Ik had het nooit van mezelf verwacht, maar ik begin meer in het evangelie te lezen. En ik kan het jullie alleen maar aanraden. Zon tekst als vandaag, bijvoorbeeld, die vraagt daarom. Als ik dat hoofdstuk 18 doorlees, dan vind ik teksten die ons verhaal kunnen verduidelijken. Dat we moeten worden als kinderen, staat een beetje verder. En ook die merkwaardige uitspraak: Niemand is goed dan God alleen. Straf. Jezus maakt voor zichzelf geen uitzondering.
Maar dat is voer voor theologen.
De tollenaar besefte dat hij tekort schoot. Ik denk dat het verhaal duidelijk is: als we zelf denken dat we beter zijn dan een ander, ja, dat we bij de goei zijn, dan zitten we fout. Ergens anders in het evangelie staat: wie zonder zonde is.... Wie het spoor van Jezus volgt, beseft dat zij of hij niet zonder zonde is, en dus niet moet neerkijken op mensen die in de fout gaan.
Is dit een deprimerende verhaal?
Neen, integendeel. Dit is hoopgevend. Ooit, geloof ik, komt het moment dat we botsen op onze onvolmaaktheid, op onze zwakheid, op ons onvermogen. Ons onvermogen om te leven zoals we zouden willen leven. Ons onvermogen om altijd te vergeven. Ons onvermogen om altijd verdraagzaam te zijn. Ons onvermogen ook om gezond te blijven, om ons leven in handen te houden, om sterk te blijven. Is dat niet de kern van wat we, lang geleden misschien, baden in het Wees gegroet:
bid voor ons, arme zondaars, nu en in het uur van onze dood...?
Alle goeds dat we in handen hebben, onze eigenschappen, onze wilskracht, onze gezondheid, dat alles hebben we gekregen, maar het is niet ons eigendom, zelfs niet onze verdienste. We hebben talenten gekregen om er zorg voor te dragen, om ermee te woekeren, maar ze zijn ons toevertrouwd door een Ander.
Als we kwaliteiten hebben, zijn ze een cadeau.
Betekent dan dat zon tollenaar er maar op los mag leven, efkes vergiffenis kan vragen, en dan naar huis kan gaan alsof er niets gebeurd is? Lees verder in Lucas: het volgende hoofdstuk, 19, begint met
het verhaal van Zacheüs de tollenaar. Jezus verkondigt dat er altijd barmhartigheid mogelijk is als men ervoor open staat. Als men inderdaad een ander leven wil leiden, als het berouw oprecht en gemeend is. Dan geeft God een nieuwe kans, dan rechtvaardigt hij die mens.
Zo leefde Jezus ook. Hij keek niet neer op rovers lees het lijdensverhaal , op onrechtvaardigen, op echtbrekers. En hij roept ons om ook zo met elkaar om te gaan.
Hij roept ons op om zelf nederig te zijn. Niemand is goed dan God alleen
.
Maar hij roept ons ook op om, in die nederige zelfkennis, volop te vertrouwen op Gods barmhartigheid. De Vader neemt ons voor lief zoals wij zijn. We mogen optimist blijven, hij staat altijd klaar om te vergeven.
Als we geloven in die eindeloze barmhartigheid, dan zijn we in staat ze door te geven aan de anderen. We zullen op hen niet neerkijken, maar hen oprichten. Zo beginnen we te gelijken op Jezus, die ook in zijn evangelie, gezegd heeft: Leer wat het betekent: Barmhartigheid wil ik en geen offers.