Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 10-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eindelijk weer echt samen! - 28e zondag door het jaar B 2021 - Marina

    Achtëntwintigste zondag door het jaar B 2021 - Zondag 10 oktober 2021

    Eerste lezing: Wijsheid 7, 7-11 'Rijkdom beschouwde ik als niets'
    Evangelie: Marcus 10, 10, 17-30 - 'Ga verkopen wat ge bezit'

    Samana - Dag van de Chronisch Zieke Mens

    welkom , blij jullie terug te ontmoeten , hebben jullie gemist
    vandaag is linkeroever de verzamelplaats van velen …
    terug naar het normale leven
    Het is een lange weg geweest…. 
    De pandemie kwam onverwacht en haalde ons leven overhoop. 
    Er was angst en vooral: veel eenzaamheid. 
    De ander werd plots een potentieel besmettingsgevaar, zelfs onze naasten: familie, kinderen, kleinkinderen… 
    We waren zo blij met de vaccins die een einde maken aan die zware periode. Maar net op dat moment botsten we op de traagheid 
    en de weerbarstigheid van de leveringen
    en kwam er een tweede golf. 
    Het was zwaar, echt heel zwaar.
    Alles moest op afstand ,gemaskerd en ontsmet. 
    ‘Erger dan de oorlog’, zeiden oudere mensen. 
    Verschrikkelijk ook om heel alleen, zonder bezoek, 
    in het ziekenhuis of het ziekbed te liggen. 
    Erg voor de chronisch zieken bij wie ingrepen werden uitgesteld.
    Voor zieken en hun mantelzorgers kwam dit boven op de dagelijkse last van ziekte en pijn.
    De eenzaamheid kwam dubbel zo hard aan

    Samenzijn! Weer Samen!
    Meer dan ooit beseffen we hoe belangrijk samenzijn is.

    Maar kijk: we mogen weer hopen! 
    Vandaag zijn we weer echt samen
    Eindelijk terug samen !
    In de lezingen gaat het ook over samenzijn
    God zegt dat het niet goed is dat de mens alleen blijft
    Hij vraagt om samen de wereld in te gaan
    Een wereld te stichten van liefde ,vrede en gerechtigheid
    Wij zijn 1 grote familie , kinderen van dezelfde vader
    In de 1ste lezing een feestmaal op de berg
    Ook in het evangelie is er sprake van feest !
    De bruiloft staat hier voor symbool van liefde
    Het verhaal bevat ook het merkwaardig wonder 
    Veranderen van water in wijn.
    De uitdrukking “water in wijn veranderen “
    Betekent dat ons gewone leven kleur krijgt.

    Ken je het gevoel van:
    Er komt speciaal voor jou iemand langs,
    Het zijn misschien kleine dingen
    ,maar ze veranderen water in wijn
    Ze veranderen pijn even in vreugde van het samen zijn.
    Kunnen de pijn niet wegnemen,
     Zo met iemand om te gaan kan wijn in ons leven stoppen.
    Het verhaal gaat over wie Jezus voor ons wil zijn
    Onze bron van hoop en levenskracht.
    Hij geeft ons zijn liefde en kracht 
    Om samen Krachtig te worden
    Die Jezus zou vandaag zeker lid van Samana worden .
     Hij was er voor iedereen en dat willen wij ook
    Daarom vragen we ook extra aandacht voor de mantelzorgers
    Zieken , vaak thuisgebonden ,verzorgen is niet niks ,
    Het is een eenzame job op zich 
    Meestal wordt er gevraagd hoe het met de ziek is 
    Ook zij hebben onze aandacht nodig , 
    Vraag ook eens hoe het met hen gaat

    Heb je de Samana TV uitzending gezien?
    Mooie getuigenissen...
    Het ging over zelfs in moeilijke tijden gelukkig te zijn
    Maar ook leer hulp vragen en aanvaarden 
    En…. grenzen stellen !

    En als laatste mijn stokpaardje .
    Vergeet ook niet de mensen die al dan niet sukkelachtig zijn
    Alleen , Eenzaam weinig of geen aandacht tijdens corona
    Vaak een vergeten groep en op Sint-Anneke zijn er 
    vaak hoog , onbereikbaar …soms wat nors maar zo dankbaar met een bezoekje ,wat aandacht een glimlach

    na een lange periode
    we mogen terug samenkomen en feesten 
    Dat hebben gisteren al met de leden gedaan.
    Maak er iets goeds van. 
    Opgeven dat Nooit ,
    We hebben elkaar nodig 
    Het is tijd om te Leven , gelukkig te zijn
    Dat vieren we vandaag! 

    10-10-2021 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    03-10-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Groen licht - 27e zondag door het jaar B 2021 - Zondag 3 oktober 2021 - Fred

    Zevenëntwintigste zondag door het jaar B 2021 - Zondag 3 oktober 2021

    Eerste lezing: Genesis 2, 18-24 'Zij zullen volkomen één worden'
    Evangelie: Marcus 10, 2-16 - 'Eén vlees zijn zij geworden'

    Sint-Annekesfeesten

    Het is intussen al tweeënhalf jaar geleden dat ik nog eens aan de beurt was om een homilie te schrijven en uit te spreken. Het was dus even nadenken: hoe moet dat weer? Gewoonlijk vertrokken we vanuit het evangelie, gingen we daar op zoek naar de hoofdgedachte of het belangrijkste thema en dan probeerden we dat een beetje te verduidelijken of toe te passen op het leven van vandaag. Daarvoor gingen we natuurlijk op zoek naar teksten en ideeën of andere vormen van inspiratie. Want we zuigen natuurlijk niet alles uit onze duim.

    Het thema van het evangelie is vandaag niet echt sexy, om het met een modern woord te zeggen. Mag een man volgens de wet scheiden van zijn vrouw en hoe moet hij dat dan doen? 
    Niet direct een binnenkopper in een feestweekend als dat van de  Sint-Annekesfeesten. Gelukkig eindigt ook het evangelie met Jezus die zegt: laat de kinderen tot Mij komen.

    Ik wou het vandaag eigenlijk liever hebben over die eerste lezing, ook al komt die niet uit de Bijbel. Maar het is wel een mooi idee. Die oma die aan haar kleindochter het verschil uitlegt tussen graag zien en houden van. Wie bloemen graag ziet, plukt ze. Wie van bloemen houdt, geeft ze elke dag water, verzorgt ze, laat ze leven en bloeien. 

    Eigenlijk geldt dat niet alleen voor bloemen, het is zo met veel dingen in het leven. Iemand graag zien is mooi, is leuk, maar vaak ook een beetje vrijblijvend. Je ziet iemand graag, maar soms is dat wat oppervlakkig of van voorbijgaande aard. Van iemand houden is iets anders. Dan wil je die persoon koesteren, trek je je zijn of haar lot aan en voel je je voor hem of haar verantwoordelijk. Als je kinderen op straat ziet spelen, zie je dat graag. Maar van je eigen kinderen of kleinkinderen hou je.
    Met een kerk of een parochie is het eigenlijk niet anders. In vergelijking met nogal wat andere kerken in Vlaanderen, zit er hier elke zondag nog behoorlijk wat volk in de mis of de gebedsviering. Mensen komen hier blijkbaar gaarne naar toe, ze hebben zo een viering graag. Maar sommigen gaan nog een stapje verder. Ze houden ervan.

    Een paar weken geleden kwam een groepje mensen samen om zich te buigen over de toekomst van deze parochie. Waar staan we en hoe moet het verder? Wat kunnen we nog blijven aanbieden, op welke manier en onder welke voorwaarden? Die mensen houden van deze parochie, ze zien ze niet alleen graag, ze zijn er ook mee begaan en ze willen er tijd en energie in steken.
    Tijd en energie wordt ook besteed aan een doorsnee viering zoals vandaag. Een paar weken geleden kwamen een paar mensen op een avond samen om de teksten bij mekaar te zoeken, te bespreken en aan te vullen met eigen inbreng. Dan moeten die teksten in een powerpoint gezet worden met beelden erbij. Die viering gaat naar de voorganger die ze verder voorbereidt. Een organist kiest de muziek uit, iemand bedient de laptop met de teksten en beelden, iemand bereidt de homilie voor, een lector wordt aangeduid. Drie kwartier voor de viering opent de koster de kerk en zet alles keurig klaar. En doordeweeks zorgen mensen voor het onderhoud van de kerk, de aankopen van alle benodigdheden, het schikken van bloemen, enzovoort. Allemaal mensen die houden van. Mensen die houden van deze parochie, deze kerk, deze vieringen.

    Dit weekend zijn er Sint-Annekesfeesten. Ze hebben noodgedwongen een soort sabbatjaar moeten nemen. Maar nu zijn er weer en er komt veel volk op af. Zoveel mensen zien het graag. Maar in april zat er al een zogenaamd klein comité alles te plannen en te regelen. 
    En een paar maanden later schoot het echt in gang, werden de diverse activiteiten uitgewerkt en voorbereid. En dat met heel veel mensen die houden van de parochie en de Sint-Annekesfeesten. Alles samen zijn het er zowat honderdvijftig die de handen uit de mouwen steken.

    Graag zien of houden van. We vinden het overal. Het is ook zo in een bedrijf of een werkomgeving. In een straat of in een buurt. Of in een school bijvoorbeeld. Sommige leerlingen en leerkrachten gaan gewoon graag of niet graag naar school. Anderen houden echt van hun school, het is een deel van hun leven. Bij een jeugdbeweging is het niet anders. 
    Velen gaan graag naar de pleplo of de scouts, of welke jeugdbeweging dan ook, anderen houden ervan. Ze nemen meer en meer verantwoordelijkheden en steken er meer en meer tijd in, soms veel meer dan nog gezond is in de ogen van anderen.

    Graag zien of houden van. Het is niet zomaar een spelen met woorden. Jaren geleden waren wij in de ban van luisterliedjes van bijvoorbeeld Will Ferdy en Miel Cools. Als we de kans hadden gingen we wel eens naar een optreden van één van hen. Miel Cools had onder andere een liedje dat ging over houden van. 
    Houden van, houden van, ’t is vaak niet bijzonder, ’t is vaak niet zo’n wonder, maar geen mens die zonder kan. 

    03-10-2021 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Profetisch spreken - 26e zondag door het jaar B 2021 - Zondag 26 september 2021 - Marc

    Zesëntwintigste zondag door het jaar B 2021 - Zondag 26 september 2021

    Eerste lezing: Numeri 11, 25-29 'Waarom komt u voor mij op?'
    Evangelie: Marcus 9, 38-43.45.47-48 - 'Wie niet tegen ons is, is voor ons'

    Er ligt vandaag wel veel op ons bordje. Nu is dat niet verwonderlijk. De bijbel is onuitputtelijk. 
    Hij is gegroeid uit talloze herinneringen, beelden, verhalen, die mensen zorgvuldig hebben doorgeven, in gemeenschappen die het geloof in de God van Abraham, Isaak en Jakob beleefden. En het is de dierbare schatkist van het evangelie gevuld met de vele verhalen die leefden onder de groepjes eerste christenen. 

    Op verschillende plaatsen en omstandigheden hebben gelovige schrijvers die traditie op schrift gesteld om ze te kunnen bewaren. Zij leefden in andere tijden, en hadden soms een andere kijk op het leven. Hun bekommernissen waren anders dan de onze. Niet te verwonderen dus dat er in die schatkist soms juwelen zitten die we niet direct mooi vinden. Die we geen plaats kunnen geven. Zoals vandaag: ik begrijp niet alles wat er in de evangelietekst bedoeld wordt. Dat gooi ik dan niet weg. Het kan aan mij liggen, dat onbegrip. Of aan de beelden die gebruikt worden: vroeger waren die misschien duidelijk, nu niet meer. Maar daarom is dat juweeltje niet minder dierbaar. 

    Wat mij wel aanspreekt, is de rode draad tussen de eerste en de tweede lezing. Het gaat telkens over de vraag: wie heeft het voor het zeggen in de gelovige gemeenschap? 
    In elke gemeenschap ontstaat er een structuur en nemen mensen de verantwoordelijkheid voor het geheel. Anders is er geen gemeenschap, maar een boeltje. Maar in beide lezingen vandaag wordt duidelijk gemaakt dat elk lid van de gemeenschap hoeder is van het geloof, en dat de 'leiders' geen alleenrecht hebben om te bepalen wat 'evangelie' is en wat niet.  Iedere gelovige kan een profeet zijn. 
    Een profeet is geen toekomstvoorspeller. Hij spreekt in Gods naam. In de Kerk moeten ook Eldad en Medad spreekrecht krijgen. Zoals het ook evident is dat er een Mozes moet zijn, een leider. Maar een leider die kan luisteren, die in staat is te horen dat de Geest ook onder de 'gewone' gelovigen aan het werk is. En die daar blij om is. 

