met angst en dood, en bereikte dat doel met deze Kruisweg van Angst en Dood.
De kruisweg bestaat uit 14 banners op een staander, met daarop telkens een titel gelinkt aan de kruisweg, een kleine tekening, van Jans vriend Albert Verbiest, en een grote foto met wat uitleg, die de link legt met de kleine mens, soldaat of burger in de oorlog in het dorp Walem. Bij statie 4, Jezus ontmoet zijn moeder, bijvoorbeeld een beeld van oorlogsfotograaf Robert Scotland Liddell, die een oude vrouw ontmoet, op de vlucht met haar huisgenoot, een papegaai.
Ze liet zich fotograferen bij de brug van Walem, tussen soldaten op weg naar het front. Of bij de 7de statie, geen Christus gevallen onder het kruis, maar de foto van een gewone soldaat die op 30 september 1914 sneuvelde aan de Walem-brug. Zo geeft iedere banner in beeld en tekst een indrukwekkend getuigenis van het leed dat een oorlog veroorzaakt voor de kleine man.
Jammer genoeg heeft Jan Van Buggenhout de praktische uitwerking van zijn kruisweg niet meer meegemaakt. Hij overleed plots in februari 2014.
De Kruisweg van Angst en Dood doet me denken aan een dichtwerk van die andere straatgenoot op Linkeroever: Paul van Ostaijen (1896-1928). Nadat hij in 1918 naar Berlijn gevlucht was, beschreef hij zijn indrukken van die losgeslagen stad onmiddellijk na de eerste wereldoorlog. Maar ook de emoties van zichzelf: een vertwijfelde dichter op zoek naar zijn eigen ik. De titel van zijn dichtbundel is bijna hetzelfde als die van de kruisweg: De Feesten van Angst en Pijn. De jonge dichter schreef het in zijn bekende stijl: expressief, veelkleurig, met grote en kleine letters.
De tekst is tegelijkertijd vooruitstrevend en mystiek als kinderlijk eenvoudig.
Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Op Linkeroever zijn er mensen die, geïnspireerd op de eerste wereldoorlog, hun stem wilden laten horen. De Thirty Old Men, een gelegenheidskoor met 30 mannen (12 tenoren, 10 baritons en 8 bassen) onder leiding van Hugo Van Dijck, zingen hier in onze kerk op 5 november a capella een 'In Flanders Fields' concert. Zij zingen een beetje voor hun eigen plezier maar vooral voor het goede doel.
Voor wie het had willen meemaken: er zijn helaas geen plaatsen meer beschikbaar. Hun concertzaalzaal, onze kerkruimte, is al bijna twee maanden uitverkocht. Maar voor jullie is er een troostprijs: de unieke oorlogskruisweg valt vanaf nu tot na het Vredesconcert van 5 november 2016, te bezoeken en te bewonderen hier in onze kerk.
Ik zou willen eindigen met een verwijzing naar het evangelie, waarin Jezus aan Zacheüs precies het tegengestelde zegt van: ge kunt den boom in! Jezus zegt: kom vlug naar beneden, want Ik moet in uw huis verblijven.
Alle voormelde mensen: van Ostaijen met zijn dichtwerk, Van Buggenhout met zijn kruisweg, de Thirty Old Men met hun vredesconcert, doen iets gelijkaardigs. Zij zetten hun deur en hun blik voor ons open. En daarmee zetten zij een neus tegen de angst en verdriet. Van de angst van oorlog en halloween naar de hoop op vrede en graag zien.
Want waar mensen mekaar graag zien, daar hebben zij minder angst en pijn. Daar komt vrede als vanzelf. Dáár genezen mensen, die het alléén niet redden. Daar kan kwaad en lijden overwonnen worden en moeten kleine mensen zoals wij nooit bang zijn.
Evangelie: Lucas 18, 9-14 - 'Gelijkenis van een farizeeër en een tollenaar'
--- De goede nederigheid ---
Ik had het nooit van mezelf verwacht, maar ik begin meer in het evangelie te lezen. En ik kan het jullie alleen maar aanraden. Zon tekst als vandaag, bijvoorbeeld, die vraagt daarom. Als ik dat hoofdstuk 18 doorlees, dan vind ik teksten die ons verhaal kunnen verduidelijken. Dat we moeten worden als kinderen, staat een beetje verder. En ook die merkwaardige uitspraak: Niemand is goed dan God alleen. Straf. Jezus maakt voor zichzelf geen uitzondering.
