De
symbooltjes op de weerkaarten logen er niet om: stortregen, donkere wolken,
hagel en ander ontij hadden ze aangekondigd, kortom een dag om binnen te
blijven. Mijn verwondering was dan ook groot toen ik vanmorgen uit het raam keek
en ik een staalblauwe, wolkenloze hemel zag met daarin een stralend
lentezonnetje. Nog voor ik mijn krantje gelezen had kon ik al niet meer
weerstaan aan de roep van mijn wandelschoenen en het veelzeggende ongedurige
gedoe van Phaido,
als ie moet, dan moet ie...
Er was wel een fris windje maar dat zorgde er ook voor dat de lucht niet alleen
zo diep blauw was maar ook erg helder. Het leek wel een van die luchten die je
wel eens ziet als je omhoog kijkt tijdens een bergwandeling of bij het skiën,
een lucht waar je iets mee wil doen bij het fotograferen. En recht omhoog
kijkend langs deze berk, met het fototoestel tegen de stam gedrukt wilde ik
deze keer eens niet spelen met een beperkte scherptediepte zoals je zou
verwachten, integendeel, ik wilde zo veel mogelijk scherp hebben, van voor tot
achter, of in dit geval van onder tot boven. Met een erg klein diafragma en een
groothoek lukte dat vrij aardig. Het wit van de berk gecombineerd met dat mooie
blauw en een toch wel enigszins afwijkend standpunt leverde me weer een mooi
plaatje op.
Vrij snel na de middag hebben we de verwachte nattigheid alsnog over ons heen
gekregen maar toen hadden we er al een mooie wandeling opzitten en had ik de
foto-oogst al binnen.
|