    Ik denk hier aan onze parochie. 
    We volgen niet altijd de voorschriften van Vaticaan en Schoenmarkt. Het is het goed dat er plaats is voor afwijkende meningen. Ook Petrus en Paulus hadden ooit kletterende ruzie, en Paulus behoorde niet bij 'de Twaalf'... Maar het is voor mij even duidelijk dat die botsing van opvattingen in het grootste respect moet gebeuren. Zoals een gezin: ik was het niet altijd eens met mijn ouders, en die hadden niet altijd gelijk. Maar dieper dan die meningsverschillen zat een diepe wederzijdse waardering en liefde voor mekaar. 

    Respect, en nederigheid. Want er is eigenlijk maar één baas, en die wilde de dienaar van allen zijn. Zo kom ik toch terecht bij dat tweede juweeltje in het evangelie, dat ik niet goed begrijp. Over die afgehakte handen en zo. Want daarin begint Jezus met te spreken over "deze kleinen die op Mij vertrouwen". 

    Als we ons afvragen hoe het geloof beleefd moet worden, is de belangrijkste toetssteen, en de steen des aanstoots: wat doen wij voor de kleinsten? De kinderen, de zwaksten, de armen, de vluchtelingen, de zieken onder ons? Brengen wij hen met al ons gelovig doen en laten ten val? Duwen we hen nog dieper in de miserie? Of, zoals Jezus, en die buitenstaander waar Johannes zich aan ergert, helpen we hen om te leven? 
    Die vraag is voor ons allen belangrijker dan de discussie over wie de baas is. En dat geldt zowel, voor de 'oversten', als voor mezelf. 

    27-09-2021 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geloven tegen beter weten in - 24e zondag door het jaar B 2021 - Zondag 12 september 2021

    Vierëntwintigste zondag door het jaar B 2021 - Zondag 12 september 2021

    Eerste lezing: Jesaja 50, 5-9a 'Het lijden van de profeet'
    Evangelie: Marcus 8, 27-35 - 'De Mensenzoon moet veel lijden'

    Lieve mensen, “Geloven tegen beter weten in.”

    De woorden van Jesaja die we zojuist helemaal niet graag hoorden, passen toch in een groter geheel, waarin de figuur van 
    ‘De dienaar van Jahweh een hoofdrol speelt”. 
    De dienaar van Jahweh, wat betekent: “opkomen voor goedheid en rechtvaardigheid”, zal inderdaad geslagen en bespuwd worden. 

    De eerste christenen herkenden in de woorden van Jesaja de Mensenzoon, die veel moest lijden. 
    Marcus schrijft er over in zijn evangelie. 
    En al wie Jezus wil navolgen, Zijn en onze Vader’s wil dienen, zal dit lot, 
    spijtig genoeg, ook ondergaan.

    We zijn in het Marcus evangelie vandaag ‘halfweg’!
    Tot nu toe hoorden we Jezus al goeddoende rondgaan! 
    Waar Hij ook kwam, het volk hing aan Zijn lippen, en om zich genezen te weten was de boord van Zijn kleed mogen of kunnen raken reeds genoeg!

    Het is alsof Jezus goed aanvoelt dat Hij een succesverhaal wordt!
    Neen zegt Jezus tegen Petrus en zijn leerlingen!
    Neen, zo zit het leven niet in elkaar!
    Dienstbaar zijn, opkomen voor rechtvaardigheid heeft ook 
    een andere kant van de medaille!
    Altijd zullen er andere gedachten zijn.
    Altijd zal je moeten opboksen tegen zij die willen ‘hebben’ en zij die willen ‘heersen’, en dat zal zeer doen! 
    Dat zal lijden zijn en zelfs soms vernietigd worden…

    Dan is er nog die pijnlijke kant van het persoonlijk leven zelf…
    Wanneer je als ware christen, als goed mens ziek wordt, of je kind of je liefste liefste zelfs niet te redden valt, je moet ze afstaan, dan voelt het leven echt onrechtvaardig! Dan schijnt het niet te helpen, om een goed mens te zijn. 
    Men wordt er niet voor beloond. 

    Zr Caritas Van Houdt zoekt woorden om met pijn op weg te gaan…
    Pijn, waar woon je? vroeg ze haar.
    Nergens en overal, zei de pijn.
    Ik heb geen huis. Ik schuil in ieder mens, ik ben steeds de ongenode gast. Tijdloos ben ik. Ik heb altijd bestaan en zal er altijd zijn.
    En verder zegt Zr Caritas:
    Ik heb haar voor het eerst ontmoet jaren geleden toen ik geboren werd, 
    al wist ik toen niet wie zij was.
    ‘Pijn’ kende ik nog niet, ook al schreeuwde ik het uit.
    Zij was er maar verdween al gauw.
    Zij blijft niet lang wanneer het goed gaat met de mensen.
    * Later zag ik de pijn op straat in de smekende blik van het dolende kind.
    Ik zag haar in de uitgestoken hand van een dakloze zwerver.
    * Haar gezicht tekent zich af in de lijdende mens, de vluchteling, de verminkte, de verkrachte, de verpletterde lichamen bij oorlog en natuurgeweld.
    * Ik hoor de pijn fluisteren doorheen verhalen van verdriet, gemis en eenzaamheid.
    Zij zindert na in kwetsbaarheid die nooit geneest, in onmacht, in gebrokenheid, in onwil en in niet te blussen haat.
    Daar wint zij steeds de ongelijke strijd.

    Is zij, de pijn,  dan toch de ongenaakbare, de winnende, het laatste woord? 
    Ik vroeg het haar.
    Naast mij gezeten nam de pijn de tijd en deed haar verhaal.
    Ik ben en blijf de ongewenste gast, zaai onrust, twijfel, wanhoop soms.
    Maar draaglijk word ik ,wanneer ik in de ogen word gekeken, wanneer ik word aanvaard, wanneer ik word geduld als deel van al wat is:
    De schaduwzijde ben ik van het scheppingswonder, zei de pijn.
    Jij hoort erbij, zo zei de Schepper mij, van bij ‘t begin.
    Wie jou als reisgezel de hand durft reiken, zal geloven in wat onzichtbaar is, zal vertrouwen in wat onzeker is. Zei de Schepper.
    Zal blijven geloven in kunnen opstaan en doorgaan! 
    In altijd opnieuw “weer schitterend voor de dag komen”! 

    Lieve mensen, zo zitten we toch allemaal in mekaar? niet?
    Zongen we het niet allemaal samen vorig jaar? “We zullen doorgaan…”
    En ik geloof erin, dat wij in elkaar het vertrouwen kunnen levend houden dat alles goed zal komen, zoals ons wordt beloofd.
    Ik blijf geloven, dat wij blijven “Geloven tegen beter weten in.”

    Bronnen: Paul Kevers, Marc T, Caritas V Houdt 

    12-09-2021 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    06-09-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kijken en zien, horen en spreken - 23e zondag door het jaar B 2021 - Zondag 5 september 2021

    Drieëntwintigste zondag door het jaar B 2021 - Zondag 5 september 2021

    Eerste lezing: Jesaja 35, 4-7a 'Oren van doven worden geopend'
    Evangelie: Marcus 7, 31-37 - 'Genezing van een doofstomme'

    Wegwijzerviering, een viering waar ook gezinnen heel hartelijk welkom zijn

    Beste mensen, 
    De vakantiemaanden zijn voorbij. Tijdens die maanden houden we geen preek. Vandaag beginnen we daar terug mee. 
    Meestal gebruiken we twee lezingen uit de bijbel: eentje over de leerlingen van Jezus en eentje uit het evangelie. Maar vandaag is het een wegwijzer-viering. Dan kiezen we dikwijls voor een eerste lezing die niet in de bijbel staat. 
    Het meisje uit het eerste verhaal is nog klein en kan nog niet alles. De man uit het evangelie was doof en kon slecht praten. Zo gaan beide verhalen over ‘iemand met een beperking’. 

    Even was ik geneigd om het verhaal over het meisje ná het evangelie te vertellen, omdat het mij een goed voorbeeld leek van hoe iemand die misschien niet alles kan, toch méér mogelijkheden heeft dan we op het eerste zicht van hem of haar zouden verwachten. 
    In plaats daarvan vertel ik jullie een derde verhaal, dat ik zelf meemaakte:
    Een aantal jaren geleden, toen mijn zonen nog naar de lagere school gingen, zaten er bij hen op school twee blinde jongens. Een van beiden, Wim, zat samen in de klas bij onze Daan. 
    Ik speelde in die tijd nog regelmatig poppenkast, ook soms op hun school. En Wim kwam ook kijken. 
    Ik weet niet meer waarover het verhaal ging, maar herinner me nog wel dat Wim achteraf naar de poppen kwam kijken. Dat waren ook de woorden die hij gebruikte: “komen kijken”. 
    Hij betastte de poppen één voor één héél aandachtig, alsof hij het verhaal opnieuw voor zijn ogen zag afspelen. 
    Het was een bijzondere ervaring voor hem, vooral voor mijzelf. 
    In zekere zin had ik Wim op een andere manier leren kijken. Maar eigenlijk waren vooral mijn ogen open gegaan, toen ik merkte hoe goed zo'n blinde jongen wél kon zien. 

    Het is vandaag de laatste dag van de Paralympische Spelen in Tokio. Dat zijn de Olympische Spelen voor mensen met een beperking. Gisteren was in het nieuws dat de atleten die op deze spelen een medaille winnen, niet dezelfde vergoeding krijgen als de kampioenen op de échte Olympische Spelen. “Ze verdienen evenveel respect”, zei de minister van Gelijke Kansen. 
    In de meeste kerken wordt vandaag, in plaats van het verhaal over het kleine meisje met haar wereldpuzzel, een stukje gelezen uit de brief van Jakobus (Jakobus 2, 1-5). 
    Jakobus, wie is dat dan weer? De apostel Jacobus was een zeer trouwe volgeling van Jezus, die ook wel ‘de broer van Jezus’ werd genoemd. 
    Hij legde met een voorbeeld uit hoe de leerlingen van Jezus met de mensen moeten omgaan: 
    Veronderstel, zo schrijft hij, dat jullie als christenen bij elkaar zijn, en dat er dan twee mensen binnenkomen. De één is een rijke man, met een mooie mantel aan en met gouden ringen aan zijn vingers. De ander is arm en draagt vieze, oude kleren.
    Stel dat jullie dan die rijke man met veel respect behandelen, en zeggen: “Kijk, hier is een mooie plaats voor u. Gaat u alstublieft zitten.” Maar dat jullie tegen die arme man zeggen: “Blijf jij maar staan”, of “ga maar op de grond zitten.”

    Als jullie de één beter behandelen dan de ander, dan zijn jullie heel verkeerd bezig. Ook voor hen geldt: “Ze verdienen evenveel respect”.
    Luister, lieve broeders en zusters, zegt Jacobus: Juist de mensen die in deze wereld arm genoemd worden, zijn er door God uitgekozen. Zij zijn door hun geloof rijk geworden: Gods nieuwe wereld is voor hen! Want God heeft Zijn nieuwe wereld, het Koninkrijk Gods, beloofd aan de mensen die van hem houden. 
    Ik geloof echt wel dat Jezus de man uit het evangelie écht weer kon laten horen en spreken. 
    Maar ik geloof ook dat wij wat meer moeite moeten doen om mensen te verstaan. Om beter naar anderen te luisteren en te willen kijken naar hun mogelijkheden.
    Als we de wereld écht beter willen maken, dan gelden voor ons net dezelfde regels als bij het verhaal in de eerste lezing: leer zelf beter kijken om beter te zien en begin bij de mens aan de achterkant, begin bij jezelf.
    Heer, open mijn ogen om te kijken, open mijn oren om te luisteren. Amen.

