We zijn al meer dan een maand aan het druiven plukken, eten,
persen en weggeven. Nu de voortschrijdende herfst en de recente stevige wind komaf
hebben gemaakt met de bladeren, merken we pas goed hoe gul onze druivelaars ook
dit jaar weer zijn geweest. Er hangt nog genoeg lekkers aan om ook dit jaar
weer de nodige bokalen boerenjongens te maken.
Toen we inmiddels al weer meer dan 10 jaar geleden van onze Nederlandse vrienden
Kees en Hannie twee druivenranken kregen hadden we er geen idee van dat ze ons
zo overvloedig vrucht zouden schenken. Onze toenmalige woefkes Fons en Joep
hebben ze enkele keren behoorlijk mismeesterd. We hebben ze wel vier keer
moeten verplanten, en ten langen leste hebben we ze maar vóór het huis geplant,
waar de honden niet konden komen. En toch hebben ze het overleefd en zijn ze levenskrachtiger
dan ooit vermoed. Ieder jaar beleven we
een waar druiveninfarct. Zoals al gezegd zijn we voorbij het eet- en persgedeelte
ondertussen ze komen me neus en oren uit , genoeg is genoeg maar naar de
alcoholische metamorfose kijk ik alweer likkebaardend uit.
Voor de volledigheid volgt het recept. Op een zacht vuurtje losse men al
roerend een goede halve kilo suiker op in twee deciliter water. Daaraan voegt
men naar keuze een fles cognac, rum of jenever toe en een dikke kilo zorgvuldig
van de steeltjes gehaalde en gewassen druiven. Het geheel aan de kook
brengen, niet laten doorkoken en in bokalen overgieten. Luchtdicht afsluiten en
de wilskracht opbrengen er enkele maanden af te blijven alvorens het snoepen
kan beginnen.
Niet gebruiken vóór het autorijden
J
|