Zaterdag 03 september : een wedstrijd anders dan alle andere
Een voorbereiding anders dan alle andere
Alleen in de hotelkamer, alleen aan het ontbijt, alleen alles klaar aan het zetten, en ... er ontstaat een soort van "mindsetting" die ik nog niet veel gevoeld heb voor een wedstrijd. Ik ga de wedstrijd laten gebeuren, en ik ga er van proberen genieten als nooit tevoren. Ik ga de afwezigheid van David ombuigen van een nadeel naar een voordeel : niemand om achter te jagen. Ik ga de tactiek een beetje wijzigen : ik ga rustig starten (bij de zwemstart ga ik me helemaal achteraan positioneren), ik ga gans de wedstrijd alles op 't gevoel doen en geen eindtijd in de gaten houden, gewoon alles op me af laten komen en naar mijn lichaam luisteren. Het duwtje in de rug om het eens zo aan te pakken komt van Norbert, die reageerde op mijn blog item van donderdag : hij is een ervaren rot en heeft niet minder dan 22 Iron Mans op zijn palmares staan en hij mailde me het volgende : "Focus op jezelf en niet op tijden van vorig jaar of concurrent"
Aangekomen met mijn ouders aan de wisselzone is het al duidelijk dat het andere omstandigheden worden dan de kille koude van 2009. Het is nu al 20 graden en de temperaturen zullen die dag oplopen tot 30°C.
SWIM
Het startschot gaat af, en ik laat de hele meute voor mij het water in stormen, bij de laatste van de meer dan 1000 individuele atleten start ik aan de zwemproef, en wat levert me dat op : wel ik blijf bespaard van de chaos in het begin. Rond mij liggen allemaal mensen die rustig willen starten, en dat scheelt een slok op een borrel. Maar ik zwem wel beter dan de meeste van die atleten, en dus er begint al in het meer een grote inhaalbeweging. Daardoor kom ik af en toe toch in situaties terecht waar ik boogjes moet zwemmen rond tragere groepjes waar ik niet tussen kan, dat is dan weer een nadeel. Bij de eerste grote boei (keerpunt ik schat na quasi 750 meter) ben ik blijkbaar al in het peloton verzeild geraakt, en ik kom daar terecht in een ordinaire streetfight. Het gaat er daar echt hevig aan toe, en er zitten duidelijk een paar heethoofden bij die hetzij over toeren hetzij in paniek geraken. Daarna is er een zalig stuk waar je continu de bodem ziet en waar je dus jezelf ziet vooruitgaan in het water. Ik kom op snelheid en begin echt wel krachtig te zwemmen, Na 1400 meter moeten we eventjes het water uit om er onmiddellijk weer in te springen voor de laatste 500 meter. Ze noemen dat "une sortie Australienne, vraag me niet waarom.
Ik kom helemaal fris uit het water, en blijk voor mijn doen een fantastische zwemtijd neergezet te hebben : 1900 meter in 36m28s, en de eerste minuut stond ik gewoon op het strand te wachten..... In 2009 kwam ik na 1500 meter na 40 minuten uit het water. Nu kom ik na 1900 meter na 40 minuten met mijn fiets uit de wisselzone. Leuk gevoel!
KLIMMEN EN ZEVEREN
Het fietsparcours in Gérardmer is adembenemend schoon maar ook ontiegelijk lastig. In een goede 93 km worden 1900 hoogtemeters overwonnen. Dit doen we door 3 rondes te rijden waarin telkens 3 collekes zitten, 1 kortere klim van pakweg 800 meter en een paar stukken vlas plat. Voor de rest een paar schitterende afdalingen. In 2009 heb ik me opgeblazen tijdens het fietsen, dat wou ik nu absoluut vermijden. Alles dus een klein beetje op reserve rijden, en telkens ik twijfelde tussen 2 versnellingen kiezen voor de lichtere, waardoor je net iets meer op souplesse rijdt dan op kracht. En voor de rest af en toe wat recuperatie inbouwen. De terreinkennis van 2009 was natuurlijk goud waard, al laat je geheugen je af en toe toch een beetje in de steek. Net voor de laatste bocht van de Col des Feignes stamp ik een halve reep Power Bar in mijn mond, maar die laatste bocht blijkt niet de laatste bocht te zijn, maar er volgt nog een steiler stuk van een kleine kilometer. Met een mond vol plakkerige suikerige bananenreep in je mond moet je eens proberen naar adem te happen. Moet een schoon zicht geweest zijn.
Het fietsgedeelte was één groot genot, ik heb genoten van de uitdaging van het klimmen en dalen, van de omgeving en af en toe zitten lachen en zeveren met mede-atleten. Op een stukje van 15% stijgingspercentage op de Col des Feignes stak ik plots luidkeels "Le plat pays qui est le mien" van Jacques Brel op gang. Er waren er een paar in mijn buurt die bijna van hun kader vielen van 't lachen.
Toen er een Fransman naast mij kwam rijden om me enkel te zeggen "quel beau vélo", en ik daar een apetrots gevoel van kreeg, begon ik me wel af te vragen of ik niet heel erg begon te lijken op die kerels die de zondag hun auto staan op te blinken, en waar ik altijd enorm mee moet lachen.
Soit, ik daalde voor een laatste keer het dal in naar Gérardmer, en na 93 km en 1900 hoogtemeters, voelde ik me eerlijk gezegd nog vrij fris. Ik had er ook een kleine 8 minuten langer over gedaan dan in 2009. Missie volbracht, ik wou immers frisser aan het lopen beginnen dan toen.
De fietsgegevens : 93,79 km met 1903 hoogtemeters in 3u29m40s, da's een gemiddelde van 26,8 km/u (de profs doen het ongeveer aan iets meer dan 30 km/u). gem HSL 143; max HSL 170; max snelheid 65,9 km/u
En dan ..... de waanzin
Ook voor het lopen - zelfde tactiek - niet te veel naat de tijd of naar het tempo kijken, gewoon op het gevoel lopen..... en het zou wel loslopen. Bij het begin werkte die instelling fantastisch - ik liep niet, ik zweefde over de tarmac. Drie ronden van meer dan 7 km stonden er op het programma. In elke ronde zitten er 2 klimmetjes van ongeveer een kleine kilometer, en nog 2 korte klimmetjes van pakweg 250 meter : samen goed voor niet minder 325 hoogtemeters op een halve marathon. Ondertussen hing er ook een ronduit verzengende hitte in het dal. Het zweet stroomde van mijn lijf.
De eerste 7 km liep ik kilometers tussen de 4:14 en de 4:40, echt een zeer mooie ronde. Maar na kilometer 6 ging het eigenlijk helemaal de verkeerde kant op. Ik voelde mezelf ongelooflijk verzwakken, had verschrikkelijke pijn in gans mijn lijf... Ze hebben daar mooie termen voor hé : man met de hamer, een tikje krijgen, 't licht efkes uit, .... enzoverder. Maar dat verdoezelt eigenlijk alleen maar wat het echt is : doffe ellende. Je zit plots helemaal tegen je grens aan, en je loopt af te zien als een beest. Ik weiger tijdens een loopwedstrijd of triatlon te wandelen, maar in de volgende 15 kilometer heb ik meerdere keren mezelf heel zwaar moeten overtuigen om toch niet toe te geven : de hitte, het zware parcours en waarschijnlijk ook de uitputting zo op het einde van het seizoen eisten een heel zware tol. AAn kilometer 7 stond mijnpersoonlijke bevoorrading met mijn zeer natriumrijke rehydratatie-drank. Daar keek ik enorm naar uit. maar bij die post aangekomen bleek mijn sportdrank spoorloos (het enige minpunt voor een voor de rest vlekkeloze en uiterst charmante organisatie). Ik zou me dus nog meer dan een uur meoten behelpen zonder rehydratatiedrank. Vanaf dan heb ik de wedstrijd ingedeeld in stukken - ik zou telkens lopen naar het volgende aid station (3 per ronde) daar stoppen, 2 bekers cola in mijn kas gieten (een echte caffeïne shot), eventueel een beker water (en op één aid station efkes 2 seconden onder een ijskoudd douche gaan staan) en dan onverrichterzake doorlopen. Telkens ik aan zo'n aid station kwam was ik de uitputting nabij, maar het lukte me om telkens weer te genieten van de 'shot' cola en om terug het lopen te hervatten.
Wat ik ondertussen gezien heb rond mij grenst aan het ongelooflijke : ik heb nog nooit zoveel mensen gezien die al wandelend verder moesten, die er krampen aan het uitmasseren waren, ...en hier en daar lagen atleten langs de kant van de weg uitgeteld met een paar Rode Kruis mensen errond. Vijftig meter voor een aid station (na de zwaarste helling) zag ik een man achter een haagje liggen, ik vroeg hem ("ca va monsieur?), hij kon enkel zachtjes nee knikken, ik liep onmiddellijk naar het aid station en verwittigde daar het Rode Kruis ("un homme en danger là bas" of zoiets moet ik gezegd hebben) . Op een triatlon zie je soms toestanden, maar 't is de eerste keer dat het zo overweldigend was. Ondertussen was ik zelf ook erg aan het afzien, en kreeg ik ook hier en daar beginnende krampen, maar het aanzicht van de ellende rond mij sterkte mij wel; "Verdoeme, ik blijf het blijkbaar toch volhouden, deze calvarietocht". Net voor ik de finish bereikte (50 meter schat ik) lag er dan ook nog eens een mens buiten bewustzijn op de weg - 50 meter voor de finsh zeg - niet te geloven... Ik botste zowat op een Rode Kruis medewerkster die kwam aangestormd om de man te helpen, en liep toen - aangemoedigd door mijn vader en moeder - mijn laatste meters. Een enorme ontlading! Wat voor dag was dit zeg. Ik was verschrikkelijk fier dat ik deze editie 2011 van Gérardmer op mijn palmares mag schrijven.
De loopgegevens : 21,73 km met 350 hoogtemeters in 1u 51m59 (1u50m27 lopen ; 1m30 seconden aid station time) - een gemiddelde van 11,8 km/u. En om maar een idee te geven van de zwaarte : gemiddelde hartslag 164; max hartslag 175 - dat betekent 21,73 km volledig in het rood!!! (2 minuten sneller dan 2009)
Eindtijd : 6u05m27s De posities zijn wat raar omdat in de uitslag zowel de teams (1 iemand zwemt, 1 iemand fietst, 1 iemand loopt) als de individuele deelnemers door elkaar staan. Ik ben dus 373e geëindigd maar van de individuele atleten ben ik 337e, en ik ben 65e in mijn leeftijdscategorie. Ik was 761e uit het water, kwam als 529e van de fiets (499e fietstijd) om uiteindelijk bij het lopen dus nog een kleine 200 atleten in te halen (291e looptijd) Van de 1300 atleten (individuelen en teams) zijn er 1150 aangekomen (meer dan 10% opgaves).
Bekomen
Na de finish ben ik een kwartierke niet echt zeer helder geweest moet ik zeggen. 't Was alsof het licht nu eens uit, dan weer aan ging. Eerst een paar minuten net achter de finish over een reling gehangen, daarna een medaille in ontvangst nemen van een manneke van 4 jaar (schat ik) (hoe charmant!) en een kort babbelke met de race director. Dan in de eettent plots weer 't licht uit (gewoon met je hoofd op tafel liggen en begot niet weten hoe je je weer gaat rechtzetten straks), dan naar de rode Kruistent in de overweging om toch aan een baxter te gaan liggen, maar daar binnengekomen de mensen zien liggen die er echt erger aan toe zijn (amai zeg), en dan toch maar beslist om het zonder baxter te doen. Ik kwam er ondertussen beetje per beetje door. En toen ik uiteindelijk mijn verhaal kon doen aan een Belg die ik ook al had ontmoet in Zurich, en aan mijn ouders (dikke merci voor het supporteren!!!!!!!!!!!) kwam ik weer helemaal boven water. Al zal het lichaam toch serieus moeten recupereren, denk ik.
Maar Gérardmer, als het van mij afhangt, dan kom ik nog terug....
Vrijdag 02 september : atleten, blues en Morrissey
Na een lange autorit met mijn ouders, die morgen mijn enige aanwezige supporters zullen zijn, komen we aan in Gérardmer. Ik zie de fietswisselzone, hoor de muziekinstallatie die de organisatie net aan het testen is (Massive Attack), en ... het bekruipt me plots, dat gevoel van "Merde, dat is toch ongelooflijk spijtig dat David hier niet is." Samen naar een wedstrijd gaan, samen het meer monsteren, samen de sfeer opsnuiven, samen telkens weer de triviale gesprekken voeren over de wedstrijd en zo.... het blijkt toch een enorme waarde te hebben. Triatlon zonder David, nee het is niet hetzelfde. Het gevoel zal me de rest van de dag meerdere keren bekruipen : dat heeft natuurlijk ook te maken met het internationale van de wedstrijd (3 dagen weg), met het feit dat Iris en de kinderen er ook niet bij zijn, en met die al te goed gekende blues die een atleet sowieso bekruipt de dag voor een grote wedstrijd : "wat doe ik hier eigenlijk? Is dit nu echt nodig? Waarom niet gewoon een pintje staan drinken in de kantine tijdens de voetbaltraining van mijn zoon bijvoorbeeld" Ik weet ook dat dat gevoel morgenvroeg omgeslaan zal zijn in een grote goesting om de wedstrijd aan te vangen, dus ...we sleuren ons er wel door natuurlijk, maar ook dat verloopt lastiger op je eentje dan met een maat erbij die hetzelfde voelt.
Ik slaap wel zalig de dag voor de wedstrijd, wordt om zes uur wakker, leg me nog wat te rusten met mijn iPod, en het eerste nummer dat mijn shuffle kiest : "Suedehead" van Morrissey (klik hier). En dat nummer start met de woorden "Why do you come here?", een hilarisch toeval... Maar het vizier staat scherp....ik heb enorm veel zin in de wedstrijd en ga er ongelooflijk van genieten.