     
    Bijlage: 
    Het verhaal dat de eerste lezing verving

    Een bekwame onderzoeker zit te werken in zijn bureau aan een project om de wereld te verbeteren, als plots zijn dochtertje van vijf binnenkomt.
    “Ik wil spelen”, zegt ze. Maar de man antwoordt dat hij geen tijd heeft en dat ze hem verder moet laten werken. Na wat aandringen geeft de vader nog niet toe en verandert het dochtertje van tactiek.
    “Laat mij dan helpen, zodat je vlugger klaar bent met de wereld te verbeteren”, zegt ze. De man is vertederd en zoekt naar een oplossing: hij vindt in een tijdschrift een wereldkaart, scheurt die aan stukken en geeft alles aan zijn dochtertje met de opdracht dat zij de wereld terug in orde moet maken. 
    Hij hoopt zo de rest van de dag van haar af te zijn, aangezien hij weet dat zijn dochtertje nog klein is en het beeld van de wereldkaart niet kent.
    Na een kwartiertje komt ze fier terug met de wereldkaart netjes aaneengeplakt.
    “Klaar!”, roept ze. “Hoe heb je dat gedaan?” vraagt de vader verbaasd. “Simpel”, zegt het meisje, “toen je het blad uit het tijdschrift scheurde, zag ik dat er op de achterkant een man stond. Toen ik de wereld niet kon ineen puzzelen, heb ik alle stukken omgedraaid en eerst de mens in orde gebracht. Toen ik daarna het blad omdraaide, zag ik dat de wereld ook in orde was.” 
    De brief van Jakobus (Jakobus 2, 1-5)
    Stel dat jullie als christenen bij elkaar zijn, en dat er dan twee mensen binnenkomen. De één is een rijke man, met een prachtige mantel aan en met gouden ringen aan zijn vingers. De ander is arm en draagt vieze, oude kleren.
    En stel dat jullie dan die rijke man met veel respect behandelen, en zeggen: ‘Kijk, hier is een heel mooie plaats voor u. Gaat u alstublieft zitten.’ Maar dat jullie tegen die arme man zeggen: ‘Blijf jij maar staan, of ga maar op de grond zitten.’
    Stel dat jullie zoiets doen, dan behandelen jullie de één beter dan de ander. Dan beoordelen jullie mensen op een heel verkeerde manier. 
    Vrienden, luister! Wie zijn er door God uitgekozen? Juist de mensen die in deze wereld arm genoemd worden. Zij zijn door hun geloof rijk geworden: Gods nieuwe wereld is voor hen! Want God heeft de nieuwe wereld beloofd aan de mensen die van hem houden.

    06-09-2021 om 15:08 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Talita Koemi - 13e zondag door het jaar B 2021- Marc

    Dertiende zondag door het jaar B 2021 - Zondag 27 juni 2021

    Eerste lezing: Wijsheid 1, 13-15; 2, 23-24 'God schiep alles om te leven'
    Evangelie: Marcus 5, 21-43 - 'Het dochtertje van Jaïrus'

    Dit is een ontroerend verhaal. 
    Het kan mensen aanspreken die bang zijn voor het duister dat in elk leven, vroeg of laat, ons overschaduwt en dreigt op te slokken. 
    Eeuwenlang hebben mensen in dit verhaal troost gevonden. Nu, eeuwenlang geloofden mensen anders dan nu. Het waren andere tijden. Het is mogelijk dat wij nu, kinderen van de wetenschap, ons de vraag stellen: "Is dit wel echt gebeurd?" Maar troost kan er komen voor ons, als we naar dit verhaal luisteren met de open geest van een kind. "Als gij niet wordt als deze kinderen", zegt Jezus ergens. 

    Voor een kind is het niet belangrijk of dit nu echt gebeurd is of niet. Een kind hoort het verhaal achter deze tekst: dat er een mens was die tranen droogde, die mensen blij kon maken als ze verdriet hadden, die mensen geruststelde als ze bang waren. 
    Wij kunnen in ons verdriet getroost worden.
    Er is een gedicht van Ida Gerhardt, waarin ze beschrijft hoe ze als kind dit verhaal las.

    Het dochtertje van Jaïrus (Ida Gerhardt)

    Zij zagen haar verwonderd aan,
    Het meisje dat was opgestaan.
      
    Alsof zij slechts geslapen had.
    Hij hield haar bij de hand gevat.
      
    Het rouwmisbaar, het klaaggeluid,
    De stoornis was het huis al uit.
      
    Stil nu: hij stelt als simpele wet
    Dat haar wat brood wordt voorgezet.
      
    – Dat wat een wonder was van taal
    ik las als kind het honderdmaal
      
    en wist: ‘en ’s avonds was het feest,
    er zijn vriendinnetjes geweest.’
      
    Daar waar de dood zich had verschanst
    Werd bij de zilveren fluit gedanst.

    Ze kon er niet genoeg van krijgen: 

    "Dat wat een wonder was van taal,
     ik las als kind het honderdmaal."

    Als ze het las, was ze er zelf bij, ze was een van de vriendinnetjes op het feest.

    Ze werd erdoor geboeid. 
    En zo werkt het evangelie, denk ik: ofwel spreekt het me aan, ofwel laat het me koud. 

    Ik beslis daar niet over. 
    Zoals ik er ook niet over beslis of iemand me sympathiek, aantrekkelijk, betrouwbaar is, of een ideaal me boeit. En als iemand of iets me aanspreekt, begin ik erin te geloven. Als het evangelie me aanspreekt, begin ik erin te geloven, en kan ik me laten troosten door wat achter al die wonderlijke verhalen steekt: de aanmoediging om niet meer bang te zijn, de troostende boodschap dat alles goed zal komen, hoe dan ook. 

    In die verhalen legt Jezus zijn hand op onze schouder, zoals ouders moed geven door in het donker hun hand op de schouder van hun kind te leggen. Die moed zal ons doen dansen, ook als we weten dat de dood zich altijd ergens verschanst heeft.

    We hebben daar geen bewijzen voor dat geloof. We hebben er geen bewijzen voor dat liefde alles overwint, dat het zin heeft om offers te brengen, dat alle tranen gedroogd zullen worden, dat we aan de andere kant van dit leven de vrede zullen vinden. 
    Dat zijn vragen waarover niets kan berekend worden of geëxperimenteerd. 
    We hebben alleen een verhaal dat kinderen troost brengt en blijft boeien. 

    Het verhaal over de man die ook gezegd heeft: "Ga en doe evenzo." 
    Als we ons laten aanspreken door het dochtertje van Jaïrus, zal ons geloof ook groot genoeg zijn om anderen te troosten.

    27-06-2021 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-06-2021
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laat maar groeien - 11e zondag door het jaar B 2021- Hilda

    Elfde zondag door het jaar B 2021 - Zondag 13 juni 2021

    Eerste lezing: Ezechiël 17, 22-24 'Ik zal een nederig twijgje verheffen'
    Evangelie: Marcus 4, 26-34 - 'Het Rijk is als een mosterdzaadje'

    Lieve mensen,

    Wanneer de liturgie ons samenbrengt en ons leest uit de Schrift, komt Jezus weer tot leven om het goede van het leven in ons gaande te houden. Om het goede van het leven te blijven proeven en doorgeven. 

    Jezus, Hij was voortdurend onderweg!
    Onderweg om mensen te ontmoeten! 
    Ja, letterlijk om mensen te leren ‘ont-moeten! niet-moeten’!

    Mensen in nood voelden bij en door Jezus hoe zij niet in die benarde situatie moesten blijven zitten, hoe zij eruit geholpen werden en zich er verder konden uithelpen.
    Wetsgeleerden voelden met en door Jezus hoe zij niet zo hoog van de toren moesten blazen, en wat hartelijker en wat nederiger hun beleid konden voeren.

    Ja Jezus was altijd onderweg, heeft veel gezien, kon genieten van de vogels in de lucht en de bloemen op het veld. 
    Hij heeft het weerbarstige zwoegen gezien van de landbouwers en het langzame groeien en rijpen, tot het oogsten van de granen en vruchten. 
    Het gaf Hem inspiratie en voedde de gelijkenissen en parabels waarmee hij de mensen tot nieuwe inzichten bracht.
    Nieuwe inzichten? 
    Alhoewel, want Jezus was er niet de uitvinder van. 
    Hij was hiermee op het spoor gekomen dat ‘wijze mensen’ vóór Hem hadden bewandeld en ook nog velen na Hem.

    Jezus, Hij zag het vertrouwen en het geduld van de landbouwer, gegroeid uit de ervaring van elk zaadje dat tot wasdom komt wanneer het gezaaid wordt in goede aarde. 
    Goede aarde die de landbouwer wist te voeden en bewaren.

    Dat was toen! En vandaag is het niet anders denk ik. 
    Ook nu zijn onze landbouwers nog ons grote voorbeeld van vertrouwen en geduld… 
    Ook nu brengt de aarde nog vruchten voort uit eigen kracht… 
    Ook nu keert elke bloem zich telkens weer op eigen kracht naar het licht…

    Met deze gedachten blijven zij het grote voorbeeld voor het werk, in de scholen, in de welzijnszorg, in het bewegingsleven, hier midden onder ons… het grote voorbeeld overal waar mensen samen-leven.
    Elk zaadje dat gezaaid wordt zal vruchten voortbrengen uit eigen kracht. Hoe klein ook, als we het maar zien en bemoedigen. 
    Bemoedigen om die menselijke aarde te voeden en bewaren.
    Een schouderklopje, een proficiat, even tijd hebben, stilstaan bij, niet vertrappelen, zijn de beste meststoffen, geven de beste groeikansen…
    Eén zaadje, met wat regen met wat zon, en het barst van leven! 
    Waar wachten we op?

    Het voorbije jaar, weet je nog ? ‘Blijf in uw kot!’ was de eerste boodschap! 
    Maar vanaf de eerste zonnestralen rukten we met z’n allen, elk moment we de tijd kregen, uit naar buiten!
    We genoten van de ontluikende magnoliabloem, van madeliefjes in het gras, van de sleutelbloemen in het wild en de vergeet me-nietjes die we niet gezaaid hadden… en we doen het nog!

    De terrassen terug open! Overal mensen die mekaar gemist hebben! 
    Overal mensen die weet hebben van eenzaamheid en verbondenheid.
    Eén terrasje, thuis of elders, doet wonderen!
    Eén zaadje, met wat regen met wat zon, en het barst van leven! 
    Waar wachten we op?

    Beseffen we niet meer als tevoren hoe belangrijk dat éne meisje, ‘Anuna De Wever’ wel is om ons wakker te houden? En durven we zien, hoe dat éné meisje duizenden scholieren, een nieuwe generatie, vrijdags op de been bracht, ja, deed spijbelen voor het klimaat? … laat maar groeien…

    Eén zaadje, met wat regen met wat zon, en het barst van leven! 
    Waar wachten we op?

    13-06-2021 om 07:35 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-11-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Allerheiligen en Allerzielen vormen een duo - Allerheiligen A 2020 - Paul Schelen

    Allerheiligen A 2020 - Zondag 1 november 2020

    Eerste lezing: Apokalyps 7, 2-4.9-14 'Een ontelbare menigte'
    Evangelie: Matteüs 5, 1-12a - 'De zaligsprekingen'

    Gisteren zag ik schilderachtige beuken vol van herfstzang.
    De bladeren lagen er zo warm en kleurig op de grond,
    zachtjes neergedwarreld of afgerukt, ik weet het niet.

    Bomma zei, toen we kinderen waren, ‘niet tegen de blaren sjotten’.
    We snapten het niet. Wat wisten wij van haar pijn, verdriet om zovelen, weggerukt.
    Ik raapte zo’n stukje symfonie van coloriet op.
    Heel even doorbrak zonlicht de wolken. 
    Hoe doorzichtig, bijna transparant was dat beukenblad geworden. 
    Als een kantwerk in de zon en de bladstructuur zo zicht¬baar.
    Tientallen nerven, honderden adertjes, duizenden kanaaltjes hadden de kracht van de levensbron, de levenssappen opgezogen, doorgegeven, gedragen zorg voor elkaar.

    Je denkt dan aan zovele warme mensen die je ontvallen zijn. 
    Wat waren ze vaak kwetsbaar, hadden weinig behoefte aan een lofzang op hun prestaties.
    Ze hadden iets van zo'n herfstkleuren blad met z'n honderden kanaaltjes, 
    een diepe kracht doorstromend naar anderen om zich heen.
    Een plek tegen de kerkpilaar zullen ze wel nooit krijgen,
    niet gebeeldhouwd toekijken met onwennige attributen in hun hand. 
    Maar ze waren er voor jou en mij op hun eigen wijze.
    En is dat niet precies die diepste naam van God “Ik zal er zijn voor jou”. 
    Ja, zo tof wilden ze leven.
    Allerheiligen en Allerzielen vormen een duo, 
    de voorkant en de achterkant van hetzelfde verhaal over leven en dood. 
     
