De voorbereiding
Vrijdagnamiddag komen we (David, ik en mijn grootste supporter, mijn vader) aan in Gérardmer : het regent. Af en toe valt het water zelfs met bakken uit de lucht. Onze mond valt open als we het meer zien, het lijkt wel tekeer te gaan als een wilde Noordzee. Maar de weersvoorspellingen van de plaatselijke bevolking zijn goed « Demain il fait le grand beau ». Inschrijven en fiets afgeven aan de wisselzone, en dan snel naar het hotel en rusten s Avonds een eenvoudige pasta met onze supporters, die ondertussen ook aangekomen zijn, en dan bedje in
.. voor een woelige nacht. Das absoluut niet mijn gewoonte voor een wedstrijd, maar deze keer slaap ik dus slecht. In de nacht kan alles zoveel dramatischer zijn dan overdag, en twee dreigingen blijven maar door mijn hoofd spoken. 1. een start met duizend man vanop het strand. Hoe zal dat aflopen ? 2. stel je voor dat die afdalingen er morgen nat en glad bijliggen, ik heb geopteerd om mijn tijdritfiets mee te nemen en niet mijn koersfiets, was dat dan wel de juiste keuze?
De volgende dag blijkt dat allemaal verschrikkelijk mee te vallen. Mijn zwemstart is goed, en ik daal zeer goed vandaag, en lig soms aan 70 km/u nog op mijn stuurtje. Heerlijk ! Eens ik s morgens de laatste voorbereidingen tref in de wisselzone aan mijn fiets, vloeit alle stress weg, en voel ik vooral heel veel zelfvertrouwen. Het is bovendien droog maar friskes. Ideaal weer dus.
De wedstrijd : het relaas
Vijf minuten voor de wedstrijd : ik sta rechts achteraan op het strand te blinken in mijn nieuwe wetsuit. Ik focus me, en voel veel zelfvertrouwen. Het water ligt er rustig bij en die zwemstart boezemt me geen angst meer in.
Zwemmen 1900 m
Als het startschot gaat, duurt het nog wel een minuut alvorens ik in het water ben (gans de meute voor mij moet er eerst in). Het gaat onmiddellijk goed, want ik schuif op in het peloton. Spijtig genoeg kom ik ergens in de buik van een peloton terecht en kan ik nooit echt goed doorzwemmen omdat er geen doorkomen aan is. Dit is zwemmen op 90% van mijn mogelijkheden. Ondertussen krijg ik plots een enorme kaakslag van een zwemmer met een nogal wijde uitzwaai en daar ben ik efkes enkele seconden niet goed van. Na de tweede boei zie ik rechts een gaatje, en ik beslis om het peloton te verlaten, en er gewoon 10 meter rechts van te zwemmen. Helemaal op mijn eentje met het peloton links van mij. Het voordeel is nu dat ik ongehinderd aan 100% kan zwemmen, en dat ik niet naar de boeien moet kijken (gewoon het peloton links van mij houden). Het werkt en ik schuif goed op. IK voel ook dat ik goed aan het zwemmen ben. Ik had aan Iris gezegd dat ik bij een goede zwemproef op ongeveer 42 minuten uit het water zou komen. Maar ik overtreft mezelf, en ben na een goede 40 minuten al aan wal. En dat ondanks het gedrum in het peloton en de minuut op het strand. Zeer goed gezwommen.
T1
De wisselzone is anders dan anders. Je gerief staat niet bij je fiets, maar hangt in een zak aan een genummerde haak. Wisselen doe je in een wisseltent. Die tent zit vol, ik wissel dus buiten. Het gaat redelijk vlot ondanks de chaos, loop naar mijn fiets en ben er mee weg.
Fietsen
Wat een schitterend parcours ! Verschrikkelijk zwaar dat wel, 3 rondes van 31 km met telkens 3 cols. Het gaat echter zeer goed. "Zou ik dan toch een superdag hebben". Ik vlam op de weinige vlakke stukjes...en ook op elk vals plat, klim goed op de cols, en
ik daal vandaag ook zeer goed. Op al die stukken steek ik heel veel atleten voorbij, maar vooral op de cols is het opvallend : per col laat ik zeker 30-40 man ter plaatste staan. In de tweede ronde komt Peter Lissens, mijn leermeester van vroeger, in mijn buurt, maar ik laat hem zowel op de col des Feignes als op de col de Grosse Pierre, 2 keer ter plaatse. Na de Feignes komt hij nog terug in de afdaling (ik ga kort daarna even den decor in bij een slecht ingeschatte bocht, maar zonder te vallen), na de Grosse Pierre niet meer. Die afdalingen zijn een pure kick, je ligt op je tijdritfiets en haalt snelheden van 60 à 70 km/u. Maar de weg is volledig verkeersvrij dus das allemaal perfect te doen.
Mijn vader heeft post gevat op de col de Poli (de eerste col kort na Gérardmer). Bij de 2e beklimming roept hij me dat ik 10 minuten na David doorkom, bij de 3e beklimming van die col blijk ik nog steeds slechts 10 minuten na David te zitten. Ik rij dus even sterk als hem. Waow ! Die informatie wou ik liever niet hebben, maar nu ik het toch weet, « ik denk dat vandaag de dag wordt waarop ik David klop op de halve afstand ». Maar op de 8e col, de laatste keer Col des Feignes gaat plots het licht uit. Compleet ! Ik sta bijna stil, krijg de kleinste versnelling met moeite rond. Boem patat ! Ik blijf rustig, want ik recupereer vrij snel dus dat zal nu ook wel zo zijn, maar
niks is minder waar. Op de Feignes komt Peter Lissens me ook voorbij gereden, en die zal ik niet meer terug zien. Zelfs de afdaling van de Feignes (met tegenwind) loopt niet lekker, en als ik daarna de laatste keer de col de Grosse Pierre op moet (met een stuk van 16%), doet werkelijk alles pijn, en ik kom niet vooruit. Boven op de col ben ik één brok ellende. Gelukkig kan ik vandaaraf mij als een steen laten vallen naar Gérardmer, al is er nog één kort klimmetje in Bas-rupt. De vorige 2 passages op het groot mes gepakt die klim, maar daar is nu geen sprake van.
T2
Ondanks de afdaling maar Gérardmer, voel ik me een wrak als ik mijn fiets afgeef aan de wisselzone. Ik doe een minder vlotte wissel, en begin vol goede moed
Lopen
.en aan een aardig tempo aan de 21km. Maar dat tempo hou ik nog geen kilometer vol. Mijn lichaam is leeg, compleet leeg. Die klop op de cOl de Feignes kom ik niet meer te boven. Tot overmaat van ramp steken er krampen op in de spieren boven mijn knieën. Er zitten 3 klimmetjes in elke loopronde, en bij die klimmetjes komen de krampen telkens terug. Na kilometer 1 sta ik dus stil, en sta ik mezelf te masseren. Na kilometer 2 opnieuw. Telkens kan ik verder lopen, maar het tempo dat ik hier loop, is gewoonweg zielig. Een paar keer probeer ik het tempo terug op te schroeven, maar mijn lichaam staat het blijkbaar niet toe. Ik zit heel erg diep in die eerste ronde, en zie het eerlijk gezegd niet meer zitten. Het kost me wat tijd om de knop om te draaien, en te aanvaarden dat het doel nu wordt om « te finishen ». Eén van mijn moeilijkste triathlonmomenten tot nu toe : ik moet mijn loperstrots opzij zetten, en dat terwijl ook mijn brein niet echt meer goed functioneert. Bij de 1e doortocht, stop ik bij Iris, en vraag hoe ver het nog is. « Hoe ver het nog is !? » Blijkbaar werken ook de hersencellen niet goed meer, 21 min 7 is 14 hé Christophe. De laatste 14 km kan ik alleen beschrijven als een calvarietocht. Een slakkentempo, de hartslag die slechts hangt tussen 145 en 152, maar het lichaam dat niet toestaat dat je in 4e laat staan 5e versnelling overgaat. Doodjammer en heel frustrerend ! Bovendien moet ik nog 2 keer stoppen om alweer de krampen uit mijn bovenbenen te masseren.
En toch groeit er tijdens dat lopen ergens een fierheid. Trots ben ik dat ik in deze omstandigheden toch weer finish, dat ik geen opgever ben, dat ik niet nukkig uit een wedstrijd stap als ik geen topprestatie kan neerzetten. De finish is letterlijk en figuurlijk hinken op 2 gedachten : de pijn en de ontgoocheling langs de ene kant, maar anderzijds ook de enorme fierheid : « ik heb al elke triathlon die ik gedaan heb uitgelopen. » En ja, ook nu overheerst de fierheid.
Wat liep er mis ?
Hoe komt het eigenlijk dat ik die klop op de col des Feignes niet te boven gekomen ben ? Hoe komt het dat mijn lichaam zo reageert ? Als sporter moet je je niet bezig houden met uitvluchten, de uitleg is altijd op dezelfde plek te vinden, nl. in je voorbereiding. Je oogst wat je zaait. En als je niet die topoogst hebt, dan heb je misschien niet gezaaid zoals het moest.
IK heb dit seizoen gepiekt naar Brasschaat, en het werd een topper. Mijn snelste wedstrijd ooit. In de zomer heb ik gepoogd om de conditie op peil te houden, om in Gérardmer opnieuw te pieken. Ik denk dat ik deze zomer 2 fouten gemaakt heb. Na Italië (eerste deel van juli) ben ik niet meer gaan klimmen. Ik had nog wat ritten in de Ardennen moeten doen om Gérardmer voor te bereiden. Ik heb teveel geteerd om mijn klimtalent, dat er onmiskenbaar is. En
.ik heb eigenlijk geen ritten boven de 100km gedaan (eventueel gecombineerd met nog een korte looptraining daarna).
De kwart triathlon in Berlare op 1 augustus was zeer goed, maar heeft ook gecamoufleerd dat mijn uithouding begon te tanen. De weerstand was nog steeds super, maar hoe lang zou ik het kunnen uithouden?
Opnieuw een les geleerd dus. De vorm van Brasschaat was er niet meer . In Brasschaat was ik top, nu zat ik onder die vorm, maar ik heb wel proberen rijden alsof ik die vorm nog had. Gevolg : 2/3 van de wedstrijd super ; 1/3e calvarie.
Wonderschone en eerlijke sport, die triathlon.
Gérardmer : de analyse
Natuurlijk ben je ontgoocheld als je als loper zon zwakke 21 km loopt, maar een koele analyse van mijn resultaten duidt toch ook op een zeer sterke vooruitgang dit jaar.
Met mijn 6u03m45s eindig ik 346e van de 954 starters, en 74e in mijn age group. Eigenlijk een puike prestatie.
In detail :
Zwemmen 0:40:32 (757e tijd) Wisselzone 1 0:04:18 (299e tijd) (661e na T1) Fietsen 3:21:55 (253e tijd) (325e na het fietsen) Wisselzone 2 0:03:06 (471e tijd) (332e na T2) Lopen 1:53:52 (448e tijd) (346e)
Meer dan 200 zwemmers achter mij gelaten, eindelijk hoor ik bij het peloton, zeker als je ziet dat ik daarna door een snelle wissel 96 atleten voorbijsteek in die wissel. Dat zijn dus 100 mensen die net voor mij uit het water kwamen. IK ben er eindelijk bij, en dat geeft een enorme voldoening na al die jaren werken aan mijn allerzwakste discipline. Tijdens het fietsen ben ik dan opgeschoven van de 661e naar de 325e plaats. Als je weet dat ik de laatste 2 cols bijna stilstond, dan moet ik op een bepaald moment waarschijnlijk rond de 250e plaats gehangen hebben,
.. en dus zowat 400 fietsers ingehaald hebben. De 3e ronde heb ik 10 minuten trager gefietst dan de eerste 2. Een fameuse klop dus. Mijn looptijd is voor mij beschamend (11,1 km/u verschrikkelijk), maar toch blijf ik dus nog net bij de eerste helft van de lopers. Voor de eerste keer in mijn triathlon-leven verlies ik plaatsen tijdens het lopen.
Als ik terugkom naar Gérardmer, en daar heb ik wel heel veel zin in, en ik kan pieken naar deze wedstrijd zoals ik dit jaar naar Brasschaat piekte, moet ik volgens mij binnen kunnen komen in 5u40-5u45. Gérardmer, you still aint seen the best of me !
07-09-2009, 14:16 geschreven door christophe 
|