Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 04-04-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze tocht door de corona-woestenij, een uittocht door de Goede week naar Pasen - April 2020 - Gie

    Lieve kerkganger, 

    We staan nog altijd voor een gesloten kerkdeur. 
    Door de coronacrisis blijft ons kerkgebouw gesloten. Zo blijft ook onze behoefte om, in deze tijd van ziektedreiging, onze nood te klagen, om onze angst of ons verdriet te delen. Om te bidden of een kaars te branden. 

    De gesloten kerkdeur belet ons ook vandaag niet om virtueel binnen te glippen en onze verBEELDIng te laten spreken. 
    Kom maar binnen. 
    De kerkdienst is nog niet begonnen. Er is helemaal geen kerkdienst vandaag. 

    De vorige virtuele kerktour eindigde in de weekkapel. 
    Daar maken wij ons klaar voor onze tocht naar Pasen. Geniet van de stilte in deze kapel. Luister naar de muren die hier onze kleine smeekbeden hebben gehoord, zelfs onze onuitgesproken gebeden. 
    Maar kijk vooral eens goed rond.

    Misschien herken je de kleine altaartafel? Dat altaar werd gemaakt in de jaren ’60, toen onze hele parochie op uittocht ging … naar de kelder van de meisjesschool, omdat de oude kerk werd afgebroken. Een beetje zoals wij, nog maar korte tijd geleden, tijdelijk verhuisden naar de Sint-Lucaskerk. 

    Op reis gaan met je hele gemeenschap. Het brengt ons naadloos bij de woestijntocht van Mozes, die met heel zijn volk uit Egypte wegtrok naar het Beloofde Land. 
    Een land van melk en honing, van druiven en graan in overvloed. 

    Zie je daar tegen de muur die lage communiebanken staan? Zij werden in 1909 gemaakt door de Gentse meubelmaker Remi Rooms (1861-1934). Vroeger vormden ze afsluiting van het koor. Als een virtuele muur om de 'social distance' te bewaren tussen de gelovigen en het Heilige Mysterie. 
    Zet je er even bij en kijk maar eens goed! 

    Voor Mozes met zijn volk de woestijn introk, hielden ze het joodse paasmaal, het Pesach. 
    Christenen noemen het meestal Pascha, het Aramese woord voor Pesach. Met die maaltijd wordt het einde van de joodse slavernij en de uittocht uit Egypte herdacht. Zo lezen we in het Bijbelboek Exodus: 
    "Dit is de wijze waarop gij het lam moet eten: uw lendenen omgord, uw sandalen aan de voeten, en uw staf in de hand. Haastig moet ge het eten, want het is Pasen voor Jahwe." (Exodus 12:11). 

    Het joodse Pascha, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 1. Het joodse Pascha  

    Zo zien we het ook afgebeeld: het lam is geslacht, ze staan klaar om te vertrekken, de lendenen omgord, sandalen aan de voeten en de stok in de hand. 

    Het was een lange tocht in de woestijn. Veertig jaar lang vertelt de bijbel. Het volk lijdt dorst, en Mozes slaat het water uit de rots. En het volk lijdt honger. Dan zorgt God ervoor dat ze voedsel krijgen: brood uit de hemel, het wonder van het manna. Volgens het Boek Exodus: 
    "Toen ze in de woestijn waren, begon heel de gemeenschap van de Israëlieten te morren tegen Mozes en Aäron. Toen sprak Jahwe tot Mozes: 'Ik zal voor hen brood laten regenen uit de hemel. Iedereen mag elke dag net zoveel eten verzamelen als hij die dag nodig heeft. Ik zal hen daarmee op de proef stellen om te zien of zij mijn opdrachten uitvoeren. Zeg hun dat zij de zesde dag van de week tweemaal zoveel eten verzamelen als op de andere dagen. Israël noemde het brood manna. Het was wit als korianderzaad en smaakte naar honingkoek.'" (Exodus 16, 2, 4-5, 31). 

    Manna, brood uit de hemel, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 2. Manna, brood uit de hemel  

    Manna is een Hebreeuws woord waarvan de betekenis onzeker is. 
    Mogelijk betekent het: "wat is dat?", een naam waaruit de verbazing van de Israëlieten blijkt. 
    Ofwel is het afgeleid van 'mennu', een Egyptische woord voor 'voedsel', dat wij nog altijd kennen van onze spijskaarten.

    Na lange tijd bereiken de Israëlieten het Beloofde Land. Het is een land van overvloed, van druiven en van graan. Op de panelen staan afbeeldingen van rijpe aren en van druivenranken met druiventrossen. 

    Rijpe korenhalmen, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 3. Rijpe korenhalmen  

    Jezus zei over zichzelf: "Ik ben het brood om van te leven. Wie naar Mij toekomt krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft krijgt nooit meer dorst." (Joh. 5: 35).
     “Ik ben het brood om van te leven”, zei Jezus. “Uw voorouders hebben in de woestijn het manna gegeten, en toch zijn zij gestorven. Zo is het niet met het brood dat uit de hemel neerdaalt: wie daarvan eet zal niet sterven. "Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dat brood eet, zal men leven in eeuwigheid." (Joh. 6: 48-51). 
    Zo werd manna het symbool van de eucharistie. Jezus is het ware voedsel, het geestelijk voedsel, dat het nieuwe leven onderhoudt. 

    Druiven en wijnranken, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 4. Druiven en wijnranken  

    "Ik ben de wijnstok, en jullie zijn de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want los van Mij kunnen jullie niets." (Johannes 15:5) 

    Brood en wijn zijn twee krachtige symbolen. Je moet de vele graankorrels malen om daarna van het deeg brood te kunnen bakken. Je moet de vele druiven persen om daarna van het sap wijn te kunnen maken. 
    "Ik ben het brood om van te leven. Wie naar Mij toe komt krijgt geen honger meer, en wie in Mij gelooft krijgt nooit meer dorst." (Joh. 6: 35). 
    "Wie mijn vlees en bloed eet en drinkt, die bezit eeuwig leven: op de laatste dag laat Ik hem opstaan. Want mijn vlees is waarlijk spijs en mijn bloed is waarlijk drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft met Mij verbonden en Ik met hem" (Joh 6: 54-56).

    Brood en wijn, dat was ook het voedsel dat Jezus met zijn leerlingen deelde op die laatste avond samen. 
    Zo werden graan en druiven, brood en wijn, sterke symbolen voor de Eucharistie: gebroken brood en gedeelde wijn. 

    Neem en eet dit brood, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 5. Neem en eet 

    "Hij nam een brood, sprak het dankgebed, brak het brood in stukken en gaf het hun en zei: 'Dit is mijn lichaam, het wordt voor jullie gegeven'. Blijf dit doen om mij te gedenken." (Lucas 22:19)
    "Na de maaltijd nam Hij ook van de beker en zei: 'Deze beker is het nieuwe verbond door mijn bloed; hij wordt voor jullie leeggegoten.'" (Lucas 22:20). 

    Druiven en wijnranken, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 6. Ze herkenden Hem bij het breken van het brood 

    Gebroken brood, dat was ook het teken waaraan de Emmaüsgangers Christus herkenden: 
    "Blijf bij ons Heer, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde." "Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe. Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem." (Lucas 24)

    Gedeelde wijn, gedeeld bloed. Ook daarvan vinden we mooie symbolen. 
    Uiteraard het Lam Gods. De uitdrukking vinden we voor het eerst in het evangelie van Johannes. Johannes de Doper wijst naar Jezus met de woorden: "Ziet, daar is het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt". (Joh. 1:29 en 1:36)

    Christus het Lam van God, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 7. Christus het Lam van God 

    En in Openbaring treedt Jezus op in de gedaante van een geslacht Lam. 
    "Toen zag ik midden voor de troon en omgeven door de vier dieren (de evangelisten) en de oudsten een lam staan. Het zag eruit alsof het geslacht was …" (5: 6 en volgende) 
    Dat tafereel zien wij in al zijn glorie uitgebeeld op het grote schilderij van Jan Van Eyck, dit jaar zo in de kijker staat. 

    De pelikaan deelt zijn bloed, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 8. De pelikaan deelt zijn bloed 

    Maar er is ook de pelikaan met het bloed op zijn borst. Daarover vertellen verschillende legendes uit de Oudheid en de Middeleeuwen. Men geloofde dat pelikanen met hun eigen bloed dode jongen weer tot leven wekten en dat ze de jongen met hun eigen bloed voedden bij voedselschaarste. 
    De pelikaan heeft een lange snavel en een keelzak waaruit hij de jongen voert met halfverteerd voedsel, dat bloedrood is. De rode vlek op hun krop en keelzak lijkt op een bloedende wonde. Daaruit leidde het volksgeloof af dat de pelikaan zijn borst openpikt om met zijn eigen bloed de jongen te voeden. 
    De eerste christenen zagen er een symbool in voor Christus' zelfgave en de eucharistie. 
    "Ik ben gelijk aan een pelikaan in de woestijn". (Psalm 102:7) 
    De wonde van de pelikaan werd vergeleken met de wonde in de zijde van de gekruisigde Christus. Daarover lezen we:
    "… één van de soldaten stak met een speer in zijn zijde en terstond kwam er bloed en water uit." (Joh. 19:34). En Johannes vervolgt: "Die het gezien heeft, getuigt ervan en zijn getuigenis is waarachtig en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat ook gij zult geloven." (Joh. 19: 35).

    Herken je het oude tabernakel? Ook daarop staan in brons gebeeldhouwd zowel het Lam Gods als de pelikaan, als symbolen voor Christus. 

    Het tabernakel, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 9. Het tabernakel 

    Tabernakel is een vreemd woord. Het is een Hebreeuws begrip dat verblijfplaats of heiligdom betekent. 
    Het was, volgens de Hebreeuwse Bijbel een verplaatsbare tent die, voor de Israëlieten, symbool stond voor Gods verblijf in hun midden. Het Nederlandse woord tabernakel komt van het Latijnse woord tabernāculum, op zijn beurt afgeleid van het Latijnse woord taberna, wat zoveel betekent als winkel. 
    We herkennen het in taverne, dat er ook van is afgeleid. Een plaats voor eten en drinken, voedsel voor onderweg. 

    Zoveel beelden, en toch blijven wij letterlijk een beetje op onze honger zitten. Omdat we, noodgedwongen, onze zondagse communie en het delen met elkaar moeten missen. Dat broodnodige voedsel voor onderweg. 
    Daarom houden wij het beeld van Christus voor ogen. 
    Hij die zichzelf voor ons gebroken en gedeeld heeft. Jezus is het ware voedsel, het geestelijk voedsel, dat het nieuwe leven onderhoudt.  

    Christus is verrezen, wandkleed, Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverAfbeelding 10. Christus is verrezen, wandkleed 

    Je kent nog het wandkleed met de verrezen Christus, dat dikwijls vooraan in de kerk hing. 
    Laat het voor ons een teken dat we op weg zijn naar opstanding, op weg naar Pasen. 
    Amen. 

    Gie Stappaerts, 5 april 2020

    04-04-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Virtuele rondleiding in tijden van corona - Maart 2020 - Gie

    Lieve kerkganger, 

    We staan deze dagen voor een gesloten kerkdeur. Door de coronacrisis is ons kerkgebouw gesloten. Toch hebben we er, in deze tijd van ziektedreiging, meer dan eens behoefte aan om onze nood te klagen, om onze angst of ons verdriet te delen. Om te bidden of een kaars te branden. 

    De gesloten kerkdeur belet ons niet om virtueel binnen te glippen en onze verBEELDIng te laten spreken. 
    Kom maar binnen. 

    De kerkdienst is nog niet begonnen. Er is helemaal geen kerkdienst vandaag. 
    "Er zijn er onder u, die geen geloof hebben", zei Jezus. Hij voegde er aan toe: "Niemand kan tot Mij komen, als het hem niet door de Vader gegeven is."  Daarna trokken vele van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap. Daarop vroeg Jezus aan de twaalf: "Wilt ook gij soms weggaan?" 
    Simon Petrus antwoordde Hem: 
    "Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven." (Johannes 6, 68) 

    We betreden de kerk en gaan naar links om Maria te groeten: "Ave Maria". 

    (Afbeelding 1 - Processiebeeld van Maria)
    Madonnabeeld Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen LinkeroeverEigenlijk staat haar beeld klaar om naar ons toe te komen. Dit is een processiebeeld. 
    Maria draagt een brede mantel, waarop haar deugden als bloemen afgebeeld staan: 
    • zuiverheid of reinheid, voorgesteld als een lelie; 
    • nederigheid, ootmoedigheid of deemoed genoemd, voorgesteld als een violet; 
    • geloof, voorgesteld als een palmtak; 
    • godvruchtigheid, ook vroomheid, toewijding of lofprijzing, voorgesteld als een keizerskroon; gehoorzaamheid, voorgesteld als een zonnebloem; 
    • armoede, voorgesteld als een granaat(appel)bloem; 
    • verduldigheid of geduld, voorgesteld als een roos; 
    • liefde of barmhartigheid, voorgesteld als een tulp; 
    • droefheid, compassie of medelijden, voorgesteld als een passiebloem.
    Het is een mantel der liefde, een ruime mantel waaronder voor ieder wel een plaatsje, wat geborgenheid te vinden is. 
    Je kan bij haar (virtueel) een kaarsje aansteken.

