Lieve mensen,
we horen vandaag twee verhalen. Één over de vraag of God geld heeft en wat Hij ermee zou doen, en één uit het evangelie van Mattheüs, over Jezus in de woestijn.
Over dat verhaal uit het evangelie wil ik eerst iets aan de volwassenen zeggen.
Dit is geen nieuw verhaal. Het is alleen een beetje anders verteld dan wij het vroeger altijd hebben gehoord. Toen kwam er altijd een duivel aan te pas, die Jezus kwam bekoren, die Jezus kwam uitdagen om dingen te doen, die Hij anders nooit zou doen: van stenen brood maken, zich van het dak naar beneden gooien
Beste volwassenen, de duivel dat is niet iemand met bokkenpoten en horens. Integendeel. De duivel dat is iets of iemand die je goesting doet krijgen, die je dingen wil laten doen die je liever niet wil doen. Dingen waar je achteraf spijt van hebt.
Dat soort waanbeelden krijgt ook Jezus in zijn hoofd nadat Hij 40 dagen in de woestijn gevast had en grote honger heeft.
En nu naar jullie: de jongeren. We horen vandaag dus twee verhalen.
Wij weten dat Jezus héél dicht bij God leefde, dat Hij God aansprak als Abba, Papa. Ik denk dus dat Jezus héél goed wist of God geld heeft en wat Hij ermee zou doen.
Zoals wij, kinderen, ook héél dikwijls weten wat onze Papa zou doen. Die zou het zeker niet begraven onder de appelboom in de tuin.
Jezus praatte héél veel met God. En Hij was ook héél dicht bij de mensen.
Als wij héél dicht bij Jezus willen zijn, dan moeten wij aan onszelf de vraag stellen: Wat zou Jezus doen?
Als wij, zoals Jezus, héél dicht bij de mensen willen zijn, dan moeten wij aan onszelf ook de vraag stellen: Wat zou Jezus doen? Wat moet ik doen, om op Jezus te gelijken?
Het tweede verhaal, uit het evangelie van Mattheüs, gaat over Jezus in de woestijn. We horen dat Jezus ook aan God vraagt Wat wil Jij dat ik doe?
Maar na 40 dagen bidden, nadenken en vasten in de woestijn krijgt Hij het moeilijk. Hij is moe en heeft grote honger.
Dan zag Hij overal grote en kleine stenen. Als Ik die stenen nu eens in broden zou veranderen..., dacht Hij toen. Maar waarom zou Ik dat doen?, bedacht Jezus daarna. Mijn Papa zorgt voor mij, Hij zorgt ervoor dat ik niets tekort kom. Een mens leeft toch niet van brood alleen.
Dan kwam Jezus boven op het dak van de tempel. En Hij dacht: Als Ik zo belangrijk ben voor God, mijn Papa, dan kan Ik rustig naar beneden springen. Hij zal er dan wel voor zorgen dat Ik mijn benen niet breek.
Maar waarom zou ik dat doen? bedacht Hij toen en zei bij zichzelf: Zoiets moet Ik toch niet aan God vragen, Ik moet mijn Vader toch niet nodeloos uitdagen.
Daarna kwam Jezus op een hoge berg, van waaraf Hij héél veel kon zien. En Hij bedacht: Als alles wat Ik zie nu eens alleen van Mij zou zijn, dan...
Maar wéér bedacht Jezus zich, en zei bij zichzelf: Waarom zou Ik dat willen? Alleen wat God wil is belangrijk.
Pas daarna ging Jezus weg uit de woestijn en ging naar de mensen. Het rijk van God is nu heel dichtbij. Begin maar anders te leven!, zegde Hij.
Hoe moeten we dat doen?, hoe moeten we dan leven? vroegen de mensen. Toen legde Jezus heel eenvoudig uit wat God van hen verlangt:
De eerste regel is: de Heer is je God van Hem moet je houden met heel je hart, heel je ziel en heel je verstand. Maar de tweede regel is even belangrijk: Hou van de andere mensen, even veel als van jezelf.
Als jullie dat doen, dan mogen jullie, net zoals Ik, bidden tot God, die ook jullie Papa, jullie Vader is, en Hij zal naar jullie luisteren. En toen Jezus leerde hen bidden, zoals wij seffens ook gaan doen: Onze Vader die in de hemel is
.
En nu is het vasten. 40 dagen lang, net als bij Jezus in de woestijn.
Vasten is een beetje een eigenaardige benaming. Want in plaats van dingen vast-te-maken gaan we proberen ons van zoveel mogelijk dingen los-te- maken. Delen is daarbij belangrijk.
Als wij op Jezus willen gelijken, dan moeten wij proberen om te delen en met minder toe te komen. Ook om wat tijd te delen met anderen. Naar iemand toe gaan die alleen is, om te praten of om een spelletje te doen.
Als wij op Jezus willen gelijken, dan moeten wij ook proberen om wat meer te bidden. Om, net zoals Jezus, God dichtbij ons te weten.
Als wij voor Jezus kiezen, dan moeten wij, bij al wat we doen, aan onszelf de vraag stellen: Wat zou Jezus doen?, hoe zou Jezus delen? en dat ook zo proberen te doen en vol te houden.
Amen.