Een tiental mannen zitten sinds Pasen in een zelf gekozen lockdown. Bang voor al die mensen daarbuiten. Vooral voor de joden, maar ook al die anderen die voor het paasfeest naar Jeruzalem gekomen zijn. Voor de ogen van al die mensen hebben zij zich hopeloos belachelijk gemaakt.
Hier zitten ze bijeen, veilig afgesloten van de hele kwade wereld.
En op dat moment, achter die gesloten deuren, komt Christus bij hen binnen.
Het is juist door hun opsluiten en afzondering dat hun geloof de kans krijgt om, vanuit hun binnenste, naar buiten te komen.
Thomas ontbrak op het appel. Het evangelie vertelt niet waarom hij er niet bij was.
Maar nu staat hij buiten en klop aan. Nog eens en nog eens. En nog eens.
Dan pas gaan de grendels open en wordt hij, aarzelend, binnen gelaten
Hallo, ik ben het, Thomas. Of Didymus, zoals jullie mij ook noemen, omdat ik een tweeling ben.
Ik was er even niet.
Ik was even op zoek naar mezelf, naar mijn andere helft. Ik was even op bezoek bíj mijn andere helft.
Thomas ging weg toen zij nog een groepje bange honden waren. En nu is hij de eerste die geconfronteerd wordt met blije mannen. Enthousiast delen ze aan hem mee dat ze de Heer hebben gezien.
Maar dat wil Thomas niet zomaar geloven. Op die korte tijd is hij van insider een outsider geworden, een buitenstaander.
Als zij daadwerkelijk hun opgestane meester hebben gezien, dan eist hij daarvan een overtuigend bewijs: hij wil zijn vinger in de wonden van de gekruisigde kunnen leggen.
Waar zijn jullie mee bezig?, vraagt hij, om niet te moeten zeggen: dood is dood! Slapen jullie of zijn jullie ziende blind? Toen ik de Heer laatst zag, hing Hij levenloos aan het kruis.
Waarschijnlijk zijn buitenstaanders het beste geplaatst om een vinger op de wonde te leggen.
Jezus toont hem zijn hand, waarin het gat van de spijker duidelijk zichtbaar is. Jezus toont hem de wonde in zijn zij, daar door die Romeinse soldaat toegebracht toen Hij aan het kruis hing. Jezus nodigt Thomas uit zijn vinger er in te steken.
Een aantal bekende kunstenaars hebben die ontmoeting van Thomas met de Heer in beeld gebracht. Zoek hun schilderijen maar eens op in een boek of via het internet.
Rubens doet het opvallend discreet: Jezus steekt zijn gewonde had uit naar Thomas. De wonde in de zij ontbreekt op zijn werk.
Rembrandt doet het op een enigszins theatrale manier: Door zijn littekens te tonen, overtuigt Jezus de apostel Thomas van zijn identiteit. Thomas wordt door Jezus uitgenodigd om zijn hand in zijn zijde te steken. Maar in tegenstelling tot de meeste uitbeeldingen voelt Thomas geen aandrang om dat te doen. Zijn ongeloof is al verdwenen bij het zien van de wond van de lanssteek, precies zoals omschreven in het evangelie.
De meest bekende voorstelling is die van Caravaggio. De schilder toont duidelijk dat de ongelovige Thomas in een klap overtuigd was.
Thomas legt de vinger op de wonde plek.
Dat is het voordeel van even buitenstaander te zijn. Het laat je toe om de zaken even van op afstand te bekijken. Het stelt je in staat om je vinger op de wonde te leggen. De kwetsbare plaats aan te duiden.
Voor ons toont het aan dat Jezus zich ook vandaag laat zien.
Soms is hij de engel die ons aanspreekt. Soms is hij de tuinman die we niet herkennen.
Hij komt bij ons aan tafel, telkens als wij ons ons dagelijks brood, ons voedsel van alledag, delen met een andere.
Hij toont ons zijn wonden, als Sint-Rochus ons de zijne toont.
Hij toont ons zijn wonden in iedere gewenste mens.
Want Ik had honger en u hebt Mij te eten gegeven. Ik had dorst en u hebt Mij te drinken gegeven. Ik was een vreemdeling en u hebt Mij in uw huis uitgenodigd. Ik had niets om aan te trekken en u hebt Mij kleren gegeven. Ik was ziek en u hebt Mij opgezocht. Ik zat in de gevangenis en u bent bij Mij geweest. (Mattheus 25: 35-35)
In al die mensen roept Hij ons toe: Ik ben het zelf, geloof in Mij.
Kijk naar mijn wonden, kijk naar Mij, geloof in Mij.
Wees niet langer ongelovig maar gelovig.
Voor Thomas is het duidelijk. Zijn overtuigend geloof maakt dat ook de andere leerlingen na een tijdje zelf naar buiten durven komen. Dat zij begeesterd en vol vuur worden. En dat zij later ook naar buiten komen. Dan schreeuwen zij hun geloof van de daken en gaan ze rondbazuinen dat Jezus leeft.
Zo werd het tóch Pasen. Pasen is niet te stuiten.
Alsof je aan een moeder zou vragen om niet te bevallen, aan een kind om niet geboren te worden. Alsof je de natuur zou kunnen vragen om niet te ontluiken, of tegen de bloemen zeggen om niet open te bloeien. Daar heeft het leven geen tuinman voor nodig.
Dan kunnen wij de vlag uithangen. Het wandkleed met de verrezen Christus, ja Hij leeft.