    Weet je nog hoe Maria, toen er bruiloft was in Kana, als eerste in het oog kreeg dat er iets niet in orde was. Te midden van de feestvreugde in merkt alleen Maria dat de wijn bijna op is. Zij is de enige die het merkt, en wel onmiddellijk. Het is eigen aan een vrouw als Maria om te letten op details die het leven aangenaam maken. Zelfs de kleinste gelegenheden om dienstbaar te zijn worden opgemerkt door iemand die leeft als zij, vanuit een ware hartstocht om zich aan de naaste te wijden, omwille van God. De grootheid van God gaat samen met het gewone, het alledaagse. 

    In alle stilte bracht zij haar Zoon op de hoogte van het gemis. En, in een reactie waaruit haar volle vertrouwen op haar Zoon blijkt, zegt Maria tegen de dienaren: 
    "Doe maar wat Hij u zeggen zal" (Johannes 2, 5). 
    En wat doen wij als we op zoek zijn naar hulp? God lijkt soms zo ver weg, zo moeilijk aanspreekbaar. Alsof wij Hem met onze kleine problemen niet willen lastig vallen. 
    Daarom gaan wij vaak te rade bij Maria, als tussenpersoon, omdat zij zo dicht bij Jezus en bij God staat. Zo kan ook jij je zorgen toevertrouwen aan het intentieboek. Straks, als je even niet kijkt, zal Maria die boodschap wel aan haar Zoon overdragen. 


    Tijd om naar het altaar te gaan. We schrijden door de kerk naar voren, alsof wij onszelf opdragen in de tempel. 
    Weet je nog dat, toen Maria haar kind Jezus ging opdragen, zij in de tempel werd aangesproken door die oude vrouw, Hanna, met de vraag of zij haar kindje even mocht vasthouden. 

    (Afbeelding 2. Het beeld van Sint Anna ten Drieën zoals het er 50 jaar geleden uitzag, in al zijn kleurrijke glorie)
    Het beeld van Sint Anna ten Drieën zoals het er 50 jaar geleden uitzag | Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen Linkeroever
    Zo staat ook haar naamgenote Anna hier vooraan in de kerk, in het hart van de tempel, op ons te wachten. Anna, moeder van Maria én oma van Jezus. 
    Zie hoe zij moeder én kind vasthoudt en hen allebei op handen draagt. Zo wil Anna ook ons, jong en oud, vasthouden en op handen dragen. Daarom kwamen mensen met grote en kleine gezinsproblemen haar eeuwenlang opzoeken. 
    Zie hoe zij, in haar andere hand, een peer vasthoudt, een teken van vruchtbaarheid. Ook dat wil zij voor ons ondersteunen. Daarom kwamen eeuwenlang vrouwen bij haar op bezoek om te bidden om vruchtbaarheid. 

    We staan nog steeds in het hart van de tempel, bij de tafel waaraan wij, iedere week opnieuw, gedenken hoe Jezus voor ons het brood brak en de wijn deelde. Net zoals Hij zichzelf voor ons wilde breken en delen. 
    Kijk eens links naar boven, naar dat kruis: twee eenvoudige planken. Let op de gaten aan iedere hoek: gapende wonden door mensen geslagen. Let op het dunne draadje waarmee het kruis aan het plafond hangt. Dit kruis lijkt licht om dragen. Maar vergis je niet. Eigenlijk is het loodzwaar. 

    Ga je nu mee naar de weekkapel? Het is er klein en stil. Alsof je hier beter kan luisteren naar onze kleine noden, onze onuitgesproken smeekbeden. Behalve een klein altaar en het oude tabernakel, staat er ook het eeuwenoude beeld van Sint Rochus. 

    We hebben het een beetje verleerd om bij heiligen te rade te gaan en zeker om ze te gaan vereren in onze kerk. Toch zijn ook zij mensen die dicht bij God staan. Die het licht van God een beetje laten doorstralen. Misschien is het, in deze tijden van corona en andere virussen, toch de moeite waard om even bij een heilige stil te staan. Maar welke heilige? 

    Om onze smeekbeden te doen slagen, willen we beroep doen op een ervaringsdeskundige. Dat is in eerste instantie iemand die bij leven hetzelfde of ongeveer hetzelfde heeft meegemaakt. 
    Voor onze specifieke nood, een coronavirus, lijkt er niet meteen gespecialiseerde heilige voorhanden.

    Eeuwenlang waren er pestheiligen. Dit waren géén mensen die goed anderen konden jennen. Het waren wél vrome mensen die werden aanroepen omdat ze, tijdens hun aardse leven, goed met ziekten waren omgegaan. De heilige man Job, die we kennen uit het bijbelboek Job, is de bekendste. Maar ook Sint Rochus, van wie we een beeld in onze kerk hebben, is befaamd. 

    (Afbeelding 3. Het aloude beeld van Sint Rochus, na de restauratie in 2017)
    Het aloude beeld van Sint Rochus, na de restauratie in 2017 | Sint-Anna-ten-Drieenkerk, Antwerpen Linkeroever
    Rochus leefde in het begin van de 14de eeuw in de buurt van Montpellier. Hij verloor zijn ouders toen hij 20 jaar was. Hij deelde zijn vermogen uit aan de armen en vertrok daarna te voet op pelgrimstocht naar Rome. Onderweg verpleegde hij zieken, bij voorkeur pestlijders, ook in Rome. 
    Omdat hij sommigen genas, verwierf spoedig naam. Pas op de terugweg naar huis merkte hij dat hij zelf door de pest getroffen was (zoals dat ook vandaag met hulpverleners gebeurt). Hij zonderde zich af (nog steeds de beste remedie in deze dagen) en bouwde zich een hutje in een bos. De legende wil dat hij daar verzorgd werd door een engel (de verzorgers vandaag zijn toch ook engelen). 

    Iedere dag bracht een hond hem brood, de trouwe jachthond van een man uit de buurt (wie zijn vandaag de trouwe honden in onze samenleving?). Die man, Gotthard, kwam erachter dat het beest naar Rochus ging en bracht hem een bezoek. Rochus was bang dat hij zijn ziekte zou oplopen en zei dus: "Vriend, blijf uit mijn buurt, want ik lijd aan de pest." ("blijf in uw kot") 
    Maar Gotthard kwam terug en bleef voor Rochus zorgen. Na zijn genezing was Rochus God dankbaar. Ze baden en gingen samen verder op tocht om mensen te helpen die door de pest getroffen waren. 

    'Onze' Rochus is afgebeeld als pelgrim, met een korte pelgrimsmantel en een hoed. 
    Zijn staf is hij verloren. De hond komt hem brood brengen. Het kind is de engel die hem op wonderbaarlijke wijze komt verzorgen en genezen. Hij toont de wonde van de pest op zijn bovenbeen. Een beetje zoals Christus aan Thomas zijn wonden toonde. Alsof Rochus ook aan ons wil zeggen:  
    "Wees niet langer ongelovig, maar gelovig." (Johannes 6, 68) 

    Als we horen dat het aantal patiënten die positief testen voor corona weer gestegen is, dan klinkt het grappig dat we positief moeten blijven denken, maar ook een beetje ontmoedigend. 

    Als wij voor de verzorgers een wit laken buiten hangen of voor hen in de handen gaan klappen, dan werkt dat bemoedigend. Als een zieke weet dat wij voor hem bidden of voor haar een kaarsje branden, dan werkt dat genezend. Het is goed te weten dat je er niet alleen voor staat. 
    Amen.

    29-03-2020 om 10:11 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wij delen - roeping - visioen - belofte - 2e zondag veertigdagentijd A 2020 - Marc

    Tweede zondag veertigdagentijd A 2020 - Zondag 8 maart 2020

    Eerste lezing: Genesis 12, 1-4a 'De roeping van Abraham'
    Evangelie: Matteüs 17, 1-9 - 'Gedaanteverandering'

    Ik wens dat iedereen in de kerk hier kan zeggen: “Een paar keer in mijn leven ben ik heel gelukkig geweest”. Maar is het niet dikwijls zo dat we dat geluk op het moment zelf amper beseffen? 
    Pas achteraf, in het licht van de herinnering, beginnen we ten volle te begrijpen hoe goed het was. 

    Petrus, Jakobus en Johannes, ze herinneren zich dat ze met Jezus in de hemel geweest zijn. Petrus, die goeie kameraad, hij wou dat hij daar drie tentjes had kunnen opslaan, dat Jezus en zijn geleerde vrienden daar hadden kunnen blijven. Hij en zijn twee kompanen zouden wel een kampvuurtje bouwen, meer hadden ze niet nodig. Maar hij wist toen al: dit kan niet blijven duren. Zo is dat met groot geluk. 
    We kunnen in dit leven geen veilige burcht bouwen om het te beschermen, we moeten het tentje opbreken, en terug naar beneden trekken, naar het dal. Daar kan het donker zijn. 

    Als het verrukkelijke moment weg was, kwam de schrik. Gelukkig, Jezus is bij hen, hij zegt, zoals hij zo dikwijls zegt in het evangelie: “Wees niet bang”. Ze moeten moed vatten. Die moed, de moed van Jezus, zullen ze hard nodig hebben, want in het dal wacht de weg naar Jeruzalem. 
    De weg van de Mensenzoon, de weg die ieder van ons in zijn eigen leven gaat, met vallen en opstaan, met momenten van geluk, maar ook van verdriet, soms van heel diep en donker verdriet. En op het einde van die weg wacht een kruis. 

    Maar daar eindigt het verhaal van de volgelingen van Jezus niet. Misschien, en ik hoop het voor ieder van ons, hebben wij het ook meegemaakt: zelfs als we heel diep zitten, kan de herinnering aan het geluk dat we gekregen hebben ons doen recht kruipen. De herinnering wordt een belofte: dat geluk is geen illusie geweest, we zijn ervoor geschapen, we mogen blijven hopen dat we het weervinden.  
    Zo ging het met de leerlingen, de eerste christenen: onderweg met hem hebben zij een visioen gezien dat sterker bleef dan hun angst, en hun wanhoop. Het heeft moed geschonken en verdriet en ontgoocheling overwonnen, want, geloofden ze, onze God laat ons niet in de steek. 

    “Het is goed dat wij hier zijn”: dat woord van Petrus spreekt een diepe waarheid uit. 
    Ons leven is goed en heeft zin, we zijn niet gedoemd om verloren te gaan. Jezus trekt mee door het dal, aan hem en aan elkaar hebben zijn leerlingen zich opgetrokken. Zijn geest bezielt ons zodat ook wij elkaar recht kunnen houden als de zaligheid van de berg ons ontglipt. 
    Wij zijn daartoe gezonden: om naar zijn voorbeeld ook met elkaar moed te delen, en te fluisteren: “Je moet niet bang zijn”.

    08-03-2020 om 08:47 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-03-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe zou Jezus delen? - 1e zondag veertigdagentijd A 2020 - Gie

    Eerste zondag veertigdagentijd A 2020 - Zondag 1 maart 2020

    Eerste lezing: Genesis 2, 7-9; 3, 1-7 'Schepping en zondeval'
    Evangelie: Matteüs 4, 1-11 - 'Jezus, bekoord in de woestijn'

    Lieve mensen, 
    we horen vandaag twee verhalen. Één over de vraag of God geld heeft en wat Hij ermee zou doen, en één uit het evangelie van Mattheüs, over Jezus in de woestijn. 

    Over dat verhaal uit het evangelie wil ik eerst iets aan de volwassenen zeggen. 
    Dit is geen nieuw verhaal. Het is alleen een beetje anders verteld dan wij het vroeger altijd hebben gehoord. Toen kwam er altijd een duivel aan te pas, die Jezus kwam bekoren, die Jezus kwam uitdagen om dingen te doen, die Hij anders nooit zou doen: van stenen brood maken, zich van het dak naar beneden gooien … 
    Beste volwassenen, de duivel dat is niet iemand met bokkenpoten en horens. Integendeel. De duivel dat is iets of iemand die je goesting doet krijgen, die je dingen wil laten doen die je liever niet wil doen. Dingen waar je achteraf spijt van hebt. 
    Dat soort waanbeelden krijgt ook Jezus in zijn hoofd nadat Hij 40 dagen in de woestijn gevast had en grote honger heeft. 

    En nu naar jullie: de jongeren. We horen vandaag dus twee verhalen. 
    Wij weten dat Jezus héél dicht bij God leefde, dat Hij God aansprak als Abba, Papa. Ik denk dus dat Jezus héél goed wist of God geld heeft en wat Hij ermee zou doen. 
    Zoals wij, kinderen, ook héél dikwijls weten wat onze Papa zou doen. Die zou het zeker niet begraven onder de appelboom in de tuin. 

    Jezus praatte héél veel met God. En Hij was ook héél dicht bij de mensen.
    Als wij héél dicht bij Jezus willen zijn, dan moeten wij aan onszelf de vraag stellen: “Wat zou Jezus doen?” 
    Als wij, zoals Jezus, héél dicht bij de mensen willen zijn, dan moeten wij aan onszelf ook de vraag stellen: “Wat zou Jezus doen?” Wat moet ik doen, om op Jezus te gelijken? 

    Het tweede verhaal, uit het evangelie van Mattheüs, gaat over Jezus in de woestijn. We horen dat Jezus ook aan God vraagt “Wat wil Jij dat ik doe?” 

    Maar na 40 dagen bidden, nadenken en vasten in de woestijn krijgt Hij het moeilijk. Hij is moe en heeft grote honger. 

    Dan zag Hij overal grote en kleine stenen. “Als Ik die stenen nu eens in broden zou veranderen...”, dacht Hij toen. Maar waarom zou Ik dat doen?, bedacht Jezus daarna. Mijn Papa zorgt voor mij, Hij zorgt ervoor dat ik niets tekort kom. Een mens leeft toch niet van brood alleen. 

