Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 17-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over bidden en vertrouwen - 29e zondag C 2010 - Gie

    Negenëntwintigste zondag door het jaar C 2010 - Zaterdag 16 en zondag 17 oktober 2010

    Eerste lezing
    : Exodus 17, 8-13 - 'Mozes hield zijn armen omhoog geheven'
    Evangelie: Lucas 18, 1-8 - 'Zou God geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen?'

    Drie jaar geleden, op precies dezelfde zondag door het jaar, mocht ik ook de homilie doen.
    En dan lijkt het verleidelijk en eenvoudig om dezelfde tekst boven te halen en die opnieuw te brengen.
    Maar zo werkt dat niet.

    We zijn ondertussen drie jaar later en, ook al lijkt er op het eerste zicht weinig veranderd, de wereld is niet blijven stilstaan.
    Het kost ons vandaag veel meer moeite om de (oude) woorden van de bijbel goed te verstaan.
    Daarom gebruiken wij een nieuwe bijbelvertaling. Niet omdat de bijbel of de inhoud ervan veranderd is, maar omdat de toehoorders ervan veranderd zijn. Wij luisteren vandaag met andere oren.

    Een voorbeeld. Vroeger lazen wij na iedere genezing door Jezus: “ga, uw geloof heeft u gered”. Nu staat daar: “uw vertrouwen heeft u gered”.
    Dat betekent hetzelfde, maar we begrijpen het beter omdat er in onze taal ook begrippen opduiken als: wantrouwen, trouw en ontrouw.
    Ook voor zaken die wij niet meteen associëren met het geloof.

    Als wij op die manier de lezingen van vandaag beluisteren, dan begrijpen we dat het zakken van de armen van Mozes te maken heeft met een gebrek aan vertrouwen, en dat het ondersteunen van die armen te maken heeft met het herstellen en volhouden van dat vertrouwen.
    Een ander begrip dat wij automatisch associëren met het geloof, met dat vertrouwen dus, is bidden.
    Ook voor ‘bidden’ (met of zonder woorden) horen we in de lezingen andere begrippen die hetzelfde betekenen, zoals: herhaaldelijk smeken, tot hem roepen, aandringen, de armen omhoog houden.

    Door de gebeurtenissen en bekentenissen van de voorbije maanden, luisteren en kijken wij veel kritischer naar alles wat ons door de kerk wordt voorgeschoteld. Wij zijn een beetje zoals Thomas geworden: niet echt ongelovig, maar wel kritisch.
    We kijken de kat uit de boom. Zeker als er gezagsdragers of machthebbers - zoals rechters - ter sprake zijn.

    Hoe zouden wij reageren als de gelijkenis van vandaag, in plaats van over een onwillige rechter, zou gaan over een kerkelijke leider die niet recht in zijn schoenen staat?
    Of die niet doet wat normalerwijze van hem wordt verwacht?
    Ook zo’n soort parabels vertelde Jezus. Jezus durfde een kat een kat te noemen, zelfs als ze veilig in een boom zit. Zowel corrupte ambtenaren als geestelijken moeten het ontgelden. Onrechtvaardige rentmeesters, inhalige tollenaars en goddeloze rechters krijgen van Hem een veeg uit de pan. Zowel schijnheilige farizeeërs als onwaardige priesters worden kritisch bekeken.

    Denk maar aan het verhaal (Lucas 10, 30-37) van de reiziger die, op weg van Jeruzalem naar Jericho, overvallen werd door rovers. Er komt een priester voorbij en daarna een Leviet. Maar die doen allebei of ze niks merken en lopen in een boog rond het slachtoffer heen. Dan komt er een vreemdeling voorbij, een Samaritaan, zeg maar een allochtoon.
    En die zorgt wél voor de gewonde reiziger.

    Jezus durft een kat een kat te noemen. Geen wonder dat de Farizeeën en andere Schriftgeleerden onder zijn toehoorders zich aangesproken voelen. Geen wonder dat de hogepriesters hem liever kwijt dan rijk zijn.
    Natuurlijk gaat het bijbelverhaal in de eerste lezing over Amalek, die in de joodse wereld uitgroeide tot hét symbool van de vijand, die de zwakkeren in de rug aanvalt.
    Natuurlijk gaat het in de parabel om een rechter die geen ontzag heeft voor God of gebod en die zich in niets aan de mensen gelegen laat liggen.

    Toch draaien de lezingen van vandaag niet zozeer om die “slechterikken”, maar wel om hoe de gelovige ermee omgaat. Over bidden en vertrouwen dus.
    In de eerste lezing, het bijbelverhaal van Mozes en Amalek, is één ding duidelijk: hoe je ook smeekt en bidt en volhoudt, je kunt het niet zonder de anderen, je kunt het niet zonder vertrouwen.
    In de evangelielezing, de parabel van de weduwe en de rechter, blijkt ongeveer hetzelfde: hoe je ook smeekt en bidt, je kunt het niet, je houdt het niet vol, zonder vertrouwen.
    Het is dan ook terecht dat Jezus afsluit met de vraag: “zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden?”

    Wij leven (helaas) niet in een vriendelijke wereld met alleen lieve mensen.
    Ook vandaag ligt er overal wel een Amalek op de loer om zwakke mensen in de rug aan te vallen.
    En alleen door de armen niet te laten zakken, de moed niet op te geven, vertrouwen te hebben, zeg maar te blijven geloven, kan daaraan worden weerstaan. En dat gaat eigenlijk alleen met de hulp van anderen.
    Er zijn ook vandaag nog verantwoordelijken die hun macht misbruiken, corrupte ambtenaren die verhinderen dat armen verkrijgen wat hen toekomt, die de kleine en machteloze mens misbruiken en kraken.
    En alleen door vol te houden, de moed niet op te geven, vertrouwen te hebben, zeg maar te blijven geloven, kan daaraan worden weerstaan.

    De vraag van Jezus geldt daarom ook als een oproep voor ons vandaag: “zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden?”
    Lieve mensen, zegt Jezus, wat er ook misloopt door het toedoen van mensen, geef niet op, laat de armen niet zakken.
    Geef aandacht aan wie gekwetst en geslagen zijn.
    Hou je vertrouwen, blijf geloven en zoek daartoe steun aan elkaar.
    Amen.

    17-10-2010 om 10:42 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (1)


    15-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zorgzame buurt - 28e zondag C 2010 - Marina

    Nationale ziekendag 2010 - Zaterdag 9 en zondag 10 oktober 2010

    Eerste lezing
    : 2 Kon. 5, 14-17 - 'Keerde terug naar de man Gods'
    Evangelie: Lucas 17, 11-19 - 'Is niemand teruggekeerd dan enkel deze om aan God eer te brengen?'

    Beste vrienden,
    zoals elk jaar houden wij op de tweede zondag van oktober onze nationale ziekendag.
    Deze dag is niet alleen voor de zieken,maar we moeten het bezien als een uitbreekmoment om even stil te staan wat er rondom ons gebeurt.
    Chronisch ziek worden,vereenzamen het kan ons allemaal overkomen, een uitspraak die bij mij is blijven hangen is,spreek liever niet van gezonden en zieken, maar van de gekwetste en de kwetsbare mensen in de maatschappij of in de buurt.
    Mensen met een handicap of chronische aandoening verdienen even veel respect als anderen.
    Zij vertellen ons hoe broos het leven is en hoe dankbaar we moeten zijn als we gezond door het leven mogen gaan. Zorgen voor onze medemens is de basis van ons geloof en daar mogen we best voor uitkomen..

    Geloven is dus tijd maken voor een ander…
    tijd is kostbaar, en speelt een grote rol in ons leven. We hebben een overvolle agenda. We worden geleefd. Veel mensen draven maar door, zelfs als mensen op pensioen gaan, zeggen ze dat ze meer werk dan vroeger hebben.
    Gelukkig zijn er ook mensen die hun tijd anders invullen.
    Zij maken tijd ten voordele van hun medemens…familie ,vrienden en buren..
    Dit jaar zetten we het belang  van een zorgzame buurt in de kijker. We roepen mensen op om zich mee in te zetten voor een buurt waar men aandacht heeft voor langdurig zieken of mensen die zorg nodig hebben, zonder de vele mantelzorgers te vergeten,…
    Een vriendelijk woord,elkaar begroeten op straat,weten dat je bij elkaar terecht kan.

    Verwijzing naar het evangelie:
    De blinde bedelaar Bartimeus, zoon van…ja de mensen kennen hem wel...
    Hij staat daar luidkeels te roepen “zoon van David,Jezus,heb medelijden met mij” dat de mensen hem het zwijgen willen opleggen kan hem niets geven,hij heeft niets te verliezen.
    De diepe pijn van uitgestoten te zijn,het verdriet,de eenzaamheid hij roept om bescherming,maar niemand ziet hem,de mensen zijn blind voor hem.
    Wie niet omziet naar de blinde, de mens langs de kant van het leven, begrijpt niet waar het Jezus om te doen is .
    Je zou zelf kunnen zeggen dat de blinde de enige is die door heeft dat Jezus de redder van de mensen is.
    Kenmerkend voor het evangelie is dat zij het goed nieuws wil brengen, dwz dat zij het geluk van de mensen tot doel stelt. 

    Ben jij gelukkig?
    Wellicht voert die vraag je naar geliefde naasten,naar mensen die om je geven.
    Misschien komt er ook verdriet naar boven, omdat er iemand niet meer is of omdat je ontgoocheld bent.
    Ben je gelukkig?
    Is een belangrijke vraag ze confronteert ons met onszelf

    En zo zag ik de film van de buurt waar ik vroeger woonde
    Sint-Anneke één grote zandvlakte met in de verte de oude kerk, de statie, de blauwe blokken en dan onze buurt, allemaal nieuwe woningen met jonge gezinnen, zowat het begin van het nieuwe st.Anneke na de oorlog. 
    Je had er van alles de beenhouwer, kapper, schoenmaker, scholen, drukkerij, scholen….en wij een buurtwinkel.
    Kinderen speelde met elkaar, gingen samen naar school en keken samen naar tv.
    Je kwam de mensen dagelijks tegen op straat of als ze naar de winkel gingen of kwamen. Een hoop vertellingen over kleine en grote verdrietjes, of andere gebeurtenissen, wat telkens met zorg werd aanhoord.
    Waar mogelijk was hielp men elkaar, (telefoon,auto……..)
    Wij kenden hem, zij kenden ons.

    De huizen staan er nog, de winkels zijn weg, de straten zijn stil en de zandvlakten zijn volgebouwd.
    Soms zeggen we wel eens,was het maar terug zo.
    Maar we weten heel goed dat er vroeger heel wat zaken waren die we zeker niet terugwillen. De klok terugdraaien kan niet.

    Maar het zou wel fijn zijn als we onze contacten terug zouden oppikken.
    Mensen waren er voor elkaar, praatte met elkaar, vertelden wie zorgbehoevend was en vroegen of ze niets moesten doen of meebrengen. Ze droegen zorg voor elkaar.
    Het is een kleine moeite om van een gewone buurt een zorgzame buurt te maken.
    Een zorgzame buurt waar het gezellig wonen is en waar men contact heet met elkaar. Het is een buurt waar men aandacht heeft voor wie ziek of zorgbehoevend is of wie in stilte en met veel liefde voor zijn ouders,kind, mensen met een handicap zorgt.

    Het is een buurt waar buren, vrijwilligers, verenigingen en buurtdiensten er samen voor zorgen dat iedereen erbij hoort en kan deelnemen aan het sociale leven.
    Zo een buurt vormt een noodzakelijke buffer tegen uitsluiting en vereenzaming.

    Met de nationale ziekendag roepen we iedereen op om actief zijn steentje bij te dragen aan een zorgzame buurt.
    Ziekenzorg linkeroever

    15-10-2010 om 20:03 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    04-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Versterk ons vertrouwen - 27e zondag C 2010 - Jan

    Zevenentwintigste zondag door het jaar C 2010 - Zaterdag 2 en zondag 3 oktober 2010

    Eerste lezing
    Habakuk 1, 2-3; 2, 2-4 - 'De rechtvaardige leeft door zijn trouw'
    EvangelieLucas 17, 5-10 - 'Indien gij een geloof had...'

    Laat het ons maar eerlijk bekennen: meestal zijn we geen echte luistervinken wanneer de 1e lezing aan bod komt.
    Die is ook de ene week bevattelijker dan de andere, en de auteur is soms ook niet zo bekend, zoals vandaag bvb.: de profeet Habakuk. Velen zullen zeggen: “Nooit van gehoord. Waar hebben ze die uitgehaald?”
    En nochtans!

    Bij de aanvang van de eerste lezing is Habakuk aan het bidden en het is het gebed van iemand die dik in de miserie zit en het allemaal niet zo goed meer begrijpt.
    “Hoelang moet ik nog roepen Heer,  terwijl Gij maar niet luistert, hoelang moet ik de hemel nog geweld aandoen terwijl Gij maar geen uitkomst brengt?
    Waarom laat gij mij onrecht lijden en ziet U de ellende maar aan? Waarom moet ik leven te midden van geweld en onderdrukking, en waarom rijst er twist en moet men lijden onder tweedracht?”
    Een hele reeks ontgoochelde waaroms, zelfs vandaag nog herkenbaar, want vandaag is Habakuk heel goed te herkennen. 

    Want vandaag is hij een slachtoffer van de aanhoudende natuurrampen in Pakistan, die zich afvraagt waarom het Westen zo weinig helpt.  Hoelang moet ik nog roepen, Heer.
    Vandaag staat hij in de schoenen van de Palestijnen, die verbaasd en ontgoocheld kijken hoe  de Israëlies nieuwe nederzettingen bouwen op Palestijnse grond.
    Vandaag is hij het slachtoffer van kindermisbruik, in de Kerk en het wordt nog veel erger wanneer het toegedekt wordt en na 50 jaar eerst aan het licht komt. hij vraagt zichzelf af wanneer  zal recht geschieden?  Hoelang moet ik nog roepen, Heer, terwijl Gij maar niet luistert.
    Vandaag is hij de asielzoeker, voor wie geen plaats is in een opvangcentrum.
    Vandaag is hij de langdurig zieke, die denkt dat hij door God en mensen in de steek wordt gelaten.
    Vandaag is hij de moeder of vader wiens kind is omgekomen in een verkeersongeval.
    Vandaag is hij degene die zich inzet in de parochie maar genegeerd wordt en amper een greintje dank krijgt.

    Vandaag kan het je buurman, je buurvrouw zijn.
    Morgen kan het je partner, je ouder, je kind zijn, misschien ben jij morgen wel Habakuk.
    Maar de profeet Habakuk is ook iemand die luistert, iemand die oor heeft voor het woord van God.
    En God spreekt: “Schrijf het visioen op, zodat men het vlot kan lezen. En het visioen hunkert naar zijn vervulling en vertelt geen leugen. Al blijft het uit, geef het wachten niet op, want komen doet het beslist en het komt niet te laat.
    M.a.w. hopen is misschien al een stuk geloven.

    En het evangelie sluit wonderwel goed aan als 2e lezing. 
    De apostelen bidden: “Versterk ons vertrouwen, geef ons meer geloof”
    Dat is ook rapper gezegd dan gedaan.

    We leven in een tijd waarin onze kerken ’s zondags even leeg zijn als ze vroeger in de week waren, waarin God en geloof worden afgedaan als iets van vroeger, iets van toen we nog niet beter wisten …
    Heer, geef ons meer geloof.
    We leven in een tijd waarin ons geloof op de proef wordt gesteld, we ons misschien afvragen waar we mee bezig zijn en of het nog wel de moeite loont …
    Heer, geef ons meer geloof.
    We leven in een tijd dat we meer dan ooit beseffen dat de kerk “een kerk van mensen” is.
    Dat ze, én geleid wordt, én gemaakt wordt door mensen. 
    En als zowel een aantal van deze mensen, als de kerk als instituut, ernstige dingen ten laste gelegd worden, dan heeft ze het moeilijk om hierop eerlijk te reageren.