Maar dat is voer voor theologen.
De tollenaar besefte dat hij tekort schoot. Ik denk dat het verhaal duidelijk is: als we zelf denken dat we beter zijn dan een ander, ja, dat we bij de goei zijn, dan zitten we fout. Ergens anders in het evangelie staat: wie zonder zonde is.... Wie het spoor van Jezus volgt, beseft dat zij of hij niet zonder zonde is, en dus niet moet neerkijken op mensen die in de fout gaan.
Is dit een deprimerende verhaal?
Neen, integendeel. Dit is hoopgevend. Ooit, geloof ik, komt het moment dat we botsen op onze onvolmaaktheid, op onze zwakheid, op ons onvermogen. Ons onvermogen om te leven zoals we zouden willen leven. Ons onvermogen om altijd te vergeven. Ons onvermogen om altijd verdraagzaam te zijn. Ons onvermogen ook om gezond te blijven, om ons leven in handen te houden, om sterk te blijven. Is dat niet de kern van wat we, lang geleden misschien, baden in het Wees gegroet: bid voor ons, arme zondaars, nu en in het uur van onze dood...?
Alle goeds dat we in handen hebben, onze eigenschappen, onze wilskracht, onze gezondheid, dat alles hebben we gekregen, maar het is niet ons eigendom, zelfs niet onze verdienste. We hebben talenten gekregen om er zorg voor te dragen, om ermee te woekeren, maar ze zijn ons toevertrouwd door een Ander.
Als we kwaliteiten hebben, zijn ze een cadeau.
Betekent dan dat zon tollenaar er maar op los mag leven, efkes vergiffenis kan vragen, en dan naar huis kan gaan alsof er niets gebeurd is? Lees verder in Lucas: het volgende hoofdstuk, 19, begint met het verhaal van Zacheüs de tollenaar. Jezus verkondigt dat er altijd barmhartigheid mogelijk is als men ervoor open staat. Als men inderdaad een ander leven wil leiden, als het berouw oprecht en gemeend is. Dan geeft God een nieuwe kans, dan rechtvaardigt hij die mens.
Zo leefde Jezus ook. Hij keek niet neer op rovers lees het lijdensverhaal , op onrechtvaardigen, op echtbrekers. En hij roept ons om ook zo met elkaar om te gaan.
Hij roept ons op om zelf nederig te zijn. Niemand is goed dan God alleen .
Maar hij roept ons ook op om, in die nederige zelfkennis, volop te vertrouwen op Gods barmhartigheid. De Vader neemt ons voor lief zoals wij zijn. We mogen optimist blijven, hij staat altijd klaar om te vergeven.
Als we geloven in die eindeloze barmhartigheid, dan zijn we in staat ze door te geven aan de anderen. We zullen op hen niet neerkijken, maar hen oprichten. Zo beginnen we te gelijken op Jezus, die ook in zijn evangelie, gezegd heeft: Leer wat het betekent: Barmhartigheid wil ik en geen offers.
Evangelie: Lucas 18, 1-8 - 'Gelijkenis van een rechter en een weduwe'
--- De aanhouder wint ---
Vandaag moeten we het hebben over bidden. Zowel de eerste lezing als het evangelie gaan over dat thema. In het verhaal uit het boek Exodus vraagt Mozes in een gebed de steun voor de Israëlieten in hun strijd tegen Amalek. En in het evangelie is er een weduwe die de rechter maar blijft vragen en smeken, blijft bidden dus tot hij naar haar luistert.
Nu is bidden geen populair woord of thema meer vandaag.
Voor mensen van vandaag bijvoorbeeld is bidden absoluut niet sexy, om het met een hedendaags woord te zeggen. Vraag maar eens aan groep jongeren: wat gaan we doen vandaag? Als we nu eens een uurtje zouden bidden. Veel succes gaan we daar niet mee halen
We hebben het bidden ook grotendeels afgeschaft. Vroeger hadden we toch een morgengebed en een avondgebed. En ook een gebed voor het eten en na het eten. En op school begon elke les met een gebed en vaak was er ook een gebed op het einde. Ook een samenkomst van de jeugdbeweging opende met een gebed. Nu is er zelfs in een christelijke of parochiale samenkomst hooguit nog een bezinning om de avond te openen.
Als we mensen vragen waarom ze niet meer bidden, is het antwoord meestal: waarom zouden we dat nog doen?
Wie wordt er beter van? En wat brengt het op? Want het spreekwoord luidt wel: wie bidt, zal verhoord worden. Maar in de praktijk klopt dat niet altijd. Ons gebed wordt niet altijd zomaar verhoord. We kunnen heel lang en intens bidden voor een genezing. Maar vaak geneest die zieke helemaal niet.
Integendeel!
En toch komen wij hier elke week samen om te bidden. En we schrijven soms onze intenties in het intentieboek. Dat betekent dan toch dat wij het in zekere zin belangrijk vinden. En er zijn kloosterorden waar mannen of vrouwen hun leven wijden aan het gebed. Ze vullen hun dagen met allerhande vormen van werk en dienstbetoon, maar enkele keren per dag komen ze samen om te bidden.
Op regelmatige en vaste tijdstippen van de dag.
Typerend is ten eerste dat zij niet bidden om een bepaald doel te bereiken of iets specifiek gedaan te krijgen. Het is niet zo van: als ik lang en goed genoeg bid, krijg ik dat bepaald resultaat. En nog heel typisch en heel belangrijk: zij komen samen om te bidden. Zij bidden niet alleen, zij bidden in groep, zij helpen en steunen elkaar. Ze bidden samen en samen houden zij het vol. Daarom ook komen wij hier regelmatig samen. Op ons eentje bidden is niet hetzelfde.
We konden het ook merken in de eerste lezing vandaag, uit het boek Exodus.
Het is misschien een beetje vreemd dat Mozes tot God bidt om steun te vragen tijdens een strijd, tijdens een oorlog. Maar het is niet zomaar een oorlog van het ene volk tegen het andere. De tegenstander is Amalek. En Amalek is zo ongeveer de verpersoonlijking van het kwaad. Hij symboliseert de vijand bij uitstek, ook de vijand die in de mens zelf schuilt.
Vandaar dat Mozes zich en zijn volk bedreigd weet.
En daarom heft hij de handen ten hemel en zoekt hij bij God steun en hulp. En zijn opgeheven armen drukken zijn hoop uit, zijn vertrouwen en geloof in die God. Maar dan krijgt hij spierpijn en moeten anderen hem helpen. En Aäron en Chur komen zijn armen ondersteunen. En zo kunnen zij samen weerstand bieden aan het kwaad. Bidden wordt een vorm van samenzijn, een vorm van samen werken, een uiting van gemeenschap. Op je eentje bidden lukt blijkbaar niet, we moeten elkaar helpen, we moeten elkaar letterlijk ondersteunen.
Misschien spreekt die vorm van bidden ons meer aan dan die in het evangelie van vandaag. Want daar lijkt het er veel op dat de rechter pas toegeeft om van het voortdurend aandringen van die weduwe verlost te zijn. Al moeten we wel erkennen dat zij blijk geeft van vertrouwen en volharding. Naar haar verwijst ook de titel van deze viering: De aanhouder wint. Blijven bidden en niet opgeven, zoals Jezus vraagt. Ook daar kunnen we iets van leren.
Maar wellicht meer toch van Mozes en Aäron en Chur. En van kloosterlingen die elkaar steunen en versterken in hun gebed. En die niet persé bidden om voor zichzelf iets gedaan te krijgen. Voor wie bidden een vorm wordt van intens samenzijn en samen werken.
De vraag blijft natuurlijk: wat brengt dat bidden op?
En waarom zouden wij bidden?
Iemand die veel geleerder is dan wij allemaal samen is Albert Einstein. En van hem is deze uitspraak: Bidden verandert de wereld niet. Maar bidden verandert mensen. En mensen kunnen de wereld veranderen
In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen. Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt. De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag. Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek. In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.