    Dan kwam Jezus boven op het dak van de tempel. En Hij dacht: “Als Ik zo belangrijk ben voor God, mijn Papa, dan kan Ik rustig naar beneden springen. Hij zal er dan wel voor zorgen dat Ik mijn benen niet breek.” 
    Maar waarom zou ik dat doen? bedacht Hij toen en zei bij zichzelf: “Zoiets moet Ik toch niet aan God vragen”, Ik moet mijn Vader toch niet nodeloos uitdagen. 

    Daarna kwam Jezus op een hoge berg, van waaraf Hij héél veel kon zien. En Hij bedacht: “Als alles wat Ik zie nu eens alleen van Mij zou zijn, dan...” 
    Maar wéér bedacht Jezus zich, en zei bij zichzelf: “Waarom zou Ik dat willen? Alleen wat God wil is belangrijk.”

    Pas daarna ging Jezus weg uit de woestijn en ging naar de mensen. “Het rijk van God is nu heel dichtbij. Begin maar anders te leven!”, zegde Hij. 
    “Hoe moeten we dat doen?, hoe moeten we dan leven?” vroegen de mensen. Toen legde Jezus heel eenvoudig uit wat God van hen verlangt: 
    “De eerste regel is: de Heer is je God” van Hem moet je houden met heel je hart, heel je ziel en heel je verstand”. “Maar de tweede regel is even belangrijk: Hou van de andere mensen, even veel als van jezelf.” 
    Als jullie dat doen, dan mogen jullie, net zoals Ik, bidden tot God, die ook jullie Papa, jullie Vader is, en Hij zal naar jullie luisteren. En toen Jezus leerde hen bidden, zoals wij seffens ook gaan doen: “Onze Vader die in de hemel is …”. 

    En nu is het vasten. 40 dagen lang, net als bij Jezus in de woestijn. 
    ‘Vasten’ is een beetje een eigenaardige benaming. Want in plaats van dingen vast-te-maken gaan we proberen ons van zoveel mogelijk dingen los-te- maken. Delen is daarbij belangrijk. 

    Als wij op Jezus willen gelijken, dan moeten wij proberen om te delen en met minder toe te komen. Ook om wat tijd te delen met anderen. Naar iemand toe gaan die alleen is, om te praten of om een spelletje te doen. 
    Als wij op Jezus willen gelijken, dan moeten wij ook proberen om wat meer te bidden. Om, net zoals Jezus, God dichtbij ons te weten. 
    Als wij voor Jezus kiezen, dan moeten wij, bij al wat we doen, aan onszelf de vraag stellen: “Wat zou Jezus doen?, hoe zou Jezus delen?” en dat ook zo proberen te doen en vol te houden. 
    Amen. 

    01-03-2020 om 08:26 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maar Ik zeg u - 7e zondag door het jaar A 2020 - Hilda

    Zevende zondag door het jaar A 2020 - Zondag 23 februari 2020

    Eerste lezing: Leviticus 19, 1-2.17-18 'Bemin uw naaste als uzelf'
    Evangelie: Matteüs 5, 38-48 - 'Bemint uw vijanden'

    Dappere, lieve mensen,
    wat een evangelie!
    Wat een woorden uit Jezus’ mond!
    Wat een opdracht voor zijn leerlingen en voor ons!
    ‘Als iemand jou een klap op je rechterwang geeft, houd hem dan ook de andere voor.

    Deze woorden uit de Bergrede van Jezus zeggen hoe geniaal en radicaal 
    Jezus wel is!
    We stellen ons Jezus, heel spontaan, veel te romantisch voor.
    Jezus is geen romanticus!
    Jezus is radicaal en daarin ook zo geniaal!

    Radicaal! Een woord dat ons afschrikt en volgens ons misschien niet past bij de bijbel, of in onze kerk…
    En toch…
    Radicaal is afgeleid van het latijn ‘radix’, wat ‘wortel’ betekent! Grondig, diepgaand, ingrijpend….
    Gaat er dan al een lichtje branden? 

    Jezus, naar beeld en gelijkenis van God in de wereld gekomen! Hoe anders dan geworteld in die Godsliefde zou Hij in de wereld staan? Zou Hij zijn taak als mens tussen de mensen, vervullen? 
    Mooie woorden! Maar hoever staan die van ons bed?… en toch

    Wie keek er naar de serie Flying to the Ends of the Earth ?
    Arthur Williams, een rolstoelgebruiker, reist heel avontuurlijk naar de meest afgelegen plekken! 
    Zijn reizen is veel meer dan landingsavontuur! 
    Hij zoekt contact met mens en natuur.
    Enkele weken geleden landde hij in centraal Afrika! 
    In een afgelegen dorp, nog wonend in hutten, bezocht William enkele gezinnen.
    Een man vertelde daar hoe hij in Jezus gelooft.

    Vóór de komst van de missionarissen, leefden we hier werkelijk onder het motto ‘oog om oog, tand om tand’. Zei hij. Wanneer we in de verte rook zagen opstijgen, vonden we dat vijanden onze benaderden. Ze gingen jagen in de buurt en zochten voedsel, waardoor wij ons berooid voelden. Dan volgden altijd zware vechtpartijen om ze te verjagen. 
    Door de missionarissen hebben we Jezus leren kennen. En Jezus leerde ons hoe ook die mensen recht hebben op eten en drinken, hoe zij niet onze vijanden zijn, maar mensen van vlees en bloed zoals wij. Sindsdien gaan we die mensen tegemoet, en vragen om bij ons te komen wonen om het allemaal samen wat beter te hebben…
    Ja sinds we Jezus hebben leren kennen is het hier veel beter geworden…. Vertelde die man.

    “maar Ik zeg u…’
    Hoe is dat voor ons?
    Wij die ons zoveel aantrekken. Het lot van onze familie en vrienden, het lot van onze goede buren, het lot van de vele slachtoffers van geweld, hier en veraf…

    Hebben we niet allemaal minstens één iemand in onze omgeving waarvan we liever de hielen zien dan de tenen?
    Gaan we niet allemaal al eens een straatje om, om iemand niet te moeten ontmoeten en spreken?
    Verstoppen we ons soms niet tussen de rayons van de supermarkt om iemand te mijden?
    Ik denk het wel! Ik denk dat we dat nu en dan al eens doen en ja zelfs wel eens moeten doen.
    Is daar iets mis mee?
    Neen, daar is niks mis mee…

    Maar durven we dan ook even kijken waarom we dat doen?
    Is die persoon die we mijden moeilijk, of heeft die het moeilijk?
    Hebben wij het op dat moment moeilijk, of zijn wij moeilijk?
    Hoe zou Jezus zo’n moment aanpakken?
    Wat bedoelt Jezus in deze situatie met ‘maar Ik zeg u..’?
    Natuurlijk lopen we zo niet in de supermarkt te denken… maar toch… ik zeg u…

    Hoe kijken we naar die vele gezichten van vreemde origine die we vandaag in onze straten en supermarkten tegenkomen?
    Hoe gaan we om met collega’s die we niet zo sympathiek vinden?
    Jezus zou ons zeggen: ‘maar Ik zeg u…’

    Liefde is er niet altijd zo vanzelf en onvoorwaardelijk als tussen twee geliefden …!
    “Liefde is een werkwoord!”
    Soms heel moeilijk te verwezenlijken in onze nu zo diverse maatschappij.

    Als we liefhebben wie ons liefhebben, welk loon verdienen we dan? 
    Doen de tollenaars dat ook niet?

    Jezus, geniaal en radicaal met zijn: “maar Ik zeg u…”

    Bronnen: Peter Schmidt, Dominicanen

    23-02-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leven in de goede richting - 6e zondag door het jaar A 2020 - Fred

    Zesde zondag door het jaar A 2020 - Zondag 16 februari 2020

    Eerste lezing: Wijsheid van Jezus Sirach 15, 15-20 'Groot is de wijsheid van de Heer'
    Evangelie: Matteüs 5, 17-37 - 'Uw ja moet ja zijn, uw neen, neen'

    Eind vorige maand was het 75 jaar geleden dat er een einde kwam aan de afschuwelijke terreur in het concentratiekamp van Auschwitz-Birkenau. Meer dan één miljoen vrouwen, mannen en kinderen lieten daar op een gruwelijke manier het leven. Meer dan 90% van hen waren joden. 
    De herdenking van deze feiten kwam uitgebreid in het nieuws.

    Wij hebben immers veel aan het jodendom te danken. Christenen hebben joodse wortels. Jezus was een jood, geboren in een joodse familie en erin opgevoed. Zoals elke joodse jongen werd hij besneden, hij mocht als twaalfjarige plechtig de Thora voorlezen. Zijn vrienden en zijn eerste medewerkers waren joden.

    En net als alle joden was hij opgegroeid met een fundamentele eerbied voor de wet en de profeten. En die wetten zijn niet te onderschatten. De joodse wet telt zowat 248 geboden en 365 verboden. De farizeeën en schriftgeleerden indertijd bleven maar zweren bij de letterlijke toepassing van al die voorschriften. Ook nu nog beheersen die wetten soms een groot deel van de gebruiken en geplogenheden in joodse families. 
    Hoever dat kan gaan kunnen we lezen in boeken zoals het bekende “Mazzel tov” van Margot Vanderstraeten.

    En wij denken soms dat Jezus een totaal ander soort wetten heeft opgesteld dan de joodse. Maar niets is minder waar. Het evangelie vandaag begon met de woorden: “Denk niet dat ik gekomen ben om de wet en de profeten op te heffen. Ik ben niet gekomen om ze op te heffen, maar om ze te vervullen.” Jezus wil de wet niet afschaffen, wel integendeel. Ook in de eerste lezing doet die andere Jezus, Jezus Sirach in al zijn wijsheid een oproep om toch maar zeker de geboden te onderhouden.
    “Geen enkele wet ga Ik afschaffen” zegt Jezus. 
    Maar Hij kant zich wel tegen het blind toepassen van de letterlijke of uiterlijke wet, zonder oog te hebben voor de zin of de geest ervan. En die geest gaat vaak veel verder dan het louter formeel gehoorzamen aan iets wat moet, of iets niet doen omdat het nu eenmaal verboden is. Dan wordt het meer dan een toepassen van de wet, dan wordt het een soort levenshouding.

    Ik kom nog even terug op de bevrijding van het concentratiekamp van Auschwitz. Er zal wel niemand zijn die de gruwel van de tweede wereldoorlog, die uiteindelijk leidde tot de moord op zes miljoen joden, zal goedpraten of verdedigen. Iedereen is vervuld van afschuw en zal die slachtpartij ten allen prijze en streng veroordelen.   
    Maar wie terugkijkt in de geschiedenis van die tijd, ontdekt dat de haat tegen joden en mensen van een ander ras of een andere godsdienst geen monopolie was van de nazi’s. 
    Er was 75 jaar geleden ook veel vreemdelingenhaat onder de zogenaamd gewone mensen. Ook al waren zij niet rechtstreeks of zelfs zijdelings betrokken bij de gruwel in een concentratiekamp.

    Eén van de fundamentele joodse wetten, die wij ook onderschrijven, luidt: gij zult niet doden. Natuurlijk niet. Doden mag niet en slaan of verwonden ook niet. Zelfs grove beledigingen of agressieve taal keuren wij af. Maar toen er een paar weken geleden een paar bootvluchtelingen in moeilijkheden kwamen voor de kust van De Panne, werd er zwaar gereageerd op twitter en sociale media, met soms ronduit haatdragende berichten.

    En mag dat niet? We mogen toch voor onze mening uitkomen. We hebben die mensen toch niet aangeraakt of hun bootje omver geduwd. Wie zo redeneert doet een beetje als de farizeeërs. Ik heb toch geen wet overtreden, ik heb toch niets verkeerds gedaan. 

    In onze tijd gaan we soms nog verder: als we wel iets verkeerd hebben gedaan en niemand heeft het gezien, is het al lang goed. Zoals die chauffeur die werd tegengehouden door een agent omdat hij door het rode licht was gereden. “Heb je niet gezien dat het licht rood was?” vroeg de agent. “Dat het licht rood was had ik gezien”, zei de man, “maar ik had jou niet zien staan”.

    We zijn vaak te rap content omdat we niets verkeerds hebben gedaan, omdat we geen wet hebben overtreden, of niet betrapt werden. Maar dan gedragen we ons weer zoals de farizeeën. Er zijn bijvoorbeeld verpleegkundigen die precies doen wat hen is opgedragen. Ze zijn altijd op tijd, ze maken geen fouten, ze doen niets verkeerd. Maar pas als ze iets méér doen, en met hun hart erbij, winnen ze de waardering en de appreciatie van hun patiënten.

    Dat geldt niet alleen voor verplegers, maar ook voor dokters en voor leerkrachten en voor vrijwilligers in verenigingen en jeugdbewegingen en voor zoveel anderen. Het geldt voor ontelbaar veel moeders en vaders en familieleden en vrienden. Het is door wat men buiten of boven de wet doet dat men als mens waarde krijgt. 
    Deze viering is ook een gedachtenisviering. 
    Voor mensen die wij niet kunnen vergeten en die we vandaag ook liefdevol herdenken. Wij denken aan hen niet als aan iemand die de wet heeft toegepast en die niets verkeerds heeft gedaan. Maar wel aan iemand die veel en veel meer voor ons heeft gedaan dan wat wettelijk moest. 
    En daardoor ons leven heeft vorm gegeven. 
    En niet vergeten mag worden …

    16-02-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-02-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.We zijn zout en licht - 5e zondag door het jaar A 2020 - Jan

    Vijfde zondag door het jaar A 2020 - Zondag 9 februari 2020

    Eerste lezing: Jesaja 58, 7-10 'Dan straalt uw licht in de duisternis'
    Evangelie: Matteüs 5, 13-16 - 'Gij zijt het licht der wereld

    ‘Gij zijt het zout van de aarde. Gij zijt het licht van de wereld.’
    Goede vrienden, het niet niets wat Jezus tegen zijn leerlingen zegt.
    Laten we toch maar aannemen, wat hij tegen zijn leerlingen gezegd heeft, zegt hij eigenlijk ook tegen ons. 

    “Gij zijt het zou der aarde”
    Het zout was toen en is ook nu het middel bij uitstek om smaak te geven aan voedsel.  Vroeger was zout ook het enige middel om vlees lange tijd veilig te bewaren. Zout was dus enorm belangrijk, zelfs zo belangrijk dat er in de loop der eeuwen soms kleine oorlogen gevoerd zijn om te beschikken over het monopolie van zoutproductie en zouthandel.  Het woord “salaris” komt van sel -salaris…  Ooit kregen de Romeinen een staafje zout als loon.  

    De waarde van zout is in de loop der tijden wel wat slapper geworden.  Er zijn vandaag immers heel veel smaakmiddelen, en zowat alle voedsel dat je wil bewaren kan diepgevroren worden. Zout heeft dus niet meer de uitzonderlijk belangrijke voedings- en bewaarwaarde die het had ten tijde van Jezus en in de eeuwen daarna. 
    Maar het heeft wel een andere waarde bijgekregen: wanneer het vriest, wordt zout gebruikt als dooimiddel. Het maakt trappen, voetpaden, wegen en het verkeer veiliger.  Weet je nog: 2 jaar geleden werd er niet gestrooid, de mist vroor aan op een zondagochtend.  Verschillenden onder jullie zijn toen goed gevallen.  Een aantal voelen nog de pijn.

    Hetzelfde geldt voor licht. Zo goed als onbestaand ten tijde van Jezus, is licht in de nacht vandaag zo vanzelfsprekend dat we er niet eens meer bij stilstaan. Maar als het om een of andere reden uitvalt, zijn we bijna in paniek, want zichtbaarheid en de veiligheid zijn verdwenen. Het is op zulke momenten dat we de diepere betekenis van Jezus’ woorden beter kunnen aanvoelen.

    Zout dat smaak en voedselbewaring geeft, licht dat zichtbaarheid en veiligheid geeft: zo moesten zijn apostelen zijn, zo zouden ook wij moeten zijn…. Ook wij moeten dus het zout van de aarde en het licht van de wereld zijn. Het is dus goed dat we weten wat dat inhoudt.

    Geven wij inderdaad smaak aan ons eigen leven en dat van onze medemensen? De smaak van vriendschap en liefde in tijden van nood. De smaak van respect, van begrip, van niet oordelen en veroordelen, van aanvaarden dat mensen anders kunnen zijn dan wij: anders van taal, van godsdienst, van kleur, van aard en aanleg. 
    De smaak van hulpvaardigheid voor armen, zieken, ouden, eenzamen, daklozen, bedelaars, vluchtelingen. De smaak van aandacht voor onze medemensen in een samenleving die elke dag sterker polariseert door groeiende ongelijkheid, tegenstellingen en spanningen.

    Blikken we eens terug op de spanningen van de voorbije weken.   Een euthanasie proces dat de hele land bezig houdt.  Dat het land zelfs verdeelt. Zowel de politiek, als de overheid als justitie, als de pers, ja zelfs de kerk wordt er bij gesleurd.  Ik durf zeggen dat de belangen van de persoon waarover het ging helemaal niet meer belangrijk waren.  De partijen er rond hebben gestreden en mekaar uitgekafferd dat het niet mooi meer was.

    Kijken we naar de politieke situatie in ons land.  We geraken er niet uit omdat de partijen niet bereid zijn om compromissen te maken, om een hand uit te steken naar mekaar. De schuldenberg stijgt.   In  Engeland en in Amerika gaat het niet beter. In de politiek mag gewoon leugens vertellen om bestwil.
    En in deze wereld moeten wij dan het zout der aarde zijn of het licht van de wereld?

    Het is allemaal snel gezegd natuurlijk.  
    We moeten de vrede bewaren, nederig zijn, zachtmoedig, een luisterend oor, een schouderklopje…dat zijn de dingen die wij en onze omgeving nodig hebben  Dat zijn de dingen die we zelf in de hand hebben.  Ze zijn als zout onmisbaar.  Veranderen we er de wereld mee?  
    Balange nie…  Maar het is de eerste stap.  We mogen niet zeggen, we kunnen er toch niets aan doen…we moeten zeggen: “laten we hier, in onze omgeving, in onze parochie, in ons gezin die stap toch maar zetten.  Als nu iedereen zo zou denken, zou er dan een verschil kunnen gemaakt worden?

    Als wij dat “licht” voor de medemens zouden zijn?  Dan speelt ons aantal, of met hoeveel we zijn, toch geen rol?   Ik weet dat er meer mensen in deze kerk komen voor concerten en tentoonstellingen dan voor de mis,  ik weet dat in het SAC, hiernaast meer volk komt dan in de kerk. 
     Maar het licht, die uitstraling  moet toch van hier vertrekken.   Licht van hoop, van inzet in die wereld tegen onverschilligheid en egoïsme, tegen geweld en terrorisme.    Zo maar, met wie we zijn, licht uitstralen.  Zo dat de mensen zeggen “kijk hoe die mekaar liefhebben !”
    De leerling vroeg aan zijn meester: „Wat is het verschil tussen kennis en verlichting?“ De meester gaf als antwoord: „Als je kennis hebt, gebruik je en zaklamp om de weg te vinden. Als je verlicht bent, wordt je die lamp“ (Anthony De Mello).

    In de eerste lezing is Jesaja heel duidelijk: Hij laat de Heer zelf het duidelijk maken wat “het zout van de aarde” inhoudt.  “Deel uw brood met de hongerige, neem de dakloze zwervers op in uw huis, kleed de naakten die gij ziet en keer u niet af van uw medemens.”  
    Hij zegt het, alsof hij reclame maakt voor welzijnszorg.
    Ik heb hem niet horen zeggen: “Smijt uw president buiten omdat hij handelt in eigenbelang, omdat hij liegt” Ik heb hem niet horen zeggen veroordeel het slachtoffer, of de familie, of de dokters of de advocaten of de kerk….”  Ik heb hem niet horen zeggen: “klungel maar door, en laat een land gerust een jaar zonder leiding….”

    De boodschap van vandaag is: “Als we hier in zijn naam samen komen, dan hebben we respect voor mekaar en voor elke medemens.  En dat willen we uitstralen door goed te doen, door te luisteren, door dat schouderklopje, door elk gebaar van liefde te laten zien en te laten voelen.
    Dan zijn we zout en licht, en dan begint er iets te veranderen.   
    Blijf daar maar in geloven.

    09-02-2020 om 17:11 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    26-01-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geraakt worden doet wat - 3e zondag door het jaar A 2020 - Hilda

    Derde zondag door het jaar A 2020 - Zondag 26 januari 2020

    Eerste lezing: Jesaja 8, 23b – 9, 3 'Een licht straalt voor het volk'
    Evangelie: Matteüs 4, 12-23 - 'De profetie van Jesaja vervuld'

    Lieve mensen,
    Een Man aan het meer en enkele vissers die hun job laten staan en Hem volgen. Een kleine anekdote, maar dat feit heeft de wereld veranderd.

    Het Jezus-verschijnsel heeft een wending gegeven aan de geschiedenis. Ondanks de ontsporingen, de afwijkingen, de wreedheden zelfs die in Jezus’ naam bedreven zijn, heeft heel het Jezusgebeuren, ‘het westen’ en ‘een stuk van de wereld’ tot een leefbaar huis gemaakt. 
    Het bezorgde ons een wereld waarin niet alleen kathedralen en kunstwerken tot stand kwamen, (denken we hier maar aan; ‘de woorden van Marc, verleden week, over het Lam Gods! En zie net de voorbije week werd het prachtige kunstwerk “De aanbidding van het Lam Gods” van de gebr. Van Eyck; terug in de St Baavskathedraal te Gent geplaatst!) 
    Dat Jezusverschijnsel bezorgde ons ook een wereld waar vooral een moreel aanvoelen kon groeien met aandacht en voorkeur voor de lijdende medemens, en een moraal die gegrondvest was op heilige fundamenten.

    In die meer dan 2000 jaar is er heel wat gebeurd! En wij luisteren nog steeds naar de verhalen die de vissers van weleer hebben opgetekend! Ze hebben een traditie op gang gebracht die ook leeft tot op vandaag. De traditie van geregeld samenkomen, naar woorden luisteren gegrondvest op heilige fundamenten, en erdoor geraakt worden, of ons erdoor laten raken. 
    Geraakt worden is voelbaar! Het doet iets met ne mens! Het doet nadenken, overwegen, en ja soms ook handelen. Soms kunnen we niet anders dan iets doen met wat ons raakt.

    Wandelen in de stad en we zien een bedelaar. We moeten er zelfs niet voor naar ’t stad lopen. Vele zondagen achteraan onze kerk. Hoe dikwijls overwegen we niet of we iets geven of niet! Hoe dikwijls twijfelen we en denken we verder dan er ons vlug vanaf maken met een kleinigheid in het potje te gooien. 

    Geraakt worden, het is voelbaar! Het doet iets met ne mens!

    Horen we de cijfers van ‘kom op tegen kanker’! 26% meer dan 2 jaar geleden! Een waar teken van solidariteit. Kanker! We worden er allen mee geconfronteerd! Wanneer een zus of schoonzus, een opa of nonkel, een vriendin of buurvrouw erdoor getroffen wordt, worden ook wij erdoor geraakt. 
    Het zet ons aan het denken, het doet ons overwegen wat we kunnen doen. Ons geraakt zijn zet ons in beweging.  We beseffen dat er veel geld nodig is om onderzoek te doen, om mensen middelen te geven tot genezen, en we geven.

    Geraakt worden, het is voelbaar! Het doet iets met ne mens!

    Een nieuwe reeks van “Down the road” begint! Velen hebben een enorme bewondering voor Dieter die zo vlot omgaat en ja zelfs die gasten met het syndroom van Down in z’n hart sluit. Dieter die met hen op reis gaat. Het is veel meer dan op reis gaan! Hij wil dat syndroom van Down beter leren kennen en leren hoe je daarmee door het leven gaat. Hij wil ook dat deze mensen alle kansen krijgen om in de maatschappij erkend en gewaard te worden. Dieter hij houdt van die mensen.

    Geraakt worden, het is voelbaar! Het doet iets met ne mens!

    Vandaag staan we terug aan de oever van het meer, staan we terug voor dezelfde uitnodiging:
    ‘Kom, volg mij.’

    Al is een tijdperk voorbij! Al is er veel verdwenen! We zijn terechtgekomen bij de kern van de zaak.

    Zoals we op ons 1ste communiezieltje, geraakt werden door Jezus die met ons wou zijn.
    Zoals we geraakt worden wanneer toch nog één van onze kleinkinderen of achterkleinkinderen zo teder in de kerk voor Jezus staat.
    Zo is het ten diepste nog altijd! 
    Geraakt worden door Jezus die ons van Zijn Vader vertelde. 
    Zijn Vader die ons allen in z’n armen sluit, van ons houdt en niet anders wil dan dat we het goed hebben en dat we er samen voor zorgen, dat alle mensen het goed hebben. Jezus die een wending aan de geschiedenis bracht.

    Jezus terug laten binnenkomen als toen, is die kinderlijke tederheid herinneren en toelaten met de ervaring dat het die moeite waard was en is.
    Is weten: 
    Geraakt worden ‘door Hem’! Het doet iets met ne mens! 

    Bronnen: het leven en Manu Verhulst

    26-01-2020 om 08:49 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    19-01-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zie het Lam Gods - 2e zondag door het jaar A 2020 - Marc

    Tweede zondag door het jaar A 2020 - Zondag 19 januari 2020

    Eerste lezing: Jesaja 49, 3.5-6 'Ik maak u tot licht voor de heidenen'
    Evangelie: Johannes 1, 29-34 - 'Lam Gods dat de zonde wegneemt'

    Het Lam Gods. 
    Die rare uitdrukking kan begrijpelijker worden als we denken aan de uittocht uit Egypte: de Israëlieten hebben toen een lam geofferd en gegeten, dat hen als het ware de kracht gaf om het vol te houden in die gevaarlijke tijden. Dat lam werd symbool van bevrijding. Johannes noemt Jezus ‘het Lam Gods’, want hij zal ons bevrijden, zoals Israël bevrijd werd van de Egyptenaren. 

    Deze oude, eerbiedwaardige uitdrukking horen we tijdens de eucharistieviering, voor de communie: “Dit is het Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld.” En we antwoorden: “Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt, maar spreek ik en ik zal gezond worden.”

    We komen niet altijd overeen, de mensen die zich met de liturgie bezighouden. Over dat “niet waardig”. De ene zegt: “Ik krijg dat niet over mijn lippen. Dat is een taal om mensen klein te houden. Ze zijn juist wel waardig”
    En dan zijn er anderen die zeggen: “Die woorden zijn realistisch. Wij mogen niet de illusie hebben en geven dat we geen fouten maken, integendeel. We moeten die onder ogen durven zien. Jezus kwam toch om zondaars te redden?” 

    Misschien hebben we alle twee gelijk. ‘Zonde’ is een lelijk woord, en dikwijls wordt het gebruikt om mensen met hun neus in hun fouten te wrijven. Maar het kan ook betekenen dat we ver verwijderd blijven van onze idealen. “’t Is zonde” zeggen we soms. We bedoelen dan: “Zoiets zou er niet mogen zijn. Dát willen we niet.” Maar we doen het toch, dikwijls tegen beter weten in. We voelen ons soms zo onmachtig om betere mensen te zijn. En we voelen ons zo onmachtig om onze wereld beter te maken, om mensen en een wereld te worden ‘naar Gods beeld en gelijkenis’. 
    Da’s zonde.

    Maar de Jezus die wij uit dat evangelie leren kennen, ziet in ons veel meer dan onze gebreken, en dan onze onmacht. Als wij bidden ‘ontferm u over ons”, dan vragen we dat hij kijkt naar onze goede wil. Hij doet veel meer. Hij vindt ons waardig, om met hem mee te werken, met vallen en opstaan. Hij roept ons en zegt: “Plus est en vous”: jullie zijn veel meer waard dan jullie zwakke kanten. 

    Vorige week vertelde Gie in zijn preek hoe wij in Jezus ‘gedoopt’ zijn, zoals een koekje in de koffie: wij zijn van zijn kracht doordrenkt. En volgende week horen we het vervolg van dit evangelie: “De volgende dag stond Johannes daar met twee van zijn leerlingen. 
    Hij zag Jezus die voorbijkwam en sprak: ‘Zie, het Lam Gods.’ De twee leerlingen hoorden hem dat zeggen en gingen Jezus achterna.” Het evangelie wil ons niet vernederen. Het wil ons zelfvertrouwen geven om ook Jezus achterna te gaan. 
    Wij kunnen dat, en hij heeft ons nodig.

    19-01-2020 om 16:22 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-01-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe lang duurt Kerstmis eigenlijk? - Doop van de Heer jaar A 2020 - Gie

    Doop van de Heer A 2020 - Zondag 12 januari 2020

    Eerste lezing: Jesaja 42, 1-4.6-7 'Dit is mijn dienaar'
    Evangelie: Matheüs 3, 13-17 - 'Jezus’ doop in de Jordaan'

    Vorige maandag waren er bakkers die hun etalage al vol worstenbrood hadden liggen. Zelfs zij zijn het er blijkbaar niet over eens hoe lang Kerstmis eigenlijk duurt. 
    Voor de Kerk is het duidelijk. Zij wil vandaag, met de doop van de Heer, de Kersttijd afsluiten. 
    Maar binnen in ons is er het menselijke stemmetje dat daartegen protesteert. Hoezo afsluiten? De hele advent lang hebben we er naar uitgekeken, een kerstboom en het hele huis versierd en ook onszelf opnieuw klaargestoomd. 
    Het Kind werd geboren. De herders zijn gekomen en later ook de koningen. 

    De liefde van de mens gaat door de maag. Misschien hebben we met Kerstmis kalkoen gegeten en vorige week mogelijk driekoningentaart en morgen zeker nog worstenbrood of appelbollen. 
    In de omgeving van Doornik is er op verloren maandag nog altijd een hele feestmaaltijd, met alles erop en eraan. Onze driekoningentaart en ons worstenbrood zijn daar een overblijfsel van.
    Wie het juiste lot trekt of wie het stuk taart krijgt met de boon, die wordt voor één dag koning, zoals de kleine Jezus in de kribbe. Hij bepaalt het ritme van het feest, wanneer er gedronken wordt. 
    Wij kennen "de koning drinkt" alleen nog van enkele oude schilderijen waarop dat bonenfeest wordt uitgebeeld. 
    Nog elders in de wereld wordt koningstaart gegeten, zij het niet altijd op dezelfde dag. Zo wordt in Louisiana ook een taart gegeten met een klein porseleinen Jezuskindje erin. Maar pas op Vastenavond. Maar ja, daar komt Santa Claus ook pas met Kerstmis. Daar duurt het feestje dus nog langer.

    Zoals Petrus op de berg Tabor drie tenten wilde bouwen, zo zouden ook wij wel willen dat het feest blijft duren. De Petrus in ons zegt dan: “laat de kerstboom nog maar even staan”, zodat het feestje nog wat langer duren.
    Maar zoals Jezus daar op de berg Petrus terugroept, zo roept de échte Koning van de dag ook ons in het evangelie vandaag tot de orde.
    Johannes wilde Hem tegenhouden. Maar Jezus zegt tegen hem: "Laat het nu maar gebeuren, zoals het past in Gods plan", laat ons nu maar volbrengen, al wat is vastgesteld. 
    En nadat Jezus gedoopt is, staat Hij op uit het water. En zie, de hemel gaat open en er klinkt een stem: “Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.” 
    Dat zijn niet toevallig bijna dezelfde woorden als bij Jesaja en identiek dezelfde die we later zullen horen op de berg Tabor.

    Het is alsof Jezus, door dat doopsel, verandert in ‘de’ Christus. Dat Hij daardoor zelf gaat beseffen dat Hij een roeping te vervullen heeft. 
    Als wij nu, na de doop van de Heer, ons afvragen “hoe lang duurt Kerstmis eigenlijk?”, dan moeten wij ook aan onszelf de vraag stellen: “hoe lang duurt ons eigen christen zijn eigenlijk, na ons eigen doopsel?” 

    Daarstraks zongen we: “wij zijn in Hem gedoopt”. 
    Ik kan het niet laten om daarbij altijd te denken aan het speculaasje bij de koffie. Wij zijn in Hem gedoopt, wij zijn van Hem doordrongen. 
    Zo wil ik mij het doopsel van Jezus voorstellen: helemaal doorweekt in het water van de Jordaan. En daarmee ook helemaal ‘gesopt' in zijn opgave.

    Misschien experimenteerden we ooit wat ’dope’ of drugs met je kunnen doen: helemaal ondergaan in roes. Of misschien moesten we lijdzaam ondervinden wat ‘dopen’ is, toen dat gebeurde als jonge student of als groene soldaat. Maar voor de meesten van ons bleef het dopen beperkt tot ons doopsel, lang geleden, héél voorzichtig en met een klein beetje water, boven een bronzen kuip. Ook al hebben wij er toen niets van begrepen, toch zijn wij mét en in Hem gedoopt. 

    Als wij "in Hem gedoopt" zijn, als wij helemaal van Hem doordrenkt raken, dan leert Christus ons ook met andere ogen kijken. Dan zalft Hij ons met zijn vuur. Dan leert Hij ons om in iedere mens onze naaste, als een andere Jezus, te herkennen en weten wij dat God liefde is. 

    Maar hoe lang mag Kerstmis dan wel duren? Wel, elke zondagsviering opnieuw staan we er bij stil dat de échte geboorte van Jezus Christus niet los kan worden gezien van zijn lijden, sterven en verrijzen. 
    Dus eigenlijk duurt Kerstmis… tot met Pasen. 
    Met die gedachte wil ik graag deze Kersttijd afsluiten. 
    Amen.

    12-01-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-01-2020
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Driekoningen - Openbaring van de Heer A 2020 - Fred

    Openbaring van de Heer A 2020 - Zondag 5 januari 2020

    Eerste lezing: Jesaja 60, 1-6 'Jeruzalem, de zon gaat over u op'
    Evangelie: Matheüs 2, 1-12 - 'Wij komen uit het Oosten'

    Wegwijzerviering - Viering waar de eerste communicanten, vormelingen, gezinnen met kinderen en ook u en ik centraal staan

    Vandaag vieren we het feest van de Openbaring, beter bekend als het feest van Driekoningen. In de bijbel wordt verteld hoe drie wijzen uit het oosten, uit verre landen, op bezoek gingen bij het kindje Jezus in de kribbe. Ze hadden geschenken mee en het verhaal toont aan hoe Jezus is geboren en gekomen voor alle volkeren op de hele wereld.

    Bij ons is er aan Driekoningen een bekende traditie verbonden. Kinderen gaan van deur tot deur liedjes van Driekoningen zingen en ze krijgen dan van de mensen snoep en koekjes en soms ook wat geld. Het liedje dat ze daarbij zingen is wel een beetje raar.

    Driekoningen, Driekoningen, geef mij een nieuwe hoed, mijne oude is versleten, mijn moeder mag het niet weten, mijn vader heeft het geld op de rooster geteld.

    Waarom zingen kinderen dat? 
    Eigenlijk is het oorspronkelijk geen kinderliedje, maar een bedelliedje. Eeuwen geleden werd het gezongen door mensen die niet veel hadden om van te leven en hoopten dat koningen wat van hun bezit, van hun rijkdom zouden willen delen.
    Geef mij een nieuwe hoed wil dan zeggen: geef mij nieuwe kleren. Want mijn oude zijn versleten. En mijn moeder mag het niet weten, want ik ben beschaamd dat ik zoiets durf vragen aan een koning of een rijke mens. 
    En mijn vader heeft niet veel geld meer. Een rooster is een plaat met allemaal gaatjes in en als je geld op de rooster telt, valt het er allemaal los door en heb je dus geen geld meer. Vroeger gingen mensen met dit lied bedelen om aan een beetje eten, wat kleren en een beetje geld te geraken.

    Gelukkig moeten onze kinderen nu niet meer gaan bedelen. Ze zamelen met Driekoningen soms ook geld in voor hun club of jeugdbeweging. En soms ook voor een goed doel, zoals in de warmste week. Maar meestal is het gewoon leuk en is het prettig om snoep en wat geld te krijgen.

    Zo waren er eens drie jongens die elk jaar samen Driekoningen gingen zingen. Ze gingen van deur tot deur, ze belden overal aan en na al die jaren kende in het dorp iedereen hen. Ze kregen meestal dan ook nogal wat snoep en vooral veel geld, dat ze nadien onder hun drieën verdeelden. 
    En elk jaar was het precies een beetje meer.
    Maar dit jaar waren ze maar met twee, want één van hen was ziek. Ze hadden hem al een paar dagen niet meer gezien of gehoord en ’s morgens had zijn moeder gebeld dat hij niet mee kon. Hij lag ziek in bed. Dus gingen de andere twee zonder hem en bij elke deur waar ze aanbelden, zeiden ze: “Er zijn dit jaar maar twee koningen, want de zwarte koning is ziek”.

    Op het einde telden ze hun geld en het was weer eens meer dan de vorige jaren. 
    Ze hadden iets meer dan 200 euro. “Knap” zei de ene, “dat is voor ons elk 100 euro.” “Jamaar, zei de tweede, zouden we onze vriend ook niet iets gunnen? Hij kan er toch niet aan doen dat hij ziek is?”
    “Ben je gek?” zei de eerste opnieuw, “wij hebben hier uren door de kou gelopen en hij heeft niets gedaan. Zou hij wel echt ziek zijn?” Na wat over en weer gepraat, besloten ze hun vriend toch maar een bezoekje te brengen en ze kwamen overeen hem 20 euro te geven, 10 euro van elk.

    Ze kwamen bij het huis aan en de moeder deed open. Ze liet hen binnen, maar hun vriend zagen ze niet. 
    En die moeder zag er heel triestig uit, ze had precies zelfs geweend. “We komen onze vriend zijn deel van het geld geven” zeiden ze met een klein stemmetje. Maar de moeder zei: “Ik zal het hem straks wel geven, maar nu moet hij rusten. Het gaat niet zo goed met hem. De dokter is juist geweest en hij moet nog een hele tijd thuis blijven en medicijnen slikken. En die medicijnen zijn heel duur, ze worden niet terugbetaald door de ziekenkas. En mijn man zit juist zonder werk, ik weet niet hoe ik die dure medicijnen nog lang ga kunnen betalen.”

    De twee jongens wisten niet meer wat te zeggen. Ze keken naar elkaar en zonder af te spreken, namen ze de zak met geld en legden het hele bedrag, 200 euro, op tafel. “Dat is voor hem”, zeiden ze, “Daar zijn we vrienden voor”. 

    05-01-2020 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-12-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vol vertrouwen onderweg - Heilige Familie A 2019 - Marc

    Heilige Familie, Jezus, Maria en Jozef A 2019 - Zondag 29 december 2019

    Eerste lezing: Wijsheid van Jezus Sirach 3, 2-6.12-14 'Het eren van de ouders'
    Evangelie: Matheüs 2, 13-15.19-23 - 'Vlucht naar Egypte'

    Over ons geloof zijn vele bladzijden volgeschreven, met heel verstandige verklaringen. Maar een van de mooiste omschrijvingen van Jezus blijft voor mij: “Onze Lieve Heer”. Een lieve, goede mens. De naam komt niet van geleerden, hij komt uit het hart van eenvoudige mensen die zich aan hem hebben toevertrouwd. En zijn leerlingen, en allen die hem gevolgd zijn door de eeuwen heen, zij geloofden hoe in het spreken en handelen van deze goede mens de goedheid van God zich openbaarde. 

    Goed en kwaad zijn ‘natuurlijk’. Wij geloven dat goedheid overwint. Dat is ‘bovennatuurlijk’. Maar goedheid overwint niet met geweld. Goedheid is kwetsbaar. Jezus was kwetsbaar. 
    Dat toont dit schilderij. “Jezus in het huis van zijn ouders” (*), in het huis van De Heilige Familie. Onze Lieve Heer is ook een kind geweest, en hij is met blutsen en builen opgegroeid. Vader Jozef bromt: beetje opletten, jongen. Moeder Maria voelt de pijn van haar jongen in haar eigen lijf. Ze vermoedt al iets van wat er komen gaat, maar hoopt, zoals alle moeders en vaders, dat het later wel zal meevallen. Want het schilderij spreekt eigenlijk over later. In de details van het schilderij zien we een grote spijker: bomma Anna heeft de trektang al klaar om hem weg te halen. En als we nauwkeuriger kijken, zien we waar de kleine zich gekwetst heeft: zijn bloedende hand is de hand van de gekruisigde, het bloed op de werkbank, het bloed op het kruis.

    Maar het schilderij spreekt ook over troost, over genezing, over leven: de kleine Johannes, die in zijn kemelharen broekske fris water brengt om de wonde te helen. Dat detail verwijst naar de evangeliewoorden over het levengevend water, het doopsel, het nieuwe leven dat ons beloofd wordt. Maar het herinnert er mij ook aan dat Jezus ons een opdracht geeft: God wil ons troosten, daarom heeft hij ons aan elkaar geven. 
    Wij staan in de eerste lijn om elkaars wonden te verzorgen, zoals Jezus dat heeft voorgedaan. 

    De God die in Jezus dicht bij ons komt, is een kwetsbare God. 
    Dát is de kern van ons geloof: de kwetsbare goedheid zal overwinnen. In dat geloof heeft Jezus op zijn kruis gezegd: “In Uw handen beveel ik mijn geest.” In dat geloof hebben zijn bange leerlingen het aangedurfd hem te volgen. En als een migrant die vlucht voor de boosaardigheid – het feest gisteren, van de kindermoord, herinnert ons daaraan - is die trouwe Jozef met Maria en hun kind op tocht gegaan.  
    Zij gingen op weg in vertrouwen op die kwetsbare goedheid die aan hen toevertrouwd was. Hun weg strekt zich nu uit voor ons, op de drempel van dit nieuwe jaar.

    (*) 'Christus in het huis van zijn ouders' is een olieverfschilderij van de Engelse kunstschilder John Everett Millais geschilderd in 1849-1850. Het werk bevindt zich sinds 1921 in de collectie van Tate Britain te Londen.

    29-12-2019 om 16:26 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-12-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat een wonder gebeuren! - 4e zondag van de advent A 2019 - Hilda

    Vierde zondag van de advent A 2019 - Zondag 22 december 2019

    Eerste lezing: Jesaja 7, 10-14 'Immanuel: God-met-ons'
    Evangelie: Matheüs 1, 18-24 - 'Boodschap aan Jozef'

    Lieve mensen, 

    Dit evangelie is 20 eeuwen geleden geschreven in een tijd dat vruchtbaarheid een godsgeschenk was. Vruchtbaarheid, zowel in huis als in de stallen, was een domein dat uitsluitend de godheid toebehoorde.
    Ondertussen heeft dit evangelie al heel wat kritiek moeten doorstaan en moet dat nog doorstaan!

    Gaan we dit evangelie dan maar opbergen als een vrome legende? Of zouden we proberen om verder te kijken dan het verhaal, gekleurd door de toenmalige cultuur en zoeken naar de boodschap die erachter ligt.

    Zo dikwijls hebben belangrijke figuren in de bijbel ‘een droom’ of krijgen ‘een boodschap aangereikt door een engel’.
    Vandaag lezen we hoe ‘Jozef’ een droom heeft. Dit komt slechts 3x voor. Jozef is en blijft de stille timmerman in het levensverhaal van Jezus.

    Maar vandaag neemt Jozef een belangrijke beslissing. We lezen hoe hij na een slapeloze nacht zich durft overgeven aan Gods bevrijdend woord: ‘Ge moet niet bang zijn’. We zien hoe hij dàn pas Maria tot zijn echtgenote durft te nemen en met haar verder gaat. 
    We zien hoe Jozef pas, als hij de zaak niet meer bekijkt vanuit zijn eigen inzichten, maar durft kijken vanuit Gods inzichten, hoe hij dàn een totaal ander uitzicht krijgt: nooit gedacht en nooit vermoed.

    Het gaat hier over twee mensen die mekaar liefhebben en die in hun plannen gestoord worden door een zwangerschap. Je zou van minder wakkerliggen. 
    Jozef had nooit durven en kunnen geloven dat dit feit past in Gods plan, dat dit gebeuren ja zelfs van God uitgaat.

    Die ommekeer bij Jozef, kan ook onze ommekeer zijn.

    Ook wij bouwen onze zekerheden op wetenschap, wij lopen in het gareel van de rationaliteit: alles moet wetenschappelijk verantwoord zijn, we moeten alles onder controle hebben, alle risico’s goed verzekerd. 

    En toch gebeurt het dat ons leven gestoord wordt door een hevige storm die het dak gedeeltelijk van ons huis rukt of ons huis een meter hoog onder water zet… toch gebeurd het dat ons leven gestoord wordt door een chronische ziekte… denken we maar aan MS, of kanker… of ons leven wordt gestoord door een kleinkindje dat geboren wordt met een mentale of lichamelijke beperking… of één van onze beste vrienden valt plots zonder werk…  of één van onze naaste buren sterft en wordt plots weduwnaar of weduwe… allemaal onverwachte gebeurtenissen die niemand had voorzien, waar niemand door de gewone dagen rekening mee houdt. 
    We worden geschokt, zekerheden zijn plots geen zekerheden meer, onze wereld stuikt in mekaar….

    In ons dubben en denken, in onze ontelbare slapeloze nachten komen we misschien stilaan tot het besef van hoe we ons dag na dag ‘aanpassen’, en hoe het ‘ons kunnen aanpassen’ ons erdoorheen haalt. Wat een wonder gebeuren!

    Dan voelen we misschien stilaan onze ‘veerkracht’ die niet te stuiten is. We staan ervoor en we moeten erdoor. Zeggen en doen mensen. Wat een wonder gebeuren!

    We voelen misschien hoe onze zorgzaamheid ons niet loslaat. Hoe ook dàn, in ons, die onweerstaanbare drang om te gaan zorgen voor en te blijven zorgen voor onze kinderen, voor onze partner, voor onze buur… ons niet loslaat. 
    Wat een wonder gebeuren! 

    We ontmoeten misschien ook mensen als klein licht dat wandelt door de nacht en ons op weg zet, onze gedoofde ster weer aansteekt. Wat een wonder gebeuren!

    We blijven misschien tot hier komen, omdat ons bidden en smeken, ons zorgen hier achterlaten zo vanzelfsprekend is en niet te stuiten, al ons hele leven lang… 
    Misschien doen we dat omdat we het nog eens willen horen “wees niet bevreesd”, “ge moet niet bang zijn”, ” Ik ben bij jou, Ik ga met je mee en laat je ook nu niet in de steek” … Wat een wonder gebeuren!

    Ja lieve mensen, het is een boodschap die heel dikwijls in het evangelie voorkomt maar ook in elk mensenleven, altijd heel onverwacht, tot op vandaag.

    En vandaag die vierde en laatste zondag van de advent! 
    Welk teken raakt ons, om te vrede te zijn over onze adventtijd?
    Welk teken raakt ons, om zonder rode kaken de geboorte van Jezus te vieren?
    En hebben we het moeilijk, durven we dan horen: “wees niet bang”?
    Wat hoop ik dat ieder van ons, wanneer het moment zich voordoet, het eeuwenoude visioen behoudt: ”Ik zal er zijn” “’ik laat je niet alleen”!
    Wat een wonder gebeuren!

    Bronnen M. Verhulst

    22-12-2019 om 09:50 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-12-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Kerk is er voor de wereld - 3e zondag van de advent A 2019 - Fred

    Derde zondag van de advent A 2019 - Zondag 15 december 2019

    Eerste lezing: Jesaja 35, 1-6a.10 'Dan gaan de ogen van de blinden open'
    Evangelie: Matheüs 11, 2-11 - 'Ga zeggen wat gij hoort en ziet'

    Ter gelegenheid van 50 jaar Welzijnszorg

    Vrienden,

    De lezingen voor deze derde zondag in de advent bereiden ons voor op Kerstmis. Ze roepen ons op tot vreugde. Al van oudsher wordt deze derde adventszondag ‘zondag van vreugde’ genoemd, zondag Gaudete. 
    De profeet Jesaja roept op om niet ontmoedigd te zijn, niet bij de pakken te blijven zitten. Vat moed, zegt hij, en vreest niet, want God komt. En Hij komt niet om te oordelen, maar om te redden. Geen reden dus tot ontmoediging en wanhoop, maar een boodschap van hoop en vertrouwen. 

    Maar op deze derde adventzondag horen we ieder jaar ook over Johannes de Doper. Zijn boodschap is minder geruststellend. Als God komt en ons nabij wil zijn, dan is dat zeer zeker reden tot vreugde. Maar Johannes waarschuwt: geen goedkope vreugde. Als God komt, moet de weg geëffend worden. Want je kan ook zo leven, dat er voor zijn komst geen plaats is. Johannes noemt zichzelf een profeet. Niet iemand in verfijnde kleren. 
    Je vindt hem in de woestijn, aan de rand. Als je hem wil horen, moet je naar hem toegaan. En dus je vertrouwde omgeving en vooral je ingeburgerde mentaliteit verlaten. Want hij stelt je in vraag. Zijn woord is niet vrijblijvend. 

    Ook de boodschap van de profeten voor hem waren nooit vrijblijvend. Ook bij hen klonk steeds scherpe kritiek op een samenleving waar ieder alleen maar uit is op eigen profijt en voordeel. Waar alleen het recht van de sterkste geldt. Een samenleving die kil en koud is bij gebrek aan solidariteit en zorg voor elkaar. Vandaar de oproep van de profeten tot daadwerkelijke solidariteit. 
    Je kunt je niet verheugen om de nabijheid van de Heer en tegelijk onverschillig zijn voor het lot van je medemens. De inzet voor een meer rechtvaardige en barmhartige samenleving hoort onlosmakelijk bij de voorbereiding op de komst van de Messias. 

    Maar wie helpt ons de armoede en de nood rondom ons te zien en wie helpt ons er iets aan te doen? Daarom zijn we als Kerkgemeenschap dankbaar dat Welzijnszorg ons tijdens de advent helpt om dat concreet te maken. Welzijnszorg viert in deze periode zijn vijftigste verjaardag. De organisatie ontstond in de schoot van Caritas Catholica, ongeveer tien jaar na Broederlijk Delen. 
    Ze richt zich op de armoede en noden hier bij ons. In overeenstemming met de sociale traditie van de Kerk, was van meet af aan ook de structurele aandacht aanwezig: sensibilisering en maatschappelijke actie. Met als aandachtspunt de strijd tegen sociale uitsluiting en kansarmoede vanuit Bijbelse inspiratie.  

    In de loop der jaren is de organisatie verder geprofessionaliseerd. Ze heeft een scherpe visie ontwikkeld op wat armoede is en benadrukt met evangelische radicaliteit dat het dichten van de kloof een grondige herinrichting van de samenleving vraagt. Het klopt doorgaans niet dat mensen in armoede met wat goede wil op eigen kracht uit de armoede kunnen klimmen. 
    Welzijnszorg heeft ook een duidelijke visie op hoe we die strijd moeten voeren. Het vergt brede bewustmaking en ondersteuning van organisaties om armen in te sluiten. Er is ook een structurele aanpak nodig, tot en met een rechtvaardigere verdeling van de rijkdom en de middelen. Ten slotte benut Welzijnszorg ten volle de kansen tot samenwerking met andere armoedeorganisaties en hecht ze veel belang aan de inzet van vrijwilligers. Kortom, vandaag is Welzijnszorg een goed werkende, gerespecteerde speler en partner in de vierdewereldbeweging.

    Paus Franciscus vraagt ons als Kerk niet uitsluitend met onszelf bezig te zijn. De Kerk is er voor de wereld. Ja, dat is haar roeping: zichtbaar en tastbaar teken te zijn van Gods liefde voor alle mensen, vooral voor armen en voor hen die, hoe ook, te lijden hebben. Welzijnszorg is in het leven geroepen om de geloofsgemeenschap concreet te helpen aan die roeping daadwerkelijk te beantwoorden. 
    Die opdracht behoort wezenlijk tot ons geloof. Paus Franciscus waarschuwt ook tegen de globalisering van de onverschilligheid. De kwaliteit van ons geloof valt af te lezen van onze kwaliteit van hoe we omgaan met elkaar. En van onze inzet om met alle mensen van goede wil te ijveren voor een meer menselijke en rechtvaardige samenleving. 

    We willen u oprecht danken voor uw bijdrage en uw solidariteit.
    De Vlaamse Bisschoppen

    15-12-2019 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-12-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Johannes met kemelharen kleed - 2e zondag van de advent A 2019 - Jan

    Tweede zondag van de advent A 2019 - Zondag 8 december 2019

    Eerste lezing: Jesaja 11, 1-10 'Een twijg aan de stronk van Jesse'
    Evangelie: Matheüs 3, 1-12 - 'Bereidt de weg des Heren'

    Vorige week was het hier in deze warme kerk de eerste “wegwijzerviering”.  
    Veel kinderen, eerste communicantjes en vormelingen die hun voorbereiding hadden.  Ze hadden de teksten van de viering wel wat aangepast zodat de kinderen konden volgen.  Spijtig dat de eerste lezing van vandaag niet een week vroeger geprogrammeerd werd. In deze lezing pakt Jesaja het toch wel heel romantisch aan. De panter vleit zich naast de geit, de wolf naast het lam, de leeuw bij het kalf, de berin bij de koe, een baby bij de adder en alles is vredig. Zoals de bodem van de zee met water bedekt is, zo zal de aarde van Gods liefde zijn vervult, hebben we gelezen.

    Het gebeurt niet dikwijls, maar geef mij nu maar de inhoud van de eerste lezing. Die romantiek of die symboliek hebben we ook nodig, niet het steeds op tafel kloppen of bang maken. We willen echt wel dat de vrede voelbaar wordt. Toch zeker in onze eigen omgeving.  En als de kinderen die tekst verstaan zijn de grote mensen ook mee…Zo is het ook goed: simpel, rustig, bedaard…geen slecht woord over uw vijanden, geen negatieve commentaar.

    Na het horen van het evangelie kunnen we ons afvragen wat er moet zijn omgegaan in al die mensen, die toen naar de woestijn trokken om een man, Johannes De Doper, te zien. Een man die we nu als “alternatieveling” of “geitewollensokker” zouden omschrijven.                 
    Matteüs vertelt over hem dat hij een kleed droeg van kameelhaar, hij at sprinkhanen en wilde honing, misschien gezond, maar toch wel excentriek. We leerden dat de tijden toen ook moeilijk waren. Politiek, maatschappelijk en ook religieus was er heel wat scheefgegroeid.  En Johannes De Doper sprak op dit moment met eenvoudige maar met zeer duidelijke woorden en hij voelde dat er een nieuwe wind op stak, dat er iemand op komst was die niet alleen met water maar ook met vuur, met het vuur van de H.Geest, zou dopen.  Zo kondigt Johannes Jezus terug aan. En hij zegt: Je bekeren’ wil zeggen ‘je omkeren’, elk jaar 2° wil zeggen na 45 jaar ben je half omgedraaid, dus een andere weg volgen dan die je volgt, 90° omdraaien, dat is niet altijd gemakkelijk. 
    Dat ondervinden we nu zelf aan den lijve.

    Probeer die andere weg, die ommekeer, vandaag maar eens te vinden in de vloedgolf van reclame en propaganda, van fake nieuws, van Facebook, Instagram, You tube en tweeten en alle andere zogenaamd sociale media.  Die sociale media zijn dikwijls alles, behalve sociaal. Als je ziet wat mensen naar mekaars hoofd slingeren…  
    Dat lijkt misschien eigen aan onze tijd, maar misschien is het nooit anders geweest. Leugen en bedrog hebben altijd hun eigen weg als waarheid uitgestippeld. Misschien een moeilijke zin … maar ik ken er die veel te zeggen hebben en er gewoon op los liegen, alsof het de waarheid is.  

    Johannes gaat ook lelijk tekeer tegen farizeeën en Sadduceeën. Deze laatsten waren zeer conservatief, ze geloofden niet alles wat er toen gepredikt werd, en ze lagen met iedereen in ruzie…‘Adderengebroed’, scheldt hij hen uit, nu zou men hen mestkevers noemen.en hij voegt eraan toe dat ze niet moeten denken dat alles oké is omdat ze bij de goei zijn… kinderen van Abraham zijn. 

     Als we dat naar onszelf zouden vertalen, zou de Doper zeggen dat we niet moeten denken dat alles oké is omdat we gedoopte christenen zijn. Wellicht zou hij ons zelfs vragen wat dat betekent: christen zijn. Misschien zouden we daarop antwoorden dat we elke zondag naar de mis gaan, dat we geregeld een kaarsje branden en soms eens bidden. Maar de kans is groot dat hij ons dan ook zou uitschelden, en dat hij zou zeggen dat christen zijn veel meer is dan naar de mis gaan, een kaarsje branden en een gebedje plegen. 

    Christen ben je pas als je na de mis de kerk verlaat en  doet wat we hier allemaal tegen mekaar en tegen Jezus gezegd hebben, niets meer, maar ook niets minder. 
    En wat zegt die Jezus ons in elke viering?  Hij geeft ons niets anders dan een simpele boodschap van liefde, vrede en gerechtigheid. Die boodschap uitdragen en echt naleven: daartoe moet je je bekeren. Pas dan ben je een christen’, dat zou Johannes dus zeggen. 

    En om te beginnen houdt dat in dat we onze kleinheid erkennen, onze beperktheden, onze fouten, onze onmacht…onze onmacht om altijd goed te zijn en goed te doen en de waarheid te vertellen… en dat we altijd op zoek gaan naar liefde, vrede en gerechtigheid. 
    Dat is ons dus echt omkeren, volledig omdraaien, weg van onszelf, en er in geloven dat ons eigenbelang niet meer op de eerste plaats komt, en dat is gene gemakkelijke…
    En zo gaan we als mensen van goede wil straks naar buiten.  Geïnspireerd door  Jezus en door dit samenzijn en vooral… vertrouwend op mekaar.  En dan kan het echt Kerstmis worden. Dan zijn we er klaar voor… 
    Nog een dikke 2 weken.
    Naar een idee van o.a. Romain Debbaut

    08-12-2019 om 18:45 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    30-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.--- - 1e zondag van de advent A 2019 - Herman

    Eerste zondag van de advent A 2019 - Zondag 1 december 2019

    Eerste lezing: Jesaja2, 1-5 'De Heer zal alle volken verzamelen'
    Evangelie: Matheüs 24, 37-44 - 'Waak en wees bereid'

    Wegwijzerviering, een viering waar de eerste communicanten en vormelingen, families met kinderen en iedereen van harte welkom is


    30-11-2019 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Groter dan het heelal - 34e zondag C 2019 - Hilda

    Vierëndertigste zondag door het jaar C 2019 - Zondag 24 november 2019

    Eerste lezing: Tweede boek Samuel 5, 1-3 'David tot koning gezalfd'
    Evangelie: Lucas 23, 35-43 - 'Heer, denk aan mij in uw koninkrijk'

    Christus, Koning van het Heelal

    Lieve mensen 
    Als onze nu, wereldwijd gekende Hockeyploegen, de Red Lions of Red Panthers hun mach verliezen is dat frontpaginanieuws met veel vraagtekens. Als Roger Federer of Novak Djokovic of David Goffin uitgeschakeld worden, eveneens. Als een topsporter betrapt wordt op doping, valt hij als een baksteen naar beneden. Als onze prins of één van onze ministers of andere hooggeplaatste in aanraking komt met het gerecht dan is dat voer voor de sensatiebladen.

    Mensen verkneukelen zich graag in sterren die plots maar gewone mensen worden of nog minder. 
    “De ontluistering van idolen” wekt het leedvermaak op.

    Die roddelblaadjes zijn nog ver van ons bed!
    Denken we eens aan een politiecamionette die in onze straat stop en niet gevolgd wordt door een ambulance! De ogen gaan rollen in vele oogkassen, vraagtekens rijzen doorheen heel de straat, roddeltjes ontstaan en vlugger dan men denkt wordt er gespot en pijn gedaan….

    Het evangelietafereel vandaag is ook zoiets. 
    Die Jezus die de massa kon begeesteren ondergaat nu de diepste vernedering. Goed besteed!, denken de meeste. Hij wilde voor iedereen de redder zijn, dat Hij nu eens “zichzelf redt”!?

    Maar wat betekent die kruisdood van Jezus eigenlijk?
    Jezus heeft het kruis niet gezocht.
    Omdat Hij zo eerlijk en rechtuit was. Omdat Hij de kleinen optilde en de groten neerhaalde. Omdat Hij zich thuis voelde bij de eenvoudige.  
    Dààrom werd Hij uitgestoten en uit de weg geruimd. 
    De kruisdood van Jezus mogen we niet losmaken van zijn leven dat eraan voorafging.
    Ook mogen we dit niet losmaken van de menswording van God die in Jezus mens met de mensen is geworden.
    In zijn menswording is God ook tot in die “totale ontluistering” gegaan. 
    Hij is de kortzichtigheid en de wreedheid van de mensen 
    niet uit de weg gegaan.

    En het spotten is van alle tijden!
    Reeds in de psalm 22 staat geschreven “die Mij zien, bespotten mij”.
    Dit wordt terug werkelijkheid in het evangelie vandaag.
    De oversten, de soldaten en één van de misdaders dagen Jezus uit;
    “Als je koning van de Joden bent, red dan jezelf!”
    En straffer nog het doet ons terugdenken aan de spot van Satan bij Jezus voorbereiding op zijn openbaar leven in de woestijn! Daar spot Satan ook met de woorden “als je Gods zoon bent, doe dan een wonderen en ik maak je heerser over Jeruzalem, zelfs over heel Israël ”

    Alleen die ene medegekruisigde, een moordenaar dan nog, - we kennen zijn naam niet eens – vertikt het om Jezus nog eens te bespotten en te vernederen. 
    Hij was ook een mens die uitgeveegd was uit onze samenleving, maar bewaart zijn gezond verstand, heult niet mee met de massa aan zijn voeten: “Hij heeft niets verkeerds gedaan” zegt hij.
    Met die simpele uitspraak laat hij aanvoelen hoe eenvoudig en 
    grootmoedig hij is. 
    Hoe hij iets gelooft van en in die man Jezus.
    “Als je toch een koninkrijk hebt. Denk dan eens aan mij” zegt hij zelfs. 
    Menselijke taal van iemand die in zijn leven domme dingen gedaan heeft, maar, toch iets bewaarde van zijn eerste onschuld.
    Waarop Jezus zonder twijfel antwoordt:
    “Vandaag nog zul je met Mij zijn in het paradijs.”!
    Wat een gebaar! Jezus, hier, ‘groter dan het heelal!
    Manu Verhulst noemt het “De eerste heiligverklaring aller tijden”. 
    En ik treed hem bij.

    Waarom heeft de kerk die man nooit op de almanak geplaatst? 
    Waarom is hij nooit de patroon geworden van bv. het gevangeniswezen? 
    Hij is niemand geworden, hij is nobody gebleven, een man zonder naam en zonder gezicht.

    En Jezus, De Immanuel, heeft zijn trouw, zijn belofte waar gemaakt: 
    “ik zal er zijn”
    God met ons! In de zuurste momenten van het leven, in de meest benarde situatie van het leven!  “Ik zal er zijn, Ik ben er!”

    Lieve mensen, het is zo verleidelijk om bij de grote massa te gaan staan, leedvermaak te koesteren als iemand van zijn voetstuk tuimelt.

    Het is zo grootmoedig naar het goede in elke mens te kijken en soms gewoon te kunnen zeggen: Hij heeft niets verkeerds gedaan.

    Ik moest tijdens het opmaken van deze homilie ook denken aan het nieuwe TV-programma “het overkomt mij niet”!

    Als we ooit te maken krijgen met verguizing en ontluistering, kunnen en mogen we opkijken naar Iemand die het ook heeft doorstaan en bidden: “Denk aan mij.” 
    Als er alleen nog spotters overblijven is het gebed nog de enige houvast. 
    De heilige en goede moordenaar kan in die omstandigheden onze voorspreker zijn. En God, in Jezus bij ons. Wat een gebaar! Groter dan het heelal!

    Bronnen; Manu Verhulst, Paul Kevers, Marc Gallant Orval

    24-11-2019 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wees niet bang. Dit is het einde … niet! - 33e zondag C 2019 - Gie

    Drieëndertigste zondag door het jaar C 2019 - Zondag 17 november 2019

    Eerste lezing: Maleachi 3, 19-20a 'De zon der gerechtigheid gaat op'
    Evangelie: Lucas 21, 5-19 - 'Het zal uitlopen op getuigenis geven'

    Is het jullie ook al opgevallen hoe de kerk, ieder jaar opnieuw, naar het einde van november toe, ons telkens weer bestookt met lezingen die aantonen dat ‘het einde’ nadert? 
    Met ‘het einde’ wordt dan bedoelt: het einde van het kerkelijk jaar, met, als dramatisch hoogtepunt, het feest van Christus Koning, dat we volgende week vieren. 
    Om dat doel te bereiken, wordt ons verteld over allerlei rampen, oorlogen en andere doemscenario’s, waarover de Christus dan triomfeert. 

    Eén van die verhalen horen we vandaag in het evangelie van Lucas. 
    We staan er niet bij stil dat die evangelies niet, zoals bij de krantenredacteurs vandaag, meteen werden opgeschreven. Ze zijn nooit gepubliceerd in de ‘Gazet van Jeruzalem’ of in ‘Het belang van Nazareth’. Zelfs al hadden ze het gewild, de leerlingen zaten toen met z’n allen weggedoken uit schrik voor de joden. Trouwens, de meeste van hen waren vissers, die niet konden lezen of schrijven. 

    Maar de verhalen werden wel aan elkaar doorverteld. Dag aan dag, jaar aan jaar weer opnieuw. Misschien of waarschijnlijk was Lucas er nog bij toen het evangelie dat zijn naam draagt werd opgeschreven. Maar dan waren we wel al 50 jaar of langer verder. En de zaken die Jezus had aangekondigd: het vernielen van de tempel, de strijd tussen de volkeren, verschillende natuurrampen, waren toen al gebeurd of volop aan gang. 
    Pas op dat moment ging de oude Lucas beseffen met hoeveel inzicht Jezus gesproken had. Ook de woorden die toen zo vreemd geklonken hadden: “Wees niet bang!” Er kan u niets gebeuren. Ik zal u de woorden in de mond leggen als je getuigenis moet afleggen. 

    Lucas heeft drie belangrijke zaken onthouden uit de woorden van Jezus: 
    “Laat je niet misleiden”, zegt Jezus. Op een bijna Trump-achtige wijze waarschuwt Hij ons voor ‘fake news’. 
    “Wees niet bang”, zegt Jezus ook. Angst is een slechte raadgever, zegt het spreekwoord. Dit is niet het einde, er ius altijd een nieuw begin.
    En tenslotte zegt Jezus: “Ik zal jullie woorden van wijsheid geven!” 

    Die bemoedigende woorden zegt Jezus, pas aangekomen in Jerusalem, enkele dagen voor zijn dood aan het kruis. Ze doen een beetje denken aan Mozes, vlak voor die met zijn volk het beloofde land introk. 
    Ook de woorden van Martin Luther King die we vandaag, als een soort bonus, een mini-lezing, kregen voor de lezing uit het boek Maleachi. Hij schreef, enkele dagen voor zijn gewelddadige dood:
    “We hebben een paar moeilijke dagen voor de boeg, maar ach, ik geef er niet om, want ik ben boven op de berg geweest, ik heb in de verte gekeken en ik heb het beloofde land gezien. Wellicht zal ik het niet samen met u bereiken, maar ik wil u vandaag wel verzekeren dat wij als één volk het land zullen bereiken.”

    Jezus was een goed bijbelkenner. Hij zal ook de woorden van de profeet Maleachi wel gekend hebben:
    “Zie, de dag gaat komen … dat al de hoogmoedigen, al wie boosheid bedrijft, zullen branden als stoppels in de een oven ...”,  maar, zo spreekt God, voor hen die zijn naam vrezen, … komt er gerechtigheid en genezing. 

    Moest Jezus hier vandaag tussen ons staan, en dat is bij iedere zondagviering toch wel een beetje zo, dan zou Hij mogelijk zeggen: 
    Lieve mensen, jullie tempel, jullie kerk, waar wij over twee weken terug naartoe trekken, ziet er terug prachtig uit. Maar wie weet voor hoe lang. Kijk eens rond in de wereld. Een half jaar geleden brandde in Parijs die prachtige Notre-Dame helemaal uit. Elders in de wereld staken mensen, onder het mom van ‘hun’ geloof, zelfs mekaars tempels of synagogen in brand. 
    Waarbij er dikwijls veel slachtoffers vielen. 

    Dat zou bij jullie ook kunnen gebeuren, want het racisme en het geweld nemen toe, en de verdraagzaamheid gaat achteruit. Dikwijls omdat mensen elkaar niet kennen en vreemden, zeg maar ‘fake’-zijn voor mekaar. 

    Het kan dan ook zijn dat zij ook jou, een mens van goede wil, zullen belasten en belachelijk maken omwille van je geloof. Dat kan soms zelfs vanuit je eigen familie gebeuren. Je moet dan niet terugkrabbelen of bang worden. Dat helpt niet. Angst is een slechte raadgever en wie bang is krijgt er ook. 
    Hoe moet je dan rechtop blijven? Laat je antwoord nooit wraak of haat zijn. Zoek steun bij elkaar. Maar vooral: blijf jezelf! Denk aan Mij. Denk aan wat we hier bij iedere viering samen delen. Met aandacht voor elkaar, voor de kleine mens in de grote wereld. Dat moet niet met grote woorden, maar vooral met een warm hart. 
    Dat is de taal die Jezus verwacht.

    Zoals ik het vorig jaar nog hoorde in een preek van Fred (van 10.06.2018):
    Echte christenen doen niet gewoon, zij zijn allemaal een beetje gek. Denk maar aan Franciscus van Assisi of aan moeder Theresa, aan Oscar Romero of pater Damiaan. Zij waren absoluut geen gewone mensen. 
    In hun tijd en in hun omgeving werden ze nooit als gewoon, maar altijd als raar, als buitengewoon beschouwd. 
    Gewoon doen is: alleen aan jezelf denken en vooral houden wat je hebt. Gek zijn is: weinig of niet aan jezelf denken, je uitsloven voor anderen, dromen werkelijkheid doen worden, je inzetten voor vrede en gerechtigheid. 

    Gelukkig zijn er ook in onze omgeving nog veel van die weinig opvallende, maar zo onmisbare ‘goeie gekken’. Zij die, op tal van plaatsen, de boel draaiende houden. Mensen die hun uren niet tellen of in rekening brengen. 
    Maar ook mensen die al jaren zorgen voor een zwaar zieke, demente of gehandicapte partner, ouder of buur. Mensen die –gratis– al hun vrije tijd geven aan de sportclub of jeugdbeweging. Mensen die door weer en wind geld inzamelen voor het goede doel. Mensen die naar buiten uit nochtans heel gewoon doen. 
    Zo zorgt God –door mensen– voor ons. 
    Mensen die stilletjes denken: eigenlijk is gek zijn toch gezond. 

    17-11-2019 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vertrouwen & Getuigen - 32e zondag C 2019 - Marc

    Tweeëndertigste zondag door het jaar C 2019 - Zondag 10 november 2019

    Eerste lezing: Tweede boek Tessalonicenzen 2, 16 - 3, 5 'Moge de Heer u sterken met alle goeds'
    Evangelie: Lucas 20, 27-38 - 'Geen God van doden maar van levenden'

    Het evangelie vandaag is een zware boterham. En soms heb ik bedenkingen heb bij onze Schriftlezingen. 
    Wat is de zin van teksten die alleen maar verstaanbaar worden als er bladzijden uitleg bij gegeven wordt? Van mij mag aan die selectie door liturgische commissies gesleuteld worden. Maar dat wil niet zeggen dat ik die teksten uit de Schrift zou knippen. 

    Dat boek is een dierbare erfenis, nagelaten door honderden generaties gelovigen. En hoe gaat dat, als de kinderen en kleinkinderen dozen met spullen van hun ouders of grootouders openmaken? Veel komt uit een totaal andere tijd, veel stelt ons voor raadsels: waar zou dat voor gediend hebben? Wie heeft die brief verstuurd? Wat betekende die tekening, dat hartje, die haarlok? Maar wat ons verbindt met een dierbare gooien we niet zomaar weg. 
    En dikwijls, als we die erfenis koesteren, krijgt het vreemde toch betekenis voor ons. 

    Zo kan het ook gaan met deze rare tekst. 
    Vergeet die zeven mannen (zeker in de tijd van MeToo...). Vergeet ook die ‘Sadduceeën’, een of andere club uit de tijd van Jezus. Maar het is wel duidelijk dat ze Jezus een loer willen draaien, en hem als leraar in diskrediet willen brengen. Dat proberen ze door het geloof in een leven na de dood belachelijk te maken. 
    Nu, dat kan mij wel interesseren. Leven na de dood: voor moderne mensen is dat deel van onze erfenis misschien ongeloofwaardig geworden. Een ‘hemel’ ergens boven de aarde, eeuwige aanschouwing van God, voor velen zeggen die beelden niets meer. 

    Maar wat in de eerste lezing staat: “De Heer is getrouw. Hij zal u sterken en behoeden voor de boze”, dat spreekt me wel aan. Zal iemand mij nog behoeden voor de boze, aan de andere kant van dit leven? Moet ik bang zijn voor wat er komen gaat? Ga ik ooit helemaal verloren?

    Jezus reageert kort en bondig op de valstrik. Hoe een toekomst voorbij de dood er ook mag uitzien, ze zal helemaal anders zijn dan de wetten en de beperkingen waarin we nu leven. Het is dus normaal dat we er ons niets bij kunnen voorstellen. Jezus gebruikt een beeld: als engelen zullen we zijn. Ik begrijp dat als: het zal goed zijn, wat hierna komt. 

    En waarom mag ik op dat goede hopen? Omdat God een trouwe God is. Van die God getuigt Jezus. Hij moedigt ons aan om te geloven dat God geen God die heerst over lijken in het hiernamaals. Hij blijft ook nu de beschermer van Abraham, Isaac en Jakob. Allang zijn ze niet meer onder ons, maar Hij heeft hen niet losgelaten. God zal ook ons niet loslaten.
    Er waren toen toehoorders op wie Jezus indruk gemaakt heeft. “Meester, dat hebt gij goed gezegd.” 
    Daarom is de erfenis van het evangelie zo kostbaar voor ons. 
    Omdat die Meester in die oude woorden vandaag ook tot ons spreekt.  

    10-11-2019 om 17:48 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    03-11-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kom uit je boom - 31ste zondag C 2019 - Fred

    Eenendertigste zondag door het jaar C 2019 - Zondag 3 november 2019

    Eerste lezing: Wijsheid 11, 22 – 12, 2 'God let niet op onze zonden'
    Evangelie: Lucas 19, 1-10 - 'Gekomen om te zoeken wat verloren was'

    Wegwijzerviering - Viering waar families centraal staan, waar ook de eerste communicanten en vormelingen aanwezig zijn

    In het evangelie dat we gehoord hebben kwam Jezus naar Jericho en die komst bracht heel wat mensen op de been. Eén van die mensen was Zacheüs en om  Jezus te kunnen zien, klom hij in een boom. Er stonden heel wat bomen langs de weg en Zacheüs koos een vijgenboom uit om in te klimmen.
    Waarom klimt iemand in een boom? Daar kunnen verscheidene redenen voor zijn. Bijvoorbeeld omdat men te klein is. Zacheüs was een klein manneke, zo horen we in het evangelie. Maar dan had hij misschien ook aan de andere mensen kunnen vragen om voor hem een plaatsje vrij te maken op de voorste rij. Maar dat durfde hij niet. Hij klom liever in een boom.

    Want hij was niet alleen klein, hij was ook niet heel populair, niet heel geliefd. Hij was zelfs ongewenst in Jericho, in die stad, hij werd een beetje buitengesloten. En ook daarom klom hij in een boom. Dan was hij lekker alleen en hoefde hij niet met andere mensen te praten. Een paar maanden geleden klom één van mijn kleinkinderen in een boom, omdat hij boos was. In plaats van in een andere kamer te gaan zitten, klom hij in een boom. Misschien was Zacheüs ook een beetje boos. Maar op wie?

    Op de andere mensen natuurlijk, die hem buitensloten, die hem niet in hun midden wilden. Maar eigenlijk ook op zichzelf, want het was geen toeval dat hij niet zo geliefd was. Hij was eigenlijk niet echt sympathiek, hij was zelfs niet helemaal eerlijk. Hij moest bij de mensen geld van de belastingen gaan ontvangen en hij durfde wel eens iets in zijn eigen zak laten verdwijnen.

    Zacheüs zit dus misschien ook in de boom omdat hij zich schuldig voelt. En de andere mensen vinden dat waarschijnlijk best zo. Velen hadden allicht gedacht: die Zacheüs, die kan de boom in. Zo oordelen wij soms over mensen die iets verkeerd gedaan hebben. We sluiten ze buiten, ze horen er niet meer bij. Ze maken geen deel meer uit van de groep.

    En dan komt Jezus voorbij en hij ziet Zacheüs in de boom zitten. En hij zegt: “Kom, Zacheüs, kom maar uit de boom. Kom naar beneden, want ik kom bij jou op bezoek.” De andere mensen zijn verwonderd en zelfs een beetje boos. Er zijn zoveel goede en brave mensen in Jericho en uitgerekend bij Zacheüs gaat Jezus op bezoek. Ze begrijpen het niet goed.

    Maar Zacheüs begrijpt het wel. Hij heeft door dat hij vaak verkeerd heeft gehandeld en niet altijd eerlijk is geweest tegenover de andere mensen. En hij gaat zelfs een deel van zijn geld aan de armen weggeven. En hij zal de mensen die hij bedrogen heeft dubbel en dik vergoeden. En zo zal hij uiteindelijk opnieuw bij de groep gaan horen en door de andere mensen aanvaard worden. Want Jezus is iemand die altijd nieuwe kansen geeft, iemand die echt in mensen gelooft. En die niet zo vlug iemand opgeeft, iemand buitensluit.

    De vormelingen, die er vandaag aan beginnen, zijn allemaal een beetje zoals Zacheüs. Ze mogen af en toe eens in een boom klimmen. Om beter te kunnen zien, of om even alleen te zijn. Of misschien ook omdat ze zich een beetje schuldig voelen, omdat ze weten dat ze wel eens iets doen dat niet helemaal klopt, dat niet helemaal juist is. Maar dat wil niet zeggen dat ze geen nieuwe kans meer krijgen, dat ze voor goed buiten de groep vallen.    
     
    Maar dan moeten ze wel uit de boom komen. Ze mogen zich even afzonderen, maar niet voor altijd. Ze moeten uit de boom komen en hun leven in handen nemen. Jezus geeft aan Zacheüs een nieuwe kans, maar hij moet die kans wel grijpen. Hij moet er zelf ook iets voor doen.
    Jullie zitten vandaag op de eerste rij in de kerk. Je moet niet in een boom klimmen om beter te kunnen zien, want jullie zitten op de ereplaatsen. En niet alleen vandaag, maar in alle wegwijzervieringen gaan jullie vooraan mogen zitten. Jezus rekent op jullie en de andere mensen, de hele parochie ook. Je kunt je niet meer wegsteken en denken dat je te klein of te zwak bent. Je kunt je niet meer verbergen tussen de takken en de bladeren in de boom.

    En laten wij, mensen,  de vormelingen hier vooraan ook maar alle kansen geven. Ook al zijn ze misschien niet altijd zo rustig als wij zouden willen. Ook al zeggen of zingen ze misschien wat minder zuiver of minder duidelijk. 
    Laten we hen maar omarmen en nemen zoals ze zijn, want ze horen er helemaal bij. En als we ze af toe even kwijt zijn, omdat ze in een boom zijn geklauterd, laten we ze dan vriendelijk terugroepen met de woorden van vandaag: “Kom uit je boom!”

    03-11-2019 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs