Wat de partijvoorzitters die aan het onderhandelen zijn over een nieuwe regering al allemaal hebben afgesproken, weten we niet. Die vergaderingen zijn blijkbaar strikt geheim. Maar wat ik wel zeker weet is dat niemand van hen zal voorstellen om, bij het uittekenen van een economisch plan, zich te inspireren aan die landeigenaar uit het evangelie. Ook de oppositiepartijen zullen hem niet als voorbeeld opvoeren.
Wat is dat voor een manier van doen voor een bedrijfsleider? Iemand die hooguit één uurtje gewerkt heeft evenveel uitbetalen als wie zich een hele dag lang heeft uitgesloofd in de brandende hitte? Die man heeft zeker nog nooit gehoord van gelijk loon voor gelijk werk! Niet alleen geen enkele politieke partij, maar ook geen enkele vakbond zal daarmee instemmen.
En, laten we eerlijk zijn, ook bij ons wringt het evangelie, het lijkt soms helemaal tegendraads. We zijn zo gewoon aan de redenering: voor wat hoort wat, wie iets wil bereiken moet er moeite voor doen, zonder werk of inzet geen recht op beloning, enzovoort. Als we in de krant de lezersbrieven lezen, klinkt heel vaak datzelfde idee.
Waarom worden sommige beroepen veel meer betaald dan andere?
Waarom liggen zelfs de lonen in één en dezelfde beroepsgroep zo ver uit elkaar? Waarom verdienen voetballers zoveel miljoenen meer dan handballers of korfballers, die ook talenten hebben en misschien even veel trainen? Waarom krijgen mensen die sinds kort in ons land verblijven dezelfde rechten als wij, die hier al zo lang leven en werken?
Die commentaren en ideeën zijn begrijpelijk, maar ze zijn eigenlijk naast de kwestie. Ze gaan ervan uit dat het evangelie altijd gaat over wat wij zouden moeten doen in ons dagelijks leven. Of, in dit geval: hoe een bedrijfsleider zijn zaak moet runnen en zijn personeel moet behandelen en uitbetalen. Maar daar gaat het niet om. Het evangelie geeft geen lesje in zakendoen of personeelsbeheer of sociale moraal.
Het evangelie vandaag vertelt hoe het eraan toe gaat in het rijk der hemelen, in het Rijk Gods. En God handelt niet volgens de menselijke logica. God is geen bedrijfsleider die zijn zaak moet laten draaien en laten renderen. Hij heeft andere normen en waarden dan onze menselijke economie. Maar dat betekent niet dat wij uit die parabel niets kunnen leren.
Dat God anders handelt dan een willekeurige landeigenaar is al duidelijk van bij het begin. Hij stuurt geen rentmeester of een andere ondergeschikte op pad, maar gaat zelf op zoek naar arbeiders voor zijn oogst. Hij spreekt hen persoonlijk aan, één voor één, zonder onderscheid. Hij vraagt niet naar bijzondere kwaliteiten, nee, hij neemt iedere dagloner aan. En hij blijft heel de dag maar zoeken of er nog iemand werkloos staat.
En dan kunnen wij ons de vraag stellen: wie zijn die arbeiders van het elfde uur, zij die in de late namiddag nog altijd geen werk gevonden hadden? Zijn dat mensen die te lui waren om te werken, die geen moeite hebben gedaan om als dagloner aan de bak te komen? Zijn dat mensen die onbekwaam waren of ongeschikt voor de arbeid die de landeigenaar zocht?
Misschien is er een andere verklaring. De werkers van het elfde uur zijn de zwakkeren in de maatschappij. Het zijn degenen die de kansen niet krijgen die bij anderen voor het grijpen liggen. In onze maatschappij zijn het arbeiders of bedienden die ontslagen zijn omdat hun bedrijf wilde saneren en een aantal mensen heeft laten afvloeien. Of het zijn mensen zonder diploma of werkervaring, mensen met een zwakke gezondheid of een handicap. Of mensen met een zonderlinge naam of een andere huidskleur, en dus vreemdelingen, ook al wonen zij misschien al meerdere generaties in ons land.
Wat Jezus daartegen inbrengt, is een verhaal van onderlinge solidariteit, en van solidariteit met kansarmen. Die solidariteit toont de landeigenaar in overvloed. Eén denarie zal hij betalen, ook voor wie maar één uur heeft kunnen werken. Eén denarie, dat is een dagloon waarmee een gezin twee dagen kan leven. Hij geeft dus niet alleen de arbeiders hun loon, hij geeft ook de vrouw en kinderen recht op een menswaardig bestaan.
Dàt is solidariteit: recht op leven geven aan mensen in nood.
Die solidariteit is de les die het evangelie ons vandaag kan geven. Niemand heeft ons gehuurd zeggen de arbeiders die om vijf uur nog geen werk hebben. Dat betekent: niemand heeft ons gewild, niemand heeft ons een kans gegeven. Zijn wij ook solidair met al die kansarmen? Spiegelen wij ons aan de werkgevers die de wetten van de economie volgden en de arbeiders niet wilden?
Of aan de landeigenaar die hen wél een menswaardige kans heeft gegeven?