    Allerzielen is wat wij weten: geliefde mensen die van ons afscheid hebben genomen. 
    Met ontelbare onzichtbare draadjes had het alledaagse leven ons aan elkaar geweven.
    Nu ze van ons zijn heengegaan, moeten al die draadjes allemaal weer losgemaakt worden. Dat is de pijn die we voelen. En die pijn willen we niet verdringen. Nooit.
    Sterker dan de dood is de liefde.

    Allerheiligen is wat wij hopen: God die alle mensen naar zich toetrekt.
    Wie de innerlijke bewogenheid van de Bergrede met Jezus deelt en van daaruit leeft, 
    groeit, zo zegt het evangelie, groeit uit boven alle kleinmenselijkheid.
    Zo hebben geliefden iets van hun onkreukbaarheid laten zien, 
    lieten zien wat 'heilig' is in het leven, wat de moeite waard is 
    en wat ‘kost wat kost’ moet gered worden, wat alle toewijding verdient. 
    Mensen uit het verre verleden, maar ook mensen van dichtbij 
    die ons hebben leren geloven, hopen en beminnen. 
    Zij waren vader, moeder, echtgenoot, broer, zus, buur of vriend. 
    Vaak bekeken we hen kritisch maar achteraf zeg je:
    iets verbindend, iets hoopvol,  iets van licht brachten zij in ons bestaan.

    Allerheiligen, Allerzielen, weten en hopen
    of … hoe wij, op onze beurt, heelheid kunnen scheppen tegen alle doemdenken in. 
    Op onze beurt geschenk, heil mogen zijn voor mensen.
    Hoe mooi het keervers van psalm 103:

    “Mensen hun dagen zijn als gras,
    maar duren zal de liefde van God”

    Doorheen bloedbaantjes en nerven tot ons gekomen zoals in dat kleurrijke beukenblad.
    Paul Scheelen

    01-11-2020 om 12:20 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-10-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mensen uit één stuk - 30e zondag door het jaar A 2020 - Gie

    Dertigste zondag door het jaar A 2020 - Zondag 25 oktober 2020

    Eerste lezing: Exodus 22, 20-26 'Ge hebt als vreemdeling in Egypte gewoond'
    Evangelie: Matteüs 22, 34-40 - 'De Heer beminnen met heel uw hart'

    Soms kan de titel van een viering je op het verkeerde been zetten. 
    Neem nu vandaag: “Mensen uit één stuk”. Het doet mij, ongewild, denken aan popjes in lego-steentjes. 
    Daaraan denk ik ook altijd als mensen “uit-elkaar-gaan”. Daar kom ik straks nog op terug.

    We lezen al een aantal weken uit het evangelie van Mattheus. Tussen de lijnen door zien we, dat tussen het publiek ook de hogepriesters, oudsten en schriftgeleerden dichterbij schuiven. Dat komt natuurlijk omdat Jezus van langsom meer kritiek geeft op die gevestigde orde. Hij verontrust hen. 
    Met uitspraken als: “de laatsten zullen de eersten zijn”, met vreemde parabels over: ‘de zonen in de wijngaard van hun vader’, over ‘ontrouwe wijnbouwers’ of over ‘de genodigden op het bruiloftsfeest’, voelen zij zich danig op de tenen getrapt. 

    Vorige week kwamen er schriftgeleerden, vooral sadduceeën, met een concrete vraag, in verband met de belasting aan de keizer. Hun schrikkelvraag werd door Jezus handig ontmijnd. 

    Vandaag zijn het de farizeeën die Jezus op de rooster willen leggen. Zij komen met een concrete vraag over het voornaamste of hoogste gebod. 
    Ook nu komt Jezus weer sterk uit de hoek. Zo sterk dat de farizeeën met de mond vol tanden staan. 
    “U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand, dat is het eerste en grootste gebod”, zegt Jezus. 
    En dan doet Jezus wat de farizeeën zelf zo vaak doen: Hij maakt het ene gebod tot het dubbelgebod van de liefde, door er een tweede gebod aan toe te voegen. “Het tweede gebod is daaraan gelijk”, zegt Hij, “U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Aan deze twee geboden hangen heel de Wet en de Profeten.” 
    Wat dat tweede gebod precies inhoudt, staat, anders gezegd, ergens meer vooraan in het evangelie van Mattheüs (Mt.7,12): “Behandel de anderen steeds zoals je zou willen dat ze jullie behandelen. Dat is het hart van de Wet en de Profeten.” 

    De anderen, wie zijn dat? 
    Daarover lezen we in de eerste lezing (Ex.22, 20-26): “U mag een vreemdeling … het leven niet moeilijk maken … Weduwen en wezen moet u geen onrecht aandoen … Als u aan iemand … geld leent, … gedraag u dan niet als een geldschieter ... Als u iemands mantel in pand neemt, dan moet u die voor zonsondergang aan hem terug geven ... “ 

    Over díé anderen gaat het dus: vreemdelingen, weduwen en wezen, en mensen die geen geld, geen kleren en waarschijnlijk ook geen eten hebben.
    Als je die mensen behandelt zoals je zou willen dat ze jullie behandelen, beste farizeeën, of moet ik zeggen: “beste parochianen”, dan zal het jullie vergaan zoals Mattheus een paar hoofdstukken verderop schrijft (Matt. 25, 34-45): “Dan zal de Mensenzoon tot de mensen aan zijn rechterhand zeggen: Kom binnen in de nieuwe wereld van mijn Vader, het rijk zoals het door God bedoeld is vanaf de schepping.

    Want toen Ik honger had, gaven jullie Mij te eten. Toen Ik dorst had, gaven jullie Mij te drinken. Toen Ik een vreemdeling was, namen jullie Mij in huis. Toen Ik naakt was, gaven jullie Mij kleren. Toen Ik ziek was, zochten jullie Mij op. Toen Ik gevangen was, kwamen jullie naar Mij toe…” 
    Maar daarover meer, over precies een maand. Wat dat is het evangelie dat we zullen lezen bij het feest van Christus Koning. 
    Een maand is kort dag. Het rijk Gods is helaas nog niet voor morgen. Er is nog véél werk aan de winkel. Maar we kunnen wel ons steentje bijdragen en zelf een beetje meewerken aan die ommekeer. 

    Geloven dat het kan, dat ook ons steentje helpt. Misschien tegen beter weten in. Een vriendelijk gezicht, een helpende hand, een steuntje of een opbeurend woord. En dat niet alleen voor onze eigen kring, onze eigen bubbel, maar voor iedereen die ons pad kruist. Wat minder ergernis voor storend gedrag,… het zou onze omgeving al wat zonniger maken.

    Het rijk Gods wordt niet met grote stenen gebouwd, maar met kleine en mooie steentjes die elk van ons kan bijdragen. 
    Kleine onderdeeltjes waarin we het mooie van onszelf laten zien. Misschien zijn dat wel die lego-steentjes waar ik het in het begin over had. De steentjes waaruit “mensen uit één stuk” worden gemaakt. 
    Amen.

    met een knipoog naar een preek van Ria Van Aken, “Gebouwd met kleine en mooie steentjes”, 24.10.2011

    25-10-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-10-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zorg voor de wijngaard - 27e zondag door het jaar A 2020 - Jan

    Zevenëntwintigste zondag door het jaar A 2020 - Zondag 4 oktober 2020

    Eerste lezing: Jesaja 5, 1-7 'De wijngaard van de Heer is Israël'
    Evangelie: Matteüs 21, 33-43a - 'De wijngaard, verpacht aan wijnbouwers'

    Ja de zomer is voorbij, de herfst kleurt de dag;  Het is de tijd van de wijnoogst.  
    Over meer dan 10.000 ha wijngaarden in Europa hangt nu de ochtendnevel,  de wijngaarden trekken alle aandacht, de pluk is nog volop bezig en de resultaten worden afgewogen. Ook ten tijde van Jezus staat de wijngaard centraal. In  beide lezingen is het verre van een mooi verhaal. 

    De wijngaard in de eerste lezing brengt, ondanks dat mooie lied, alleen maar wilde vruchten voort, en de wijnbouwers in het evangelie vermoorden de dienaars en zelfs de zoon van de wijngaardenier, want ze willen zich meester maken van zijn wijngaard.  Ik ben sterker dan jij, dus jij bent mijn bezit…Opvallend is dat beide parabels beeldverhalen zijn van de werkelijkheid. In de eerste lezing staat de wijngaard symbool voor Israël. 
    Hij brengt alleen maar wilde vruchten voort omdat zowel het volk als de leiders helemaal niet trouw zijn aan het verbond dat ze met God hebben gesloten. Ze gaan liever hun eigen weg, en dat is een weg van heidendom, van geen liefde en vrede, van egoïsme en onverschilligheid.

    Zevenhonderd jaar later vertelt Jezus een variant van hetzelfde verhaal, maar dit keer is de aanklacht direct gericht tegen de religieuze leiders.  Die willen Hem helemaal niet erkennen, integendeel, ze vermoorden Hem op het kruis, net zoals de zoon in de parabel vermoord wordt.  En dan begrijpen we dat misschien van die hoeksteen: Jezus wordt vermoord maar zijn voorbeeld wordt de hoeksteen van ons geloof, van ons handelen, van ons bezig zijn…Zoals altijd moeten wij ons afvragen waar wij staan in de beide parabels. 
    Niet alleen wij, maar alle mensen. Het begon immers allemaal zo mooi. Adam en Eva kregen de prachtige tuin van Eden cadeau, een echt aards paradijs, en wat brachten ze ervan terecht? Ze onderhielden hun tuin niet, nee, ze plukten vruchten die hun niet toebehoorden omdat ze even machtig wilden zijn dan hun schepper.

    God zegt ook tegen Adam en Eva: ‘Breng de aarde onder uw gezag,’ maar wat heeft de mens van dat gezag terechtgebracht? De prachtige oceanen zijn vuilnisbakken van plastiek en andere rommel geworden. Wouden vol schitterend leven worden afgebrand om plaats te maken voor wat de mens winst opbrengt, en wouden die niet afgebrand worden, branden toch af door de opwarming en de uitdroging van de aarde. 
    Een opwarming die het gevolg is van het menselijk gedrag zonder rem, zonder beheersing en zonder respect voor milieu en natuur. Nee, de mens zorgt niet goed voor de wijngaard die hij in bruikleen heeft gekregen. Doen wij dat wel, of leven ook wij er maar op los zonder ons iets van natuur en milieu aan te trekken?

    De teksten die we vandaag horen rond of over Sint Franciscus zijn dan echt wel op hun plaats.  Was er een straffere natuurmens dan Sint Franciscus?En God zegt ook tegen Adam en Eva: ‘Wees vruchtbaar, word talrijk en bevolk de aarde.’ Dat heeft de mens zeker gedaan. Hij is talrijk geworden, zeer talrijk, en hij bevolkt heel de aarde. Maar velen vluchten  weg van de plaats waar ze geboren zijn. 
    Ze streven naar een andere en veilige wereld. Een wereld zonder burgeroorlog, zonder uitbuiting, zonder geweld, zonder terrorisme, zonder honger en armoede. Maar in die veilige wereld zijn ze dikwijls niet welkom omdat ze anders van kleur zijn, anders denken, anders leven. 80 miljoen vluchtelingen.  En wat staat hen te wachten? Racisme, vreemdelingenhaat, ongelijkheid, onverschilligheid en meer van die mensonwaardige  houdingen. 

    Eigenlijk moeten we ons afvragen of wijzelf wél vruchtbaar zijn. Vruchtbaar in liefde en vrede, in gelijkheid, in hulpvaardigheid, in barmhartigheid, in goedheid.  Er is nog veel werk te doen op het veld.Sinds gisteren blijven we verweesd achter, geen wijngaardenier meer in onze parochie.  Hij plant nu zijn stokken in de Rupelstreek.  Maar toch blijven we werken op onze akker, toch blijven we oogsten.  
    We worden eigenlijk geïnspireerd door mekaar.  We oogsten geen wilde vruchten maar goede wijn.

    Straks hebben we de Sint-Annekesfeesten light. Een bio versie van anders.  Maar het resultaat, de oogst zal hetzelfde zijn.  Ze hebben er met velen aan gewerkt, met veel respect voor mekaar en zeker, voor mekaars werk. Ik kan u verzekeren dat wij, hier op de Linkeroever, als Sint Anna-ten-Drieënparochie, wel wat in de kijker staan. Velen komen misschien een beetje jaloers, naar onze akkers kijken en naar de vruchten die ze voortbrengen.

    We zullen hier aan voortwerken, ook zonder een vaste pastoor.  
    We zullen niet opgeven, zelfs als Rome ook beweert dat enkel een priester een parochie mag leiden,  of dat een vrouw geen viering mag voorgaan in de kerk.  De voorgangers worden door het bisdom verzocht toch nog ergens een eucharistieviering mee te maken op de dag dat ze voorgaan in een gebedsviering.  
    Zo zie je maar hoe men dit werk waardeert. En,  wat de bisschop ook van plan is, in welke soort pastorale eenheid we ook terecht komen….wij houden het nog wel een tijdje vol.   En als de oogst rijp is zullen we hem oogsten.  
    En we zullen hem delen…

    Inspiratie dank zij “Homelie.net”

    05-10-2020 om 19:22 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dat ik jullie zo graag zie! - 26e zondag door het jaar A 2020 - Hilda

    Zesëntwintigste zondag door het jaar A 2020 - Zondag 27 september 2020

    Eerste lezing: Filippenzen 2, 1-11 'Maak mijn vreugde volkomen'
    Evangelie: Matteüs 21, 28-32a - 'De tweede kreeg spijt en deed de wil van zijn vader'

    Lieve mensen,

    Wie kent het refrein
    “Want, ik schreeuw 't van de daken
    Dat ik jou zo graag zie … 
    Zonder jou is m’n hele wereld koel!”

    Een zinnetje dat wij ’s morgens voor de spiegel kunnen zingen!
    Ja, dat zouden wij als christenen kunnen doen!
    Waarom? 
    Dat vertellen ons de lezingen vandaag!

    De christenen van Filippé hadden al van bij ’t begin ruzie over hoe men wel of niet als een goede navolger van Jezus leefde. Ze wilden het wat in banen leiden, maar hadden al vlug meningsverschillen, ruzies zelfs!
    En midden die ruzies komt Paulus door hun stadje.
    Paulus, de man die met de integriteit die hij verworven had, wel allusie durft maken op de wrijvingen die erbij de Filippenzen leefden, en op de partijzucht en ijdelheid van sommigen. 

    Hij doet dat niet met grote vermaningen! Neen!
    Hij vraagt de aandacht van de leiders om eens na te denken over dat mooie ‘ideaal’ dat ze ten diepste nastreven: ‘De nederige zachtmoedigheid van Jezus’.
    Hij vraagt meteen aandacht voor de gewone mens in de straat. 
    Om samen met hen een gemeenschap op te bouwen, met het gevoel hoe ze zich gedragen weten door God.
    Zet je ijdelheid aan de kant en schreeuw het desnoods van de daken ‘hoe jij hen graag ziet’. Zegt Paulus.

    De parabel die Mattheus schrijft over Jezus en zijn wijngaard, geeft goede handvatten voor die goede christelijke gemeenschapsopbouw.

    In de parabel gaat het over de wijngaard van de Heer. Het is de aarde, de wereld, de gemeenschap van mensen. Werken in de wijngaard is dat menselijk avontuur dat wij beschaving noemen. En het is bijna niet te geloven dat dat avontuur nog steeds in de kinderschoenen staat.

    Kijken we naar wat in onze eigen kleine Belgische beschaving gebeurt?
    Er is cohesie, overeenkomst en goede verstandhouding nodig in een groep!
    Verbrokkelde gemeenschap vervalt!
    Het geharrewar over bevoegdheden, het innemen van harde standpunten, het diaboliseren van de tegenpartij, dat alles heeft ons land in de coronatijd geen goed gedaan.

    En zo moeten we verder!
    Wij mogen er niet de brui aan geven.
    Aan ons om geen etiketten te plakken!
    Aan ons om niet boven de andere te staan.
    Aan ons om te kunnen inzien, wat er gebeurt en wat we zelf kunnen doen.
    Aan ons om onze houding aan te passen, en dankbaar te zijn, om zelf wel aan het werk te mogen gaan in de wijngaard van de Heer!

    We zouden al zo graag oogsten!
    Oogsten met een vaccin tegen covid19!
    Helaas die is er nog niet!
    Laten we dan consequent mee vechten!
    Al zeggen we thuis wel eens: ‘weg met dat masker! Maar even te dichtbij doet geen kwaad…’ 
    Dan toch opstaan en met mondmasker, afstand houden, met handen wassen en de ramen open, het virus weghouden, is het beste werk dat we vandaag in de wijngaard van de Heer kunnen doen! Is het beste wat we kunnen doen om mensen met wat afstand toch nabij te kunnen zijn, mensen uit de eenzaamheid te houden, 

    Neen, we kunnen nog niet oogsten.
    Maar als men me volgende week, wanneer ik help in de keuken bij onze kok Peter, vraagt wat ik aan het doen ben.
    Dan kan ik antwoorden, met m’n mondmasker op, 1,5 meter ver van m’n collega:
    ‘Ik ben wortelen aan ’t schillen’
    Maar ik kan op diezelfde vraag ook antwoorden:
    ‘Ik help hier mee aan het diner voor onze gemeenschap!’ 
    Al heb ik getwijfeld om in deze coronatijd mee te helpen. Nu is er een grote dankbaarheid, dat ik het mag doen!

    “Want ik wil schreeuwen van de daken 
    dat ik jullie zo graag zie!”
    Zonder jullie is m’n hele wereld koel!”

    Bronnen: Andersziens, Manu Verhulst, Fr Mistiaens j.s.

    27-09-2020 om 13:34 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    20-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God blijft ons verrassen - 25e zondag door het jaar A 2020 - Fred

    Vijfëntwintigste zondag door het jaar A 2020 - Zondag 20 september 2020

    Eerste lezing: Jesaja 55, 6-9 'Uw gedachten zijn niet mijn gedachten'
    Evangelie: Matteüs 20, 1-16a - 'Zijt gij kwaad omdat Ik goed ben?'

    Wat de partijvoorzitters die aan het onderhandelen zijn over een nieuwe regering al allemaal hebben afgesproken, weten we niet. Die vergaderingen zijn blijkbaar strikt geheim. Maar wat ik wel zeker weet is dat niemand van hen zal voorstellen om, bij het uittekenen van een economisch plan, zich te inspireren aan die landeigenaar uit het evangelie. Ook de oppositiepartijen zullen hem niet als voorbeeld opvoeren.

    Wat is dat voor een manier van doen voor een bedrijfsleider? Iemand die hooguit één uurtje gewerkt heeft evenveel uitbetalen als wie zich een hele dag lang heeft uitgesloofd in de brandende hitte? Die man heeft zeker nog nooit gehoord van “gelijk loon voor gelijk werk”! Niet alleen geen enkele politieke partij, maar ook geen enkele vakbond zal daarmee instemmen.

    En, laten we eerlijk zijn, ook bij ons wringt het evangelie, het lijkt soms helemaal tegendraads. We zijn zo gewoon aan de redenering: voor wat hoort wat, wie iets wil bereiken moet er moeite voor doen, zonder werk of inzet geen recht op beloning, enzovoort. Als we in de krant de lezersbrieven lezen, klinkt heel vaak datzelfde idee. 
    Waarom worden sommige beroepen veel meer betaald dan andere? 
    Waarom liggen zelfs de lonen in één en dezelfde beroepsgroep zo ver uit elkaar? Waarom verdienen voetballers zoveel miljoenen meer dan handballers of korfballers, die ook talenten hebben en misschien even veel trainen? Waarom krijgen mensen die sinds kort in ons land verblijven dezelfde rechten als wij, die hier al zo lang leven en werken?

    Die commentaren en ideeën zijn begrijpelijk, maar ze zijn eigenlijk naast de kwestie. Ze gaan ervan uit dat het evangelie altijd gaat over wat wij zouden moeten doen in ons dagelijks leven. Of, in dit geval: hoe een bedrijfsleider zijn zaak moet runnen en zijn personeel moet behandelen en uitbetalen. Maar daar gaat het niet om. Het evangelie geeft geen lesje in zakendoen of personeelsbeheer of sociale moraal.

    Het evangelie vandaag vertelt hoe het eraan toe gaat in het rijk der hemelen, in het Rijk Gods. En God handelt niet volgens de menselijke logica. God is geen bedrijfsleider die zijn zaak moet laten draaien en laten renderen. Hij heeft andere normen en waarden dan onze menselijke economie. Maar dat betekent niet dat wij uit die parabel niets kunnen leren.

    Dat God anders handelt dan een willekeurige landeigenaar is al duidelijk van bij het begin. Hij stuurt geen rentmeester of een andere ondergeschikte op pad, maar gaat zelf op zoek naar arbeiders voor zijn oogst. Hij spreekt hen persoonlijk aan, één voor één, zonder onderscheid. Hij vraagt niet naar bijzondere kwaliteiten, nee, hij neemt iedere dagloner aan. En hij blijft heel de dag maar zoeken of er nog iemand werkloos staat.

    En dan kunnen wij ons de vraag stellen: wie zijn die arbeiders van het elfde uur, zij die in de late namiddag nog altijd geen werk gevonden hadden? Zijn dat mensen die te lui waren om te werken, die geen moeite hebben gedaan om als dagloner aan de bak te komen? Zijn dat mensen die onbekwaam waren of ongeschikt voor de arbeid die de landeigenaar zocht?

    Misschien is er een andere verklaring. De werkers van het elfde uur zijn de zwakkeren in de maatschappij. Het zijn degenen die de kansen niet krijgen die bij anderen voor het grijpen liggen. In onze maatschappij zijn het arbeiders of bedienden die ontslagen zijn omdat hun bedrijf wilde “saneren” en een aantal mensen heeft laten “afvloeien”. Of het zijn mensen zonder diploma of werkervaring, mensen met een zwakke gezondheid of een handicap. Of mensen met een zonderlinge naam of een andere huidskleur, en dus vreemdelingen, ook al wonen zij misschien al meerdere generaties in ons land.

    Wat Jezus daartegen inbrengt, is een verhaal van onderlinge solidariteit, en van solidariteit met kansarmen. Die solidariteit toont de landeigenaar in overvloed. Eén denarie zal hij betalen, ook voor wie maar één uur heeft kunnen werken. Eén denarie, dat is een dagloon waarmee een gezin twee dagen kan leven. Hij geeft dus niet alleen de arbeiders hun loon, hij geeft ook de vrouw en kinderen recht op een menswaardig bestaan. 
    Dàt is solidariteit: recht op leven geven aan mensen in nood.
    Die solidariteit is de les die het evangelie ons vandaag kan geven. “Niemand heeft ons gehuurd” zeggen de arbeiders die om vijf uur nog geen werk hebben. Dat betekent: niemand heeft ons gewild, niemand heeft ons een kans gegeven. Zijn wij ook solidair met al die kansarmen? Spiegelen wij ons aan de werkgevers die de wetten van de economie volgden en de arbeiders niet wilden? 
    Of aan de landeigenaar die hen wél een menswaardige kans heeft gegeven?  

    20-09-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zoals ook wij vergeven - 24e zondag door het jaar A 2020 - Gie

    Vierëntwintigste zondag door het jaar A 2020 - Zondag 13 september 2020

    Eerste lezing: Wijsheid van Jesus Sirach 27, 30- 28, 7 'Vergeef je naaste zijn onrecht; dan worden, wanneer je erom bidt, jouw eigen zonden kwijtgescholden'
    Evangelie: Matteüs 18, 21-35 - 'Niet zeven keer, maar zeventig keer zeven keer vergeven'

    De eerste lezing, uit het boek Wijsheid van Jesus Sirach (Sir.27, 30- 28, 7), gaat over het vergeven van onrecht: “Vergeef je naaste zijn onrecht, dan worden, wanneer je erom bidt, jouw eigen zonden kwijtgescholden.” 

    Misschien alludeert Petrus wel op die tekst uit het boek van Jesus Sirach als hij bij Jezus komt met de vraag: “Hoeveel keer moet ik iemand vergeven, als die iets tegen mij verkeerd doet?” Met een lichte overdrijving durft hij vragen: “Zeven keer?” 
    Maar het antwoord van Jezus blaast hem van zijn sokken: “Niet zeven keer, maar zeventig keer zeven keer.” 
    De parabel die Jezus daarna vertelt, zegt het mogelijk nog krachtiger. 

    In de originele versie was er sprake van talenten, hét betaalmiddel van toen. Er is sprake van een enorme schuld van wel 10.000 talenten en van een kleine schuld van slechts 100 denariën. 
    Om een idee te geven hoeveel dat is: één enkel talent was 6000 denariën waard, en één denarie was het dagloon van een arbeider. Koning Herodes had een jaarinkomen van 900 talenten. De hele belasting van Galilea en Perea samen bedroeg 200 talenten. 
    Wij vertaalden het enorme bedrag als 4.500 miljoen euro en de in verhouding zeer kleine schuld van 7.500 euro.

    De schuld in de parabel is dus zó hoog, dat men ze niet letterlijk kan nemen. Ze verwijst naar de onbetaalbare schuld tegenover God, van de mens die niet leeft zoals God het wil. 
    Jezus wilde ermee zeggen: wat men aan zijn naaste te vergeven heeft, stelt niets voor, als men bedenkt wat God de mensen te vergeven heeft. 

    Het is misschien vreemd dat Jezus die schuld in de parabel ‘vertaalt’ naar financiële schuld. 
    Geld is nu eenmaal een taal die de mensen verstaan. Ze moeten het voelen in hun portemonnee. Toen al, en vandaag nog. Zelfs maatregelen tegen corona worden beter opgevolgd als er een financiële boete tegenover staat.

    Zelfs zonder financiële boetes, is het een thema dat ons zeer bekend in de oren klinkt: “vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren”. 
    Het is een zinnetje uit het onze Vader, het gebed dat Jezus zelf aan zijn leerlingen gaf toen hij hen leerde bidden. 
    Hoe eenvoudig het ook klinkt, het is een van de moeilijkste opdrachten. Je leert het bijna nooit. 
    Hoe is onze vriend Jezus ertoe gekomen om heel dat gebed van aanspreken en vragen, samen delen, elkaar vergeven, samen te vatten in het Onze Vader, dat ene gebed dat Hij woord-voor-woord zijn leerlingen leerde bidden? 

    In dat ene gebed leerde Jezus zijn leerlingen (en dus ook ons), om die almachtig grote, ongrijpbare God, aanspreken als “Onze Vader”. 
    Het lijkt mij een beetje zoals mijn kleinzoon Tijn van 2 jaar praat met de grote herdershond van de buren aan de andere kant van de haag, en hem aanspreekt als “hondje”. 
    Jezus maakt die oneindige God aanspreekbaar. Maar zonder Hem te kleineren. God blijft “Die in de hemelen zijt”. Zijn rijk kome, Zijn wil geschiede. Maar Hij wordt een God die, als een Vader, mee op weg gaat met mensen.
    Wij mogen Hem vragen om dagelijks brood. Niet alleen voor mij alleen maar voor samen.

    En vandaag leert Hij ons vergeven. Wat is vergeven? Het is schulden kwijtschelden, om zo het vertrouwen te herstellen. 
    Omdat het zo moeilijk is, legt Jezus het vandaag uit in een parabel. Met het voorbeeld van de heer en de dienaar, maakt Hij duidelijk dat er zit iets wederkerigs in zit. Je kunt het niet alleen. Het is een ‘voor wat, hoort wat’. 
    En Jezus besluit: er is een algoede Vader die alles vergeeft, helemaal!! 
    Op voorwaarde ... dat wij dat zelf ook doen.

    Het gaat dus om twee zaken: vergiffenis vragen en vergiffenis schenken. 
    “Sorry” zeggen of je verontschuldigingen aanbieden, toont aan dat je beseft dat wat je deed ongepast of storend was. 
    Maar belangrijker dan dat 'sorry', is je houding nadien. Het is immers de bedoeling dat je nadien niet meer terugslaat. Sorry zeggen is alleen een oplossing als je nadien geen geweld meer gebruikt. 

    Waar mensen samen en van harte het brood en het leven delen, waar mensen écht elkaars fouten kunnen vergeven; kunnen zeggen “het spijt me” en “ik neem je dat niet kwalijk”, daar ontstaat een gemeenschap van vlees en bloed, zoals Jezus zich die voorstelde: mensen met oog en hart voor elkaar, met voeten om naar elkaar op weg te gaan, en met handen om te delen. 
    Amen. 

    13-09-2020 om 08:54 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    06-09-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Laat ons een bloem - 23e zondag door het jaar A 2020 - Marc

    Drieëntwintigste zondag door het jaar A 2020 - Zondag 6 september 2020

    Eerste lezing: Romeinen 13, 8-10 'Liefde vervult de gehele wet'
    Evangelie: Matteüs 18, 15-20 - 'Wijs uw broer terecht'

    We hoorden een evangelie waarin verschillende thema's aan bod komen. Na de communie zal naar deze tekst nog verwezen worden, nu wil ik het houden bij de laatste regels. Die spreken over vertrouwen op Gods goedheid. De schepping is een teken van Gods goedheid. Want, zo staat in het begin van ons heilig boek: "Hij zag dat het heel goed was" – en dat was de mens inbegrepen... 

    Als ik me wat bezin over die schepping, besef ik dat ook mijn leven een cadeau is. Want ik heb mijn leven gekregen. Ik hang niet vast aan mijn eigen navelstreng. Mijn leven hangt vast aan dat van andere mensen. 
    Die hebben dat leven op hun beurt gekregen. En dat leven is er maar omdat moeder natuur het altijd opnieuw voedt en vernieuwt. Mijn leven is een product van die goede schepping.

    Het is eigen aan de mens om, als het meezit met het leven, te gaan denken dat hij de uitvinder is van zichzelf. Dat hij prat mag gaan op wat hij kan en bereikt. Dat alles wat ons omringt zijn eigendom is dat hij naar willekeur kan uitbaten. 
    En uitbuiten. Maar dat is een afschuwelijke vergissing. Want we zijn afhankelijk, zoals die appel van Toon Hermans aan de boom hangt. En wij hebben niet alleen leven, maar ook verantwoordelijkheid  gekregen voor die boom: we kunnen hem goed verzorgen. Of naar de knoppen helpen. 

    We hebben ons bestaan gekregen. Maar is het een cadeau waar we blij mee mogen zijn? Want de natuur brengt ons genot én pijn, leven én dood. Dat is een cruciale vraag, die alleen een gelovig of ongelovig antwoord kan krijgen, want voor die levensproblemen zijn geen bewijzen te vinden. 
    En het geloof dat ons hier samenbrengt, in Jezus's naam, moedigt ons aan om te geloven dat in die cyclus van lijden en vreugde, dood en leven, het leven het laatste antwoord is. Wij geloven dat Gods gaven goed zijn, dat zij ons behoeden, ook als lijden en dood schijnbaar sterker zijn.

    Ik denk hierbij aan een gedicht van een Duitse dominee, Dietrich Bonhoeffer, die door de nazis in de laatste weken van de oorlog werd terechtgesteld. In de gevangenis schreef hij een gedicht, met als eerste regels:

    Door goede machten trouw en stil omgeven,
    behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,
    zo wil ik graag met u in deze dagen leven,
    en met u ingaan in het nieuwe jaar.

    Hij schreef dat op nieuwjaar 1945. 
    Op deze scheppingszondag, bij het begin van een nieuw werkjaar, kan zijn gedicht ons sterken om ook te geloven dat wij door Gods machtige gaven trouw omgeven worden. Zijn schepping is er een van zijn mooiste cadeaus. 
    Laat ons uit dankbaarheid heel goed voor die schepping blijven zorgen. 

    06-09-2020 om 13:58 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    19-07-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.‘Zijn graan’ van liefde - 16e zondag door het jaar A 2020 - Gie

    Zestiende zondag door het jaar A 2020 - Zondag 19 juli 2020

    Eerste lezing: Wijsheid 12, 13.16-19 'De Heer biedt kans tot inkeer'
    Evangelie: Matteüs 13, 24-43 - 'Het onkruid tussen de tarwe'

    Lieve mensen, 
    Ik wil graag beginnen met een verhaaltje, dat jullie allemaal kennen: 

    Op zondagnamiddag wandelt boer Bavo langs zijn akkers om te genieten van de vruchten van zijn noeste werk door de week. Vandaag komt hij mijnheer pastoor tegen. "Dag Bavo", zegt de pastoor, "zijn dat uw patatten hier? Ze zien er goed uit" "Ja”, zegt Bavo, “dit zijn mijn patatten en die zien er goed uit, maar ik heb er heel hard voor moeten werken: ploegen, planten, mesten, onkruid verwijderen, spuiten tegen ziektes, .. " 
    Dat kan allemaal goed zijn, Bavo", zegt de pastoor, "maar zonder de hulp van Onze Lieve Heer zou dat toch niet gegaan zijn!"

    Ze wandelen verder tot ze komen bij een akker vol prachtig graan. "Mooi", zegt de pastoor, "Ook van u, Bavo?" "Ja", antwoordt de boer, "maar niets voor niets. Weet ge, ook hier heb ik geploegd, mest gevoerd, onkruid gewied, groeistoffen gespoten, ..." 
    "Vergeet vooral niet dat Onze Lieve Heer ook hier veel aan geholpen heeft, Bavo" antwoordt de pastoor.

    Ze wandelen nog een hele tijd door en overal is het hetzelfde liedje... boer Bavo vertelt over zijn zwaar werk en de pastoor betrekt er telkens de hulp van Onze Lieve Heer bij, tot ze uiteindelijk op het laatste stuk grond van de boer komen. 
    Vraagt de pastoor ook nu weer aan Bavo: "en is dit ook grond van u?" 
    "Ja", zegt Bavo, "dit stuk is ook van mij!" 
    "Maar dit staat helemaal vol met vuil, distels, doorns en ander onkruid!", zegt de pastoor. 
    "Dat klopt", zegt Bavo", hier heb ik Onze Lieve Heer eens alleen laten werken!" 

    Een mopje, zullen jullie zeggen. Maar eigenlijk is het géén mopje. 
    Het zou té gemakkelijk zijn om Onze Lieve Heer alles alleen te laten doen en Hem voor alles te laten opdraaien. Maar … zo werkt God niet. 

    Hij heeft geen andere handen dan de onze, geen andere ogen dan de onze, geen andere mond dan de onze. 
    Dat wil zeggen dat mensen zèlf op zoek moeten gaan naar de manier waarop ze 
    - de patatten op hun akker en het graan op hun veld laten groeien; 
    - de  ruzies, oorlogen en andere problemen kunnen oplossen. 

    Heeft God daar dan niets mee te maken? Toch wel. 
    Hij is het die het laat regenen en de zon doet schijnen. Hij zorgt voor groeikracht. Maar mensenhanden moeten zorgen dat de oogst rendeert. 
    God is het die in het hart van de mensen het verlangen naar liefde en vrede gelegd heeft. Maar ieder mens die in God gelooft, moet proberen zo te leven, dat geschillen worden bijgelegd en ruzies worden opgelost; dat mensen mens-worden aan elkaar. 
    Christus is daarbij onze voorbeeld-mens. Maar wij zijn degenen, die het moeten doen. Wij zijn de ‘boeren’ op ‘Zijn veld’. 

    Christus heeft geen andere handen, dan onze handen
    om vandaag zijn werk te doen.
    Jezus heeft geen andere voeten, dan onze voeten
    om de mens te geleiden op Zijn weg.
    Hij heeft geen andere mond, dan onze mond
    om aan de mensen te verhalen
    hoe Hij leefde, stierf en weer verrees.
    Christus heeft geen andere hulp, dan onze hulp
    om de mensen nader tot Hem te brengen.

    Maar als onze handen nu eens drukker zijn 
    met ander werk dan met het zijne?
    Wie heeft Hij dan 
    ... om over zijn liefde te vertellen?
    ... om zijn Licht te verspreiden?
    ... om Hem te loven, voor wat Hij voor ons heeft gedaan?
    Wie? 

    Helpen om ‘Zijn graan’ van liefde te laten groeien. 
    Dat is een opdracht voor ons allemaal. Amen.

    19-07-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    28-06-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gastvrijheid! – 13e zondag door het jaar A 2020 - Hilda

    Dertiende zondag door het jaar A 2020 - Zondag 28 juni 2020

    Eerste lezing: 2 Koningen 4, 8-11.14-16a 'Gastvrijheid voor de profeet'
    Evangelie: Matteüs 10, 37-42 - 'Wie een deugdzaam mens opneemt'

    In het bos daar staat een huisje ,‘k keek eens door het vensterraam.
    Kwam een haasje aangelopen, klopte even aan.
    Help mij, help mij uit de nood, want de jager schiet mij dood.
    Laat mij in uw huisje klein, ‘k zal u dankbaar zijn! .

    Een piepklein konijntje vraagt om een kamertje!

    Hoe mooi in de 1ste lezing!
    Een vrouw die een kamertje bouwt voor de profeet die regelmatig in de buurt komt.
    ’t Klinkt als; chambre d’ haute, bed and breakfast, Zimmer frei, …
    Een kamertje voor enkele uren! Niet voor 24 u. op 24 u.! Niet alle dagen!
    Dat moet te doen zijn!
    Voor een ‘profeet’!
    Herinneren wij ons vorige week nog hoe Herman de taak van een profeet schetste?

    “Wie jij ontvangt, ontvangt Mij” zegt Jezus 
    Wie mag even binnenkomen? Wie mag ons raken?
    Wie raakt ons?
    Voor wie bouwen wij een kamertje?

    Ik heb het gehoord en gezien! 
    Jullie hebben allemaal  een kamertje vrij, waar velen even mogen binnenkomen
    Voor de mensen die “door de mazen van het net vallen”! Dat zien we elke maand aan het goed gevulde karretje!
    Voor “het zorgpersoneel dat maanden, verpakt in plastiek kledij, mensenlevens gered heeft”, eenzamen hebben getroost, mensen hebben leren skypen, en tegelijk de beste medische zorgen hebben gegeven. Ze kregen dagelijks ons applaus!

    Voor “onze alleenstaande buren, vrienden, OKRA-leden, kaarters…”. We hebben ze gebeld, WhatsApp leren gebruiken om hen te zien en een hart onder de riem te steken…
    Voor “onze kinderen en kleinkinderen” zij die hun werk verloren, technisch werkloos werden, en toch eten op tafel, een computer op het bureau, en veel aandacht aan hun kinderen moesten geven… we hebben hen gesteund…

    Voor “de postbodes” die we overbelastten met onze bestellingen, de mannen van de vuilniskar, de straatvegers die onze achtergelaten plastiek moeten ruimen, de boer op het veld, het personeel van de supermarkt, het meisje of de jongen die, uren lang,  de winkelkarretjes moest ontsmetten,…Allen  die voor onze primaire behoeften zorgden”! 
    Ze hebben ons geraakt!
    Ik ken iemand die uit haar eigen, zopas gevulde, boodschappentas, een lekker snoepje haalde voor het meisje dat uren, buiten, de karretjes moest ontsmetten!

    “Wie jij een bekertje koud water geeft, geeft Mij een bekertje water”,
    zegt Jezus.

    Jezus hij raakt ons vandaag weer in ’t putteke van ons hart!

    Zo ook de Mama van Luna! De vrouw die Hans van Themsche een 2de kans wil’ geven. “Hij heeft spijt en toont spijt, hij is nog jong…” is de motivatie van een Mama die haar kind verloor…

    “Heb jij ook ‘even’ een kamertje vrij”
    voor het werkvolk dat onze taal nog niet goed spreekt?
    Voor de mensen in asielcentra, nog zonder dak boven hun hoofd
    Voor Assim of Arida die vriendje of vriendinnetje wil zijn met je kleinkind? 

    “Wie jij ontvangt, ontvangt Mij” zegt Jezus

    In het bos daar staat een huisje ,‘k keek eens door het vensterraam.
    Kwam een haasje aangelopen, klopte even aan.
    Help mij, help mij uit de nood, want de jager schiet mij dood.
    Laat mij in uw huisje klein, ‘k zal u dankbaar zijn! .

    Een piepklein konijntje vraagt om een kamertje!
    “Wie jij ontvangt, ontvangt Mij” zegt Jezus

    Bron: G De Decker

    28-06-2020 om 08:31 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    14-06-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kijken mag. Aankomen niet – Sacramentsdag A 2020 - Gie

    Sacramentsdag A 2020 - Zondag 14 juni 2020

    Eerste lezing: Deuteronomium 8, 2-3.14-16a 'Een mens niet leeft van brood alleen, maar van alles wat uit de mond van de Heer komt'
    Evangelie: Johannes 6, 51-58 - 'Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Wie zich met dit brood voed, zal leven in eeuwigheid'

    Lieve mensen ,
    Zo zitten we hier in onze wat grotere half-bubbel. Ieder alleen of met twee in het eigen bubbeltje van onze noppenfolie. Vanuit dat bubbeltje kunnen we naar de anderen kijken. Kijken mag, maar aankomen niet. 
    Er zijn al maandenlang geen vieringen meer en daardoor kunnen we al even lang niet meer te communie gaan. 

    Toevallig is het precies vandaag het feest van Sacramentsdag. Dat is, even toevallig, een feest dat is ontstaan uit het gebrek aan die communie in de Eucharistie, het “Heilig Sacrament”. 
    De omstandigheden waren wel helemaal anders dan vandaag. 
    Het begon acht eeuwen geleden in de buurt van Luik, bij Juliana, een jonge zuster die gepassioneerd was door de Heilige Communie. 
    Jezus had toch bij het Laatste Avondmaal brood en wijn gedeeld met zijn leerlingen en gezegd: “Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed” en “Blijf dit doen om Mij te gedenken”. 
    In die Heilige Communie kon ze Jezus, die voor haar zo belangrijk was, de Christus die ze zo aanbad, écht bij haar aanwezig hebben. 
    In de Heilige Communie kwam Jezus haar zo aanraakbaar dicht nabij. 

    Voor zuster Juliana was het zoals wij het vroeger zongen: “Heer dicht bij u wil ik waken, waar gij uw hoede spreidt. Mijn hart zal uw schaduw smaken, oh wondere aanwezigheid. Hier roept mijn ziel tot U, hier raakt Gij ‘t diepst mij aan. Ik vlucht naar uw altaar. Hier is mijn veilige woon.” 
    Op die wijze van “kijken mag, aankomen niet” werd jaren later Sacramentsdag ingesteld. Die dag werd, na de plechtige Heilige Mis, de geconsacreerde Hostie voor iedereen zichtbaar, ter aanbidding op het altaar werd geplaatst. Daarna werd dit Heilig Sacrament in plechtige processie door de straten gedragen. Het grote voordeel daarvan was, dat Jezus, in de Heilige Communie, zo aan iedereen dicht nabij kwam.
     
    In de eerste lezing herinnert Mozes eraan hoe God in de woestijn voor zijn volk water deed ontspringen uit de rots en hen gevoed heeft met manna, “brood dat uit de hemel kwam”.
    Dat beeld gebruikt Jezus in het evangelie om zichzelf te omschrijven: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Net zoals je brood deelt, wil Ik mijn leven met jullie delen. Als jullie van het brood eten, neem je mijn leven in jou op. Dat zal je kracht en moed geven om goed te leven, en ook te doen wat Ik in mijn leven voor jullie heb gedaan. Als je dat doet, zal de dood niet het einde zijn, maar een vervolg krijgen tot in eeuwigheid.”
    Op die manier is Jezus, in heel zijn doen en laten: “het levende brood dat uit de hemel is neergedaald.” Als iemand van Hem, als voorbeeldmens, eet, zal hij leven in eeuwigheid.”

    Je kan je best de discussie tussen de joden daarover voorstellen: “Hoe kan Hij ons zijn lichaam te eten geven?” Wij zijn toch geen kannibalen. 
    Inderdaad. Zorgen dat er bloed vloeit, is niet de bedoeling. Integendeel.
    Het is eerder: zorgen dat er vrede is, dat je samen rond één tafel kunt zitten. De tafel van “Onze Vader, geef ons heden ons dagelijks brood.”
    Net zoals Mozes, wil Jezus eten en drinken zijn voor zijn volk onderweg. Jezus wil dat zijn volgelingen leven! Dat ze leef-tocht, eten en drinken hebben voor onderweg. 

    Brood en wijn zijn daar krachtige symbolen van: 
    Brood, gemaakt uit duizenden graankorrels die geoogst, geplet, gemalen werden, als deeg gekneed en dan gebakken.
    Wijn, uit honderden druiven die geplukt, geplet, geperst werden tot druivensap en dan gerijpt tot wijn. 
    De hoeveelheid brood of de drank op zich is niet het belangrijkste. Want als je met elkaar deelt, dan zijn 5 broden en 2 vissen voldoende voor meer dan 5000 mensen. Als je met elkaar deelt, dan wordt water de beste wijn die er is. 

    Als we eerlijk blijven samenkomen rond Hem, en blijven breken en delen om Hem te gedenken, dan is er liefde en geen haat, dat is er grootmoedigheid en geen hoogmoed, dan is er vergeving en geen wraak, dan is er vrede en geen bloedvergieten.

    Vanaf nu kunnen we hier weer regelmatig samenkomen om te gedenken dat Jezus zich aan ons schenkt in de gedaanten van brood en wijn. 
    Vanaf nu kunnen wij ons weer voeden aan dat brood, om te weten dat wij elkaar gegeven zijn. 
    Maar eucharistie wordt pas echt eucharistie wanneer we ze na de viering mee naar huis nemen, wanneer we ze, zoals in een sacramentsprocessie, uitdragen en de gedachte in ons dagelijks leven omzetten.

    We hoeven ons daarbij niet af te vragen in hoeverre of op welke manier die Christus in de eucharistie aanwezig is. We kunnen ons beter afvragen in hoever of op welke manier die Christus in onze wereld aanwezig zal zijn door onze zorg voor liefde en rechtvaardigheid. 
    Amen.

    14-06-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een steen in de muur - 5e Paaszondag A 2020 - Gie

    Vierde Paaszondag A 2020 - Zondag 3 mei 2020

    Eerste lezing: Eerste brief van Petrus 2, 4-9 'Gij zijt een koninklijk priesterschap'
    Evangelie: Johannes 14, 1-12 - 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven'

    We zijn al over de helft in de tijd tussen Pasen en Pinksteren. De lezingen bereiden ons steeds meer en meer voor op dat feest. 

    Laten we beginnen bij het evangelie van Johannes. Het is opnieuw een stukje uit die lange afscheidsrede van Jezus. Helaas kan je die vandaag, net als de vorige zondagen, alleen horen via radio of televisie. 
    In de passage van vandaag, spreekt Jezus geruststellende woorden tot de leerlingen. “Wees niet bang”, zegt Hij, “Vertrouw op God, en vertrouw op Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor veel mensen. Daar mag je op vertrouwen. Want Ik heb gezegd dat Ik wegga om voor jullie een plaats klaar te maken. En als Ik voor jullie een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend.” 

    Toen zei Thomas (we kennen hem al, de kritische Thomas): “Heer, wij weten niet eens waar u naartoe gaat: hoe kunnen wij dan weten langs welke weg u gaat?” 
    Jezus antwoordde: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Je kunt alleen bij de Vader komen als je gelooft in Mij. Als jullie Mij kennen, dan zullen jullie ook mijn Vader kennen. Ja, jullie kennen hem al, want jullie hebben hem gezien.” 

    En dan zei Filippus (die een beetje ongeduldig werd): “Heer, laat ons de Vader zien!; dat is ons genoeg.” 
    En Jezus weer: “Filippus, Ik ben al zo lang bij jullie. Ken je Mij nog steeds niet? Jij zegt: Laat ons de Vader zien. Maar als je Mij gezien hebt, dan heb je ook de Vader gezien. Want de Vader is in mij, en Ik hoor bij Hem. Dat geloof je toch wel? De dingen die Ik tegen jullie zeg, komen niet van mijzelf. Alles wat ik zeg of doe, komt van mijn Vader. 
    Geloof me, de Vader is in mij, en ik hoor bij Hem. Dat kun je zien aan alle werken, alle wonderen die de Vader mij laat doen. 
    Luister heel goed naar mijn woorden: Als jullie in Mij geloven, dan zullen jullie net zulke wondere werken doen als Ik. Ja, zelfs nog grotere wonderen, want Ik ga naar de Vader.” 

    Gewoonlijk kiezen we voor deze zondag de lezing uit de Handelingen, over de apostelen die, omwille van het snel toenemend aantal leerlingen, overgaan tot een democratische taakverdeling. 
    Maar dat klinkt zo vreemd, nu we al zo lang ons kerkgebouw moeten missen. Daarom koos ik voor de lezing uit de eerste brief van Petrus. Het gaat niet om dat stenen gebouw, zegt Petrus. Wij zijn zelf de levende stenen van het gebouw waarvan Jezus de hoeksteen is. 

    “Lieve mensen”, schrijft Petrus, “treedt toe tot Jezus Christus, de levende steen, door de mensen verworpen, maar uitverkoren door God en kostbaar zijn ogen God.” 
    Die woorden schudt Petrus niet uit zijn mouw, maar heeft hij gevonden bij Jesaja (Jesaja 28:16): “In Sion leg Ik een steen als fundament, een kostbare hoeksteen als een hecht fundament. 
    Wie gelooft, hoeft niet te vrezen. Vertrouw niet op leugens en bedrog, vertrouw op mij zegt de Heer. Ik heb op de berg Sion de eerste steen gelegd voor mijn tempel. Die tempel wordt heel stevig en sterk. Bij mijn tempel zijn jullie veilig, op mij kunnen jullie vertrouwen.” 
    Het zijn woorden die erg gelijken op het begin van psalm 91, 1-2, over Gods bescherming in tijden van nood: “Wie onder de hoede van de Allerhoogste woont, en overnacht in de schaduw van de Almachtige zegt tegen de Heer: “Mijn toevlucht, mijn vesting zijt Gij, mijn God, op U vertrouw ik.” 
     
    “Laat ook u als levende stenen opbouwen tot een geestelijke tempel”, zo schrijft Petrus verder. Voor hem is Jezus Christus die kostbare hoeksteen. Wie op Hem vertrouwt, zal niet worden teleurgesteld.” 
    Kostbaar, voor wie gelooft. Maar voor de ongelovigen is het: “de steen die de bouwers hebben afgekeurd, die is de hoeksteen geworden,” maar ook “een steen waaraan men zich stoot, een rots waarover men struikelt.” 

    Wat wil de Heer ons vandaag doorheen de lezingen en verhalen zeggen? Wat is zijn belofte aan ons? Waartoe nodigt Hij ons uit? Waartoe roept Hij ons op? 
    Ik onthoud drie zinnen uit het betoog van Jezus:
    De eerste is: wees niet verontrust, wees niet ongerust, "In het huis van mijn Vader is ruimte voor veel mensen". 
    Een tweede opmerkelijke zin van Jezus is: "Jullie geloven in God, geloof ook in Mij". 
    Een derde zin die er een beetje uitspringt is: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven". 
    Die laatste zou de slogan op Jezus’ verkiezingsaffiche kunnen zijn. Alleen zijn de omstandigheden waarin Hij dat vraagt niet ideaal. We zijn bij het Laatste Avondmaal. Jezus zelf wordt binnenkort gekruisigd. De leerlingen voelen de spanning om wat hen te wachten staat. In dezelfde verkiezingstaal zou je kunnen zeggen: de peilingen zitten niet mee. 
    In zekere zin nodigt Hij ons uit om campagne te blijven voeren, ook als Hij niet meer lijfelijk aanwezig is. 

    Dat is precies wat Petrus doet in zijn campagne. 
    Hij roept ons op om, als levende stenen, als geloofsgemeenschap van Christus, naar buiten te treden en begaan te zijn met het wel en wee van mensen. Hij roept ons op om een geestelijke tempel te zijn. Jullie zijn samen Gods tempel. Voor jullie is Jezus Christus de kostbare steen die God uitgekozen heeft. Want jullie geloven in hem. Jullie brengen offers aan God, als heilige priesters. 
    Jullie offer is het dienen van God door goed te leven. Want dankzij Jezus Christus doen jullie wat God wil. 

    Bij gebrek aan kerkgezang, moeten we het stellen met wat we op de radio horen. 
    Deze week bleven twee liedjes die in mijn oor hangen: 

    Het eerste was “Another Brick In The Wall” van Pink Floyd uit 1979. 
    De zanger Roger Waters vertelt in de Wall over figuurlijke isolatie, als muren tussen mensen in onze maatschappij. Tijdens de live uitvoeringen ervan werd er ook echt een kartonnen muur gebouwd tussen het publiek en de band, die dan tijdens het optreden opnieuw werd gesloopt. “Ik heb geen muren om me heen nodig en ik heb geen drugs nodig om me te kalmeren.” Mijn vader die me achterliet, de leerkrachten op school, ik zie nu in dat ik ze allemaal niet nodig heb. “Al met al waren het gewoon de stenen in de muur.”

    Het tweede lied was “De steen” uit 1988 van Bram Vermeulen (1946-2004). 
    Het lied begint met: "Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde. Het water gaat er anders dan voorheen." en eindigt met: “Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten. Ik leverde bewijs van mijn bestaan. Omdat, door het verleggen van die ene steen, de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan.” 

    Net als de figuurlijke stenen in “The Wall” van Pink Floyd, net als “De steen” door Bram Vermeulen verlegd in een rivier op aarde, zijn wij vandaag de levende stenen van Jezus’ kerk! 

    Zelfs zonder het stenen kerkgebouw, waar we even niet binnen mogen, is het nu aan ons om levende stenen te zijn, om campagne te blijven voeren voor Christus die voor ons "de Weg, de Waarheid en het Leven" is. Als we erkennen wie Jezus is, als we in Hem geloven, dan moeten we ook erkennen dat er in Hem net zoveel ruimte is als in God zelf. Deze Weg is zo breed dat iedereen er zijn eigen pad op kan vinden. 

    Zelfs nu die Jezus hier nu niet meer rondloopt, is het aan ons om aan de mensen die weg te tonen. Het is niet de weg van de minste weerstand. Het is een weg voor zowel brave meelopers als Filippus, zowel als voor kritische dwarsliggers zoals Thomas. 
    Het is vooral de weg van: een gegeven mens te zijn voor anderen. 
    Amen. 

    10-05-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    04-05-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herderen - 4e Paaszondag A 2020 - Marc

    Vierde Paaszondag A 2020 - Zondag 3 mei 2020

    Eerste lezing: Handelingen 2, 42-47 'God maakt Jezus tot Heer'
    Evangelie: Johannes 10, 1-10 - 'Ik ben de deur van de schapen'

    De bestemming van een christen 

    De bestemming van een christen 
    ligt samengevat in die ene zin: 
    ‘Ik ben de goede herder’. 
    Dit woord mag je zeggen en doen. 
    Herder zijn is houden van 
    allen die ons zijn toevertrouwd, 
    en dag in dag uit je leven voor hen geven. 
    Tot Kerk van herders zijn wij geroepen. 

    Schaap zijn is onze bestemming niet, 
    want schapen hoeven niets te doen, 
    alleen te wachten 
    tot een ander voor hen zal zorgen. 
    Ze hoeven niet te denken, 
    alleen maar over te nemen 
    wat een ander hen heeft voorgedacht. 
    Tot schapenkerk zijn we niet geroepen. 

    Huurling zijn, is onze bestemming niet. 
    Want huurlingen willen wel iets voor een ander doen 
    zolang het niet te lastig wordt, 
    en zolang je je belang niet schaadt 
    of je leven niet hoeft te veranderen 
    Tot huurlingenkerk zijn wij niet geroepen. 

    Kerk van herders horen wij te zijn, 
    vanuit die Ene die onze Herder is, 
    en die ons zendt om zijn herderswerk voor te zetten 
    en onvermoeibaar de zorg om mensen 
    in beide handen te nemen. 

    Laat ons dus herderen. 

    (Carlos Desoete)

    04-05-2020 om 17:33 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Klop klop, ik ben het, Thomas. Ik ben een 'buitenstaander' - 3e Paaszondag A 2020 - Gie

    Derde Paaszondag A 2020 - Zondag 26 april 2020

    Eerste lezing: Handelingen 2, 14.22-33 'De strikken van de dood zijn ontbonden'
    Evangelie: Lucas 24, 13-35 - 'Hij werd herkend door hen aan het breken van het brood'

    Een tiental mannen zitten sinds Pasen in een zelf gekozen lockdown. Bang voor al die mensen daarbuiten. Vooral voor de joden, maar ook al die anderen die voor het paasfeest naar Jeruzalem gekomen zijn. Voor de ogen van al die mensen hebben zij zich hopeloos belachelijk gemaakt. 
    Hier zitten ze bijeen, veilig afgesloten van de hele kwade wereld. 
    En op dat moment, achter die gesloten deuren, komt Christus bij hen binnen.
    Het is juist door hun opsluiten en afzondering dat hun geloof de kans krijgt om, vanuit hun binnenste, naar buiten te komen.

    Thomas ontbrak op het appel. Het evangelie vertelt niet waarom hij er niet bij was. 
    Maar nu staat hij buiten en klop aan. Nog eens en nog eens. En nog eens.
    Dan pas gaan de grendels open en wordt hij, aarzelend, binnen gelaten

    Hallo, ik ben het, Thomas. Of Didymus, zoals jullie mij ook noemen, omdat ik een tweeling ben. 
    Ik was er even niet. 
    Ik was even op zoek naar mezelf, naar mijn andere helft. Ik was even op bezoek bíj mijn andere helft.

    Thomas ging weg toen zij nog een groepje bange honden waren. En nu is hij de eerste die geconfronteerd wordt met blije mannen. Enthousiast delen ze aan hem mee dat ze de Heer hebben gezien. 
    Maar dat wil Thomas niet zomaar geloven. Op die korte tijd is hij van insider een outsider geworden, een buitenstaander. 
    Als zij daadwerkelijk hun opgestane meester hebben gezien, dan eist hij daarvan een overtuigend bewijs: hij wil zijn vinger in de wonden van de gekruisigde kunnen leggen. 
    “Waar zijn jullie mee bezig?”, vraagt hij, om niet te moeten zeggen: dood is dood! Slapen jullie of zijn jullie ziende blind? Toen ik de Heer laatst zag, hing Hij levenloos aan het kruis.
    Waarschijnlijk zijn buitenstaanders het beste geplaatst om een vinger op de wonde te leggen. 

    Jezus toont hem zijn hand, waarin het gat van de spijker duidelijk zichtbaar is. Jezus toont hem de wonde in zijn zij, daar door die Romeinse soldaat toegebracht toen Hij aan het kruis hing. Jezus nodigt Thomas uit zijn vinger er in te steken. 

    Een aantal bekende kunstenaars hebben die ontmoeting van Thomas met de Heer in beeld gebracht. Zoek hun schilderijen maar eens op in een boek of via het internet. 
    Rubens doet het opvallend discreet: Jezus steekt zijn gewonde had uit naar Thomas. De wonde in de zij ontbreekt op zijn werk.
    Rembrandt doet het op een enigszins theatrale manier: Door zijn littekens te tonen, overtuigt Jezus de apostel Thomas van zijn identiteit. Thomas wordt door Jezus uitgenodigd om zijn hand in zijn zijde te steken. Maar in tegenstelling tot de meeste uitbeeldingen voelt Thomas geen aandrang om dat te doen. Zijn ongeloof is al verdwenen bij het zien van de wond van de lanssteek, precies zoals omschreven in het evangelie.
    De meest bekende voorstelling is die van Caravaggio. De schilder toont duidelijk dat de ongelovige Thomas in een klap overtuigd was. 

    Thomas legt de vinger op de wonde plek. 
    Dat is het voordeel van even buitenstaander te zijn. Het laat je toe om de zaken even van op afstand te bekijken. Het stelt je in staat om je vinger op de wonde te leggen. De kwetsbare plaats aan te duiden.

    Voor ons toont het aan dat Jezus zich ook vandaag laat zien. 
    Soms is hij de engel die ons aanspreekt. Soms is hij de tuinman die we niet herkennen. 
    Hij komt bij ons aan tafel, telkens als wij ons ons dagelijks brood, ons voedsel van alledag, delen met een andere. 
    Hij toont ons zijn wonden, als Sint-Rochus ons de zijne toont. 
    Hij toont ons zijn wonden in iedere gewenste mens.

    “Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling en u hebt Mij in uw huis uitgenodigd. Ik had niets om aan te trekken en u hebt Mij kleren gegeven. Ik was ziek en u hebt Mij opgezocht. Ik zat in de gevangenis en u bent bij Mij geweest.” (Mattheus 25: 35-35)

    In al die mensen roept Hij ons toe: Ik ben het zelf, geloof in Mij. 
    Kijk naar mijn wonden, kijk naar Mij, geloof in Mij. 
    Wees niet langer ongelovig maar gelovig. 

    Voor Thomas is het duidelijk. Zijn overtuigend geloof maakt dat ook de andere leerlingen na een tijdje zelf naar buiten durven komen. Dat zij begeesterd en vol vuur worden. En dat zij later ook naar buiten komen. Dan schreeuwen zij hun geloof van de daken en gaan ze rondbazuinen dat Jezus leeft.

    Zo werd het tóch Pasen. Pasen is niet te stuiten. 
    Alsof je aan een moeder zou vragen om niet te bevallen, aan een kind om niet geboren te worden. Alsof je de natuur zou kunnen vragen om niet te ontluiken, of tegen de bloemen zeggen om niet open te bloeien. Daar heeft het leven geen tuinman voor nodig. 
    Dan kunnen wij de vlag uithangen. Het wandkleed met de verrezen Christus, ja Hij leeft.

    27-04-2020 om 17:09 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs