Wegwijzerviering - Viering waar families centraal staan, waar ook de eerste communicanten en vormelingen aanwezig zijn
In het evangelie dat we gehoord hebben kwam Jezus naar Jericho en die komst bracht heel wat mensen op de been. Eén van die mensen was Zacheüs en om Jezus te kunnen zien, klom hij in een boom. Er stonden heel wat bomen langs de weg en Zacheüs koos een vijgenboom uit om in te klimmen.
Waarom klimt iemand in een boom? Daar kunnen verscheidene redenen voor zijn. Bijvoorbeeld omdat men te klein is. Zacheüs was een klein manneke, zo horen we in het evangelie. Maar dan had hij misschien ook aan de andere mensen kunnen vragen om voor hem een plaatsje vrij te maken op de voorste rij. Maar dat durfde hij niet. Hij klom liever in een boom.
Want hij was niet alleen klein, hij was ook niet heel populair, niet heel geliefd. Hij was zelfs ongewenst in Jericho, in die stad, hij werd een beetje buitengesloten. En ook daarom klom hij in een boom. Dan was hij lekker alleen en hoefde hij niet met andere mensen te praten. Een paar maanden geleden klom één van mijn kleinkinderen in een boom, omdat hij boos was. In plaats van in een andere kamer te gaan zitten, klom hij in een boom. Misschien was Zacheüs ook een beetje boos. Maar op wie?
Op de andere mensen natuurlijk, die hem buitensloten, die hem niet in hun midden wilden. Maar eigenlijk ook op zichzelf, want het was geen toeval dat hij niet zo geliefd was. Hij was eigenlijk niet echt sympathiek, hij was zelfs niet helemaal eerlijk. Hij moest bij de mensen geld van de belastingen gaan ontvangen en hij durfde wel eens iets in zijn eigen zak laten verdwijnen.
Zacheüs zit dus misschien ook in de boom omdat hij zich schuldig voelt. En de andere mensen vinden dat waarschijnlijk best zo. Velen hadden allicht gedacht: die Zacheüs, die kan de boom in. Zo oordelen wij soms over mensen die iets verkeerd gedaan hebben. We sluiten ze buiten, ze horen er niet meer bij. Ze maken geen deel meer uit van de groep.
En dan komt Jezus voorbij en hij ziet Zacheüs in de boom zitten. En hij zegt: “Kom, Zacheüs, kom maar uit de boom. Kom naar beneden, want ik kom bij jou op bezoek.” De andere mensen zijn verwonderd en zelfs een beetje boos. Er zijn zoveel goede en brave mensen in Jericho en uitgerekend bij Zacheüs gaat Jezus op bezoek. Ze begrijpen het niet goed.
Maar Zacheüs begrijpt het wel. Hij heeft door dat hij vaak verkeerd heeft gehandeld en niet altijd eerlijk is geweest tegenover de andere mensen. En hij gaat zelfs een deel van zijn geld aan de armen weggeven. En hij zal de mensen die hij bedrogen heeft dubbel en dik vergoeden. En zo zal hij uiteindelijk opnieuw bij de groep gaan horen en door de andere mensen aanvaard worden. Want Jezus is iemand die altijd nieuwe kansen geeft, iemand die echt in mensen gelooft. En die niet zo vlug iemand opgeeft, iemand buitensluit.
De vormelingen, die er vandaag aan beginnen, zijn allemaal een beetje zoals Zacheüs. Ze mogen af en toe eens in een boom klimmen. Om beter te kunnen zien, of om even alleen te zijn. Of misschien ook omdat ze zich een beetje schuldig voelen, omdat ze weten dat ze wel eens iets doen dat niet helemaal klopt, dat niet helemaal juist is. Maar dat wil niet zeggen dat ze geen nieuwe kans meer krijgen, dat ze voor goed buiten de groep vallen.
Maar dan moeten ze wel uit de boom komen. Ze mogen zich even afzonderen, maar niet voor altijd. Ze moeten uit de boom komen en hun leven in handen nemen. Jezus geeft aan Zacheüs een nieuwe kans, maar hij moet die kans wel grijpen. Hij moet er zelf ook iets voor doen.
Jullie zitten vandaag op de eerste rij in de kerk. Je moet niet in een boom klimmen om beter te kunnen zien, want jullie zitten op de ereplaatsen. En niet alleen vandaag, maar in alle wegwijzervieringen gaan jullie vooraan mogen zitten. Jezus rekent op jullie en de andere mensen, de hele parochie ook. Je kunt je niet meer wegsteken en denken dat je te klein of te zwak bent. Je kunt je niet meer verbergen tussen de takken en de bladeren in de boom.
En laten wij, mensen, de vormelingen hier vooraan ook maar alle kansen geven. Ook al zijn ze misschien niet altijd zo rustig als wij zouden willen. Ook al zeggen of zingen ze misschien wat minder zuiver of minder duidelijk.
Laten we hen maar omarmen en nemen zoals ze zijn, want ze horen er helemaal bij. En als we ze af toe even kwijt zijn, omdat ze in een boom zijn geklauterd, laten we ze dan vriendelijk terugroepen met de woorden van vandaag: “Kom uit je boom!”