    De boodschap van Jezus verkondigen, én naar de normen van deze tijd, én naar de gelovigen van vandaag, blijft de voornaamste en tegelijk meest boeiende taak van de kerk.
    Toch voelen meer en meer mensen zich ongemakkelijk, beschaamd, bezorgd, ongerust.
    Heer geef ons meer geloof.

    Vrienden, geloven is een werkwoord, net als beminnen.
    Geloof is geen jas die je naar believen kunt aan- en uittrekken, nee, het  is iets wat je moet doen, elke dag opnieuw. Het is nooit af, en het vraagt inzet.
    Alle weken terug naar hier komen, bijvoorbeeld, en bidden, en gemeenschap vieren en er zijn voor God, voor elkaar en voor al onze medemensen.

    Doen, zegt Jezus.
    Niet blijven staan, maar u inzetten. 
    Niet wanhopen maar hopen en alles een kans geven.

    De waarde van het aandeel ‘Geloof’ is op de beurs dramatisch gezakt.
    Ik zou het bijna durven vergelijken met een beurscrash. Er gaat bijna geen dag meer voorbij zonder alweer een nieuw beschamend feit dat openbaar gemaakt wordt en het vertrouwen op de helling zet.
    En daar hebben velen onder ons beduidend moeite mee. Begrijpelijk.
    Het vertrouwen in de Kerk zit niet meer in de Bel-20.

    En toch zien we dit weekend weer straffe dingen…tekenen van hoop?
    Honderden vrijwilligers draaien hun nestel af op de St Annekesfeesten.  Is dit niet hoopgevend? 
    Geloven in mekaar en er samen iets aan doen. 
    Samen gemeenschap vormen, sterker maken, zodat anderen het niet kunnen afbreken.
    Je zou eigenlijk eens moeten binnenspringen. 

    En voor diegenen die niet tegenstaande twijfel toch blijven hopen en geloven, zegt Jezus: ‘Ga in vrede.’ Geloven brengt ook vrede mee. Vrede met onszelf, met onze medemensen, met God.
    En vrede, dat is zowat het hoogste goed dat we als mens kunnen nastreven. 
    Hopen op vrede.

    Heer, geef ons meer geloof en hoop en vrede.
    Amen.

    Naar ideeën van Ludwig Verhelst – Jan Lerouge – Romain Debbau

    04-10-2010 om 20:50 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    26-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zorg en aandacht - 26e zondag C 2010 - Fred

    Zesëntwintigste zondag door het jaar C 2010 - Zaterdag 25 en zondag 26 september 2010

    Eerste lezing
    Amos 6, 1a.4-7 - 'Wee de zelfverzekerden'
    EvangelieLucas 16, 19-31 - 'Lazarus en de rijke vrek'

    Het is een keihard evangelie dat we zonet gehoord hebben.
    Geen sprake dit keer van een God die vergeeft, die medelijden heeft, die een zondaar een nieuwe kans biedt. Integendeel, wat de rijke man ook probeert, hoezeer hij ook aandringt, Abraham is onvermurwbaar. Hij heeft zijn kans verkeken, hij is gestraft en hij blijft gestraft. Zelfs zijn broers mag hij niet meer laten waarschuwen.

    In de parabel is het weer een rijke man die er van langs krijgt. Dat gebeurt wel meer in het evangelie.
    En het contrast met onze tijd, met onze maatschappij is treffend. Bij ons hebben de rijken een naam, het zijn BV's die we kennen van TV en uit de boekskes.
    Er bestaan zelfs lijsten met de rijkste mensen per land of in de hele wereld.
    De daklozen daarentegen blijven onbekend en anoniem, zij hebben geen naam. In het evangelie is het net omgekeerd. Van de rijke kennen we de naam niet, van de arme wel. Hij heet Lazarus en dat betekent "God helpt".

    We kunnen ons dan de vraag stellen: is rijkdom dan echt verwerpelijk?
    Zijn alle rijken automatisch slechte mensen? Mag men dan niet werken voor het dagelijks brood en zelfs voor iets meer? Mag men niet genieten van de luxe, de status die men verworven heeft?
    Als we het evangelie goed lezen gaat het daar inderdaad niet om. Het is niet de rijkdom die wordt veroordeeld, wel de onverschilligheid. Kijk maar naar de eerste lezing vandaag. Ook daar krijgt de rijke klasse de volle laag van de profeet Amos.
    Hij verwijt hen dat zij leven als zorgelozen, dat zij zich afschermen van de andere mensen, dat zij zich niet bekommeren om het heersende onrecht.
    Zo is ook de rijke man uit het evangelie blind voor de honger en de nood van Lazarus. Het lijkt wel of hij hem niet ziet, niet opmerkt. Maar uit zijn gesprek met Abraham blijkt dat hij hem wel degelijk kent, hij kan hem zelfs bij naam noemen.
    Hij heeft hem dus wel opgemerkt, maar hij negeerde hem, hij liep er achteloos aan voorbij. En hij had beter moeten weten. Hij kent immers de wet en de profeten, en zijn broers kennen die ook. Daarom mag hij hen niet meer waarschuwen, ze weten goed genoeg wat hen te doen staat.
    Abraham spreekt als het ware in naam van God en hij is heel radicaal: als ze naar Mozes en de profeten niet willen luisteren, zullen ze ook niet luisteren naar iemand die uit de doden terugkomt. Ze kennen de wet, ze kennen hun plichten, ze moeten niet doen alsof ze van niets wisten.

    Het is een herkenbaar verhaal.
    Wij kennen ook onze plichten, we horen de stem wel van ons geweten. We zien bijvoorbeeld op televisie dat er in Pakistan ontzettend veel nodig is om de mensen te helpen de gevolgen van de overstromingen te boven te komen. En toch kwam en komt die hulpverlening veel trager en moeizamer op gang dan bij andere gelegenheden.
    Pakistan is blijkbaar ver van ons bed. We kunnen toch moeilijk beweren dat we niet weten hoe hoog de nood daar is.

    En ja, Pakistan is inderdaad ver van hier.
    In ons landje hebben we toch weinig raakpunten met de figuren uit de parabel. De armen in onze maatschappij kunnen toch aankloppen bij het OCMW, ze krijgen een leefloon, of ze worden geholpen via allerlei initiatieven.
    Wij zijn tenslotte een rijk land.
    Wij komen niets tekort. Zowat 10% van de wereldbevolking bezit ongeveer 85% van de beschikbare rijkdom. En wij behoren tot die 10%.  Zoveel Lazarussen zullen er hier wel niet rondlopen, wachtend op de kruimels van onze tafel.

    Maar pas op, het gaat niet alleen over materiële rijkdom. De getallen die ik daarnet gaf, kloppen inderdaad. Wij maken deel uit van die 10%. Maar andere getallen leren ons dat ons land hoog staat in de statistieken wat betreft het aantal zelfmoorden.
    Het zijn er ongeveer 2000 per jaar. Dat wil zeggen dat in ons land gemiddeld zes mensen per dag zelf uit het leven stappen. Een andere statistiek vertelt ons dat het aantal mensen bij ons dat anti-depressiva slikt ontstellend en schrikbarend hoog is.

    Er is zeker veel minder materiële armoede hier dan in de meeste andere landen.
    Maar er is blijkbaar heel wat geestelijke armoede. Vele mensen zijn eenzaam, ongelukkig en zelfs wanhopig. Ook daarover gaat het evangelie. De naam Lazarus betekent "God redt". Dat God redt, barmhartig is, liefdevol, een warm hart heeft voor mensen, dàt moeten we delen met elkaar. En hoe delen we dat? Door het te laten voelen.

    De rijke uit het evangelie wordt immers niet veroordeeld omwille van zijn rijkdom, maar wél omdat hij zijn rijkdom niet deelt, omdat hij zijn hart gesloten houdt voor de arme.
    Gods barmhartigheid delen, wil dus zeggen dat we zijn vriendschap proberen zichtbaar te maken in onze manier van samenleven met elkaar. En misschien hebben we dan als ouder net een beetje méér geduld met de puber die in huis rondloopt. Of misschien kunnen we dan nóg eens luisteren naar het verhaal van een bejaarde of een zieke, ook al heeft die dat al tien keer verteld.
    Misschien worden we wat meer verdraagzaam in ons oordeel over elkaar, in ons commentaar op de politiek en het wereldgebeuren.

    God is barmhartig en heeft ons de vrijheid gegeven om die warmte van zijn hart al dan niet uit te dragen.
    Er zijn meer dan genoeg koude harten, die wat warmte goed kunnen gebruiken. We moeten niet zoals de rijke man uit het evangelie wachten tot een later leven om die warmte te doen voelen.
    Als we er nu aan beginnen kunnen wij van elk stukje aarde een stukje hemel maken …

    26-09-2010 om 10:57 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Startviering werkjaar - 25e zondag C 2010 - Herman

    Homilie Startviering - Vijfentwintigste zondag door het jaar C 2010
    Zaterdag 18 en zondag 19 september 2010

    Eerste lezing
    : Amos 8, 4-7 - 'Hoort toe, gij die armen verdrukt'
    Evangelie: Lucas 16, 1-13 - 'Gij kunt niet God dienen en de mammon'

    Beste mensen,

    Een beetje shockerend klinkt het evangelie van de onrechtvaardige rentmeester.
    In plaats van de onrechtvaardige rentmeester streng te veroordelen, prijst Jezus hem. Hoe moeten we deze lofprijzing verstaan? Jezus keurt niet de oneerlijke handelswijze goed.
    Hij noemt hem immers uitdrukkelijk de “onrechtvaardige” rentmeester. Maar toch, zegt Hij tot zijn leerlingen, hebben jullie van deze gewetenloze bedrieger iets te leren. In een ernstige crisissituatie moet je de dingen niet op hun beloop laten. Neem daar een voorbeeld aan. In dienst van het koninkrijk van God moeten jullie met minstens evenveel doorzicht en overleg handelen.
    Christenen moeten uitmunten door hun scheppende verbeeldingskracht. Van zichzelf en zijn leerlingen eist Jezus een voortdurende waakzaamheid en een scherp oog om de tekenen van de tijd te kunnen lezen. 

    In dienst van het evangelie moeten we nieuwe wegen en middelen bedenken om de boodschap van Jezus te brengen. En daar kunnen we alles van Jezus leren. Jezus’ creativiteit munt uit door hoop.
    Hij geeft het nooit op.
    Concrete tegenslagen stimuleren Hem telkens weer tot nieuwe ontdekkingen. Altijd blijft Hij geloven in een betere toekomst. Hij is onuitputtelijk in het vinden van nieuwe en betere wegen.

    Is dit evangelie geen prachtige boodschap om het nieuwe werkjaar te starten?
    En ja, er valt weer heel wat te beleven, ook in onze kerk vandaag.
    In ons bisdom vieren we het jubileumproject “Kerk onder stroom”, zoals we in de inleiding verteld hebben. “Kerk onder stroom” heeft veel betekenissen. We willen de kerk onder stroom zetten, de energie opwekken om verder te bouwen aan de toekomst. We willen de kerk in ons bisdom onder de aandacht brengen.
    We gaan vieren wat voorbij is, 450 en 50 jaar bouwden de christenen aan ‘het’ bisdom Antwerpen. Maar we staan ook in het nu, daarom willen we de bestaande initiatieven ruimer bekend maken, mensen ondersteunen zodat ze het vol houden.
    Maar er mogen ook nieuwe dingen opgezet worden, we kijken immers vooruit naar de toekomst. En we doen dat allemaal vanuit een ‘onderstroom’, vanuit onze christelijke inspiratie, van Jezus, de Christus.
    Hij is degene die ons de weg wijst.
    We hopen alleszins dat we hier, in onze eigen parochie, mee in de stroom kunnen gaan staan, om zo mee te bouwen aan de kerk van de toekomst.

    In onze parochie willen we ons dit jaar ook richten op het jaarthema ‘mensen nabij zijn’.
    Zo laten we heel concreet voelen wat kerk-zijn betekent. Laat ons de handen in elkaar slaan voor een nieuwe creatieve manier van leven, waar de kleine mens weer in het middelpunt wordt geplaatst.
    Ja, de zieke, gehandicapte, rouwende, oudere, ... Iedereen die met pijn, verdriet, angst of lijden wordt geconfronteerd moet onze aandacht krijgen.
    Een nieuwe manier van leven waarvan de rode draad, de kern, Gods eigen naam zal zijn: “Ik zal er zijn voor U.”
    Als wij zo aandachtig en liefdevol omgaan met de mensen rondom ons, dan hoeft niemand meer te zeggen: Waar is uw God?
    Want Hij zal te zien zijn in ons. Hij zal gebeuren.
    Amen.

    met dank aan preeksuggesties van het CCV Antwerpen

    18-09-2010 om 18:54 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een God die warmhartig en barmhartig is - 24e zondag C 2010 - Hilda

    Vierëntwintigste zondag door het jaar C 2010 - Zaterdag 11 en zondag 12 september 2010

    Eerste lezing
    : Exodus 32, 7-11, 13-14 -  'Mozes trachtte de Heer gunstig te stemmen'
    Evangelie: Lucas 15, 1-10 (32) -  'Vreugde over één zondaar die zich bekeert'

    Woensdag was het de werelddag van de alfabetisering!
    De organisatie ‘Wablief’ was in elk nieuwsbericht aan het woord.
    De organisatie ondersteunt elke groep van mensen die zich bezighoudt met ‘leren lezen’!
    Zelf brengen zij een dagelijks krant, een gazet op de markt die leesbaar is voor vele ongeschoolde mensen. Ze schrijven met korte zinnen en eenvoudige dagdagelijkse woorden die iedereen kan begrijpen. Ze drukken dagelijks zo’ n 25.000 kranten die dan ook gretig gelezen worden.
    25.000 mensen kunnen daardoor iets meer begrijpen vanwat er rondom hen gebeurd.
    Wij hebben hier aan de rand van onze parochie een asielcentrum waarin door heel veel vrijwilligers, heel hard gewerkt wordt.
    Ook verschillende van onze parochianen maken enkele uren vrij om kinderen te helpen lezen en het andere schoolwerk maken…

    Hoe kijken wij naar mensen die niet kunnen lezen?
    Zijn het geen grote sukkelaars in onze ogen?
    Hoe willen zij aan werk geraken als ze nog niet eens kunne lezen? Wat moet er van hun kinderen geworden als ze niet kunnen lezen wat de kinderen op school doen of wat er van hen gevraagd wordt…?
    Allemaal bedenkingen uit de straat over mensen die niet kunnen lezen. Geven wij hen krediet een kans? Wij misschien niet maar ‘Wablief’ wel en alle vrijwilligers en professionelen die de mensen echt willen leren lezen en schrijven…

    Wanneer ik die nieuwsberichten hoorde dacht ik: “Wel, daarover gaat het evangelie vandaag” het gaat over de mensen die door velen “verloren “ genoemd worden, maar door de goddelijke mensen die er hun werk van maken, hun hart, hun ziel en hun tijd in steken “gered worden”.
    Samen genieten ze van het resultaat en de vreugde die ze eraan beleven “te kunnen lezen”!

    De lezingen vandaag spreken ons over een ervaring van mensen die vanuit hun geloof op een nieuwe wijze omgaan met hun eigen fouten en deze van anderen.
    Voor godsgelovigen mensen ligt die verklaring bij de God op wie zij vertrouwen en vanwie zij geloven dat Hij hen grenzeloos liefheeft.

    Waar ligt de verklaring voor minder of anders godsgelovige mensen zoals onze kinderen en kleinkinderen? We zien hen toch ook naar Frankrijk trekken om ontspoorde jongeren terug op het spoor te krijgen?
    We zien hen toch ook  als jonge leerkrachten van vandaag,  teder en goed, mild en barmhartig omgaan met hun leerlingen.
    We zien hen toch ook als bedienden respectvol omgaan met mensen en hun collega ‘s.
    We zien hen als jonge artsen, verpleegkundigen, opvoeders kiezen voor de zwakste…
    Ze zijn soms grotere Jezus navolgers dan “zogenaamde christenen”, de plichtsgetrouwe moraalridders zonder hart.
    Ja, onze jonge mensen gaan vanuit hún geloof op een nieuwe wijze om met hun eigen fouten en deze van anderen. (We kunnen er heel dikwijls nog heel veel van leren…).

    In evangelie lezen we nooit over een God die op de eerste plaats  de toepassing van wetten en voorschriften eist, maar wel van een God die warmhartig en barmhartig is. Hij kijkt om naar de verlorene en naar het dieper niveau in hem. Hij kijkt om naar zijn gezindheid en naar zijn diepste verlangen.

    Hoe gaan wij nu zelf om met persoonlijke fouten en die van anderen?
    Kunnen we het aan om onze misstappen niet te verbergen, en onszelf niet te bedriegen? Om zo al een eerste stap naar vergevingsgezindheid te zetten.
    Als we weten wat er in eigen hart leeft aan onvermogen, zullen we niet vlug veroordelen omdat we in onszelf dezelfde menselijke gebrokenheid herkennen. Hoe klaarder we kunnen zien wie we zijn en wie we zouden kunnen zijn, hoe meer die goddelijke Stem van ons geweten spreekt, hoe meer we gaan zoeken naar dàt goddelijke in onszelf.
    En waar we dat goddelijke in onszelf herkennen, erkennen we ook die barmhartige God die ons in de eerste plaats aanvaardt zoals we zijn. Die ons aanvaardt zoals een Moeder en Vader hun kinderen aanvaarden, hoe verschillend ook.
    Hij die steeds op zoek is naar ons om goddelijke mensen te worden.

    Als we doordrongen zijn van Zijn onvoorwaardelijk aanvaarden kunnen ook wij elkaar aanvaarden zoals we zijn en zorg dragen voor het geluk van wie naast ons zit, naast ons leeft… Zó kunnen wij iets van dàt goddelijke aanvaarden laten proeven en ervaren …
    Ik ben er bijna zeker van dat waar wij ook komen geen mens in onze omgeving zich verloren voelt. Ik ben er bijna zeker van dat wij allemaal van hieruit vertrekken om in onze omgeving schatten van mensen te zijn.
    Het klinkt misschien pretentieus maar ik ben er zeker van dat we allen geloven in de goedheid van de mensen. Ik hoop dat we ook op iemand mogen rekenen wanneer onvrede ons overmant en we dan die grote goddelijk barmhartigheid en gaarne zien mogen horen en voelen…

    Zo spreken de lezingen ons vandaag over een kwaliteit van mens-zijn die ver boven de middenmoot uitsteekt.
    De vreugde die ze teweegbrengt kan ons alleen maar gelukkiger maken.

    Bron: vooral ‘homiletische suggesties bij de zondagvieringen’ (cvba licap) waarbij we ons met enkele voorbeelden heel goed konden aansluiten vandaag.

    12-09-2010 om 18:58 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gebonden of verbonden - 23e zondag C 2010 - Ria

    Drieëntwintigste zondag door het jaar C 2010

    Eerste lezing: Wijsheid 9, 13-18b - 'Wie kan ontdekken wat de Heer wil?'
    Evangelie: Lucas 14, 25-33 - 'Als iemand zijn kruis niet draagt'

    Wanneer we met aandacht de evangelielezing van vandaag gevolgd hebben…wat dan?
    Hoe kunnen we begrijpen wat Jezus ons zegt?
    Is het echt zo dat we alles moeten achterlaten wat ons dierbaar is om Hem te volgen en een goed christen te zijn? Hij plaatst ons hier wel voor een serieus dilemma dat niet met enkele woorden te verklaren en te begrijpen valt.
    Slimmere mensen dan ik hebben zich over die uitspraken gebogen en getracht ze een juist perspectief te geven. Het ligt dan ook voor de hand dat ik bij hen te rade ben gegaan.

    Zo zitten we met dit verhaal midden in het grote reisverhaal van Jezus nl. Zijn tocht naar Jeruzalem.
    In het verslag van Lucas lezen we dat een “grote menigte “ Hem volgde, en dan stelt zich de vraag: 'waarom gingen al die mensen met Hem mee?'.
    Verwachtten ze dat Hij de Romeinen zou verjagen en dat eindelijk dat beloofde koninkrijk zou geïnstalleerd worden, en was het dan belangrijk er bij te zijn,misschien om een goed plaatsje te bekomen?

    Jezus die zo goed de gedachten en de beweegreden van de mensen kon lezen wilde hen waarschuwen dat Zijn tocht geen zegetocht was, Hij wist immers welk offer Hij moest brengen om Zijn missie te volbrengen.
    Hij gebruikt een krachtige taal en schuwt de krasse uitspraken niet om de aandacht te trekken.
    Dat werkt effectief want het zet de mensen aan het denken.
    Hij zegt: mensen bezin voor je begint! Vandaar de vergelijkingen over het bouwen van een toren met te weinig geld, of de koning die met te weinig manschappen een sterkere vijand tegemoet treedt.

    Wat wil de Heer eigenlijk van zijn volgelingen?
    Hij roept hen op om het eigen leven niet ten koste van alles veilig te stellen. Hij roept hen op het eigen leven te relativeren omwille van iets dat veel groter is en dat alles te maken heeft met wat in het evangelie 'het eeuwige leven' heet.
    Besluit is, dat het niet eenvoudig is een volgeling van Jezus te zijn. Het is als een sportman die om een titel te behalen alles opzij zet om zijn doel te bereiken.

    Als  je alleen naar de woorden luistert raak niet gemakkelijk gemotiveerd om zo je leven te leiden voor toch een redelijk vaag resultaat.
    De sportman kan uiteindelijk zijn doel bereiken en op het hoogst schavotje staan als nummer1 maar zelfs de mensen die de weg van de onthechting wel volgen, die zichzelf vergeten om anderen te helpen, of zij die enkel voor God leven en in een klooster gaan, hebben niet genoeg aan de woorden en het weten alleen.

    De kennis van de mens is immers twijfelachtig, en zoals in de eerste lezing uit het boek wijsheid zo mooi verwoord wordt: 'onze aardse verbondenheid belemmert onze beweeglijke geest', wat betekent dat wij amper de hemelse dingen zouden verstaan.
    Alleen met de hulp van de Geest kunnen wij proberen te doorgronden wat van ons verlangt wordt!

    Jezus volgen is dus een ernstige zaak die ons leven kan bepalen.
    Zijn we ons daarvan wel bewust?
    Is het niet te lang vanzelfsprekend en ik zou bijna zeggen 'traditionneel' geworden. Iets dat we zomaar zijn zonder er speciaal iets voor te doen?
    We gaan naar de kerk en we vieren de kerkelijke feesten, we bidden een Weesgegroetje als we ons wat minnetjes voelen, we branden een kaars voor een bijzondere intentie en we voelen ons daar goed bij.
    En dit allemaal zeer terecht maar wat als we Jezus die vraag horen stellen 'waarom volgen jullie mij en wat hebben jullie er voor over?'.
    Wat is dan ons antwoord? Het evangelie van vandaag nodigt ons uit even stil te staan en na te denken over die vraag!

    Naar goede gewoonte heb ik nog een gebed dat aansluit bij de teksten van vandaag.
    Het is van de hand van Erwin  Roosen:

       Waarom volg ik Jezus?
       Is het uit traditie?
       Of geloof ik vanuit een persoonlijke keuze?
       Als ik eerlijk ben, moet ik zeggen dat het er wellicht 
       Ergens tussenin zit,God.
       Open daarom mijn hart voor jouw vriendschap,
       Zodat ik jou méér kan beminnen dan wie of wat ook.
       Laat mij met alles wat ik heb en wie ik ben
       In de voetsporen van Jezus treden.
       En geef mij de durf de consequenties van die keuze
       Op mijn schouders te nemen.

    05-09-2010 om 13:11 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een jubelend en vreugdevol weerzien - Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart - C 2010
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    --- Openluchtmis kapelletje Onze-Lieve-Vrouw ter Schelde ---
    Tenhemelopneming van Maria C 2010 - Zondag 15 augustus 2010


    Evangelie: Lucas 1, 39-56 - 'Mijn hart prijst hoog de Heer'

    Heel de vakantie volgen we reeds verschillende vrouwen in de Bijbel. Heldhaftige vrouwen, vrouwen die soms het slachtoffer zijn, bevrijdende vrouwen, levengevende vrouwen, ...
    En vandaag op deze feestdag van Maria en van alle moeders lezen wij hier het verhaal van de ontmoeting van twee vrouwen, twee nichten. 

    Maria maakt zich, onmiddellijk nadat ze de boodschap van de engel ontvangen heeft, klaar om naar Elisabet te gaan, die in de bergen bij Jeruzalem woont.
    Waarom ze die voettocht onderneemt, wordt niet verteld, maar het valt gemakkelijk te raden. Tot wie zou ze zich beter kunnen richten in haar situatie, bij deze onverhoopte zwangerschap? De oudere vrouw in dezelfde situatie, niet zo nauw verwant als een moeder, maar toch met Maria innerlijk nauw verbonden, is de vriendin die Maria nu nodig heeft.
    Ze trekt ongeveer een viertal dagreizen door de bergen om Elisabet te zien. Zij is in het begin van haar zwangerschap, Elisabet is in de zesde maand.

    Maria verblijft gedurende de eerste drie maanden van haar zwangerschap bij Elisabet: dit is juist de periode van hormonale verandering, van ochtendmisselijkheid, van beklag en van een eventuele miskraam.
    Juist in deze periode heeft ze behoefte aan raad, voorzorg en het bedwingen van angsten, die in de vriendschap tussen vrouwen zo belangrijk zijn. Moederlijkheid en zustergevoelens vergroeien. Beide vrouwen delen het geheim van het ontstaan van dit nieuwe leven en hebben genoeg redenen om zich aan elkaar op te trekken en hun vreugde met elkaar te delen.

    Zonder woorden verstaan ze elkaar het best.
    Wanneer Maria onverwacht binnenkomt en Elisabet begroet, beweegt het kind in het lichaam van Elisabet, en zij voelt de aanwezigheid van Gods geest. Zij is ‘vervuld’ met de Geest, niet meer leeg en eenzaam zoals in de bittere jaren van wachten. Elisabet ziet onmiddellijk dat Maria zwanger is, haar eigen kind deelt haar die kennis mee.
    Het is een jubelend en vreugdevol weerzien, de schroom en de angst die de vrouwen ooit gevoeld hebben, zijn verdwenen. Beide vrouwen hebben God gevoeld, niet via een priester, via riten of institutionele gebruiken, maar in hun bezielde lichaam. Beide doen dat wat ons zo veraf lijkt en wat toch zo nodig is: zij geloven met heel hun wezen. Elisabet hoort de klank van de stem van Maria, voelt het bewegende kind in haar lichaam, roept luid en zegent het kind van het leven.

    De Duitse theologe Dorothee Sölle schrijft hoe ze dit verhaal vertelde aan haar eerste twee kinderen.
    Ze was zwanger van de derde en ze wachtten, met hun handjes op haar lichaam, op de bewegingen van het nieuwe kindje. Ze jubelden luid en vroegen zich af hoe dat kleine schoppende voetje er wel uitzag. Het verhaal van de twee vrouwen en hun ‘nog verborgen kinderen’ straalt een levensechtheid en een warmte uit, die ons doet afvragen of het werkelijk, zoals alle bijbelse verhalen, door een man geschreven is en of het geen vrouwen waren die dit verhaal hebben doorgegeven.

    Die gemeenschappelijke vreugde van de twee vrouwen krijgt dan theologisch gestalte in de vorm van een tekst die in de liturgie van de christelijke kerken steeds weer opduikt: het Magnificat: ‘Met heel mijn hart roem ik de Heer...’
    Het geluk en de zegen van Elisabet zet Maria weer aan tot spreken, het is de zusterlijke ontmoeting die haar tong losmaakt en zij zingt het bevrijdingslied, één van de mooiste stukken van het Nieuwe Testament.
    Het bestaat uit verzen uit de Hebreeuwse traditie en vormt de basistekst van de bevrijdingstheologie. Het is een revolutionair lied, zoals de oorspronkelijke versie van Hanna, het gaat over de omkering van onrechtvaardige verhoudingen, over het stillen van honger van de meeste mensen, over gerechtigheid voor iedereen. Het stelt, volledig in de geest van de bergrede, barmhartigheid tegenover uitbuiting en vrijheid tegenover tirannie. Maria zingt dit lied, maar zonder Elisabet had ze geen plaats en geen stem om te zingen.

    En ook vandaag klinkt dit lied, gezongen voor en door duizenden vrouwen en moeders, die opkomen voor het leven.
    Die het leven bewaren, koesteren en doorgeven. Vandaag willen we deze moeders en alle mensen die een moederlijke bezorgdheid in zich dragen, in de bloemetjes zetten. Straks na de mis krijgen jullie een bloemetje mee naar huis.
    Want moeders verdienen dat! Zalige Moederkesdag! Zalige Hoogdag!
    Met dank aan Dorothee Sölle

    15-08-2010 om 19:42 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mystiek en mythe in tekens en schrifturen - Vakantieviering C 2010 - Jan
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Dertiende zondag door het jaar C 2010 - Zaterdag 26 en zondag 27 juni 2010

    Eerste lezing
    : 1 Kon. 19, 16b.19-21 - 'Elisa volgde Elia en werd zijn dienaar'
    Evangelie: Lucas 9, 51-62 - 'Hij aanvaardde vastberaden de reis naar Jeruzalem'

    Mystiek en mythe in tekens en schrifturen - Veerle Rooms
    Ja dat is dan duidelijk, de Sabat is de dag dat je moet rusten, dat je niet mag werken, dat je eens goed moet nadenken, dat je moet mediteren…
    Voor ons is dit gewoon vakantie. 
    Rusten, niet werken, nadenken of mediteren en gewoon doen wat je graag doet.
    Wie gaat er niet graag op reis?  Wie wil niet graag een andere cultuur zien?  Andere horizonten, andere gewoonten?

    Het werkjaar zit er op – het schooljaar zit er op – binnen een paar weken of dagen verdwijnen goede vrienden, buren, kinderen….voor een aantal weken.  Of zijn we eindelijk zelf aan de beurt?  Het mag al eens.
    De teksten van deze viering, de versiering, de sfeer in deze kerk, en vooral “het goede weer”… alles ruikt naar vakantie. 
    Ik las vorige week nog een artikel in het krantje dat je bij de bakker krijgt.  Een interview met de administrateur-generaal van Toerisme Vlaanderen.
    Hij  vertelde dat iedereen op vakantie moet kunnen gaan., ook mensen met een fysische of financiële handicap.  Er liggen 86.000 dossiers klaar voor gezinnen die het financieel lastig hebben om op vakantie te kunnen gaan.
    Zijn engagement voor de volgende 5 jaar van zijn ambtstermijn is simpel:  Hij zegt “voor mij moet ieder kind op de speelplaats kunnen vertellen water er op vakantie allemaal is gebeurd”. 
    Daar mag je me over vijf jaar en een paar maanden ook op afrekenen.  Een beloftevol engagement.

    Vrienden, uiteraard willen we het hier niet hebben over zonnige vakantiestranden, en goedkope all in hotels en avontuurlijke formules.  Daar wordt al genoeg reclame over gemaakt. 
    We willen het wel eens hebben over bepaalde waardes, of hoe goed het hier eigenlijk wel is.  Over wat wij onszelf en de toerist aan te bieden hebben.
    Ons eigen Vlaanderen, onze eigen stad, onze cultuur. 
    Maar ook onze manier van leven, onze taalrijkdom, onze wil om ons verleden goed op te bergen en te laten zien.  Onze kerken, kathedralen, kastelen, stadhuizen, begijnhoven….noem maar op, het is allemaal erfgoed.
    Onze fietspaden, wandelwegen, pelgrimswegen, bedevaarten.  Een uitdrukking van ons geloof in de eigen cultuur.
    Ook op onze Linkeroever is het zo slecht nog niet.  Hier gebeurt toch nog wel iets….
    Hoeveel mensen komen hier niet genieten van het prachtige zicht op de rede van de stad.  Je weet, een stad aan een stroom heeft altijd een meerwaarde.
    En wat nog belangrijk is: we hebben een nieuwe slagzin gevonden.
    'Linkeroever is the left but the right side of the River'. 
    Vertalen kun je dit niet.  Linkeroever ligt aan de linkerkant van de stroom maar is wel de uitgelezen kant.  
    The left but the right side of the River.

    Ik wil jullie toch eens even meenemen op een reis.  Ja zelfs een wereldreis.  
    We krijgen niet altijd de gelegenheid om, via de cultuur, via een tentoonstelling, de wereld aan ons te zien voorbijschuiven. 
    Het gaat dus inderdaad over de tentoonstelling die momenteel loopt in de Sint-Anna-ten-drieënkerk.  Een tentoonstelling van Veerle Rooms, een autoriteit op gebied van grafische kunsten. 
    De titel is Mystiek en Mythe in tekens en geschriften.

    Heb je het grote vaandel al eens gezien dat in de toren hangt?
    Een afbeelding van het mooie beeld van H.Anna met Maria en Jezus.
    Weet u dat dit een zeer oud beeld is.  Het oudste dat we bezitten en dat nog komt van een St Anna Kapel die op het Vlaams Hoofd stond?
    Dit beeld wordt hét beeld van de tentoonstelling. 
    We zien inderdaad op alle afbeeldingen, op de banner, op de flyers en op de catalogi dit beeld terugkomen met op de achtergrond de figuur van de heidense oermoeder in wolken uitgebeeld.
    Ons beeld illustreert een drie-eenheid, ja zoals de Vader en de Zoon en de Geest.
    Maar ook een drie-eenheid van parochies die nu 1 Anna-ten-drieën parochie zijn.

    Veerle Rooms wilde de ruimte van de kerk ingevuld zien zoals de gotische kerken met vele afzonderlijke kapellen, met elk hun thema..
    Doch echter zonder muren, elke kapel krijgt een eigen concept en een ander accent van de cultuur.
    We kunnen u natuurlijk niet rondleiden nu, maar ik wil toch een paar elementen aanhalen, al is het maar om u te motiveren in deze vakantie er eens tijd voor uit te trekken.  De tentoonstelling is elke zaterdag en zondagnamiddag open.

    We zien achter het altaar een 6-delige reeks van primitieve rotstekeningen.  Tekens die de mensen achterlieten.  Tekens over hoe ze leefden, wat voor hen belangrijk was.
    Wegwijzers,  zoektocht van de kunstenares doorheen de vijf continenten.
    Australië en Nieuw Zeeland, Oceanië, Mongolië, Siberië, Afrika…
    Een passie: zoeken naar rotstekeningen.  schrifturen met een eigen interpretatie.
    Hoe leefde men toen?
    Graffiti van de gevangenen in Johannesburg. 
    Rotstekeningen van Aboriginals in Australië en Maori-volken in Nieuw Zeeland.
    In het hoge Noorden van Siberië krasten de Mongoolse volkeren hun vroegste getuigenissen in de rotswanden langs de rivieren.

    In de weekkapel zien we het 2e deel van de oude culturen maar nu van de nieuwe wereld.
    In Amerika ontdekken we de oude indiaanse tekeningen..
    Op de road 66 van Chicago naar Los Angeles, de weg van de goudzoekers zien we houten huizen, bedekt met golfplaten.
    De afbeeldingen zijn foto’s van deze huizen (of delen er van).  Foto’s van de blikken muren bewerkt met vernis en bladgoud. 
    graffiti van recentere datum naar de hand van de kunstenaar.

    Achteraan in de kerk zien we werken meer Westerse cultuur:  evolutie Germanen – middeleeuwen – Barok - eigentijdse graffiti. 
    Duidelijk verering van de hedendaagse helden: de sporthelden (beker)
    Fresco’s in graven (zoals we ook nog terugvinden in kerken in Brugge)

    We zien verschillende voorbeelden van dozen, koffers, kokers waarin men gedurende eeuwen documenten bewaard heeft.

    We staan in stille bewondering voor de Tibetaanse gebedsrollen 
    Draaien aan deze rollen is gelijk met bidden.
    We zien te weinig naar gelijkenissen die we met andere godsdiensten hebben
    Zo’n gebedsrollen hebben dezelfde functie als onze Paternoster.
    Het mooie aan deze gebedsrollen is dat ze gevormd werden met de koperen platen die men gebruikte om de etsen te drukken.  De lichtinval op deze koperen platen is gewoon fantastisch.
    We zien nog Japanse  gebedsrollen met motieven van het scheppingsverhaal..
    .We kunnen ons nu ook goed voorstellen hoe de Joodse gebedsrollen gebruikt werden.  Een ervan werd uitgerold, de Thora met het ontstaan van water, lucht, oceanen, vissen, zoogdierene en de mens.  Een Joods scheppingsverhaal.
    We zien ook Joodse gebedsdoeken: fragmenten ontstaan na een bezoek aan Auswich.- Birkenau
    Kunst die achtergebleven is.  Het licht op de gebedsdoeken maakt ze zo mooi.

    En dan ten slotte de Mariakapel:
    Dit is nu een sfeervolle kapel, een oase, een tuintje….  Nodigt uit tot gebed.
    Wie ervaart niet: dood zeer nabij is. Cultuur van kerkhoven en graven trekt ons aan. 
    Hoeveel kerkhoven bezoeken we niet op onze reizen?
    Je leert iets van het dorp, iets van de families die er wonen, Het is een open venster.
    Op elk graf: een foto van de overledene .
    We zien hier de foto’s op de graven van gewone volkse mensen, geen erepark van het Schoonselhof, geen helden. 
    Een eerbetoon aan de onbekende burger.  Zoek geen bekenden (buiten Ghandi zul je er geen vinden)
    Afgestorvenen op hun best aangekleed. De foto’s die we zien zijn genomen op het beste moment van hun leven. 
    Half vergaan.  Dit om ons tijdelijke bestaan te accentueren..Ook de mens zal vergaan.  
    In Zuid Afrika hebben kleurlingen en zwarten als protest tegen hun gevangenschap (apartheid) hun paspoorten verbrand.  Zij verkozen in die omstandigheden de anonimiteit boven de identiteit. 
    Ook soldaten hebben geen foto’s op hun kruisje van het soldatenkerkhof.  Enkel de overlevenden kregen meestal wel een foto, met decoraties.  Echte helden sneuvelen niet.
    Er is nog veel meer te zien, maar dat moet je zelf maar komen bekijken.

    Uit het parochieblad van deze week
       Vakantie is:
       Doen wat je graag doet
       En toch niet leven ten koste van anderen
       Leren luisten naar een andere mening.
       Mensten interessanter vinden dan afstanden.
       Zomaar een dienst bewijzen.
       Blootsvoets lopen door het natte gras,
       Naar muziek luistern en dansen vanuit jezelf.
       Vragen, praten en luisteren naar het dagelijkse leven.
       De sierlijke vlucht van de meeuwen volgen en met je voeten in het water bengelen.
       Stil worden in de koelte van een Romaanse kerk.
       Verloren dorpjes, een grasbloem en een vlinder ontdekken.
       Je als een blad laten dragen door het water,
       De adem van de aarde voelen.
       Een oud mens de kans geven om te vertellen hoe het vroeger was.
       Het is ook de weg zoeken naar het hart van andere mensen.
       En weerom de weg vinden naar het hart van God.
       Wij wensen u een deugddoende vakantie.  
       

    27-06-2010 om 10:17 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    20-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.In handen van mensen van goede wil - 12e zondag C 2010 - Ria

    Twaalfde zondag door het jaar C 2010 - Zaterdag 19 en zondag 20 juni 2009

    Eerste lezing
    : Zacheüs 12, 10-11 - 'Zij zullen opzien naar hem die zij doorstoken hebben'
    Evangelie: Lucas 9, 18-24 - 'De Mensenzoon moet veel lijden'

    De beide lezingen die we vandaag hoorden gaan in feite over “vertrouwen”.
    Job in de eerste lezing spreekt in zeer bloemrijke termen en verzen over zijn onwrikbaar vertrouwen in God die hij, terecht ,als de universele Schepper ziet. Voor Job is het: God geeft en God neemt.
    Het volledig betoog van Job houdt in dat hij, Job dus, ondanks het volledig verlies van zijn aardse goederen, zijn kinderen incluis en zijn onnoemelijk lichamelijk lijden, dit niet ziet als een onrecht hem door God aangedaan.
    Hij blijft God zijn volledig vertrouwen schenken.
    Dit verhaal van Job’s tegenspoed heeft zoals we weten een gelukkig einde. Uiteindelijk krijgt Job in veelvoud alles terug van God, als beloning voor zijn vertrouwen. Hij mag dan in voorspoed nog 140 jaar leven.

    Verhalen zoals dit vinden we nog terug in het Oude Testament.
    Mensen die onder tegenslag en gruwelijk lijden (denken we maar terug aan het verhaal van de Makkabeeën) nooit hun vertrouwen in God verloren hebben en Hem ook nooit verloochenden.
    Zulke verhalen gaven mensen in tegenspoed hoop.

    Dat brengt ons zo bij het evangelie van Marcus. Het woord “Evangelie” stamt uit het Grieks en betekent: het goede nieuws. Maar… uitgerekend op de dag dat voor ons de officiële zomer begint, horen wij het verhaal over de storm op het meer!

    En ook hier gaat het over vertrouwen.
    Volgens het verhaal, en dat is het ook, vragen de leerlingen aan Jezus iets te doen opdat zij niet met hun bootje zouden vergaan. Hoewel Jezus hen verwijt bang te zijn en niet genoeg vertrouwen te hebben, bewijzen zij juist door Hem te vragen op te treden, dat zij eigenlijk al hun vertrouwen op Hem stelden en terecht zo blijkt uit de rest van het verhaal.
    Bijbelkenners hebben zich tot taak gesteld deze verhalen zeer nauwkeurig te analyseren.
    Hierbij struikelen zij dikwijls over onnauwkeurigheden in deze teksten, hetzij dat de tijd of de plaats van het gebeuren niet erg juist te achterhalen is, of dat de volgorde van de feiten niet klopt.

    Is dat belangrijk? Ik denk van niet.
    Wij weten ondertussen dat het Evangelie geen geschiedkundig werk is waar alle gebeurtenissen netjes in volgorde geplaatst kunnen worden.
    Het is een verzameling van gegevens, overgeleverd door de metgezellen en bedoeld om Zijn leven en werk voor de volgende generaties te bewaren.
    Meer dan de feiten zijn de bedoelingen achter de verhalen van zeer groot belang, toen en zeker nu.

    De christenen voor wie Marcus zijn Evangelie schreef, bevonden zich midden in de storm van tegenstand en vervolging.
    Jezus leek verder weg dan ooit.
    Verhalen als deze, waar Jezus niet alleen de storm maar de gewisse dood van zijn volgelingen afwendde, gaven het volk hoop en vertrouwen. Zij hielden stand in moeilijke omstandigheden.

    In de hedendaagse wereld, waar alles en iedereen om materiële waarden draait, lijkt God wel helemaal afwezig.
    Toch wil God, bij monde van Jezus’ blijde boodschap, mensen behoeden voor de chaos en hen van hun angst bevrijden.

    Laat ook voor ons dit verhaal een voorbeeld zijn dat, hoe moeilijk het ook kan zijn in ons leven, we toch terug kunnen naar het geloof in Gods goedheid en Zijn vertrouwen in ons.
    Want zoals Jezus het toen zegde: het koninkrijk van God op aarde ligt in de handen van de mensen van goede wil.

    Naar goede gewoonte wil ik graag nog even een tekst aanhalen die ik gevonden heb, deels bij Toon Hermans,deels bij Erwin Roosen

    Toon Hermans zegt, en ik citeer:
       Als het je goed gaat, hoor je niemand klagen.
       Maar met droeve dagen omgaan,
       da’s de kunst!

    En Erwin  Roosen voegt hieraan toe:
       Maar wanneer mijn leven overhoop gehaald wordt,
       zie ik het vaak niet meer zitten!
       Geef mij dan de kracht en het vertrouwen, God
       om toch naar Jou te luisteren
       en opnieuw een beetje rust te vinden! 
       Amen.

    20-06-2010 om 09:33 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (1)


    13-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over mensen en kiezen - 11e zondag C 2010 - Fred

    Elfde zondag door het jaar C 2010 - Zaterdag 12 en zondag 13 juni 2010

    Eerste lezing
    Galaten 2, 16.19-21 -  'Christus leeft in mij'
    Evangelie: Lucas 7, 36 - 8,3 -  'Haar zonden zijn haar vergeven want zij heeft veel liefde betoond'

    De bedoeling van een homilie is de lezingen een beetje te verduidelijken en, als het kan, ze koppelen aan de actualiteit van vandaag.
    Als je dan aan de beurt bent tijdens een weekend dat er verkiezingen zijn, is de verleiding groot om het ook in die richting te zoeken. Tijdens de samenkomst van de preekploeg zijn we samen een beetje op zoek gegaan: hebben de lezingen van vandaag iets te maken met verkiezingen?
    Even kijken of het lukt …

    In het evangelie moet Jezus eigenlijk een beetje kiezen tussen twee mensen.
    In ieder geval proberen zij in zijn gunst te komen. Simon, de farizeeër, nodigt Jezus uit om bij hem thuis te komen eten. Hij voert als het ware campagne door iets aan te bieden, door de kiezer te vleien met zijn aanwezigheid en gunstig te stemmen met geschenkjes.
    Op die manier wil Simon eigenlijk zeggen: kijk eens wat voor een goeie ik ben! Het is een houding die we in de voorbije campagne in zowat elke partij konden terugvinden.

    De tweede persoon in het verhaal is die vrouw. Van haar weten we eigenlijk alleen dat ze als een zondares werd beschouwd.
    Wat ze precies verkeerd heeft  gedaan, daar kunnen we alleen maar naar raden. Zij komt ongevraagd de woning van Simon binnen en ook zij dingt naar de gunst van Jezus.
    Ze wast en zalft zijn voeten. Mààr: zij stelt zich een stuk bescheidener op.
    Ze wil niet tonen hoe goed ze wel is, integendeel. Zij vraagt om hulp en vergeving.
    Ze stelt zich dienstbaar op en ook liefdevol.

    En Jezus vertelt dan een parabel.
    Twee mensen zien hun schuld kwijtgescholden. De ene een schuld van vijfhonderd denariën, de andere van vijftig.
    In een verkiezingscampagne gaat het ook vaak over geld dat moet worden verdeeld, over begroting, bijkomende belasting, koersen en beursschommelingen.
    In de parabel slaan de vijfhonderd denariën uiteraard op de vrouw, de zondares, en de vijftig op Simon, de farizeeër. Daarmee wordt duidelijk dat ze eigenlijk niet zoveel van elkaar verschillen.
    Ze staan allebei in de schuld, ze hebben allebei nood aan kwijtschelding, aan vergeving.

    Voor Jezus is trouwens de omvang van de schuld blijkbaar niet het belangrijkste.
    Eerder de manier waarop men ermee omgaat. Simon heeft voor Jezus zijn huis opengesteld en Hem eten aangeboden. Dat was het dan. Voor de rest heeft hij vooral zichzelf in het zonnetje geplaatst, zeker door het contrast te laten merken met die vrouw, die zondares.
    Maar precies die vrouw heeft Jezus overladen met dienstbaarheid en liefde.
    Daarom worden haar zonden haar vergeven, omwille van haar vertrouwen en haar liefde. Het is een les voor ons en voor de farizeeërs uit die tijd. Geloof en liefde zijn belangrijker dan de omvang van schuld of onschuld.

    Eenzelfde idee vinden we trouwens in de brief van Paulus aan de Galaten, de eerste lezing vandaag.
    Paulus was vroeger trouwens zelf een farizeeër, iemand die zich heel strikt hield aan de voorschriften en de letter van de wet. In zijn brief schrijft hij dat het geloof toch zoveel belangrijker is.
    Hij heeft geleerd de geest van de wet te stellen boven de letter.

    De farizeeër uit het evangelie is zover nog niet. Hij doet trouwens nog iets wat wij herkennen uit verkiezingscampagnes van ongeveer alle partijen. "Als Jezus een profeet was, zou Hij weten wat voor een vrouw het is, die Hem aanraakt" denkt hij.
    Hij wil zichzelf in de gunst werken door anderen zwart te maken, door anderen met schuld te overladen. Dat hebben wij de voorbije weken wel meer gezien en gehoord.

    Ergens vond ik dat omschreven als het 'zondebok-mechanisme'.
    Dat betekent dat we het kwaad, dat in elke mens zit, op anderen gaan projecteren. Het beeld gaat terug op een oud gebruik.
    Elk jaar werd een geitenbok de woestijn ingejaagd om de gemeenschap te verlossen van alle kwaad.
    Nu gebeurt het met mensen, soms heel gewelddadig, bijvoorbeeld in lynchpartijen. Maar meestal subtieler, met woorden, met een soort morele verontwaardiging.
    Door anderen te veroordelen, kunnen we dan onze eigen schuld verbergen of verdoezelen. In plaats van: kijk eens wat een goeie ik ben, wordt het dan: kijk eens hoe slecht die andere is.

    We moeten trouwens opletten dat we dezelfde fout niet begaan met farizeeërs.
    In het evangelie worden ze door Jezus vaak terechtgewezen en daarom heeft hun naam, hun titel bij ons een negatieve bijklank gekregen. Maar farizeeërs waren eigenlijk mensen die heel erg hun best deden om goed te leven.
    Ze hechtten alleen teveel aandacht aan het uiterlijke, aan de letter van de wet. Maar we doen hen onrecht aan door hen alleen daarop te beoordelen.

    Dan begaan we dezelfde fout als Simon, die de vrouw koudweg een zondares noemt.
    Dat is ze natuurlijk, maar ten eerste, dat zijn wij allemaal. En ten tweede, ze is veel meer dan alleen maar een zondares. Iedereen heeft heel wat talenten en ook gebreken, en we doen mensen onrecht aan door ze alleen maar met één aspect te benoemen of te beoordelen.
    Naast zondares is die vrouw allicht ook dochter en moeder en zuster en geliefde en gelovige, zoekende mens.

    Laten we mensen niet versmallen tot alleen maar zondares of alleen maar farizeeër. Dat soort redenering is trouwens ook typerend voor een periode van verkiezingscampagne en propaganda.
    Mensen en partijen krijgen een etiket opgekleefd en worden in een hokje geplaatst.
    Het evangelie gaat in tegen dat hokjes-denken en leert ons dat wij mensen best niet zomaar zonder nadenken indelen in hokjes. Ook al moeten wij dan ook onze stem uitbrengen … in hokjes.

    13-06-2010 om 08:29 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    06-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doe dit tot mijn gedachtenis - Sacrementsdag C 2010 - Marc
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Sacramentsdag C 2010 - Zaterdag 5 en zondag 6 juni 2010

    Eerste lezing
    : Eerste brief Korintiërs 11, 23-26 - 'De maaltijd van de Heer' 
    Evangelie: Lucas 9, 11b-17 - 'Jongeling, Ik zeg je, sta op'

    Soms staan er interessante dingen te lezen in de tekst van het evangelie, die we toevallig niet te horen hebben gekregen.
    Vlak voor de passage die daarnet voorgelezen is, stond dat Jezus met zijn leerlingen eigenlijk alleen wilde zijn.
    Zijn apostelen waren pas terug van hun eerste predikingsreis.
    Ik kan vermoeden dat zij samen met hun Meester wel eventjes op adem wilden komen.

    Maar, staat er dan, “het volk kwam dit te weten, en ging Hem achterna”.
    En dan volgen de regels die we net hoorden.

    Jezus laat die mensen komen. Hij laat zich door hen in beslag nemen, hij verkondigt de goede boodschap, met woord en daad.
    En ik stel me zo voor dat, toen het avond werd, die leerlingen opgelucht werden: bijna rust! Vandaar misschien dat ze Jezus erop wezen dat die mensen toch ook moesten gaan eten –  precies of Hij zou dat zelf ook niet weten...

    Zoals dikwijls in het evangelie blijkt dan dat ze er niets van snapten.
    Jezus wil niet van de mensen vanaf. En ze zullen ook niet in de problemen komen. Wie naar Jezus komt, wie open staat voor zijn woord, komt niets tekort. En wanneer onze menselijke mogelijkheden schromelijk in gebreke blijven – vijf broden en twee vissen! - is Hij er om het onmogelijke mogelijk te maken.

    Dit wondere verhaal vertelt niet zozeer over een bepaalde dag, 2000 jaar geleden.
    Als het gewoon over vroeger ging, zo van “je moet eens weten wat die Jezus allemaal kon!”, was het voor ons niet meer interessant.
    Wij hebben nu nood aan het Rijk Gods.
    En hoor: Lucas maakt duidelijk, dat het verhaal over nu gaat, vandaag, Sacramentsdag. Want dit wonderlijke verhaal vertelt over de Kerk, en over hoe zij het brood blijft breken, en over de gedachtenis aan Jezus die zij levend houdt.

    Misschien hebben sommige zinnen uit de tekst een belletje doen rinkelen.
    Het werd avond.
    En de  leerlingen dachten  dat ze het beter wisten dan Jezus.
    En Hij zegende, brak het brood, en gaf het aan zijn leerlingen.

    We zijn weer in Emmaüs.
    Jezus leeft, en we herkennen Hem bij het breken van het brood. En Emmaüs is in andere woorden het verhaal van een andere avond, de laatste. Paulus vertelt er over in de eerste lezing.
    En daar hebben we gehoord waarom vandaag nog het brood voor ons gebroken wordt: “Doe dit tot Mijn gedachtenis” heeft Hij gezegd. Zo gedenken wij Hem: de Heer die zijn leven gegeven heeft als brood dat gebroken wordt.
    Maar we hebben de Paasboodschap gehoord: Hij leeft! Daarom is Hij midden onder ons, als we Hem gedenken.

    Lucas spreekt niet over het verleden. Hij spreekt in het “nu”.
    Om te beginnen in het nu van zijn tijd, tot de jonge Kerk. Hij maakt in dit verhaal duidelijk wat er gebeurt in die eerste christelijke gemeenschappen als het brood gebroken werd, zoals zij dat geleerd hadden in hun overlevering.
    In die avonden – want toen kwamen de mensen 's avonds vieren, in een of ander huis – deelden zij verder het brood, dat Jezus de avond voor zijn lijden gebroken had.
    Die twaalf van toen zijn er honderden geworden, duizenden, nu miljoenen, verdeeld in groepjes, verspreid over de aarde, zoals in ons evangelieverhaal de mensen zich daar verspreid hadden. Maar wel: in groepen. Waarschijnlijk is dat geen toevallig detail: het breken van het brood gebeurt in gemeenschap.
    Het is delen omdat Jezus zelf gekomen is om te delen, te geven, te voeden.

    Vandaag schuiven wij aan, aan de tafel die er al 2000 jaar staat. Wij zetten ons in de overlevering, wij zitten mee in de eenzame vlakte, waar menselijke mogelijkheden te kort schieten, waar Hij geeft wat we nodig hebben.
    Aan die wonderlijke broodvermenigvuldiging komt geen einde, zolang wij dit blijven doen, tot Zijn gedachtenis.

    Nu vertelt Lucas hoe Hij zegt: ”Geeft gij hun maar te eten.” En Hij gaf het brood aan zijn leerlingen om het aan de mensen voor te zetten.
    Zoals het brood ononderbroken gedeeld wordt, zo is er ook een ononderbroken lijn van mensen, die het ons voorzetten: een lijn die vertrekt van de eerste leerlingen.
    Het doet mij een beetje duizelen: de gedachte dat de voorganger hier, onder ons, zijn taak gekregen heeft van anderen, en die weer van anderen, en zo is dat delen begonnen lang gelden, bij die apostelen, die het brood van Jezus zelf gekregen hebben.

    Een voorwaarde is er, denk ik, om de aanwezigheid van Jezus in onze Kerk levend te houden: geloof.
    De menigte was Jezus gevolgd omdat ze in Hem geloofde.
    En dan kan Hij leven geven. Dat leven is niet bedoeld om voor onszelf te leven: Zijn leven is een leven van delen. Hij leeft in ons, om gemeenschap te vormen, om zieken en armen goed te doen, om leven te geven.
    Daartoe geeft Zijn brood ons de kracht. Die kracht is onuitputtelijk: zoals er twaalf manden over waren, geeft Jezus leven in overvloed.
    Er is genoeg voor iedereen, ook al denken wij: ik heb niets te geven.
    Hij maakt van onze zwakte Zijn sterkte. 

    06-06-2010 om 18:21 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    30-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bewogen blijven in Gods naam - Drievuldigheidszondag C 2010 - Hilda

    Drievuldigheidszondag C 2010 - Zaterdag 29 en zondag 30 mei 2010

    Eerste lezing: Romeinen 5, 1-5 - 'Gods liefde is in ons hart uitgestort'
    Evangelie: Johannes 16, 12-15 - 'Al wat de Vader heeft, is het mijne'

    Lieve mensen,

    Vorige vrijdag werd de drie maanden lange tentoonstelling Ad id Temporis van Angela Glajcar afgesloten met een orgelconcert van Nicolas de Troyer.
    Het was niet zomaar een concert. Nicolas de Troyer bracht een eigen compositie geïnspireerd door ‘de prachtige wit papieren installatie’. En bracht daarnaast ook werken van Bach, Messiaen en Mendelssohn….
    Wie er kon bijzijn heeft genoten van de klanken, van de muziek en van Nicolas aan ’t werk te zien…
    Wie er kon zijn heeft op ’t eind van elke bewerking het slotakkoord gehoord en gezien….
    En heb je dat, als niet muzikant zijnde, ook al eens proberen te ontrafelen? Zo één slotakkoord op een orgel? Je ziet die Nicolas dan, met zijn twee handen en  twee voeten, zo ongeveer vijftien noten tegelijk aanslaan om dat éne slotakkoord te laten klinken. 
    Weinigen of geen toehoorders kunnen al die noten die op dàt moment aangeraakt worden en die je dus als luisteraar hoort, benoemen zonder er één over te slaan.
    Het is zo op mekaar afgestemd door de componist, het is zo fijn in mekaar gestoken, dat wij genieten van de mooie klank als geheel zonder ooit te beseffen wat die opbouw of die ontrafeling allemaal inhoudt.

    Zo kijk ik vandaag ook een beetje naar deze Drievuldigheidszondag.
    Deze drievuldigheidszondag is een van de ideeënfeesten die de Kerk viert.  Dit wil zeggen dat het geen feestdag is die teruggaat op het Evangelie. 
    Het is een theologisch feest, bedacht om een bepaalde theologie, ideologie, voet aan de grond te laten krijgen. 
    In dit feest klinkt door wat voor de jonge Kerk van grote waarde was : God is een geheim, God kun je niet kennen, niet in één, niet in twee zelfs niet in drie personen. 
    Te onderscheiden zijn ze, niet te scheiden.

    Door de eeuwen heen werd het godsbeeld uitgezuiverd, door de eeuwen heen werden mensen bewust dat de zon, de maan, de orkanen en vulkanen, geen goden zijn.
    Door de eeuwen heen werden de mensen bewust dat er slechts één God is en die heel betrouwbaar is. Dat er maar één God is en dat de mensen zijn troetelkinderen zijn.

    Zo horen we in de mooie poëtische spreuken hoe de wijsheid spreekt over God.
    Hoe God er al was vóór de oceanen, de bergen en de bronnen van overstromend water… Toen de fundamenten gelegd werden van de aarde was de wijsheid al aan de zijde van de Kunstenaar en speelde zij al dag na dag voor Zijn aangezicht… het was alsof men een bepaalde kant van God als een afzonderlijke persoon ging zien… en als je het boek van de spreuken leest en vrouwe wijsheid tegenkomt lijkt ze me veel trekjes te hebben van de in de later besproken H.Geest.
    Beiden de creatieve raadgevers in het scheppen, in het scheppen van  gedachten, de bemiddelaars tussen God en mens.

    God aan het begin van alles, aan het begin van alle zin.
    Er is geen tegenstelling met de evolutietheorie van Darwin. Deze theorie gaat over ‘hoe’ de schepping evolueert. Het is het domein van de wetenschap.
    De verhalen uit de bijbel hebben het over ‘de zin’ over het ‘begin van de zin’ dat nog steeds opnieuw begint, iedere morgen opnieuw.

    Er zit een grote beweeglijkheid in. God die beweeglijk is en tegelijkertijd om mensen bewogen.
    Hij spreekt tot Mozes in een brandende braambos. Mozes vraagt wie Hij is en Hij zegt: 'Ik ben  die ben, Ik zal er zijn’ om jouw volk te redden….
    Ook vandaag trekken mensen Hoopvol weg onder de onderdrukking uit.
    Begeesterd vertrekken zij, een laaiend vuur in hun binnenste doet hen vertrekken. Met woorden als Vuur, Adem, Licht, Hoop, Belofte, Verlangen en Voltooiing, vertrekken zij. Ze blijven zoeken naar een veilige plek en tasten  naar een God die niet ver weg is en met hen meetrekt.

    En na Mozes, het beloofde land en de Ballingschap komt Jezus ten tonele.
    In de mens Jezus komt die God van belofte aan licht, wordt Hij vlees en bloed, krijgt Gods bewogenheid om mensen; handen en voeten.
    En de Geest die Jezus bezield is adem en zachte bries.
    De Geest die Jezus bezielt doet Hem zijn wie Hij is, doet Hem zijn, zoals wij Hem leren kennen doorheen de evangelieverhalen. Die Man die altijd onderweg mensen uit het slop haalde, die Man die altijd onderweg opkwam voor rechtvaardigheid en vrede. Die Man die altijd onderweg bewogen werd door de miserie van mensen waaruit Hij hen optilde. Die Man die altijd opnieuw de diepste Kracht in mensen naar bovenhaalde en ze hen teruggaf om verder te trekken op de nog ongebaande wegen vol van hoop.
    De Geest die Jezus zo bezielt haalt ook zijn volgelingen, zijn apostelen uit het slop, uit hun te neergedrukt zijn. Die Geest wekt hen op uit hun verdriet en verslagenheid, om na verloop van tijd zoals Jezus schitterend voor de dag te komen…

    Dit feest van de H Drie-eenheid, werkt als dat slotakkoord  van het orgelconcert.
    Het is het slotakkoord op wat de liturgie ons aanreikt van de adventtijd tot Pinksteren!
    Al die bijbelse verhalen kunnen het geheim niet grijpen, niet weten en niet vastleggen. Ze willen alleen maar meegaan in de bewogenheid van een God de Vader die Stem krijgt in de Zoon en warmte door de Geest.

    Die bewogenheid drukken we al eeuwen uit in het kruisteken.
    Met dat simpele gebaar – het teken van het kruis - kunnen we het dikwijls uithouden, kunnen we het volhouden met elkaar omwille van de gerechtigheid, de vrede en de heelwording van Gods lieve schepping.
    Met dat simpel gebaar – het teken van het kruis – kunnen we elkaars verleden aanvaarden, proberen we elkaars heden te begrijpen en mogen we hopen op elkaars toekomst.
    Het hele verhaal van God met de mensen, van God met ieder van ons, van God die mensen aan mensen heeft toevertrouwd – in het verleden, nu en de toekomst - komt samen in deze drie-ene God.

    Moge we allen, alle dagen opnieuw, bewogen blijven in Gods naam, Vader, Zoon en H. Geest.

    Bronnen: Kerugma jaargang 53 nr 3,  commentaar van Kris depoortere parochieblad nr 21, en Midden onder u

    30-05-2010 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doodgaan is geen optie - Zevende Paaszondag C 2010 - Gie

    Zevende Paaszondag - Zaterdag 15 en zondag 16 mei 2010

    Eerste lezing
    : Handelingen 7, 55-60 - 'Ik zie de Mensenzoon aan Gods rechterhand'
    Evangelie: Johannes 17, 20-26 - 'Dat zij volmaakt één zijn'

    We zijn de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren.
    Tussen “wat staat ge naar de hemel te kijken?” en het zelf naar buiten durven komen.
    Tussen de echo van het Alleluja en de eerste tonen van het Veni Creator Spiritus.
    Tussen “je ziet me niet meer” en de komst van de helper, de be-Geest-eraar.

    Dit “niet meer in het graf” en “toch niet in de lucht”, gelijkt wat op “niets in de zakken, niets in de mouwen”, terwijl God-de-goochelaar ondertussen de truc met de Duif doet.
    Het is alsof de Geest van de vertwijfeling van de leerlingen gebruik maakt, om de verrassing met Pinksteren des te groter te maken.

    In de eerste lezing krijgen we al een voorproefje met Stefanus.
    Hoezo een voorproefje?
    Die man wordt gestenigd: met stenen bekogeld tot hij doodgaat. Is dat onze toekomst? Is dat de beloofde Heilige Geest?

    Ja, het klopt. Stefanus sterft … door de hand van zijn belagers die niet willen luisteren!
    Als wij goed horen, als wij wèl willen luisteren, dan horen wij tussen het geroep door een ander verhaal.
    Waar gaat het over? Wie zijn de spelers in dit verhaal?

    Aan de ene kant is er Stefanus, die nog maar pas tot diaken gewijd is, en die zo vol is van Jezus, dat hij er niet over kan zwijgen.
    Aan de andere kant staan de woedende joden die, als bij een ordinaire scheldpartij, beginnen te roepen, zichzelf te overroepen! Ze stoppen hun oren toe, want ze willen niet luisteren, en ze sleuren Stefanus de stad uit om hem te stenigen.
    Terwijl Stefanus zorgvuldig formuleert waarom Jezus voor hem de Heer, de Christus is, beginnen de joden te roepen en te schelden voor al wat mooi en lelijk is en te gooien met alles wat binnen handbereik komt.
    Het lijkt wel een vechtscheiding ... en eigenlijk is het dat ook. De “joden” verliezen van langsom meer hun “grip” op die nieuwe christenen. De christenen zijn zo “bezield” dat zij euforisch beginnen spreken.

    Het is zo’n ongelooflijke tegenstelling: Stefanus die zo overvol is van Jezus boodschap, dat hij niet kàn zwijgen.
    Stefanus is vervuld van de Heilige Geest. Hij ziet de hemel open. Hij ziet geen duisternis of geen dood. Hij ziet wèl Jezus de Heer in Gods heerlijkheid.
    Met andere woorden: hij heeft het niet over doodgaan, maar over dóórgaan!
    Stefanus is zo overtuigd dat hij kan zeggen: “Heer, reken hen deze zonde niet aan”. Neem het hen niet kwalijk, ze weten niet beter, de sukkelaars. Daarna is er geen weg meer terug. Doodgaan is geen optie. Dóórgaan is de enige mogelijkheid.

    Een verbazingwekkend verhaal, van die Stefanus! Zo sterk dat je je gaat afvragen of het echt wel zo gebeurd kan zijn.
    Oh, ik twijfel er niet aan dat Stefanus wel degelijk gestenigd werd. Maar ik heb zo mijn twijfels over de omstandigheden en vooral over zijn laatste woorden. Die lijken mij een ietsje teveel afgekeken op wat met Jezus gebeurde op Goede Vrijdag.
    Zowel Jezus als Stefanus sterven buiten de stadspoort. Allebei bidden zij “ontvang mijn geest” en “reken hun deze zonde niet aan”.
    Zowel de honderdman bij Jezus als de joden bij Stefanus raken bevreesd.

    Eigenlijk zijn de omstaanders bij Stefanus vooral bang om hun eigen groot gelijk te verliezen. Zo bang, dat zij alleen kunnen roepen en tieren en slaan. En met stenen gooien!

    Als je vertrouwde geloof plots wordt aangevallen en ondermijnd, dan slaan je stoppen door. Je zou voor minder razend en doof worden.
    Net zoals mensen vandaag met stomheid zijn geslagen of herrie gaan maken, bij de onthullingen over bisschoppen, priesters en andere voorgangers die flagrante steken lieten vallen.
    Je zou uit reactie kunnen gaan schieten op iedere persoon die in onze kerk een taak vervult, zoals op een diaken als Stefanus. Maar dan schiet je, om het in cowboytermen te zeggen, op de pianist.

    Het kan trouwens ook omgekeerd. Denk maar even aan de jongeman Saulus, die in dezelfde lezing als toeschouwer wordt vermeld. Als terloops, maar blijkbaar niet toevallig.
    Diezelfde Saulus, die wij kennen als Paulus, zou korte tijd later overstag gaan voor de begeestering van de jonge christengemeente en hij zou daarna zelf een van de grootste voorvechters van Christus worden.

    Ook wij moeten, vanuit ons gekwetst zijn, verder gaan. Ook voor ons is er geen weg terug. Doodgaan is ook voor onze kerk geen optie. Dóórgaan is de enige mogelijkheid.
    Ook wij mogen bidden: “Kom, Heer Jezus, kom Heilige Geest”.
    Amen.

    16-05-2010 om 10:41 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat sta je naar de hemel te kijken? - O.-H. Hemelvaart C 2010 - Herman

    Onze-Heer-Hemelvaart 2010 - Donderdag 13 mei 2010

    Eerste lezing
    : Handelingen 1, 1-11 - 'Onder hun ogen omhooggeheven'
    Evangelie: Lucas 24, 46-53 - 'Ten hemel opgenomen'

    Rerum Novarumviering

    Mensen kijken graag naar de hemel. Als we op vakantie zijn in de bergen, kijken we ’s avonds graag naar de heldere sterrenhemel waar zoveel meer sterren te zien zijn dan in onze oververlichte hemel...
    Als ze aan kinderen proberen uit te leggen dat bompa er niet meer is, zeggen ze soms: kijk maar eens naar boven, hij is nu een sterretje aan de hemel...
    Als verliefden elkaar lange tijd niet meer zullen zien, spreken ze af om, ver van elkaar,  samen naar dezelfde ster te kijken...
    Naar de hemel kijken... soms kan het deugd doen!!!
    Soms kan het iets meer betekenen.

    Zusters en broeders, Hemelvaart is een feest om te vieren, want het is een van die momenten waarop de hemel en de aarde elkaar raken. En zoals jullie weten is dat de kern van onze parochievisie. ‘De ontdekking van de hemel’!!!!
    In de evangelies komt dit nog een paar keer voor, dat hemel en aarde elkaar raken: één keer bij de doop van Jezus, en één keer op de berg Tabor, waar Hij voor de ogen van Petrus, Johannes en Jacobus van aanschijn verandert, en Mozes en Elia aan Hem verschijnen.
    Die beide momenten hebben iets heel belangrijks met elkaar gemeen: telkens weerklinkt er een stem uit de hemel die zegt: ‘Dit is mijn welbeminde Zoon. Luister naar Hem.’

    En dat is de reden waarom Ons Heer Hemelvaart een feest is om met vreugde te vieren: dat de hemel en de aarde elkaar raken, dat Jezus Gods welbeminde Zoon is en dat we naar Hem mogen luisteren.
    En naar Hem luisteren is precies wat de apostelen gedaan hebben: ze hebben hun oude droom over het aardse koninkrijk van Israël in de mottenballen gedropt, en ze zijn naar de hemel beginnen kijken. Niet om naar de sterren te staren, wel om de hemel op aarde te krijgen, of in elk geval een stukje dichter bij de aarde.
    Met de blik op Jezus, op God gericht, zijn ze Hem beginnen verkondigen tot aan het einde van de wereld – net zoals Hij hun geboden had.
    Ze stonden er niet alleen voor, want Jezus’ Geest, Gods Geest was met hen. Door die Geest zijn ze hemelkijkers geworden, en dat zijn ook wij christenen: wij willen niet wachten op de hemel tot na onze dood, maar we willen er vandaag al van proeven.

    En dus zetten we ons in om te leven naar Gods Geest, en om goede mensen te zijn, met oog en oor voor elkaar. We streven naar een rechtvaardige wereld, naar gelijkheid onder de mensen, naar hulp voor de zwakken.
    We steunen organisaties zoals Wereldsolidariteit met financiële middelen, lopen ons de ziel uit het lijf voor allerlei activiteiten van onze verenigingen, organiseren wandeltochten, knutselen in een creaclub, brengen mensen bij mekaar voor een gezellig feest, bezoeken alleenstaande mensen thuis of in het ziekenhuis, .... We willen immers de hemel op aarde brengen, voor iedereen, ook voor de zwakken, de zieken, de armen.

    Dat loopt niet altijd even gesmeerd, want we krijgen te maken met ons eigen egoïsme, met tegenkanting en groepsbelang, misschien maken ze je zelfs belachelijk: ‘Wat verdien je daar mee? Steek je daar uw tijd in? Krijg je daar iets voor terug?’.
    Maar dat is niet nieuw. Dat is het lot van iedereen die zich inzet voor een goede zaak.
    Het zal nooit door iedereen begrepen worden. Het zal nooit voor iedereen goed zijn. Moeten we dan alles maar bij het oude laten? Nee integendeel. Bij alles wat we voor onze ACW-verenigingen en voor onze medemens doen, zouden we ons ervan bewust moeten zijn: dit doe ik voor de opbouw van de gemeenschap, voor de opbouw van Gods hemel op aarde.
    We doen dit heel nederig: niet zo van: ‘Kijk eens wat ik allemaal doe!’. Maar gewoon voor jezelf bewust zijn: ‘Het is Gods blijde boodschap die ik breng.’ Moet ik nu bij elke tas koffie die ik inschenk daaraan denken: dit is voor God? Misschien niet, maar als je er af en toe bij stilstaat, zal je ook de kracht vinden om het vol te houden, om het graag te blijven doen.

    Zusters en broeders, laten we vieren dat door de hemelvaart van Jezus de hemel en de aarde dichter bij elkaar zijn gekomen, en laten we vooral niet vergeten dat Hij ons zijn Geest heeft beloofd, die ons zal helpen om een stukje hemel op aarde te brengen. 
    Als we maar willen luisteren naar die stem uit de wolken. De stem die zei: ‘Luister naar mijn welbeminde Zoon, en volg Hem na in uw woorden en in uw daden.’
    Kijk maar naar de hemel, en maak daarna een hemel van deze aarde.

    met dank aan Romain Debbaut

    13-05-2010 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een weg voor alle mensen - Zesde Paaszondag C 2010 - Marc
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Zesde paaszondag C 2010 - Zaterdag 8 en zondag 9 mei 2010

    Eerste lezing: Handelingen 15, 1-2.22-29 - 'Besluit de heidenen geen zwaardere lasten op te leggen'
    Evangelie: Johannes 14, 23-29 - 'De H. Geest zal u alles leren'

    Als er in de eerste eeuw na Christus kranten zouden bestaan hebben, zou er vandaag een kop te lezen staan: ”Apostelconcilie afgesloten met bevredigend compromis”. Of “Besnijdenis door Paulus afgewend!”. Of misschien, als het een krant van de oppositie was:”Vijf minuten politiek moed volstaan niet voor Petrus”.

    Inderdaad, in de eerste lezing krijgen we een verslag te horen van wat men later “het concilie van Jeruzalem” is gaan noemen.
    Het jonge christendom was uitgezwermd.
    Zijn wieg lag in Palestina, de eerste volgelingen waren Joden die de leer van Jezus zagen als de voltooiing van de overlevering van Israël, en die bleven leven volgens de wet van Mozes.
    Maar vooral onder impuls van Paulus, werd het evangelie ook buiten Israël, aan Joden én ook aan niet-Joden verkondigd. En die laatsten gaven gehoor aan de boodschap van Jezus, zonder meer. Kern van de prediking van Paulus was, dat alleen het geloof in de verrezen heer de mens kon redden.

    Daar kwam – zoals dat in de beste families gaat – ambras van.
    Voor bepaalde strekkingen binnen de Joodse christenen bleef de trouw aan de wet van Mozes onlosmakelijk verbonden met het christendom. En daar hoorden onder andere besnijdenis en allerhande reinheidsvoorschriften bij, over eten en drinken, en over andere domeinen van het dagelijks leven.

    Dus staken de apostelen, met inbegrip van Paulus, de wijze koppen over bij mekaar, in Jeruzalem. En wat er volgens de schrijver van de Handelingen uit de bus kwam, was een eerbaar compromis: de niet-Joodse christenen moesten geen Jood worden.
    Hen werd alleen gevraagd niet mee te doen aan de afgodendienst – want wie vlees at dat afkomstig was van de offers aan afgoden, stemde in met die cultus – , inzake seksualiteit hun fatsoen te houden –  binnen het heidendom waren de normen wel wat losser – en voor hun voedsel zich te houden aan een paar voorschriften die al van oudsher werden opgelegd aan vreemdelingen die onder de Joden woonden.
    En die regel om geen bloed of niet-leeggebloed vlees te eten, had waarschijnlijk veel te maken met algemeen aanvaarde regels om voedselbederf tegen te gaan.

    Nu is het misschien allemaal niet zo harmonisch verlopen, als er in de Handelingen staat.
    Deze verhalen over de eerste kerk zijn soms nogal geïdealiseerd.
    Dat is geen vervalsing: zij willen, eerder dan een echt historisch verslag, ons een beeld geven van hoe een christelijke gemeenschap moet leven en handelen, zij willen ons het ideaal voor ogen houden.
    Maar uit brieven van Paulus kunnen we afleiden, dat er waarschijnlijk op dat concilie in Jeruzalem een aardig stukje gebakkeleid is, en dat Paulus en Petrus lijnrecht tegenover mekaar stonden, en dat waren geen zachtgekookte eitjes.

    Maar hoe dan ook, het resultaat is van kapitaal belang. Dit besluit heeft als gevolg dat wij hier geen Joden zijn.
    De “afwijkende” mening van Paulus ligt aan de basis van het een essentieel kenmerk van het grootste deel van de christelijke kerken. Wij zijn geënt op de Joodse stam, wij hebben gemeenschappelijke wortels, maar onze tak is zelf een grote boom geworden, met een zelfstandige groeikracht.

    Het verslag van de Handelingen is echter nog om andere redenen belangrijk: hij laat ons zien, hoe de jonge Kerk zichzelf verstond. Dit besluit was niet alleen het resultaat van al dan niet verhitte discussies, van verstandige of emotionele argumenten. Er staat:”De heilige Geest en wij...”. En de Geest staat eerst.

    Bij de kern van het geloof van de eerste christenen hoort dat zij er niet alleen voor stonden. Meer nog: niet zij, maar de Geest zelf was de motor van wat er gebeurde met hen en hoe zij groeiden.
    Dat geloof wordt vandaag onder woorden gebracht in de tekst van het evangelie. Johannes laat Jezus zijn testament uitspreken, in het besef dat hij weldra zijn lijden zal ingegaan, en niet meer lichamelijk bij zijn leerlingen zal blijven.

    Maar als hij er niet meer zichtbaar is, zal hij er toch zijn. Niet meer voor iedereen zichtbaar, maar hij zal wonen in het hart van wie zijn woord onderhoudt, dat wil zeggen: wie hem liefheeft. En waar Jezus is, daar is God: “Wij zullen tot hem komen”....
    God zou in mij komen wonen, in ons, zwakke, zondige mensen, die ruzie maken?
    Mensen die zijn kerk te schande maken, zoals helaas zo dikwijls gebeurt?
    De groei in geloof, de openheid voor God, is een lange weg. Het geloof dat God in ons woont botst dikwijls met onze stommiteiten, ruzies, kleinheid, fouten, zonden. Maar toch: hij laat ons niet alleen.
    Ook in de strompelende weg om échte leerlingen van Jezus te worden, steunt hij ons. Dat drukt Johannes uit met het beeld van de Helper, de heilige Geest, die ons steeds opnieuw in herinnering brengt wat Jezus ons heeft geleerd.

    Ja, wij zijn een kerk met fouten, met ruziemakers, met zondaars.
    Maar wij hebben de belofte dat God groter is dan onze stommiteiten. Deze teksten zetten ons op weg naar Sinksen: het feest waarin wij die blijvende steun vieren.
    Op het eerste apostelconcilie zijn Petrus en Paulus waarschijnlijk niet altijd even vriendelijk geweest, en in de kerkgemeenschap toen en nu was perfecte harmonie en broederlijke liefde dikwijls ver te zoeken.
    Maar er leeft meer onder de leerlingen van Jezus van Nazareth: zijn Geest houdt stand. Dat vraagt van ons wel dat wij steeds opnieuw proberen ons ervoor open te zetten.
    Dat betekent: nederigheid, kunnen toegeven, dat vraagt ook inkeer, luisteren naar het evangelie, luisteren naar anderen, en het bekennen van fouten, kleine en zeer erge.

    Maar laten wij niet verontrust of kleinmoedig worden, als wij vaststellen dat wij herhaaldelijk tekort schieten in onze trouw aan de woorden van Jezus.
    God is groter dan ons kleine hart en ons zwakke karakter.
    Hij wil ons vrede geven, de vrede die de wereld niet kan geven: de vrede die groeit uit het geloof, dat we er niet alleen voor staan.

    09-05-2010 om 08:44 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Als jullie de liefde onder elkaar bewaren - Vijfde Paaszondag C 2010 - Ria
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vijfde Paaszondag C 2010 - Zaterdag 1 en zondag 2 mei 2010

    Eerste lezing: Handelingen 14, 21-27 - 'Aansporing in het geloof te volharden'
    Evangelie: Johannes 13, 31-33a.34-35 - 'Een nieuw gebod geef Ik u'

    ‘Daaraan zal iedereen zien dat jullie leerlingen van mij zijn: als jullie de liefde onder elkaar bewaren!’

    De laatste zin van het evangelie van vandaag, maar tevens een van de laatste opdrachten van Jezus en tegelijk een nieuw begin. Niet alleen voor de leerlingen maar voor ons allemaal!
    Wat is er nu zo nieuw aan dit gebod? Het is een aloud gebod dat we reeds in het boek Leviticus terugvinden. Het is de Heer zelf die aan Mozes de opdracht gaf de Joden erop te wijzen dat ze hun naasten moesten beminnen als zichzelf. Tevens werd er bijgezegd dat de naaste niet enkel de leden van de eigen gemeenschap waren maar ook de vreemden die ze op hun weg ontmoetten.
    Denken we even aan de parabel die Jezus vertelt over de “barmhartige Samaritaan” waar Hij ook duidelijk aangeeft dat iedereen je naaste is.

    Hoewel van iedereen verwacht mag worden dat men deze geboden kent, blijkt toch dikwijls dat het om vergeten en verstofte boekenwijsheid gaat. Het is dus nodig dat het geheugen opgefrist wordt, dat ze nieuw leven ingeblazen worden.
    Het is Johannes die ons herinnert aan de levenswekkende boodschap die Jezus aan iedereen meegeeft.

    Maar Jezus gaat verder in Zijn boodschap. Wat zegt Hij juist? “Bemin elkaar zoals IK jullie heb liefgehad!’
    Daar zit nu juist het nieuwe gebod. De liefde die Jezus de mensen toedroeg was een liefde ZONDER tegenvraag! Onbevangen ging Hij hen tegemoet. Zijn liefde was onvoorwaardelijk. Hij vroeg geen wederliefde. Hij kreeg ze wel maar het was geen voorwaarde.

    Daar wringt bij ons het schoentje,we krijgen zo graag waardering of genegenheid terug voor de goede daden die we verrichten. We denken zo vlug dat een handeling een response moet krijgen. We spreken zo gauw van ondankbaarheid bij de ander. We krijgen zo graag waardering of erkenning voor onze “goede” daden.

    Het blijft aartsmoeilijk de liefde werkelijk gestalte te geven. We zijn mensen die verleid of geleid worden door allerlei driften en gevoelens.
    We worden o zo vlug gekwetst in onze eigenliefde. We worden jaloers op de waardering die anderen wel krijgen. We stellen ons eigen belang boven dat van een ander.
    Dit ene gebod van de liefde , wat moeten we ermee?

    Wat zou het mooi zijn, moest iedereen zich kwetsbaar en dienstbaar durven opstellen. Wat zou het een ruimte geven als we zo leerlingen van Jezus konden zijn.

    Liefde!
    Wat een woord! Door alle tijden is het door dichters bezongen en geprezen. Hoeveel betekenissen werden er in de loop der tijden aan gegeven.
    Herinneren jullie nog de tekeningen van Peynet met het jonge koppeltje met telkens een andere bepaling van de liefde: ”liefde is……” en dan kwamen er soms de meest vergezochte of absurde ideeën achter!

    En toch… liefde is iets waar iedereen hartstochtelijk naar verlangt. Het is een ongrijpbaar gevoel. Het is onmisbaar voor een volkomen leven. Het maakt een mens compleet, het brengt rust in het gemoed te weten bemind te worden.
    Daarom is het  ook zo belangrijk het te kunnen geven. Het maakt ook de ander compleet en meer mens. Denken we terug aan de liefde die Jezus de mensen toedroeg: Hij bemint Petrus die hem tot driemaal toe zou verloochenen. Petrus wordt de rots van geloof.
    Hij bemint Zacheüs ,een egoïstische uitzuiger en daardoor geeft die man de helft van zijn bezit aan de armen.
    Hij bemint een uitgestoten melaatse en daardoor hoort die man weer bij de gemeenschap en zo kunnen we nog doorgaan.

    Ook in ons leven zien we zulke dingen gebeuren: wanneer we iemand die ons eigenlijk niet ligt, toch met genegenheid benaderen, wanneer we aandacht hebben voor zijn persoon, dan overkomt het ook ons dat we zien dat deze persoon open bloeit en dat we van hem een totaal ander beeld krijgen.

    Liefde geven op een onbaatzuchtige wijze en voor ons eigen gedrag geen compensatie verwachten, heeft soms de meest verrassende resultaten. Het zien open bloeien van de ander, het heeft op onszelf een ongekende sensatie van voldoening en daar zit dan toch nog compensatie in.

    Daar waar in het oude verbond de maatstaf voor de naastenliefde de eigenliefde was, is het in het Nieuwe Verbond de liefde van Jezus zelf.
    Laat dat de boodschap zijn die we vandaag meedragen.

    Aansluitend een passend gebed van E.Roosen:

       Het is geen gemakkelijke opdracht die Jezus mij geeft God,
       Elkaar liefhebben met dezelfde liefde waarmee Hij liefhad
       Zonder beperkingen, zonder voorwaarden.
       Toch besef ik dat ik alleen op die manier van Jou kan getuigen.
       Geef mij dan de kracht mijn eigen leven te breken als brood
       en te delen als wijn
       Net zoals Jezus mij dat heeft voorgedaan.
       En wil mij vergeving schenken wanneer mijn liefde
       Nog maar eens te klein is.

    Inspiratie gevonden bij Zondagse woorden-Schollaert en Voor het luiden van de klok.-Janssen en Zuidberg

    02-05-2010 om 11:04 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    25-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Allemaal herders - Vierde Paaszondag C 2010 - Fred
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Vierde Paaszondag C 2010 - Zaterdag 24 en zondag 25 april 2010

    Eerste lezing: Openbaring  7, 9,14-17 - 'De getekenden op aarde'
    Evangelie: Johannes 10, 27-30 - 'Ik geef eeuwig leven aan mijn schapen'

    Gisteren werden in onze parochie 36 meisjes en jongens gevormd.
    Eigenlijk was het voorzien dat dat vandaag zou gebeuren in de Mis van halftwaalf. Maar ja, vandaag wordt Linkeroever overspoeld door tienduizenden sportievelingen, we kunnen niet door de tunnels en daarom werd voor het Vormsel een andere datum aangevraagd en verkregen.
    De vormselviering is dus moeten wijken voor een sportgebeuren.
    De tijd is immers lang voorbij dat de kerk de agenda bepaalde en dat de maatschappij zich daaraan moest aanpassen.
    Nu is het omgekeerd. Moeten wij daarom treuren of ongelukkig zijn? Ik denk het niet. Het is nu eenmaal zo.

    Wat ik wel jammer vind is dat daardoor de vormselviering werd losgekoppeld van de parochievieringen. En volgende week is er dan de eerste communie, ook al op een zaterdagvoormiddag. Dus op een moment dat er normaal geen viering is in de parochie. Op die manier komen eerste communie en vormsel een beetje los te staan van de gemeenschap.
    En eigenlijk is één van de bedoelingen juist dat we op die dagen die kinderen zouden opnemen in onze gemeenschap.

    Gelukkig hebben we een deel van hun voorbereiding kunnen meemaken.
    De vormelingen hebben een paar keer mee een viering verzorgd. Ze zaten dan vooraan in de kerk, ze kwamen aan bod bij de lezingen, bij liederen, bij de offergang. De eerste communicanten hadden meestal eerst catechese en kwamen  pas binnen na de geloofsbelijdenis om de Mis mee te volgen.
    Ze dekten mee de tafel en zongen een lied op het einde.

    De reactie van de wekelijkse of traditionele kerkgangers hierop was nogal uiteenlopend.
    Wie één of meerdere van de kinderen kende, vond het meestal wel sympathiek. Sommigen konden genieten van het jeugdig enthousiasme en de verfrissende aanpak.
    Maar anderen stoorden zich aan de sfeer die in hun ogen te los was, te weinig gedisciplineerd. De kinderen zaten niet stil genoeg, ze wisten blijkbaar niet wat een Mis eigenlijk was.
    En moeten zij eigenlijk de inhoud en de sfeer van een viering bepalen, voor die ene keer dat ze er ook eens bij zijn? Sommige parochianen maakten zelfs rechtsomkeer toen ze zagen dat het een Mis was met vormelingen of eerste communicanten. Ze gingen nog liever terug naar huis dan dat te moeten meemaken.
    En inderdaad, die vieringen waren soms wat minder ordelijk en minder plechtig dan we gewoon zijn.
    De huidige generatie kinderen is niet meer opgegroeid met de boodschap: "Nu gaan we naar de kerk. Dat is niet echt iets voor kinderen, dus jullie moeten stilzitten en zwijgen".
    Nu maak ik er natuurlijk ook een karikatuur van, want zo was het vroeger nu ook weer niet. Wat ik eigenlijk wil zeggen is dit: die kinderen hebben niet alleen catechisten nodig, maar ook ons, de gewone parochianen.

    In het evangelie vandaag hoorden wij een stukje uit de parabel van de goede herder.
    Jezus wil een herder zijn voor zijn hele kudde, ook voor de schapen die dreigen verloren te lopen of al afgedwaald zijn. Ook voor de jonge schapen die nieuw zijn bij de kudde en die hopen door de groteren, de ouderen aanvaard te worden en te mogen meelopen.
    Niet toevallig is het vandaag ook roepingenzondag.
    Een priester of een pastoor wordt ook wel eens de herder van zijn parochie genoemd. Het is niet zo best gesteld met het aantal roepingen – in de enge zin van het woord dan – in onze streken. Moeten wij nu op deze roepingenzondag met zijn allen heel hard bidden, zodat volgende week de seminaries weer vollopen?

    Natuurlijk niet. Misschien moeten we het begrip "roeping" in een wat bredere betekenis gaan opvatten.
    Geroepen zijn wij allemaal.
    En we weten dat een aantal taken in een parochie nu worden opgenomen door verscheidene mensen, omdat die ene pastoor onmogelijk alles kan doen. Zo moet eigenlijk ook die taak van de herder onder meerdere mensen worden verdeeld.
    Wij zijn allemaal herder, zoals wij ook allemaal schaap zijn. We hebben elkaar nodig, maar moeten ook onze verantwoordelijkheid in de kudde op ons nemen.

    Keren we even terug naar de eerste communicanten en vormelingen. Zelf volg ik de vormselcatechese al een dertigtal jaar van nabij.
    Eerst als medewerker, later als verantwoordelijke. En sinds mijn dochter de fakkel heeft overgenomen, als geïnteresseerd toeschouwer aan de zijlijn, die zelfs af en toe nog eens mag invallen in blessuretijd.
    En natuurlijk slagen wij er niet in van die kinderen opnieuw parochianen te maken die elke zondag naar de mis komen.

    De vraag is trouwens of dat de bedoeling is.
    Maar mijn ervaring leert wel dat de meeste van die kinderen echt wel vol goede wil zitten. Dat ze echt van plan zijn er een jaar lang het beste van te maken en zich in te zetten.
    Dat ze bovendien heel open staan voor nieuwe prikkels en ook gevoelig zijn voor het catechese-aanbod. Velen van hen ervaren in de voorbereiding en op de dag van hun vormsel toch een religieuze dimensie. En ook al komen zij nadien niet elke week terug, die ervaring en die stempel raken ze allicht niet meer kwijt.
    Sommigen getuigen er jaren later trouwens nog over. En ook de ouders die sinds enkele jaren worden ingeschakeld bij de voorbereiding groeien in hun rol. En, ook al zijn ze er soms wat aarzelend aan begonnen, ze vertellen toch achteraf dat ze er zoveel deugd aan beleefd hebben.

    Belangrijk voor de kinderen is vooral dat ze voelen dat ze in een warme omgeving terechtkomen. Het maakt een heel verschil uit dat ze in de parochiegemeenschap een klankbord vinden, of op zijn minst een luisterend oor.
    En geen muur waar ze tegen aan botsen of een deur die gesloten blijft.
    Ze komen net piepen, het zijn nog kleine en kwetsbare lammetjes in onze kudde.
    Of ze zich er gaan blijven thuis voelen, hangt in grote mate af van het soort herders dat zij gaan ontmoeten …

    25-04-2010 om 08:50 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    18-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe langer hoe duidelijker - Derde Paaszondag C 2010 - Hilda

    Derde paaszondag C 2010 - Zaterdag 17 en zondag 18 april 2010

    Eerste lezing: Handelingen 5, 27b-32 - 'Wij zijn getuigen en ook de H. Geest'
    Evangelie: Johannes 21, 1-19 40b-41 - 'Zo moet Christus lijden en verrijzen'

    Lieve mensen,

    ’t is lang geleden dat we van de Greenpeaces iets hoorden!
    Je kent ze wel de mannen en vrouwen die vroeger met regenboog spandoeken en vlaggen, nu zijn het groene spandoeken en vlaggen met het woord greenpeace op, zich vastklampen aan een toren, of een poort, of een omheining  om de aandacht te vestigen op inbreuken op het milieu…
    Greenpeace (letterlijk: groene vrede) is een internationale milieuorganisatie, die als eerste doel heeft grootschalige milieuproblemen onder de aandacht te brengen van de politiek en het publiek door middel van lobbyen en geweldloze acties.

    Greenpeace streeft de volgende waarden na:
    * Geweldloosheid
    Het voeren van vreedzame acties is altijd het uitgangspunt geweest van de campagnes van Greenpeace. De acties zijn nooit gewelddadig, ook al kunnen ze soms provocerend (uitdagend, tartend,...) overkomen.
    * Confrontatie
    Greenpeace gelooft in creatieve confrontatie. Door een bepaald gedrag en ideeën ter discussie te stellen, denkt Greenpeace mensen en organisaties in beweging te kunnen krijgen.
    * Onafhankelijkheid
    Greenpeace wordt gesteund door individuele personen. Greenpeace behoudt haar onafhankelijkheid door elke financiering van politieke partijen, regeringen of industriële groepen te weigeren.
    * De kracht van gezamenlijke actie
    Greenpeace gelooft in de macht van het aantal. De toekomst van het leefmilieu ligt in de handen van miljoenen individuen in alle uithoeken van de wereld die dezelfde opvattingen hebben.
    Samen kunnen volgens Greenpeace de milieuproblemen worden aangepakt en oplossingen gevonden.
    Regelmatig halen ze de krantenkoppen en lezen we hoe ze werden opgepakt en enkele uren of dagen werden vastgehouden in de plaatselijke gevangenis.

    Aan deze organisatie moest ik meteen denken wanneer ik de eerste lezing gelezen had.
    Petrus en zijn vrienden stonden als eerste christenen een beetje op dezelfde manier in de wereld.
    Ze hadden de boodschap van hun voorganger Jezus op zak en probeerden net als Hij met de mensen in de straat een goede relatie op te bouwen. Ze probeerden allen die naar hen toekwamen op een vredige manier te benaderen en met hun menslievendheid te omringen terwijl ze de boodschap van hun Meester verkondigden.
    Deze boodschap strookte natuurlijk niet altijd met de Romeinse regering en zette ook al eens de ver doorgedreven wetten van de Joden aan de kant… Daarom werden ze regelmatig enkele dagen vastgehouden en konden gelukkig vrijkomen omdat hen geen strafbare feiten ten laste konden gelegd worden…
    Ze werden alleen maar opgepakt omdat ze een boodschap van vrede en gerechtigheid predikten die menig omstaander tegen de borst stootte.
    En vandaag meer dan 2000 jaar later lezen we nog steeds over hun trouw aan hun Jezus en de durf die ze hadden om Zijn boodschap te blijven verkondigen.

    In het evangelie zien we 7 apostelen teleurgesteld naar het strand trekken, naar hun oude vertrouwde plek om gewoon maar te gaan vissen.
    Ze zitten daar samen in de morgenmist van de twijfel en zijn de draad van Jezus, de verbinding met Jezus, hun enthousiasme over Jezus wat kwijt gespeeld door alle tegenkantingen die ze reeds moesten ondervinden.
    Terwijl ze daar hun gewone werk terug proberen oppakken,
    - Beleven ze terug het verhaal van de wonderbare visvangst dat ze al eens hadden meegemaakt met hun Jezus. En het duurt een hele tijd voor ze het doorhebben dat ook nu nog hun Jezus verder leeft diep in hen en hun kracht is om Zijn werk naar behoren verder te zetten.
    - Ze beleven terug het verhaal van de broodvermenigvuldiging dat ze al eens hadden meegemaakt met hun Jezus. En het duurt een hele tijd voor ze doorhebben dat het breken van het brood en het delen van de vissen hen terug bij hun voorganger Jezus brengt die hen gevraagd had dit te blijven doen met alle mensen die ze ontmoetten.
    - En zij herinneren zich hoe ze Jezus hadden tegengesproken wanneer Hij hen vertelden dat Hij zou lijden en sterven.
    - Ze herinneren zich hoe ze sliepen terwijl Jezus gevraagd had om bij Hem te waken.
    - Ze herinnerden zich hoe ze op de loop geslagen waren uit angst voor de soldaten en hoe ze Jezus verloochenden wanneer hen gevraagd werd of ze ook niet tot zijn vrienden behoorden.

    Hoe langer ze daar zitten, hoe duidelijker ze hun Jezus voor ogen, zien hoe ze Hem aan het werk gezien hebben, hoe ze Hem nabij waren in goede dagen, maar in slechte momenten bang en teruggetrokken waren…
    En nu meer dan ooit ontdekken ze wat die Jezus op dit moment in hen doet, in hen teweegbrengt.
    Nu  meer dan ooit ontdekken ze hoe die Jezus hen aan ’t werk zet en hoe ze tot drie ma al troe roepen hoe ze van Hem houden….
    Jezus roept hen weer op, spijts hun verloochenen en hun angst.
    Hij vraagt hen om naar de mensen te gaan, de gekwetste mensen het eerst.
    Hij belooft hen dat Hij altijd bij hen zou zijn zoals ze Hem nu diep in hun hart aanwezig weten en voelen.

    Hoe langer ze daar samen zitten aan het meer van Galilea, hoe meer ze herkennen van hun Jezus en hoe meer ze Hem aan die oever, op de zijlijn van het leven, heel discreet in de morgenmist van de twijfel, heel dicht bij hen weten.

    De verschijningsverhalen; ze zijn de diepe herinneringen die iedereen in zich meedraagt die van Jezus gehouden had.
    Iedereen die met Hem een stukje op weg was mogen gaan was diep in zijn hart nog vol van Zijn woorden en handelingen, van de manier waarop Hij naar de mensen ging en hen terug bij het leven haalden.

    Iedereen die Hem ontmoet had, wist wel dat Jezus Zijn boodschap niet bij de Hogepriesters en Farizeeën was aangeslagen, maar wel bij de gewone mens in de straat, de gekwetste mens het eerst.
    Zij hadden begrepen hoe Jezus mensen aan mensen had toevertrouwd.
    Met Jezus weer helemaal in hun hart zien die 7 gewone vissers het weer helemaal zitten en trekken ze terug naar de mensen die zo verlangend zitten te wachten naar iemand die hen ziet en opmerkt, naar iemand die hen raakt en optilt om de weg van het leven verder te gaan.

    Lieve mensen, wat hoop ik vurig dat wij allemaal de kracht en de moed vinden om onze christelijke geaardheid ten volle te blijven beleven.
    Om van hieruit, gewoon menslievend, bekommerd, genegen naar huis te gaan, naar onze buren, naar ons werk en allen die we op ons lijstje hebben die niet mogen vergeten worden...dat wij onze naam als christen niet beschamen..
    (zien we soms naar Koppen, dan hebben we donderdag ll. de medewerkers voor de daklozen aan ’t werk gezien….pure christenen, al beseffen ze het zelf niet eens)

    18-04-2010 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God, onzichtbaar maar rakelings nabij - Tweede Paaszondag C 2010 - Jan

    Tweede Paaszondag - Beloken Pasen C 2010 - Zaterdag 10 en zondag 11 april 2010

    Eerste lezingHandelingen 5, 12-16 -  'Steeds meer mensen geloofden'
    EvangelieJohannes 20, 19-31 - 'Acht dagen later kwam Jezus'

    Ze hadden zich opgesloten. De deuren gebarricadeerd, luiken voor de ramen. Er was angst.
    Angst voor de omgeving. Angst voor de joden, angst voor de Romeinse bezetter.
    Ze zijn enkel onder elkaar, een klein groepje mensen. Ze kruipen bij elkaar, ineengedoken, moedeloos, ontgoocheld voor alles wat er gebeurd is.
    Hun droom is om zeep. De gebeurtenissen laten hen niet meer los. Ze zijn zo ontgoocheld. Het was allemaal zo mooi. Hij zou toch hun redder zijn. Wat heeft hij toch misdaan? En waarom heeft hij zich niet verweerd? Zijn wij er dan ingetrapt? Hebben wij iets gemist?
    Onze held, onze meester onze vriend, de goedheid zelf is als een misdadiger aan het kruis geslagen en vermoord.  Hij heeft zich niet eens verdedigd.

    Heeft hij ons in de steek gelaten of hebben wij hem verlaten? Wie zal het zeggen?

    Goede vrienden, in de leerlingen herkennen wij onszelf, die bij tegenslag, ziekte en dood, bij ontgoocheling, ook geneigd zijn te zeggen:
    “ Voor mij hoeft het niet meer! “  DEUR OP SLOT. Ik doe niet meer mee. Waarom moet  IK dat allemaal tegenkomen ? Kijken we even diep in ons hart; welke deuren hebben wij in ons leven niet allemaal gesloten?

    En dan, een beetje later, ze zitten samen, afgesloten van de wereld, dan komen de herinneringen. Ze moeten over hem praten. Ze willen hem niet doodzwijgen.
    Weet je het nog? Dat moment aan het meer. De massa volk. Hoe schoon hij daar gesproken heeft. Het bleef maar duren, we konden er niet genoeg van krijgen. Hij gaf ze allemaal te eten, met enkel 5 broden en 2 vissen. Delen was zijn motto. Dat hebben we toch van hem geleerd.
    Toen hij mee in de boot zat en we dachten dat we zouden vergaan. Hij heeft ons gerust gesteld en geleerd de storm te verdragen. De schrik te verbannen.
    En ooit hij zei: “gooi uw netten aan de andere kant”  Ja ze waren barstensvol. Zei hij toen niet ik zal van jullie mensenvissers maken?

    Zou het zo niet gebeurd zijn? Hun woorden rijgen zich aaneen tot beelden en die beelden krijgen langzaam vorm. Een herkenbare vorm, een en al troost, want ze beginnen Jezus opnieuw in hun midden te zien.
    Ze ervaren hem als hun levende heer, zoals hij was, met z’n warmte, z’n levenskracht, z’n vreugde.  Hij sterkt ons, hij helpt ons vooruit. Ik voel het alsof hij zegt: ‘Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik jullie’ en hij ademt over hen: ‘Ontvang de heilige Geest.’

    Hoe meer ze over hem praatten hoe enthousiaster ze werden. Het moet een geweldig gevoel gegeven hebben te beseffen dat het nu aan hen is en dat ze er niet meer alleen voor staan. Hij geeft hen kracht en bezieling.
    Door die ervaring heeft de angst plaatsgemaakt voor euforie. Ze voelen zich op dat moment als één ploeg, gesterkt door hun Heer en meester. Ze moeten gewoon de deuren maar terug open gooien.

    Thomas, één van de 12 was er niet bij toen ze in hun enthousiasme Jezus zagen en voelde.
    Hij was er niet klaar voor. 
    De leerlingen willen hem laten delen in hun wonderlijk nieuwe gelukservaring.
    Ok ik zal geloven, maar alleen als ik hem kan aanraken en zijn wonden kan betasten.
    Acht dagen heeft hij ervoor nodig. Acht dagen om zijn hart te laten ontdooien en opnieuw te durven geloven in de liefde. Acht dagen om langzaam weer op het spoor te komen van de goddelijke kracht die nog steeds in hem smeult, de vlaspit die niet is gedoofd.
    En dan, als hij er klaar voor is, komt ook hij tot zien en ervaart dat de liefde leeft: ‘Mijn Heer! Mijn God!’

    Ik dacht hier ook aan wat een van die slotzusters in de tv-reeks In Gods naam zei: ‘Als Hij u eens aanraakt, dan ben je verloren.’ Dat is wat God, wat Jezus doet: mensen aanraken, ze bezielen met zijn Geest van liefde en vrede.

    Johannes speelt in zijn beschrijving met de 2 elementen: zien en geloven.
    Als je ziet kun je geloven – als je durft geloven kun je ook zien.
    Zalig dat je in iemand kunt geloven zonder hem gezien te hebben. Of…
    Zalig die niet gezien hebben en toch geloven….
    Zijn dit niet de fundamenten van ons geloof?  Herkennen wij allemaal niet deze situatie?

    Misschien behoren we tot het slag van de eeuwige twijfelaars?
    Misschien behoren we tot het slag van de zelfverzekerden?
    Misschien zwalpen we voortdurend tussen zekerheid en twijfel?
    Dit waren de 3 themazinnen van de schuldbelijdenis daarstraks.  Maar ze zijn echt, herkenbaar voor ons allemaal.
    We mogen al eens zwak zijn, we mogen al eens twijfelen, als we maar willen zien, en willen geloven.

    Je kunt het evangelie van vandaag verschrikkelijk negatief of zwartgallig vertellen.
    Maar je kunt ook wijzen op de tekenen van hoop, op de vreugde van het samenzijn
    Op het leven dat alles overwint.

    Vorige zondag waren we met de familie in de Ardennen in de provincie Luxemburg.
    Het dorpje noemt Mirwart, als je geen GPS hebt vind je het nooit.
    We gingen naar de paasmis.  Een lege kerk.  Enkel vooraan een paar stoelen rond een kleine tafel.  Onder de verwarming van zo’n ronde gasstraler.
    Ik telde 25 mensen.  Wij waren met 6, en was nog een familie van 5 personen die Duits sprak en nog een ander Vlaams gezin van 4 personen.  Dus max.10 parochianen.
    “Nous sommes très nombreux” zei de oude pastoor.  Hij zag het ook positief en was merkelijk content.

    Een van de 12 leerlingen verraadt Jezus.
    Een van de 12 weigert Zijn voeten te wassen en verloochent Jezus.
    Een van de 12 wil met eigen handen voelen dat hij verrezen is.
    Een van de 12 heeft hij het meest lief.
    Geeft dit geen moed dat zijn volgelingen ook maar gewone mensen waren?
    Willen we er toch maar in blijven geloven?

    Straks, in het slotgebed zullen we bidden: “God, onzichtbaar maar rakelings nabij”
    Onzichtbaar maar rakelings nabij, dichter kan niet.  Maar toch onzichtbaar.voor diegenen die niet willen zien, die niet geloven.
    Goede vrienden, ons deel van de verrijzenis kunnen we bijdragen door onze handen op de wonden van de mensen te leggen, wetend dat het de wonden van Jezus zijn.
    door te luisteren naar de kwetsuren van medemensen, door hen te bemoedigen en te troosten.

    12-04-2010 om 17:44 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs