Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 11-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kon men dat ook van ons zeggen - Doopsel van de Heer A 2013 - Ria

    Doopsel van de Heer A 2013 - Zaterdag 11 en zondag 12 januari 2014

    Eerste lezing: Handelingen van de Apostelen 10, 34-38 - 'Gezalfd met heilige Geest'
    EvangelieMatteüs 3, 13-17 - 'Jezus' doop in de Jordaan'

    Het evangelie van vandaag, een welbekend verhaal! 
    Om er toch nog op een zinvolle manier een preek aan te wijden, moet ik U eerlijk bekennen dat ik mijn licht ben gaan op steken bij diverse en meer onderlegde auteurs, zoals daar zijn de Dominicanen en een tijdschrift dat op de parochies ter inzage ligt.
    Ik wil vooreerst een reisherinnering aanhalen die ik in het betreffend tijdschrift vond en ik citeer de schrijver van het artikel:
    “In Griekenland woonde ik ooit een doopsel mee. De doopvont was een grote ketel met warm water. De dopeling (een jong kind) werd helemaal uitgekleed, overhandigd aan de priester en driemaal volledig ondergedompeld terwijl de drie namen van God werden uitgesproken: Vader, Zoon en Heilige Geest. Huilend en spartelend kwam het kind driemaal weer boven en triomfantelijk werd het door de priester aan alle aanwezigen getoond. Het was een ontroerend (zij het luidruchtig ) gebeuren.”

    Maar wat gebeurt er in dit ritueel? 
    Je zou kunnen zeggen dat hier op de eerste plaats de geboorte wordt nagespeeld. Immers, als we geboren worden verlaten we de warme moederschoot en komen we huilend de koude wereld binnen. 
    Op de tweede plaats is het doopwater een symbool voor het leven zelf: het kan een warm bad zijn, maar je kan er ook in verdrinken; het leven is heel gevaarlijk. Driemaal wordt de pasgeborene in het water ondergedompeld, stevig vastgehouden door de priester. Driemaal gaat hij kopje onder, maar hij komt weer boven, terwijl de namen van God uitgesproken worden. 
    In het ritueel van de doop spreken we ons vertrouwen uit dat we in het leven worden vastgehouden door de handen van God. Dat we met zijn hulp niet echt zullen ondergaan.

    Tot zover de reisherinnering en de bedenkingen erbij van de schrijver.
    Het doopsel van Jezus, als volwassen man, door Johannes in de Jordaan, was anders. Johannes riep op tot bekering, tot bezinning en veranderen van richting in het leven. Omkeren, een andere weg volgen. 
    Jezus ging onder in het water maar om daarna terug op te stijgen. En Jezus zag de hemel opengaan, Hij zag de Geest in de vorm van een duif neerdalen en hoorde een hemelse stem.

    Het doopsel van Jezus heeft een belangrijke plaats in het evangelie. In de doop wordt bevestigd wie Hij is.
    Na zijn doop begint Jezus aan een heel nieuw leven, een leven in dienst van de mensen en een leven in dienst van de boodschap die Hij moet brengen. Hij trekt zich terug in de woestijn om in afzondering en meditatie de weg te vinden die Hij moet gaan. De verleidingen door de duivel vertellen Hem dat deze weg niet over rozen zal gaan. Het is na de periode van bezinning dat Hij medewerkers rond zich verzameld, de rest van het verhaal kennen we. Of Jezus zelf gedoopt heeft, staat nergens vermeld, wel dat Hij de apostelen die opdracht gegeven heeft.

    Jezus wijst ons de weg naar het doopsel, ook wij worden “schoongewassen” in het water van de doop. Als we als Christenen onze doopselbeloften ernstig nemen, is het om eveneens af te dalen naar de minste mens zoals Jezus deed, om ons bij tijd en wijle te laten onderdompelen in het menselijk lijden dat van anderen en van onszelf, het niet uit de weg gaan, om eruit op te stijgen, om vervuld van Gods Geest, eruit op te staan en als herboren nieuw en anders , er mee om te gaan.

    Vandaag vieren we eigenlijk de verjaardag van ons eigen doopsel, bedoeld om ons eraan te herinneren dat ook wij na water ook gezalfd werden met heilige olie waarbij gebeden werd om de Geest van Jezus. Wij waren toen een “geliefd kind van God”! Wij kregen toen ook de opdracht te gaan leven in Zijn geest.
    Na het doopsel begint het echte werk: als gedoopte zijn wij allemaal geroepen dat koninkrijk van God dichterbij te brengen. Niet door stemverheffing en geweld maar door binnen onze eigen mogelijkheden heilzaam te zijn voor zwakkeren. Er zijn gelukkig mensen die “bevlogen” zijn van die heilbrengende Geest en je mee trekken over lijden en dood naar een verrassend nieuw leven.

    Wanneer iedere gedoopte daar werk van maakt, dan verandert de wereld. Dan is de Kerk het volk van gedoopte mensen- een licht voor de wereld.
    Als slot wil even terug gaan naar een vers uit de eerste lezing waarin Jesaja over de dienaar van de Heer spreekt en dan denken wij aan Jezus:
    Hij roept niet en schreeuwt niet, Hij laat zijn stem niet horen op straat,het geknakte riet zal Hij niet breken en de kwijnende vlaspit blaast Hij niet uit, werkelijk Hij zal recht brengen.
    Kon men dat ook van ons zeggen!

    11-01-2014 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een heilige familie... - Heilige Familie A 2013 - Marc

    Feest van de Heilige Familie A 2013 - Zaterdag 28 en zondag 29 december 2013

    Eerste lezing: Sirach 3, 2-6.12-14   - 'Het eren van de ouders'
    EvangelieMatteüs 2, 13-15.19-23  - 'Vlucht naar Egypte'

    "Sometimes I feel like a motherless child....
    Velen zullen dit lied van Paul Robeson nog kennen. Het is oud slavenlied, het zingt van heimwee naar het beloofde land waar de hulpelozen gerechtigheid en bescherming zullen vinden. Ze waren hulpeloos als een kind zonder moeder, van wie kan dat nog hulp verwachten? Een kind dat geluk heeft, vindt de eerste hulp bij een moeder en een vader.
    Nu is het een kernpunt van ons geloof dat we in een hulpeloos kind God herkennen. 

    Dat kind wordt toevertrouwd aan een man en een vrouw, het wordt opgenomen in een familie. 
    Een heilige familie, en heilig, dat is: voorbeeldig. 
    Een open deur stamp ik in, als ik vertel hoe levensnoodzakelijk een familie is. De eerste lezing schildert de ideale omgang tussen ouders en kinderen. Maar het gaat vandaag niet alleen over het 'standaardgezin', man vrouw, kinderen, een stabiele situatie, voor God en de wet verbonden.
    Want als ik de evangelies letterlijk neem, lees ik dat het gezin van Jezus, Maria en Jozef  niet direct een standaardgezin is. Maria was zwanger voor haar huwelijk. Jozef wist daar niks van. En, als we Lucas volgen, lezen we daar dat hij met zijn verloofde naar Bethlehem trok. Ze waren toen zelfs nog niet getrouwd. Maar Jozef was 'ne serieuze mens'. 

    Hij nam zijn lief en haar kind ter harte. Om het met een moderne term te zeggen: dit is een nieuw samengesteld gezin: een man zorgt voor een kind, dat het zijne niet is. Als we vandaag het feest van de heilige familie vieren, eren we allen die naar dat voorbeeld proberen te leven, ook in moderne gezinsvormen. 
    En bij uitbreiding, eren we alle mensen die zorg voor anderen willen dragen, waar hulpelozen aanvaard en gekoesterd worden en beschermd met een 'moederlijke' bezorgdheid, dat wil zeggen: vanuit een groot hart. Vanuit de ogen van de hulpelozen kijkt Jezus ons aan: wat we voor hen doen, doen we voor hem, zal hij later zeggen. Zo worden ook wij opgenomen in die heilige familie.

    Zonder bescherming zijn de hulpelozen weerloos. Dat horen we vandaag ook in het evangelie. 
    Terwijl Jezus in Egypte verbleef, vindt de kindermoord in Bethlehem plaats. Vanaf het begin is Jezus in levensgevaar, hij is nergens veilig. Vanaf het begin zit hij in de hoek waar de klappen vallen. Het Egypte in het evangelie is niet alleen dat oude rijk waarin Israël in slavernij leefde. Het is ook het moderne Egypte, heel het Oosten, heel de wereld, waar hulpelozen afhangen van de sterken. Dikwijls krijgen ze in plaats van brood verwijten, onrecht, of erger bommen op hun hoofd. Dikwijls zitten ze in de hoek waar de klappen vallen.

    In de hoek van de hulpelozen is Jezus te vinden. 
    En zoals hij bij zijn geboorte wordt toevertrouwd aan goedwillende mensen, worden al die hulpelozen in wie hij ons aankijkt, toevertrouwd aan ons, tenminste als wij van goede wil zijn. Wij zijn geen supermensen, we zijn zelf ook dikwijls machteloos en hulpeloos, maar we geloven in goedheid. Het evangelie roept ons op om zoals Jozef ons te ontfermen over zwakken. Het roept ons op om op te staan en de hulpelozen die aan ons toevertrouwd zijn, in veiligheid te brengen.  

    Dat vraagt ook sterkte, maar we vinden die niet waar mensen die dikwijls zoeken: in macht en rijkdom. We kunnen sterk staan omdat we hopen. Het evangelie laat ons niet alleen in dit hulpeloos kind onze dierbare God herkennen, die ons oproept te kiezen voor de weerlozen. 
    Er staat in de laatste zin van de tekst vandaag een raar woord: Nazoreeër. 
    Dat is een woordspeling op 'Nazareth'. Maar in het Hebreeuws verwijst het naar een jong twijgje, dat ontspringt aan de tronk van een omgehakte boom. We horen een echo van het visioen van Jesaja. Het evangelie getuigt dat uiteindelijk, als het kwade schijnt te triomferen, de weerloosheid sterker zal zijn dan de dood. God staat aan de kant van de hulpelozen. 

    Hij vertrouwt hen toe aan de goedheid van mensen. En de goedheid, ook al lijkt ze zwak en weerloos, zal het halen, zoals Jezus het heeft gehaald. Wij zijn niet gedoemd om te verdwalen als kinderen zonder moeder. 
    God heeft ons aan elkaar gegeven als gids naar het beloofde land.

    29-12-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    22-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrees niet - Vierde zondag Advent A 2013 - Hilda

    Vierde zondag van de Advent A 2013 - Zaterdag 21 en zondag 22 december 2013

    Eerste lezing: Jesaja 7, 10-14  - 'Immanuel: God-met-ons'
    EvangelieMatteüs 1, 18-24 - 'Boodschap aan Jozef€'

    Lieve mensen,
    We hebben het allemaal gezien en gehoord, Jan heeft het 14 dagen geleden ook al aangehaald, we konden er niet onderuit, Nelson Mandela, is gestorven!
    Een heel bijzondere leider, de spilfiguur tegen het apartheidsregime, een moderne Profeet, noemde Jan het! 
    En lang vóór hij gestorven was, sinds Mandela niet meer in het openbaar verscheen en het wat stiller werd rondom hem, hebben goede vrienden en medestrijders tegen apartheid, de handen in elkaar geslagen om zijn levenswerk levendig te houden…

    En zie, reeds deze week ging een film, als autobiografie van deze man, de bioscopen van Londen in!
    Zo verging het ook Jezus, twee eeuwen geleden!

    Enkele jaren nà Zijn dood, schreven zijn beste vrienden en medestanders, de evangelisten, Zijn levensverhaal neer, om het levendig te houden… En niet alleen in de streek van Galilea, of in Betlehem, of in Nazareth, of Jeruzalem werd dit verhaal verteld, neen, over gans de wereld werd het verspreid, zodat ook wij het vandaag nog zondag na zondag doorvertellen aan elkaar… 
    Vandaag lezen we, zien we, dat Jezus voor zijn vrienden en medestanders  zo een bijzonder man was, dat het niet anders kan, dan dat Hij vanaf zijn geboorte al in een bijzonder daglicht werd gezet!

    Om uit te drukken hoe deze Man van Godswege aan de wereld gegeven was, beschreven zij Zijn leven al met die bijzondere ontvankelijkheid, zowel bij Maria als bij Jozef! Vruchtbaarheid was in die tijd, zowel in huis als in de stallen, een domein dat uitsluitend de godheid toebehoorde, het was een waar godsgeschenk..
    Wij leven nu wel in een totaal andere tijd. Voortplanting is wetenschap geworden en vruchtbaarheid hebben we onder controle, zelfs meer dan dat: want zovele mensen worden vandaag geholpen door ‘in vitro inseminatie’…
    En iedereen van ons, die in de familie- of vriendenkring een koppel kent dat met deze wetenschap geholpen is, weet wat een verschrikkelijk moeilijk weg, ja zelfs lijdensweg, deze mensen moeten gaan… 

    Met dit evangelie durf ik zelfs zeggen, ze gaan de weg van Jozef en Maria.
    Het gaat in het evangelie over  twee mensen die mekaar liefhebben, die in hun plannen gestoord worden door een zwangerschap en niet kunnen geloven dat dit feit past in Gods plan, dat dit gebeuren van God uitgaat.
    Maar ook vandaag gaat het altijd over twee mensen die elkaar liefhebben en wiens plannen gestoord worden door een zwangerschap. Ook vandaag stellen deze lieve mensen de vraag,: “Waarom moet ons dat overkomen? Is dat Gods plan met ons, is dat het leven?…

    Jozef gaat door veel slapeloze nachten en weet niet hoe hieruit te komen… tot hij zich durft overgeven aan Gods bevrijdend woord: "Ge moet niet bang zijn, volg de weg van uw hart.." Pas dan krijgt hij een totaal ander uitzicht: nooit gedacht, nooit vermoed. 
    Ook al die koppels vandaag, die twee lieve mensen die mekaar zo gaarne zien en een gezinnetje willen, moeten door zoveel slapeloze nachten… Pas wanneer ze kunnen geloven in hun artsen, in de vele mensen rondom hen die hen willen en kunnen  helpen, komen ze enkele stappen vooruit. 
    Pas wanneer ze de pijn van de niet vanzelfsprekendheid, van die nog onvervulde wens,  een beetje kunnen aanvaarden als de enige weg om hieruit te geraken groeit er een ommekeer, groeit er vertrouwen en geloven dat ook zij eens hun kindje in hun armen mogen nemen, wiegen en koesteren… Dan groeit stilaan het vertrouwen met de woorden “ge moet niet bang zijn en durven ze hun hart te volgen”… dàn kunnen ze er tegenaan en trekken ze verder op de nog ongebaande weg vol van hoop!
    Die ommekeer bij Jozef, kan ook onze ommekeer zijn.

    Lieve mensen, bouwen we niet allemaal een beetje onze zekerheden op wetenschap, lopen we niet allemaal wat in het gareel van de rationaliteit: zoveel moet wetenschappelijk verantwoord zijn, zoveel willen we onder controle hebben, zovele risico’s willen we goed verzekerd zien. 
    En dan komt er plots een onverwacht gebeuren! 
    Door een reorganisatie op het werk krijgt Mama haar C4, of Papa doet een beroerte met een halfzijdige verlamming als gevolg. 
    In ieder geval iets dat niemand had voorzien. Iets waarmee niemand rekening had  gehouden. Onze zekerheden zijn plots geen zekerheden meer. Onze wereld stuikt in mekaar.

    Gaan ook wij dan niet door vele slapeloze nachten? Gaan we dan ook niet bang zijn, verdrietig en teneergeslagen? Tot we zien en voelen, hoe we geholpen door de vele goede mensen om ons heen, door deze pijn geraken….
    Artsen , verpleegkundigen, verzorgende, psychologen, brengen ons op de hoogte, helpen ons te begrijpen wat er allemaal gebeurd in het ziekenhuis met onze man of met de beroerte die heeft toegeslagen… 

    Buren en vrienden branden kaarsen, iemand die naar Lourdes gaat brengt een flesje wijwater mee… zelf beginnen we terug een kaarsje te branden, bidden en smeken we ’s avonds in alle stilte om werk of om genezing…Op die momenten betrappen we ons erop hoe we ons tot God durven keren en durven luisteren naar zijn boodschap: "Vrees niet”.

    Zo heb ik honderden mensen ontmoet in het revalidatieziekenhuis. Mensen die midden hun grootste tegenslag vroegen om voor hen te bidden, mensen die vroegen om hen op te halen voor de zondagsmis, mensen die de advent terug gingen beleven en elke bezinningstekst onder hun kopkussen legde om het tientallen keren te herlezen om God met hen te weten, om niet alleen die moeilijke weg te moeten gaan…

    “Vrees niet”, de woorden die God sprak via een engel, vóór Jezus geboorte, tegen Maria en Jozef.
     “Vrees niet” waren ook de eerste woorden van Jezus, aan zijn vrienden, de apostelen, in de verschijningsverhalen nà zijn dood…
    “Vrees niet” “heb vertrouwen”, als ik er nog niet ben, of wanneer ik gestorven ben en niet meer bij jullie… Je hoeft de weg nooit alleen te gaan zegt God. “Ik zal er zijn” was m’n naam en is nog altijd m’n naam!
    “Heb vertrouwen” Ik wil je innerlijke Kracht zijn opdat je deze moeilijke weg ten einde toe zou kunnen gaan, omdat je terug een gelukkige goede mens zou zijn… Zo hebben wij met Jezus, onze zo bekommerde God mogen leren kennen.

      “Laat warm en stil de kaarsen branden heden, 
        die Gij hier in ons duister hebt gebracht, 
        breng als het kan ons samen, 
        geef ons vrede. 
        Wij weten het, 
        Uw licht schijnt in de nacht.
        …Zo zal ik deze dagen met u leven en 
        met u binnengaan in 't nieuwe jaar.” D.Bonoeffer

    Inspiratie preek: Manu Verhulst

    22-12-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Drie keer niets - Derde zondag Advent A 2013 - Fred

    Derde zondag van de Advent A 2013 - Zaterdag 14 en zondag 15 december 2013

    Eerste lezing: Jesaja 35, 1-6a.10 - 'Dan gaan de ogen van de blinden open'
    EvangelieMatteüs 11, 2-11 - 'Ga zeggen wat gij hoort en ziet'

    De vorige weken hoorden wij Johannes de Doper prediken in de woestijn. 
    Vandaag zit hij in de gevangenis, het gevolg van een vrijmoedige uitspraak tegen koning Herodes. En vanuit die gevangenis stuurt hij zijn leerlingen naar Jezus, die intussen ook was begonnen met preken. Hij laat hen vragen: “Zijt Gij de komende, of hebben wij een ander te verwachten?” Het lijkt alsof Johannes aan het twijfelen gaat. Heeft hij wel de juiste voorspellingen gedaan?

    Hij had immers een Messias aangekondigd die grote kuis zou houden in de wereld. Die de dorsvloer ging zuiveren, de tarwe in de schuur zou verzamelen en het kaf zou verbranden in onblusbaar vuur. Hij zou zieken genezen, doden doen opstaan en gevangenen bevrijden. Vooral van dat laatste heeft Johannes nog maar weinig mogen ondervinden.
    Is er dan een conflict tussen Johannes en Jezus? Misschien wel, maar echt weten zullen we het nooit. Wat we wel weten is dat hun volgelingen het niet over alles met elkaar eens waren. Er was zoiets als een Johannesbeweging en een Jezusgemeente. 

    Het ideaal van de Johannesbeweging is eigenlijk een woestijnchristendom. Het legt heel sterk de nadruk op soberheid en spiritualiteit, op afzondering en bekering. Vandaag vinden we dat ideaal nog terug in het abdijmodel, waar broeders en zusters ook in afzondering leven, zich een beetje terugtrekken uit de maatschappij.
    De Jezusgemeente gaat naar de mensen toe. Jezus stuurt zijn leerlingen uit naar dorpen en steden. Daar moeten zij gaan getuigen en preken, daar moeten zij zieken genezen, mensen bekeren en aan armen de blijde boodschap brengen. Zij willen hun geloof vruchten doen dragen in het gewone leven van iedere dag.

    Door de hele geschiedenis van het christendom zien we dat mensen altijd hebben moeten zoeken naar een evenwicht tussen die twee levenswijzen. We hebben nood aan spiritualiteit, aan bezinning, aan stilte. Maar we hebben ook de taak om mensen in nood te helpen en bij te staan, om onrecht te bestrijden en te werken aan een betere, menselijke, solidaire maatschappij.
    De vraag van Johannes is dus begrijpelijk en het antwoord van Jezus lijkt ook heel duidelijk. Blinden zien weer, doven beginnen weer te horen, wie lamgeslagen was krabbelt overeind, melaatsen worden genezen. Samengevat: wie niet meer meekon, wie niet meer meetelde in de maatschappij, wordt er opnieuw bijgehaald, mag en kan weer volop meedoen.

    Op die manier brengt Jezus met zijn volgelingen in praktijk wat Jesaja ons voorspiegelde in de eerste lezing. Niet alleen gaat de dorre natuur weer bloeien, ook mensen veranderen en bekeren zich. Zij overwinnen hun angst en de gelovigen worden opgeroepen om de ontmoedigden weer moed in te spreken. De Messias zal de wereld veranderen!  

    Maar is dat wel zo? 
    Zijn alle problemen opgelost door een mooie preek, door een groep mensen vol overtuiging en goede wil? Maakt de Messias de wereld meteen beter? Concreet voor ons: komt de vrede tot stand, of zelfs maar een klein beetje dichterbij, als we over een tiental dagen Kerstmis vieren? Zelfs als we dat doen in een heel mooie viering met prachtige muziek?
    Zouden we ons daarvoor niet veeleer moeten richten tot staatslieden of economen, tot geleerden en technici? Zijn zij niet eerder in staat om de wereld te verbeteren, om onrecht te bestrijden? Kunnen zij niet meer doen dan biddende kloosterlingen in een abdij? Of kleine groepjes gelovigen met heel veel goede wil maar ook met heel weinig middelen?

    In zekere zin is dat wel zo, maar het kan ons niet ontslaan van onze eigen verantwoordelijkheid. Dit weekend wordt onze aandacht heel nadrukkelijk gevraagd voor Welzijnszorg. Dit jaar ligt de focus op armoede op de buiten, op het platteland. De armoede valt daar vaak minder op dan in de steden, maar ze is er wel. Er zijn vooral problemen aangaande mobiliteit en openbaar vervoer. En ook in de beperkte en moeilijke toegankelijkheid van dienstverlening en vooral in het ontbreken van voldoende betaalbare woningen.

    Opnieuw: kunnen wij dat oplossen? 
    Of moeten de beleidsmensen dat doen? Allebei eigenlijk. Zo dadelijk kunnen wij een financiële bijdrage leveren, maar straks wordt ook onze handtekening gevraagd om de problemen onder de aandacht van politici te brengen. En helpt die handtekening? Jazeker! Het probleem is dat die oproep naar onze politici nooit onmiddellijk resultaat oplevert. 
    Het duurt maanden, soms jaren, vooraleer we dat merken. En dan is de actie van Welzijnszorg meestal al een beetje uit de belangstelling. Maar bijvoorbeeld: dat bij mensen in nood nu niet meer onmiddellijk de elektriciteit wordt afgesloten, maar dat er een budgetmeter wordt geplaatst, is mee het resultaat van een vroegere actie van Welzijnszorg.
    En voor degenen die een beetje cynische zich de vraag stellen: wat maakt mijn bijdrage of mijn handtekening nu uit in dat grote probleem, nog even het bekende verhaaltje van “Drie keer niets”. 

    Hoeveel weegt een sneeuwvlokje? 
    Drie keer niets. Maar een vogeltje zat op de tak van een dennenboom toen het begon te sneeuwen. En het vogeltje begon de sneeuwvlokjes te tellen. Het telde er precies 3.741.952. En toen – op het ogenlik dat de 3.741.953e op de tak neerdwarrelde – drie keer niets dus – begon de tak ineens te kraken, brak af en viel op de grond.
    Misschien missen we nog maar één stem, één stem, om een andere, betere wereld te krijgen …    

    15-12-2013 om 09:03 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Messias zal er gaarne zaaien - Tweede zondag Advent A 2013 - Jan

    Tweede zondag van de Advent A 2013 - Zaterdag 7 en zondag 8 december 2013

    Eerste lezing: Jesaja 11, 1-10 - 'Een twijg aan de stronk van Jesse'
    EvangelieMatteüs 3, 1-12 - 'Bereidt de weg des Heren'

    Beste vrienden,

    Na het horen van dit evangelie kunnen we ons afvragen wat er moet zijn omgegaan in al die mensen, die toen naar de woestijn trokken om een man, Johannes De Doper,  te zien.  Een man die we nu als “alternatieveling” of “geitewollensokker” zouden omschrijven.
    Johannes De Doper verscheen als een halve gare.  

    Matteüs vertelt over hem dat hij een kleed droeg van kameelhaar, hij at sprinkhanen en wilde honing, misschien gezond, maar toch wel excentriek. En de aanzienlijke religieuze leiders schold hij uit voor “adderengebroed”, wat ongeveer klinkt als ons woordje “crapuul” of erger nog “mestkevers”.
    We leerden dat de tijden toen ook moeilijk waren. Politiek, maatschappelijk en ook religieus was er heel wat scheefgegroeid.
    Velen voelden aan dat het zo niet meer verder kon.  
    En Johannes De Doper sprak op dit moment met eenvoudige maar met zeer duidelijke woorden, hij stelde eisen die hij met zijn eigen levenswijze fundeerde, daarom kon hij op zo’n grote toeloop rekenen.  Door zijn ascetische levenswijze kwam hij wel overtuigend over bij de mensen van die tijd.

    Dank zij de vele volgelingen voelde Johannes dat er een nieuwe wind op stak, dat er iemand op komst was die niet alleen met water maar ook met vuur, met het vuur van de H.Geest, zou dopen.  Zo kondigt Johannes Jezus terug aan.

    In de eerste lezing pakt Jesaja het heel wat romantischer aan. De panter vleit zich naast de geit, de wolf naast het lam, de leeuw bij het kalf, de berin bij de koe, een baby bij de adder en alles is vredig. Zoals de bodem van de zee met water bedekt is, zo zal de aarde van Gods liefde zijn vervult.  
    Het gebeurt niet dikwijls, maar geef mij nu maar de inhoud van de eerste lezing. Die romantiek hebben we ook nodig, niet het steeds op tafel kloppen of bang maken.  We willen echt wel dat de vrede voelbaar wordt. Toch zeker in onze eigen omgeving.   
    Zo is het ook goed:  simpel, rustig, bedaard…geen slecht woord over uw vijanden, geen negatieve commentaar.

    Eigenlijk moesten we een tekst lezen over Mandela dit weekend. 
    Hij was zoals Johannes De Doper toen hij jong was: welbespraakt, iemand met harde woorden, tegen de plaatselijke macht, geen vertrouwen meer, opstandig. Hij wordt terrorist !  Tot in 1980 veroordelen verschillende landen, waaronder de president van Amerika, hem hevig.
    Hij werd voor 29 jaar achter de tralies gezet. Daar op Robbeneiland doet hij aan goede werken, hij komt op voor de sociaal achtergestelden, hij leert hen lezen, hij geeft hen hoop, hij draagt mee hun lijden.
    En als hij dan vrij komt, komt er geen slecht woord uit zijn mond over de blanke meerderheid. Geen enkele kritiek op zijn belagers, geen oproerende taal meer.
    De wolf zit naast het lam. Hij onderhandelt, hij is geduldig en hij ervaart dat hij eigenlijk meer gedaan krijgt met diplomatie dan met terrorisme. 
    De twee lezingen van vandaag passen wonderwel bij zo’n hedendaags figuur.

    En weet je wat het strafste is?  Hij heeft miljoenen mensen hoop gegeven, hij heeft zijn zwarte medebroeders een gezicht gegeven, hij heeft gevraagd om de bijl op te bergen.
    De bijl lag al aan de wortel van de boom. Iedere boom die geen vruchten draagt zou omgehakt worden. Maar niets daarvan, hij krijgt voor zijn manier van doen, van onderhandelen, de Nobelprijs voor de vrede.

    Vrienden, zo heeft elke tijd zijn profeten.
    Het zijn zieners met een boodschap voor vandaag  en voor een betere wereld van morgen.
    Hun taal kan waarschuwend zijn, en ondanks dat, heel beeldrijk. Hoe hun proza ook klinkt, ze brengen onomwonden een oproep om iets nieuw te maken.  Welke zwaarden gaan we omsmeden tot ploegscharen?  
    Het is een oproep om ons om te keren. Hoe moeilijk het ook is. Meestal lukt dit ons, in kleine stapjes.  
    Je moet het inoefenen, je hele leven lang.  Als ik er in zou slagen om mijn leven elk jaar 2° te draaien, dan heb ik reeds 45 jaar nodig om een kwartslag te verwezenlijken. We voelen nu toch wel aan dat het niet gemakkelijk zal zijn. 

    Laten we onze tong die kan roddelen voortaan woorden van bemoediging spreken?   
    Zo deed ook Jesaja honderden jaren voor Christus, zo deed ook Johannes De Doper,   zo deed ook Mandela, 2000 jaar na Christus.
    Gaan we onze schouders voortaan niet ophalen, maar ergens onder zetten?  
    Welzijnszorg geeft er ons voldoende kansen voor.
    Het zijn misschien maar kleine ploegscharen,  maar als we het allemaal samen proberen,  kunnen we een onmetelijk land vruchtbaar maken.
    De Messias zal er gaarne zaaien.                                                                                        

    Idee: Frank There – Mieke De Jonghe

    09-12-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wees voorbereid - Eerste zondag Advent A 2013 - Jan

    Eerste zondag van de Advent A 2013 - Zaterdag 30 november en zondag 1 december 2013

    Eerste lezing: Jesaja 2, 1-5 - 'De Heer zal alle volken verzamelen'
    EvangelieMatteüs 24, 37-44 - 'Waak en wees bereid'

    Als ge de voorpagina van uw boekje neemt dan staat er als titel: 'Wees voorbereid'.
    Het doet jullie misschien denken aan de scoutszin 'be prepared' van Baden Powel, wees voorbereid. Ik zie dan zo een beeld voor mij van een oude scoutsfoto,een scouts met grote hoed en een grote volle rugzak. Vroeger (toen ik nog in de chiro zat) lachten we daar altijd mee. 
    Als we met de school op staptocht waren, en we hadden een plakker of ik weet niet wat nodig, haalden 'de die van de scouts' uit hun zelf meegebrachte EHBO doos een plakker te voorschijn. Be prepared 'Steeds paraat voor een goede daad'. De knoop die een scouts heeft in zijn das, doet er hem aan herinneren om elke dag een goede daad te doen. 

    "Wees voorbereid, wees waakzaam want ge weet niet op welke dag de Heer komt"
    Wat moet ge met zo'n zin, wat moet ge met zo'n tekst? Wie verstaat dat nog? 
    De tekst is geschreven meer als 2000 jaar geleden. Toen geloofden de mensen dat het einde der tijden zeer nabij was. Dat er dan een Messias zou komen, Jezus, die dan het oude dat ze kenden zou wegvagen en zou vervangen door een Gods koninkrijk op Aarde. Ook al niet zo makkelijk om te begrijpen. 
    We kunnen deze tekst wel in zijn historische context plaatsen, maar de vraag is wat zijn we daar nu vandaag mee. Met andere woorden hoe kunnen twintigers, dertigers tot zeventigers hier nog inspiratie uit halen? Ik als 27 jarige, theoloog, krap ook al serieus in mijn haar van wat moet ik daar nu mee..

    Twee weken terug zijn we gestart hier op Linkeroever met een wekelijkse activiteit voor gasten die hier op sociaal woning zitten. Zij zijn min of meer uit hun verslaving hebben een sociale woning gekregen en met vallen en opstaan een nieuw leven begonnen. Na een leven van drugs, op straat leven, gevangenis, hoogtes en dalen, leren ze opnieuw omgaan met structuur en extreme pieken en dalen worden vervangen door het leven van alledag. Iets wat voor ons haast vanzelfsprekend is en voor hen nieuw, uitdagend en beangstigend. 
    Onze wekelijkse samenkomst is bedoelt om gasten wat structuur te geven, een vaste invulling in hun week. Maar vooral een plek te maken op Linkeroever waar er tijd en ruimte is voor ontmoeting, nestwarmte. De meeste gasten kennen geen warme thuis, een plek waar ze genomen worden zoals ze zijn, een plek waar er altijd iemand is voor hen die hen graag ziet. 

    We zijn snel geneigd om dit over het hoofd te zien, hoe cruciaal een sterke thuis is voor de identiteit van iemand. Vallen doet iedereen, en dat mag, ook zij. Maar het is de manier hoe iemand rechtkomt dat hen bepaalt tot wie ze zijn. In die zoektocht naar het opnieuw rechtkomen, spelen wij een belangrijke rol. Door hen ondersteunen en mogelijks mee een richting uit te wijzen aan de hand van huis tuin en keukentips. 

    De eerste keer hadden we een full house met petanque en pannenkoekennamiddag. Maar de volgende keer waren we uitgenodigd door de scouts van Schilde voor een gezellige boswandeling met een fijn kampvuur achteraf. De vrijwilligers waren op voorhand al gewaarschuwd het leven van de gasten is chaotisch er kan altijd iets tussenkomen, het is niet altijd zeker dat zij komen. 
    Gaan wij altijd in op de verschillende uitnodigen. Nu er was dus niemand komen opdagen. De vrijwilligers waren een beetje gefrustreerd omdat ze graag iets met de gasten wilden doen. De maandag daarop was er weer niemand gekomen. In deze context kan ik  wees waakzaam wees voorbereid wel begrijpen. We moeten geduld hebben. Elke week met enthousiasme komen en uitkijken naar onze gasten. In dat hoopvol en geduldig uitkijken naar de komst van die gasten begrijp ik wel de komst van de Heer. Was hij niet te vinden in mensen waar we het minst verwachten?

    In deze adventsperiode kijk ik hoopvol uit naar wat die heer, die vele heren ons gaan leren over dat Rijk Gods.
    Amen. 

    01-12-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Koning ter discussie - Christus Koning C 2013 - Gie

    Vierendertigste zondag door het jaar C 2013 - Christus Koning - Zaterdag 23 en zondag 24 november 2013

    Eerste lezing: Het tweede boek van Samuel 5, 1-3 - 'David tot koning gezalfd'
    EvangelieLucas 23, 35-43 - 'Heer, denk aan mij in uw koninkrijk'

    Het feest van Christus koning werd in 1925 door paus Pius XI ingesteld, enkele jaren na het einde van de eerste wereldoorlog. Het feest is dus nog geen negentig jaar oud. En toch lijkt het ons hopeloos verouderd en voorbijgestreefd.  

    Duitsland, vóór de oorlog nog een keizerrijk, was na die oorlog, in 1918, een republiek geworden en ook in Griekenland werd in 1924 de republiek uitgeroepen. 
    Maar Italië had in 1925 nog een koning en ook al was de kerkelijke staat in die tijd niet veel groter dan Vaticaanstad, toch zag de toenmalige paus zichzelf nog graag heel even als een vorst, een kleine koning. 

    Door de eerste wereldoorlog was er zeer veel veranderd. Niet enkel Duitsland was verloren, de hele wereld had gefaald. De grote leiders hadden het niet waargemaakt. Zij hadden aan de wereld geen stevigheid, geen stabiliteit kunnen geven. 
    Niet een koning van een of ander koninkrijk, alleen een Koning over het heelal zou, volgens de pauselijke encycliek, de oplossing kunnen bieden. 

    Al wat katholiek was ging bijgevolg spreken over die andere Koning, Christus Koning. Aan die Koning zweren zij trouw. En aangezien het ook een tijd was van publieke wervingsacties, optochten à la Rerum Novarum en militaire uniformen, marcheerde iedereen gezwind achter die Koning aan.

    Sindsdien is er wéér veel water naar de zee gevloeid. De tweede wereldoorlog toonde aan dat monumenten van helden niet overeind blijven. Dat heldendom eigenlijk heeft afgedaan.
    Hoewel de Chiro nog jarenlang achter de vlag bleef verder marcheren, kijken ook wij niet meer op dezelfde manier tegen de dingen aan als 90 jaar geleden en telt de wereld inmiddels meer republieken dan koninkrijken. 

    Keizers, koningen en prinsen, zo weggelopen uit de Efteling of andere sprookjes, boezemen ons nog weinig ontzag in. 
    Al vijfhonderd jaar trekt Zwarte Piet, zonder problemen, samen op met Sinterklaas. En toch kwam zelfs diens positie de voorbije weken ter discussie. 
    Dingen die eeuwenlang vanzelfsprekend leken, worden plots in vraag gesteld.
    Als dan dit jaar op zijn minst twee mensen (Filip in België en Willem-Alexander in Nederland), in het spoor van hun vader of moeder, aanvaardden om koning te worden, en beloven om dat met hart en ziel te zullen doen, dan kijkt niet iedereen daar op dezelfde manier tegenaan. Enkele politieke partijen willen de rol van de koning het liefst gereduceerd zien tot het knippen van lintjes. 

    Wat blijft er dan nog overeind? Waarom blijven wij, tot op vandaag, het feest vieren van Christus, Koning van het heelal? 
    Omdat, zoals Hij het zelf duidelijk zegt, Zijn koningschap niet van deze wereld is. 

    Jezus is een Koning die niet past in onze menselijke maatstaven. Hij is méér dan ook een buitenbeetje, Hij is buiten-gewoon. 
    Hij is de koning die een waarheid dient, de enige waarheid, die niet in formules of in eden wordt vastgelegd, maar in de waarheid, dat alleen wie in waarachtigheid mensen dient, een koninklijke mens wordt. 
    Dat is de waarheid: dat je in naam van God niets anders meer doen kan, dan de macht afzweren en gaat dienen. 
    Als de koning (met kleine of met grote K) niet dient, dient hij tot niets.

    Zo is de koninklijke mens niet diegene die zelf op de troon zit, maar diegene die andere mensen op de troon plaatst. Niet diegene die overal als de grote geslaagde mens wordt vereerd, maar diegene die de kleine mens vereert en in het midden plaatst. 

    De spotters zeggen terecht "Anderen heeft Hij gered, zichzelf kan Hij niet redden", want juist daarvoor was Jezus gekomen, om anderen te redden. Daarin bestond zijn koningschap. Hij kon zijn zending samenvatten in de woorden: "Ik ben niet gekomen om gediend te worden, maar om anderen te dienen".

    In Gods koninkrijk gaat de kleine voorop: hij draagt de vlag, hij roept ons op om mee te gaan op deze smalle weg, waar we vele mensen niet zullen zien! 

    Jezus erkennen als hun Koning bracht consequenties mee voor de eerste christenen, maar ook voor ons. 
    Zijn zending, niet jezelf redden, wordt ook onze zending, onze opdracht. 
    Christus Koning vraagt zijn onderdanen dat zij zouden doen wat Hij gedaan heeft: dat zij leven zoals Hij geleefd heeft. 

    Iemand heeft het ooit zo verteld: Als je later aan de hemelpoort komt, zal je je paspoort moeten laten controleren, en als de Heer dan je foto ziet en kan zeggen: “Ja, je lijkt op Mij”, dan mag je binnen. 

    Als wij daarin geloven, als wij op die weg mee opstappen, dan klinkt ook voor ons de belofte: “Vandaag nog zal je bij Mij zijn in het paradijs”. 

    Amen. 

    24-11-2013 om 14:52 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Houd moed! - 33e Zondag C 2013 - Ria

    Drieëndertigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 16 en zondag 17 november 2013

    Eerste lezing: Maleachi 3, 19-20a - 'De zon der gerechtigheid gaat op'
    EvangelieLucas 21, 5-19 - 'Het zal uitlopen op getuigenis geven'

    Zoals we juist gehoord hebben in de twee schriftlezingen gaat het klaarblijkelijk over de “eindtijd”,of de terugkeer van de Heer.

    Wanneer Lucas zijn evangelie neerschreef waren de profetieën van Jezus al grotendeels uitgekomen: de Joodse opstand tegen de Romeinen in het jaar 70 werd bloedig neergeslagen, Jeruzalem en de tempel werden daarbij verwoest en de christenvervolgingen begonnen snel daarna. 
    Het ligt dus voor de hand dat de mensen inderdaad dachten dat het einde der tijden aangebroken was en ze zich daardoor gemakkelijk lieten beïnvloeden door valse profeten, allemaal zaken waarvoor Jezus hen gewaarschuwd had. 

    Het ligt voor de hand dat Lucas deze woorden neerschreef om de mensen terug hoop te geven. Hij zegt hen dat al deze verschrikkingen waaronder ze leven niet aan God voorbij gaan. Hij wil dat ze trouw en standvastig blijven, waakzaam en erop vertrouwen dat de Heer tenslotte het laatste woord heeft. De profeet Maleachi zegt zoveel eeuwen vroeger hetzelfde: ”de dag die dan zal komen zal God het verschil maken tussen degene die Hem dient en degene die Hem niet dient”. Ruige taal voor ons,maar die wel duidelijk maakt dat er verschil is tussen goed en kwaad. Tot zover de oude teksten.

    Dat we juist nu, in de somberste tijd van het jaar weer zulke deprimerende teksten moeten aanhoren!
    November is voor mensen die reeds droefgeestig zijn, die problemen hebben van persoonlijke aard of financiële, die sukkelen met hun gezondheid of relatieproblemen hebben, voor hen is deze periode van het jaar heel dikwijls aanleiding tot somberheid en moedeloosheid. De lezingen van vandaag geven op het eerste gezicht geen hoopvol perspectief. 
    Wij zien een wereld rondom ons die gebukt gaat onder zoveel vormen van geweld , uitbuiting en misbruik, om dan nog te zwijgen over natuurrampen die mensen helemaal tot wanhoop brengen, maar dan zegt Jezus:als U volhardt, zal U uw leven winnen!

    Er is hoop, gelukkig maar. Mensen zijn sterk, ook in geloof. Altijd horen we bij grote rampspoed hoe mensen zich weer oprichten, herbouwen wat vernield is,
    Terug gemeenschap vormen en zelfs de Heer prijzen omdat Hij hen gespaard heeft, of kracht putten uit solidariteit of medeleven dat zij van anderen ondervinden.

    Zolang mensen leven en geloven is er hoop! 
    In de donkerste en somberste dagen van het jaar kijken wij al uit naar de advent en naar de maand december die traditioneel de tijd van de warme feesten brengt, om de koude buiten te bestrijden en het enggeestige gevoel van de dreiging van de nacht te bezweren en het geloof dat er na de donkerste nacht, toch weer het daglicht verschijnt. 

    Ondanks de naargeestige teksten brengen zij toch een duidelijke boodschap dat wij geen machteloze slachtoffer moeten zijn, maar dat we zelf iets in te brengen hebben: persoonlijke inzet, volharding en trouw. Er is dus niet enkel kommer en kwel, dood en doem. 
    Voor wie echt werk durf te maken van haar of zijn geloof is er een hoopvol perspectief:het is als bloembollen in de grond steken omdat we er overtuigd van zijn dat er terug lente komt, geloven is verder zien dan vandaag, is verder zien dan wat het nieuws ons dagelijks brengt.

    Binnenkort begint de advent, meer en nadrukkelijker dan anders vragen hulporganisaties onze aandacht en steun om de nood te lenigen of eens iets extra te doen voor onze medemensen, dichtbij en ook veraf. Want onze steun hoe klein soms ook , brengt hoop en moed in hun bestaan.
    Hoop,geloof en liefde ,zijn dat niet de steunpilaren van ons christenzijn?

    Mia Doornaert zegt het zo:
    Hoop is niet de vlucht in een droom,
    Hoop is de kracht die mensen vooruit helpt,
    Hoop gaat over toekomst
    Hoop is wat mensen overeind houdt in een verschrikkelijk heden,
    En ze tegen alles in doet geloven dat er een betere toekomst is!

    17-11-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vanuit Gods hand tot in Gods hand - 32e Zondag C 2013 - Hilda

    Tweeëndertigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 9 en zondag 10 november 2013

    Eerste lezing: Het tweede boek Makkabeeën 7, 1-2.9-14 - 'God zal ons weer laten verrijzen'
    EvangelieLucas 20, 27-38 - 'Geen God van doden maar van levenden'

    Het is van alle tijden, het leeft in alle culturen, bij alle volkeren, ‘dat we geboren zijn om te Leven!’. 
    Ja te leven tot over de dood heen!
    Kijken we naar de piramides in Egypte, naar de piramides in Peru of de grafheuvels in China, overal zien we hoe keizers een waar paleis lieten bouwen voor hun leven nà de dood! Hoe volkeren hun keizers begroeven met hun juwelen, met eten en drinken voor onderweg, met hun dienaren, met alles wat ze nodig hadden om een mooi bestaan verder te leven…

    Hier en nu gebeurt het, gelukkig maar, anders.
    Wanneer we hier binnenstappen proeven we nog de ingetogenheid van Allerzielen. 
    We voelen nog onze verbondenheid met onze dierbaren die ons zijn voorgegaan.
    We horen onze voetstappen nog op het grint van het kerkhof…
    We voelen de regen nog en zien het mooie van de herfst. We genieten nog na van het ‘het samenzijn in familiekring’ met al onze dierbaren in ons hart. Herinneringen werden opgehaald, ze werden weer in de verf en in de bloemetjes gezet. Want ze leven nog zo innig en diep in ons hart… We kunnen ze niet vergeten, ze zijn echt deel van onszelf geworden… ze leven verder in ons, met ons en door ons… 

    En op Allerzielen namen zovele het kruisje van hun dierbare mee naar huis. Het kruisje dat geruststelt omdat we hen neergelegd hebben in Gods hand, waar we hen geborgen weten voorgoed…
    Zovele gedachtenisprentjes getuigen ervan. Zovele partners, kinderen of kleinkinderen schrijven: ‘waak over ons’, of ‘geef op tijd een knipoog of een schouderklopje’,  of ‘tot later’… 

    Daarom mogen we ons niet van stuk laten brengen door de verschrikkelijke lezingen van vandaag!
    In de eerste plaats zijn de 7 broers die sterven voor hun geloof, ware martelaren van toen. Martelaren die gefolterd en daarna nog gedood werden!
    Maar hun tegenstanders, geven hier een blijk van ware radicalisering!
    Radicalisering maakt blind, laat niet zien wat er rondom je gebeurt!
    Radicalisering maakt doof voor wat anderen aan geloof en hoop aanbrengen!
    Radicalisering geeft voeling en medeleven geen kans!
    Die radicalisering werkt als een HARNAS!
    Ze houdt de kleppen voor de ogen, armen en benen ingepakt!
    Om hard toe te slaan op allen die anders denken…

    Deze zeven broers doen ons denken aan zovele mensen die ook vandaag nog gefolterd worden om hun overtuiging of levenswijze en door Amnesty International uit de vergetelheid gehaald worden! 
    Ze doen ons denken aan de onrechtvaardigheid die er vandaag nog is en de vele gewelddadige verdwijningen die nog dagelijks gebeuren.

    We mogen ons ook niet van ons stuk laten brengen door het evangelie van Lucas. Hier treffen we een grote karikatuur aan, een verhaal dat voor ons onmogelijk lijkt! En toch moeten we daarmee oppassen want andere culturen hebben andere regelgevingen in het beschermen van families voor het leven. Vandaag nog zijn er culturen waar weduwen zich aan bepaalde regels hoeven te houden voor hun verder levensonderhoud…
    Wat zeker is, is dat de Sadduceeën die karikatuur maken als tegengif  om Jezus’ verkondiging!
    Jezus brengt een boodschap van Leven, leert ons Zijn Vader kennen als een God van en voor levenden. En de Sadduceeën hadden daar geen oren naar, konden en wilden dit niet geloven…

    Vorige maand, tijdens de Sint-Annekesfeesten was het ook openbedrijvendag! En Kerk & Leven, hier om de hoek stelde ook haar deuren open!
    Daardoor waren er vele nieuwsgierigen parochianen die tussenin een bezoekje brachten aan Kerk & Leven!
    Wie er geweest is weet dat men kon gefotografeerd worden!
    Iedereen mocht plaats nemen, alleen of per koppel, of per gezin, of familie op enkele stoelen die klaarstonden!
    Die stoelen stonden tegen de achterwand behangen met opengevouwen bladeren van KERK & LEVEN! 
    De titel verschijnt dan ook tientallen keren op de foto’s die worden afgedrukt. 
    KERK&LEVEN! 

    Heel de boodschap van Jezus zit erin vervat!
    Wij mogen Zijn kerk zijn en langs die weg leven, proberen ten volle te leven, waaruit we de kracht halen om leven te brengen waar mensen het verloren hebben, om levengevend te zijn voor de vele mensen die we hier en daarbuiten ontmoeten! 
    Hier en daarbuiten, wil ik wel echt benadrukken omdat ook Jezus dat in de eerste plaats gedaan heeft! 
    Hij is gekomen voor alle volkeren!
    Hij is gekomen om de radicalisering uit de wereld te helpen, om de harnassen af te leggen. Jezus is de grootste Blikopener om al wat koud en hard is, ons harnas, stukje per stukje af te leggen en te leren omarmen, alle mensen waarmee we samenleven, alle mensen waarmee we vergaderen, alle mensen waarvoor we werken, alle mensen die we ontmoeten…. 

    Jezus is gekomen als grootste Blikopener, om te zien te horen en te voelen dat het om veel meer gaat dan godsdienst beleven… Hij heeft gesproken vanuit een ongewone godservaring, Godverbondenheid, ja directe Godrelatie… Hij heeft zó vanuit een ongewone vrijheid, waarachtigheid en goedheid kunnen handelen… 
    Hij heeft het aan zijn vrienden maanden op voorhand gezegd hoe Hij zou terugkeren naar zijn Vader…
    en pas nà zijn dood hebben ze het ingezien. 

    Pas in de eerste geschriften 30 jaar later in het evangelie van Marcus, heeft men de in Jezus’ zo sterke en goddelijke verbondenheid herkend en erkend… 
    Hij kwam en ging een korte weg, geen vluchtig spoor in ‘t aardse land.
    Vanwaar? Waarheen? Wij weten slechts: Vanuit Gods hand tot in Gods hand…

    Het is goed dat we onze voetstappen nog horen op het grint van het kerkhof
    Het is goed dat we onze verbondenheid met onze dierbare nog voelen.
    Het is goed dat we het mooie van de herfst zien om in alle vertrouwen de winter in te gaan, wachten op de nieuwe lente! 

    In m’n boekje ‘voor elke dag een gedicht’ van Hans Bouma las ik deze week: “Uit verre nevels”
    Door welke God gedroomd,

    uit verre nevels 
    adembenemend
    aan het licht gekomen, 

    lichaam van aarde en adem, 
    leven dat leven wil.

    Door welke God bemind, 
    opzienbarend 
    mens geworden, 

    gestalte van liefde, 
    leven dat zingt – 

    door welke God.

    10-11-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    03-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met mildheid en geduld - 31e Zondag C 2013 - Marc

    Eenendertigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 2 en zondag 3 november 2013

    Eerste lezing: Wijsheid 11, 22 en€“ 12, 2 - 'God let niet op onze zonden'
    EvangelieLucas 19, 1-10 - 'Gekomen om te zoeken wat verloren was'

    Mijn preek vandaag kan ik in één zinnetje samenvatten: "wij zijn Gods camembert...".
    Maar voor iedereen nu de kerk uitloopt omdat de preek toch al gedaan zou zijn, wil ik dat wel proberen uit te leggen. En dat zinnetje heeft we degelijk met ons evangelie te maken. 

    Er zijn evangelieteksten die leuk zijn om te horen. Vandaag is dat zeker het geval: die Zacheüs lijkt een sympathieke gast, het verhaal is grappig – dat klein manneke dat niet doorgelaten wordt, we zien hem op korte beentjes crossen naar die boom, zijn geklauter, en dan het happy end. 
    Dit is evangelie: blijde boodschap. En ze begint al in de eerste lezing. "...alles wat bestaat hebt U lief en U verafschuwt niets van wat U gemaakt hebt; als U iets zou haten, zou U het niet geschapen hebben...". 
    God ziet de mensen graag, én Hij heeft geduld met hen: "... U telt de zonden van de mensen niet, om hen tot inkeer te laten komen...". 

    Want we mogen ons niet vergissen: dit is wel een plezant verhaal, maar het gaat over serieuze dingen. Zacheüs is geen heilige. Het is een beetje ironisch dat zijn naam betekent: "rechtschapene". Het is niet voor niets dat de andere Joden hem de rug toekeren, en hij bekent het zelf ook: hij heeft mensen uitgebuit, en nog geen klein beetje. Maar hij is ook een schepsel Gods, dat wil zeggen: in de kern is hij goed. En Jezus laat het goede in hem naar boven komen. 

    Dat begint al voor hij Jezus ontmoet. 
    Er staat in de tekst niet: "hij wou Jezus zien", maar "hij  wilde wel eens zien wat Jezus voor iemand was". Dat is toch wel een verschil: hij komt niet mee op straat om naar een vedette, een koning, voetballer te gapen, neen, hij is geïnteresseerd in "wat Jezus voor iemand was". Hij wilde meer weten over Jezus, iets, het goede in hem, trekt hem aan tot wat die man betekent.

    En zoals dikwijls in het evangelie, worden de rollen omgedraaid.   Want het is Jezus die ziet wat voor iemand Zacheüs is: een zoon van Abraham, iemand die de kans verdient om zijn leven te kunnen beteren, iemand in wie veel meer zit dan wat hij schijnt te zijn. En het verhaal is zo goed verteld dat we waarschijnlijk niet door hebben dat het niet helemaal klopt: hoe weet Jezus dat Zacheüs daar in die boom zit te koekeloeren? 
    En nog straffer: hoe kent hij zijn naam? Ik denk aan het lied: "God die ons heeft voorzien, en kent bij onze naam..." Zacheüs wou weten wat voor iemand Jezus was. Jezus weet wat voor iemand Zacheüs is. Hij doorgrondt hem. 

    Er steekt tussen de regels een verwijzing in dit verhaal naar een andere passage in het Lucasevangelie. Zacheüs woont in Jericho, Jezus trok door die stad om naar Jeruzalem te gaan. Op de weg tussen Jeruzalem en Jericho ontfermde de Samaritaan zich over de uitgestoten, gekwetste man waar anderen omheen liepen. 
    Zo doet ook Jezus: hij neemt van die tollenaar, van die zondaar, geen afstand, neen, hij wordt letterlijk zijn "naaste": hij neemt bij hem zijn intrek. Hij trekt zich Zacheüs aan. Hij wekt het goede in Zacheüs tot nieuw leven. In het handelen van Jezus kunnen wij zien hoe God met zijn mensen omgaat. God heeft geduld. Hij gelooft in ons. Hij vertrouwt er op dat het goede in ons vroeg of laat naar boven zal komen.

    Zacheüs bekeert zich, Gods geduld wordt beloond. En, zoals bij de prediking van Johannes de Doper, vraagt die bekering geen spectaculaire heldendaden: gewoon het goede doen en het goede doen in het gewone: niemand afpersen, rechtvaardig zijn, en delen als het kan. De Blijde Boodschap is ook geruststellend. 

    Een wijze lerares zei eens aan bezorgde ouders, die terecht inzaten met de puberkuren van hun zoon: "zo'n kind is als een camembert. Heb geduld, dat zal rijpen". 
    Laten wij dan ook heel veel geduld met elkaar hebben, en blijven geloven dat de verborgen goedheid van onze naaste wel zal rijpen. Dan zullen wij er ook op kunnen rekenen dat die anderen  met ons geduld hebben. 
    Ook dat is ook soms hard nodig.

    03-11-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    27-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een Farizeeër en een Tollenaar - 30e Zondag C 2013 - Fred

    Dertigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 26 en zondag 27 oktober 2013

    Eerste lezing: Wijsheid van Jezus Sirach 35, 15b-17.20-22a - 'De Heer beluistert het pleit der verdrukten'
    EvangelieLucas 18, 9-14 - 'De tollenaar ging gerechtvaardigd naar huis'

    Weten jullie wat bibliodrama is? Het is een methode om een verhaal of een parabel uit de bijbel te begrijpen door het na te spelen. Door het te acteren in een soort rollenspel. We kruipen in de huid van een personage en we proberen het verhaal opnieuw tot leven te brengen. De methode wordt nog altijd gebruikt, vooral met jongeren.

    Stel dat we een bibliodrama zouden opvoeren met het evangelie van vandaag. De kans is groot dat we bij de rolverdeling meer dan genoeg kandidaten gaan vinden om de tollenaar te spelen en dat er weinig vrijwilligers zullen zijn voor de rol van de farizeeër. Ah ja, de tollenaar is de goede in het verhaal en de farizeeër de slechte. 
    Maar is dat wel zo?

    Want in de ogen van de joden toen was het eigenlijk net omgekeerd. De farizeeër is iemand die zijn best doet om trouw te zijn aan de Tora. Hij doet zelfs veel meer dan strikt vereist was: hij vast twee keer per week en geeft tienden weg van al zijn inkomsten. En de tollenaar? Ja, die collaboreerde met de Romeinse bezetters, haalde in hun naam geld op en bedroog de mensen of perste hen nog wat meer van hun bezittingen af.
    Jezus keert de rollen om, zoals Hij dat wel vaker doet in parabels. 
    De laatsten worden de eersten, de slechten worden de goeden. Wat kunnen we de farizeeër eigenlijk verwijten? Niet dat hij niet goed zou leven, niet dat hij anderen bedriegt of van hen profiteert. Ook niet dat hij een huichelaar zou zijn. Zijn fout is dat hij alles beschouwt als alleen maar zijn eigen verdienste, dat hij zich zelfgenoegzaam opstelt. Hij gaat ervan uit dat hij recht heeft op een beloning van God voor zijn levenswijze. Hij oordeelt bijna in de plaats van God.

    En .. hij gaat zichzelf vergelijken met anderen. In zijn gebed wijst hij God erop hoeveel beter hij is dan de meeste andere mensen en zeker dan die tollenaar daar achteraan in de tempel. Die tollenaar dan komt er beter uit, niet doordat hij zo deugdzaam zou leven, maar doordat hij zijn eigen zondigheid en tekortkomingen onder ogen durft zien. 
    De farizeeër legt het zwaartepunt van zijn gebed bij zichzelf, de tollenaar niet.

    En wij? 
    Lijken wij nu op de tollenaar of op de farizeeër? Als we eerlijk zijn: op allebei een beetje. Soms gedragen wij ons als een farizeeër, zijn we trots op wat we doen en gedaan hebben, vinden we ons toch beter dan de meeste anderen. Want vergelijken doen wij toch ook zo graag! Ja toch? En soms komen we tot het besef dat we er eigenlijk niet zoveel van bakken, dat we aan vele anderen een voorbeeld kunnen nemen.
    Als we het verhaal naar onze tijd transformeren is de farizeeër misschien een politieagent, of een huisarts, of de directeur van een basisschool. Of een lid van het Parochieteam of de kerkfabriek. 
    En de tollenaar is misschien een kruimeldief, of een drugsverslaafde, of iemand die zijn vrouw heeft laten zitten. En wij maar denken en zeggen: zoiets doen wij toch niet! Vergelijken met anderen is van alle tijden en soms zijn we daar behoorlijk inconsequent in.

    Als automobilist in het verkeer ergeren wij ons aan fietsers die zonder licht rijden, die afslaan zonder hun hand uit te steken, die door rood licht rijden. Maar wanneer we zelf op een fiets zitten, ergeren we ons aan automobilisten die geen voorrang geven of die gewoon in de weg staan, zodat wij over de stoep moeten fietsen. De vergelijking valt bijna altijd in ons voordeel uit.

    De personen die in zo een parabel van Jezus meespelen zijn eigenlijk typen, ze geven blijk van een bepaald gedragspatroon en meestal nogal overdreven. Vandaar dat we ons vaak in allebei een beetje herkennen. Nemen wij maar eens een andere bekende parabel. 
    Soms gedragen we ons als de barmhartige Samaritaan, maar ook al te vaak als de ongeïnteresseerde of gehaaste voorbijganger die om de gekwetste mens heenloopt. En af en toe ook als de man die hulpeloos op de grond ligt en wacht op hulp.

    We moeten in dit verhaal trouwens opletten dat we de tollenaar niet teveel gaan ophemelen. Hij stelt zich berouwvol en nederig op, maar die nederigheid kan ook te ver gaan. Zo van: ik kan dat allemaal niet, hoor, van mij moet je niet te veel verwachten, die anderen zijn daar allemaal veel beter in. Zo kan overdreven nederigheid uitmonden in een vluchten voor verantwoordelijkheid. 
    Men vergelijkt zichzelf met anderen die veel beter zijn, en veel meer kunnen. En intussen hoeft men zelf niets te doen, hoeft men zich niet te engageren. Nederigheid is soms omgekeerde hoogmoed.

    Laten we liever even terugkeren naar de eerste lezing, uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach. 
    Probeer God niet om te kopen, lezen we daar. Geef aan de Allerhoogste met een blij gezicht en naar je vermogen. Dat betekent niet alleen: geef van je bezit, maar ook: van je tijd, je aandacht, je inzet, je talenten. In dezelfde lezing horen we ook dat God partij kiest voor de arme, voor de ontrechte, voor wie geen recht wordt gedaan.

    In dat verband: vandaag is het ook missiezondag. Er is straks een collecte voor Missio, een solidariteitsfonds tussen rijke en arme parochies. 
    Dit jaar steunt Missio de kerkgemeenschappen van Burkina Fasso. Dat ligt in West-Afrika en dus ver van hier. We zouden kunnen zeggen: God, wat zijn we dankbaar dat we daar niet geboren zijn, dat we niet moeten leven in die afgelegen woestijngebieden. We kunnen ook proberen een beetje solidair te zijn met mensen ver van hier.

    We kunnen de farizeeër spelen: wij hebben het hier toch goed voor mekaar gebracht, we hebben gewerkt voor onze welvaart, we hebben het allemaal zelf verdiend. En dat missiewerk: dat is een druppel op een hete plaat; en hoeveel blijft er weeral niet aan de vingers plakken? 
    Of we kunnen de tollenaar zijn: "God, wees ons, zondaars genadig. En wees ook genadig voor de mensen in Burkina Fasso …" 

    27-10-2013 om 17:16 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    20-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Volhouden - 29e zondag C 2013 - Jan

    Negenentwintigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 19 en zondag 20 oktober 2013

    Eerste lezing: De tweede brief aan Timoteüs 3, 14 en€“ 4, 2  - 'Verkondig het woord, te pas, te onpas'
    EvangelieLucas 18, 1-8 - ' Zou God geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen?'

    Beste vrienden, 
    „Zal de Mensenzoon als Hij komt, op aarde nog geloof aantreffen?”  
    Die slotzin van het evangelie moet ons tot nadenken stemmen, want daar komt het tenslotte  op neer.  Het komt er voor ons christenen op aan om ons geloof, dat misschien ook tot uiting komt in het opzeggen van een gebed, levendig te houden – en dat is in onze moderne tijd noch vanzelfsprekend noch gemakkelijk. 

    Of hebben jullie het al meegemaakt dat je God om iets hebt gevraagd en het dan prompt per kerende post ook hebt gekregen? Af en toe gebeurt dat misschien wel eens, maar het is toch eerder een uitzondering – of niet soms?  
    We ervaren toch veeleer dat mensen, ook met een medaille van de heilige Christoffel of met een rozenkrans in de auto, toch verongelukken.
    We ervaren dat geen enkele litanie, al is ze nog zo lang, kan verhinderen dat wij soms mislukken en alle gebeden ter wereld hebben het tot nu toe nog niet klaargespeeld om het lijden in de wereld voorgoed te verbannen.    

    Jezus nodigt ons vandaag in het evangelie uit om met dat gevoel van mislukking te leren omgaan en toch verder tot God te blijven bidden, ook wanneer er geen antwoord komt of wanneer je niet direct verhoord wordt.  Hij geeft ons de raad om God altijd weer opnieuw aan te spreken, ieder op zijn eigen manier,  ook wanneer Hij zwijgt of wanneer wij het gevoel hebben dat het Hem onverschillig laat. 

    Daarom vertelt Jezus vandaag dat verhaal van die weduwe.  Er waren in die tijd veel weduwen want de mensen huwden zeer vroeg, stierven ook jonger. Het ging ongetwijfeld om een deel van de erfenis dat haar onthouden werd, een weduwe werd eigendom van een broer van haar man.. Ze is arm en kan de rechter niet uitkopen.  Taai volhouden is haar enige wapen, er blijven in geloven dat er zal geluisterd worden.  De rechter is op de duur haar eeuwig gezeur moe en hij behandelt haar zaak. Volhouden is een kwestie van geloven, van er in blijven geloven.

    Jezus zelf heeft ook iets dergelijks meegemaakt. In zijn grote nood heeft Hij in de hof van olijven toch ook gebeden: „Vader, als het mogelijk is, laat die kelk aan mij voorbijgaan!“ En Hij werd toen ook niet verhoord. God heeft zijn zoon niet aan het lijden voorbij geleid, maar Hem in zijn lijden bijgestaan en Hem niet alleen gelaten.

    Wanneer we over die 2 voorbeelden nadenken, dan krijgt die uitnodiging van Jezus van vandaag,  een heel andere intensiteit en wordt ze heel actueel. Want Jezus weet maar al te goed hoe moeilijk het is om dat geloof in God vol te houden wanneer je in je leven geconfronteerd wordt met tegenslagen of met het onnoemelijk gemis van een naaste. Soms zeggen mensen: “ik ervaar eerder Gods afwezigheid dan zijn nabijheid”. 
    Maar zij die “er in blijven geloven”, zij die weten dat ze ondersteund worden, zij die de liefde van anderen in hun omgeving voelen, zullen door hun miserie toch ook de schone dingen zien en ervaren.

    Lieve kinderen, beste vormelingen,
    Zo kwam ik Koen tegen op straat.  Hij had een tamelijk grote vlag in hand. “Hallo Koen, ga je naar een feestje?”  Nee, zei Koen, “ik ga naar de voetbal, ik hou de vlag heel hoog in de lucht en dan winnen we”.
    “O ja, werkt dat zo?”  Die tip moet ik aan Marc Wilmots geven…
    “Zeg Koen, hou je dat vol de hele wedstrijd?” “Ik mag vooraan op het hek leunen” mompelde hij.  En hij wenkte mij om wat dichter bij te komen en hij haalde een klein vlaggetje uit zijn zak…”dat is voor als ik heel moe ben”
    We kwamen bij de ingang van het voetbalveld, ginder aan het bos van Sint-Anneke.  Bij het hek stond de trainer ongeduldig te wachten op de spelers. Toen hij Koen zag stak hij zijn hand omhoog.  “Daar komt onze steun en toeverlaat”.  En tegen mij zei de trainer: “Die Koen houdt ons altijd gemotiveerd, wij spelen gewoon beter als hij er is, en we houden vol tot het einde,  we kunnen hem al niet meer missen…”
    Dit volhouden, dit is een beetje als bidden…

    Met bidden op zich veranderen we de wereld niet !  Dat weten we allemaal.
    Maar bidden verandert wel de mensen.
    En de mensen kunnen wel de wereld veranderen.  

    Of nog anders:
    Hoe kunnen wij er voor zorgen dat God dichter bij ons komt?  Om het met een beeld uit te drukken: Je zit in een bootje dat aan een rots is vastgemaakt.  Je trekt aan het touw om de rots dichter bij u te krijgen.  Het is niet de rots die gaat bewegen, neen, het bootje zal dichter bij de rots komen.   
    Misschien geraken wij zo dichter bij God? 

    En straks, lieve mensen, zullen we horen: “gaat nu allen heen in vrede”  Of je nu hevig gelooft, of het allemaal maar wat bekijkt hier, we worden gevraagd om wat we hier hoorden uit te dragen, ja zelfs te verkondigen.  Misschien niet altijd in woorden, maar vooral door onze daden.  
    Door lief te zijn voor de anderen maakt u die Jezus voelbaar en zichtbaar voor mensen in nood, voor eenzamen en zieken, voor jong en oud, maar vooral voor twijfelaars en vertwijfelden.
    Ik wens jullie veel bewogenheid en volhouden en veel inspiratie.

    Idee: Frank There

    20-10-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doorbreek de eenzaamheid - 28e zondag C 2013 - Marc

    Achtentwintigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 12 en zondag 13 oktober 2013

    EvangelieJohannes 5, 1 - 9 

    Dag van de chronisch zieke mensen

    De rode Duivels hebben het weer gedaan! En als we de TV mogen geloven, stond heel het land op zijn kop. Voetbal, een feest... men zou denken dat alle problemen in dit land nu opgelost zijn.
    Natuurlijk zijn die niet opgelost. In de feestroes zouden we bijna vergeten dat voetbal vooral een feest is voor wie twee sterke benen heeft, en dat er niet alleen volle café's en gezellige huiskamers waren. Wat in al dat 'olé, olé...' minder wordt gehoord, is de stilte rond een ziekbed, de wanhoop van wie niet meer uit de voeten kan, het tikken van de klok wanneer iemand alleen zit te wachten op een bezoek...

    Vandaag staan mensen die in eenzaamheid moeten leven met een ziekte, centraal. En ook voor Jezus stonden die centraal. In het evangelie vandaag is hij bij dat miraculeuze bad Betzata: er was een volksgeloof dat af en toe een engel van Jahweh langs kwam en het water beroerde. Wie dan eerst in het water geraakte, zou genezen. Moderne Westerlingen – dus misschien wij ook -  hebben het niet meer zo makkelijk om in mirakels te geloven. Maar het mag duidelijk zijn dat die zieken en kreupelen nog hoop hadden, dat ze van God verwachtten wat de mensen voor hen niet meer deden: hen bevrijden uit hun eenzame miserie.

    En nu komt dan geen engel voorbij, maar Jezus. En hij ziet die verlamde man liggen. Hij ziet, en hij weet, staat er in de tekst. Jezus heeft aandacht. En hij respecteert die mens, want hij vraagt wat hij nodig heeft:'Wilt u – u! - gezond worden?'. 
    Jezus verlost deze mens uit zijn ziekte en zijn eenzaamheid: niemand hielp hem, hij helpt hem. En ik heb het zonet gezegd: misschien hebben wij het moeilijk met mirakelverhalen, misschien ook niet. Maar ook de eerste christenen lazen die teksten niet vanuit een naïef geloof dat iedereen plots genezen kon worden als hij maar het juiste geloof had. Zij vertelden over de 'tekens' die Jezus deed: tekens die een komende wereld aankondigen, het rijk Gods, waarheen wij op weg gaan en dat we zullen bereiken als wij zoals hij lijden, vernedering, de schijnbare nederlaag, niet uit de weg gaan. 

    Als wij dan vandaag, op deze dag van de chronisch zieke mens, leerlingen van Jezus proberen te zijn, willen we proberen mensen terug hoop te geven, te verlossen uit hun eenzaamheid, en hen te steunen om te blijven geloven dat lijden , en ja, dood, geen absoluut wanhopig einde zijn. 
    Gemakkelijk gezegd, voor wie nog op zijn benen staat, voor wie zelf naar anderen kan gaan als hij ze nodig heeft. Daarom, als we het oprecht menen om met Jezus naar de eenzame mens op zoek te gaan, moeten we nederig zijn. 
    Als we het lastig vinden of vervelend om echt bezig te zijn met hulpbehoevende mensen, is dat dan niet omdat we eigenlijk met onze eigen onmacht geen blijf weten? Maar ook vanuit die onmacht kunnen we wonderen doen. Jezus zag, en wist. Hij had aandacht! Velen onder ons beleven die aandacht van Jezus, al zouden ze verwonderd zijn als we dat zo benoemen. Het 'kleine ontmoeten' kan zoveel goed doen, in onze familiekring, in onze buurt, in het netwerk waarvan we een deeltje zijn: een discrete vraag, een kleine attentie, een telefoontje gewoon om te vragen 'hoe is het?'. 
    Jezus' voorbeeld roept ons om als vele engelen van Jahweh het water van onze buurt in beweging te brengen, zodat vele eenzamen verfrist kunnen worden. Meestal zal dat in stilte gebeuren. Vandaag worden we door ziekenzorg ook uitgenodigd die aandacht  zichtbaar te maken: we kunnen een deurhanger aan onze voordeur hangen. Meestal zegt die aan een bezoeker: je mag binnen (of juist niet). Nu zegt die deurhanger: ik kom buiten, om er te zijn voor wie me nodig heeft. Het zou origineel zijn, als dit weekend onze buurt door die deurhangers opgefleurd wordt.

    Die zorg voor zieken kan spontaan gebeuren, en het is de bedoeling dat de aandacht daarvoor in onze buurt toeneemt. Als je dat wat meer georganiseerd wil doen, is het de moment om aan te sluiten bij Ziekenzorg. Ziekenzorg werkt al jaren aan een gestructureerde aanpak van de zorg voor zieke mensen. Ziekenzorg zoekt nieuwe vrijwilligers. 
    Die moeten niet naar vergaderingen komen, maar kunnen  hulpbehoevenden signaleren aan Ziekenzorg, ze kunnen  zelf contact te houden met iemand die daar nood aan heeft, en ze kunnen informatie en steun krijgen van de organisatie Ziekenzorg: zo sta je met je zorg er niet alleen voor. 

    Voetbal een feest. Meestal duurt dat niet zo lang. Maar als we blijvende aandacht hebben voor de nood van anderen, wordt het leven van vele zieken misschien toch nog wat feestelijker, voor langer dan een paar dagen.

    13-10-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    07-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geloven is als ademhalen - 27e zondag C 2013 - Marc

    Zevenentwintigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 5 en zondag 6 oktober 2013

    Eerste lezingHabakuk 1, 2-3; 2, 2-4 - 'De rechtvaardige leeft door zijn trouw'
    EvangelieLucas 17, 5-10 - 'Indien gij een geloof had'

    'Wij zijn alleen maar nutteloze knechten".... als er iemand thuis de bijbel uit de kast haalt en deze tekst van Lucas nog eens naleest, is er een kans dat hij daar een andere vertaling vindt. In de recente vertalingen is die 'nutteloze' weggevallen, of vervangen door 'gewone'. 
    Nu heeft die oudere versie op mij altijd een grote indruk gemaakt. En stiekem denk ik dat het woord 'nutteloos' verdwenen is, omdat men er niet goed weg mee weet... het is bijna een affront dat Jezus daar aan zijn leerlingen geeft. 

    En toch. 
    Moeten we ervan opkijken dat Jezus ons 'knechten' noemt? Dat is een compliment. Want wie is de eerste knecht, en tegelijk de meest nederige, die  letterlijk door het stof is gekropen? Wie heeft gezegd 'wie de eerste wil zijn, moet de dienaar van allen zijn'? 
    Wie heeft zijn leerlingen als een slaaf de voeten gewassen? Heel het evangelie door bokst Jezus op tegen de pretentie die bij zijn leerlingen de kop opsteekt, waarop hij botst bij Farizeeën en schriftgeleerden, die bij de machtigen  der aarde tot machtsmisbruik en uitbuiting leidt. Wie zijn leerling wil zijn, moet knecht worden. 

    Maar een nutteloze knecht? 
    Het zinnetje spreekt mij aan, omdat het mij ook doet denken aan een lied, psalm 127. Die is nu  wat uit de mode  geraakt, maar  ik vind hem nog altijd heel mooi : 'Indien de Heer het huis niet bouwt, bouwen vergeefs de knechten. 
    Indien de Heer de stad niet houdt, moet niemand voor haar vechten'.  Dat zinnetje, en die psalm, spreken over geloof. En geloven is als ademhalen. Het lijkt vanzelfsprekend, zonder nadenken halen we adem, en dank zij die adem leven we, houden we ons gaande en staande, we slapen rustig in, we steken een tandje bij. Tot we buiten adem geraken. Dan beseffen we dat al dat ademen alleen nut heeft als er  zuurstof is. We ademen omdat we onbewust vertrouwen. Vertrouwen in de lucht die ons omgeeft en voedt. 

    Zo leven we ook. We hebben dat leven in handen - denken we. 
    We nemen beslissingen - over leven en dood soms, we plannen, we organiseren, we streven. We zijn 'autonome wezens' zoals dat zo mooi gezegd wordt. En het streven naar  zelfbeschikking van de mens, van de mondige burger, van de jongeren die misschien op 16 jaar stemrecht zullen krijgen, staat hoog op de agenda. In  dat streven zit veel goeds, laat dat duidelijk zijn. Maar het kan ook op drijfzand gebouwd zijn. Want vroeg of laat botsen we op de grenzen van die zelf-beschikking. Ons plan mislukt, ons leven loopt helemaal anders dan we verwacht hebben,  iemand laat ons in de steek, iemand wordt ziek, iemand sterft. 

    De eerste lezing is een tekst van de profeet Habakuk. In de bijbel wordt verteld hoe die profeet op een dag door de engel van Jahweh bij zijn haar gepakt wordt, en door de lucht naar de plaats gebracht wordt waar hij moet zijn. Het leven, God, brengt ons waar we zelf niet over beslissen. 
    Daar gaat dat zinnetje 'nutteloze knechten' over en psalm 127. 
    Over het besef, dat we het fundament van ons leven niet zelf gelegd hebben. Dat we met al onze inspanningen geen alleenheerser kunnen zijn over wat er met ons gebeurt. Dat we ons leven krijgen, en dat het ons uit handen zal genomen worden.

    Maar als we vertrouwen op het evangelie, geloven we dat we altijd op de juiste bestemming geraken. Dan geloven we dat we zullen blijven ademen: het leven zal ons niet vergiftigen. Onze inspanningen om een goed mens te zijn zullen lukken, niet omdat wij dat op onze rekening zullen kunnen schrijven, maar omdat we het leven en zijn mogelijkheden cadeau krijgen. Alles is genade. We bouwen, gedragen door 'de Heer': hij is de bouwer, wij krijgen de genade om mee te kunnen werken.  

    We hebben een bouwplan gekregen. Dat is dat eeuwenoude boek, en inderdaad: het is niet altijd eenvoudig om tot het laatste woord te vertalen wat daarin staat. Maar zeker is, welke richting wij moeten uitgaan: die van de levensweg van Jezus, die in oneindig Godsvertrouwen de nederige dienaar van allen wil zijn. 

    Indien de Heer het huis niet bouwt,
    bouwen vergeefs de knechten.
    Indien de Heer de stad niet houdt,
    moet niemand voor haar vechten.

    Al zijt gij 's morgens vroeg te been,
    al werkt gij nog bij nachte,
    indien de Heer geen brood verleent,
    zult gij op eten wachten.

    Terwijl gij eet het harde brood
    van slaven en van zweten,
    bezorgt de Heer zijn vriend in nood,
    terwijl hij slaapt, te eten.

    07-10-2013 om 07:41 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    29-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De ‘arme' rijke - 26e Zondag C 2013 - Jan

    Zesentwintigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 28 en zondag 29 september 2013

    Eerste lezingAmos 6, 1-7 - 'Wee de zelfverzekerden'
    EvangelieLucas 16, 19-31 - 'Lazarus en de rijke vrek'

    Het is telkens een hachelijke onderneming als je over het evangelie van deze zondag moet preken. Want als je rijk bent dan voel je je vlug aangevallen.  Een rijke kan veel minder verdragen dan een arme.
    De lezingen van deze zondag gaan over de verhouding van arm en rijk. Alweer, zult u zeggen, maar ik kan het ook niet helpen, Lucas heeft nu eenmaal een voorliefde voor dit thema. 

    Zeker, rijkdom is een zegen, en er zijn ook veel rijke mensen die zegenrijk met hun bezit omgaan. Maar we moeten evenzeer eerlijk kunnen bekennen dat er nog altijd een onoverbrugbare kloof is tussen rijken en armen. En wat erger is: de armen worden nog steeds armer en de rijken steeds rijker. Zeker in deze crisisperiode.  De laatste 2 jaar is het totaal bezit van de rijken toegenomen met 11% - dit van de armen is gedaald met 20 %

    Terwijl wij uitbundig feestvieren, ligt Lazarus met zweren bedekt voor onze deur. Terwijl wij aan rijkelijk gedekte tafels zitten te eten, vissen miljoenen mensen in vuilnisemmers naar iets wat eetbaar is. 
    Terwijl wij ‘s avonds gaan slapen tussen frisse lakens en warme dekens, liggen ontelbare mensen op pleinen en straten te slapen, toegedekt met karton. 
    Terwijl wij openlijk protesteren tegen de minste luchtvervuiling, hangt er boven de sloppenwijken van de grote steden een wolk van weerzinwekkende stank en verrotting.  Is dit wat confronterend?  Ik heb het thema ook niet uitgekozen.

    Sinds hij in maart tot hoofd van de kerk werd gekozen, heeft onze Argentijnse paus het voortdurend opgenomen voor de armen.  Hij leidt een zeer sober leven en heeft diverse keren gepleit voor een hervorming van het financiële bestel in de wereld.
    Als enkele daklozen op straat van de kou sterven, is dat geen nieuws, maar als de aandelen op de beurs met 10 punten zakken, wordt dat als een tragedie aanzien, zei de paus. Zo worden volgens hem mensen opzijgezet, alsof ze afval zijn.

    De parabel van Jezus, die we vandaag beluisterden, geldt niet alleen voor ieder van ons afzonderlijk. Er bestaat een zelfde onoverbrugbare kloof tussen de industrielanden en de ontwikkelingslanden. Wij, rijke landen, hebben het kapitaal, zij sterven van honger om ons de interest te kunnen betalen. Wij bepalen de prijzen van hun producten, zij hoeven ons alleen goedkope arbeidskrachten te leveren. Zij staan de grondstoffen aan ons af voor een hongerloon en wij verkopen hun de afgewerkte producten terug tegen woekerprijzen.
    En dan hoeven wij niet enkel te spreken over de ontwikkelingslanden, er bestaat ook bij ons een zogenaamde vierde wereld. Lazarus ligt veel dichter bij de deur dan ons lief is: die werkloze, die ondanks zijn intensief zoeken geen werk kan vinden... die alleenstaande vrouw, die met haar kinderen aan de rand van het bestaansminimum moet leven.., of die overspannen man, die van de ene depressie in de andere valt en daarom uitgeschakeld wordt. 

    Maar het gaat in de parabel eigenlijk niet om Lazarus, het gaat om de rijke. Hem wil Jezus heel bijzonder waarschuwen. Waarin bestaat eigenlijk de schuld van de rijke? Hij wordt niet afgeschilderd als een uitbuiter, hij hitste de honden niet tegen Lazarus op, hij schold hem niet weg. Van dit alles zegt de tekst niets. Zijn schuld, en volgens de parabel zijn zware schuld, ligt in het feit dat de rijkdom hem blind heeft gemaakt voor de nood van zijn medemens, dat zijn hart versteend is. Zijn denken cirkelt alleen om hemzelf.

    Opvallend is dat die arme man, door de mensen in de steek gelaten, een naam had. Lazarus heette hij en dat wil zeggen: God helpt. Elke arme heeft een naam bij God. De rijke daarentegen had geen naam. Hij krijgt pas een naam, wanneer hij Gods hulp aan anderen zichtbaar maakt, wanneer hij meeleeft met de armen.
    Zo bevat deze parabel ook een boodschap voor ons, wij worden hier aangesproken. Lazarus ligt nog steeds voor onze deur. Wie helpen wil, hoeft niet lang te zoeken naar leed en honger. Het kan een eenzaam familielid zijn, het kan een zieke buurman zijn, het kan ook een verslaafde zijn of een vreemdeling.   

    Onze Jan Wouters is steeds op zoek naar die “arme”  naar die “kansarme” in onze buurt.  Hij moet niet hard zoeken, hij struikelt er over.
    De mensen die hij vindt, de Lazarussen, lijden nog altijd en kunnen nog steeds hun honger niet stillen met wat van de tafel van de rijken valt.

    En dan nu het goede nieuws:
    Wij spreken gewoonlijk van de ‘arme' Lazarus, maar per slot van rekening werd hij geholpen. Het is een happy end.  We kunnen hier beter spreken van de ‘arme' rijke, want die kan niet meer geholpen worden en hij kan ook de anderen niet meer helpen. Hij, de rijke is werkelijk arm.
    Waar sta ik bij het beluisteren van dit verhaal?  Ben ik rijk en blind voor mijn omgeving, dan zal ik het moeilijk hebben.   Ben ik arm en leef ik met een bestaansminimum, dan zal ik het verhaal graag horen en het verstaan…

    Armoede is geen zegen en ook geen toeval.
    Het is het resultaat van zoveel blinde muren die zeggen
    dat er niets aan te doen is, dat het hun eigen schuld is,
    dat God  maar iets moet doen
    en dan vergeten we dat die God
    rechtvaardigheid in “onze” handen heeft gelegd.
     
    Welstand is een geschenk
    dat gedeeld  wil worden,
    een gave die aan allen toekomt.
    Hoe groter onze welstand,
    hoe groter onze verantwoordelijkheid.
    Hoe meer gedeeld, hoe groter de vreugde.

    Met dank federatie Herent en Ward Van Overbeke

    29-09-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    21-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hetzelfde maar dan anders - 25e zondag C 2013 - Gie

    Vijfentwintigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 21 en zondag 22 september 2013

    Eerste lezingAmos 8, 4-7 - 'Hoort toe, gij die armen verdrukt'
    EvangelieLucas 16, 1-13 - 'Gij kunt niet God dienen en de mammon'

    Hebben jullie het er ook zo moeilijk mee, dat de Heer die fraudeur, die onrechtvaardige rentmeester de hemel in prijst, omdat hij met overleg te werk ging? 
    Dan ben je lang niet de enige. Tientallen bijbelkundigen hebben zich in alle mogelijke bochten gewrongen om aan deze parabel een aannemelijke uitleg te geven. 

    Het is nochtans niet zo moeilijk. Een ander, vergelijkbaar verhaal, maakt dat duidelijk: 
    Jantje kwam opgewonden thuis. “Papa”, roept hij, “Weet je wat er vannacht bij Mieke gebeurd is?” “Nee, schat, vertel het maar!” “Wel, er is daar ingebroken! Een dief is heel stilletjes binnen geslopen en heeft de televisie, de computer en geld meegenomen. Zou dat bij ons ook kunnen gebeuren?” “Nee hoor schat! Wij hebben sterkte sloten op alle deuren. Die dief kan bij ons niet binnen.” 
    Gelukkig was Jantje de dief snel vergeten. De volgende morgen was een zaterdag. Dan slapen papa en mama uit. Maar Jantje is al wakker en verveelt zich. Hij gaat een beetje boven op de zolder spelen. Eerst loopt hij een oud nachtkastje omver. Daarna valt met veel lawaai een stapel dozen omver. 
    Opeens roept papa van beneden: “Wat ben je aan het uitspoken, Jantje? Je zou beter een voorbeeld nemen aan die dief van bij Mieke!, die was tenminste stil. Die heeft niemand wakker gemaakt.” 

    Zelfs van een dief kun je iets leren! Net zoals van een onrechtvaardige rentmeester. 
    Hetzelfde verhaal, maar dan anders. Ik had nog nooit op een zo eenvoudige manier horen uitleggen wat Jezus eigenlijk bedoelt wanneer hij die rentmeester prijst, die met overleg te werk ging.
    Het lijkt wel of Jezus zijn publiek met opzet op het verkeerde been zet, om hen uit hun schelp te lokken. 
    Hij dwingt zijn toehoorders om opnieuw naar de rentmeester te kijken, en in te zien dat deze, door schulden kwijt te schelden en geld uit te delen, vrienden heeft gemaakt.

    Zo moeten de luisteraars ook hun bezittingen delen met de armen, om een plaats te bekomen in het Rijk Gods. 
    Op het onuitgesproken verwijt dat de rentmeester oneerlijk is, reageert Jezus met de vraag of de toehoorders zelf wel betrouwbaar zijn wanneer het om geldzaken gaat. Als ze eerlijk zijn, zullen ze inzien dat ze misschien meer op de rentmeester gelijken dan ze zouden willen. 
    Als zij hun bezit voor zichzelf houden, en niet bereid zijn te delen met de armen, zijn ook zij onbetrouwbare beheerders die verkeerd met het geld van hun heer omgaan. 

    Want ook zij zijn niet de eigenaars van hun bezittingen. Deze zijn immers door God aan hen toevertrouwd met de bedoeling deze goed te beheren en met de armen te delen. 

    Ook Amos vaart uit naar zijn toehoorders. Hetzelfde maar weer anders. Amos, bij leven zelf een schapenboer en vijgenkweker, weet waarover hij spreekt. Hij kent de trucen van de foor. Hij weet wanneer en hoe er gefoefeld wordt. Hij heeft het waarschijnlijk ooit zelf gedaan. 
    Zijn publiek zit in hetzelfde schuitje als de onbetrouwbare rentmeester.
    Ik wil jullie of mezelf niet meteen een etiket van oplichter of bedrieger opplakken. Toch zijn ook wij in hetzelfde bedje ziek. Hetzelfde maar dan anders.
    Als volgelingen van Jezus zouden wij kinderen van het licht moeten zijn. 
    Jezus zegt: je kunt niet God dienen en het geld. Je moet een keuze maken. Want je kan geen twee heren dienen. Het is of God, of de mammon.
    Als je kiest voor de god van het geld, dan worden de anderen daar zeer dikwijls het slachtoffer van en dan maak je jezelf tot slaaf van het geld. 
    Jezus’ alternatief is een nieuwe manier van leven: in solidariteit en vriendschap met God en met de medemensen 
    Het gaat dus om kiezen of … delen. 

    Het is een basiskeuze voor waardoor je je leven laat beheersen: aardse bezittingen of het koninkrijk Gods. Dat is de keuze waarvoor Jezus ons stelt: ofwel bij het oude blijven ofwel je afkeren van al wat kwaad is in de wereld in jezelf. 
    Zeg nu niet: ik heb geen kapitaal, geen geld om te verdelen. Bekijk het ruimer. Het gaat niet zozeer om geld en zeker niet alleen om geld. Het gaat om delen van alles wat deelbaar is: have en goed, voedsel, geluk. Het bekende “gedeelde smart is halve smart, gedeelde vreugde is dubbele vreugde”!  
    Als je al je troeven benut om anderen te helpen, om met hen het leven in al zijn volheid te delen. Dan is er echt een licht in jou opgegaan, dan ben je op weg om een kind van het licht zijn. Amen.
    Inspiratie deels gevonden bij Trudy Vester en in een preek van Harrie Brouwers. 

    21-09-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    14-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een vreugdevol leven in geloof - 24e zondag C 2013 - Ria

    Vierentwintigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 14 en zondag 15 september 2013

    Eerste lezingExodus 32, 7-11.13-14 - 'Mozes trachtte de Heer gunstig te stemmen'
    EvangelieLucas 15, 1-32 - 'Vreugde over een zondaar die zich bekeert'

    De lezingen van vandaag, hoewel goedgekend, zullen toch bij de toehoorders wenkbrauwen doen fronsen. 
    Immers in het boek Exodus, de eerste lezing van vandaag, horen we Mozes die in feite God smeekt, ja zelfs aanmaant, zijn plan om het joodse volk te vernietigen, omwille van hun ontrouw, te laten varen. Hij begint niet met het volk te verdedigen, hij ziet in hoezeer het volk God nodig heeft.

    Mozes haalt de verdienste aan van Abraham, Isaak en Israël, aan wie God de stellige belofte gedaan heeft hun nageslacht talrijk te maken en hen het land voor altijd in bezit te geven. Hij herinnert God aan zijn belofte van zorg en trouw. Wanneer Mozes zo voor het volk pleit toont God zich inderdaad als de God die vergeeft en die klaarstaat om Zijn volk terug op te vangen. Na de smeekbede van Mozes ziet de Heer af van het onheil waarmee Hij Zijn volk had bedreigd. Mozes is hier de grote voorspreker van zijn volk, door zijn vastberaden optreden keren zij terug naar hun oorspronkelijke verering van de God die hen ,door middel van Mozes, uit de slavernij van Egypte haalde.
    God heeft hen eigenlijk teruggevonden, want ze waren afgedwaald en voor God verloren.
    Hoewel hen nog vele beproevingen te wachten stond, was de vreugde voor de hereniging groot.

    Het evangelie dan. Wat te denken van een herder die een volledige kudde achterlaat om het ene afgedwaalde schaap terug te vinden?
    Voor de joden, die van oudsher een herdersvolk waren, moet dit verhaal wel onwaarschijnlijk geklonken hebben. Zouden zij niet eerst de andere schapen veilig gesteld hebben alvorens de verlorene te gaan zoeken?
    En wat met de vrouw die het geldstuk, weliswaar een groot bedrag, terugvond? Zou zij inderdaad iedereen bijeen roepen om met haar te vieren dat zij het teruggevonden heeft?

    Wat wil Jezus ons hier duidelijk maken? Dat de vreugde over het terug gevondene alles overstijgt, ja dat de verdwaalde die terugkomt meer waard is dan al de anderen die trouw bleven?
    Jezus spreekt tegen diegenen die Hem verwijten zich met zondaars en afvalligen bezig te houden, dan komt Zijn antwoord natuurlijk hard aan. Het is natuurlijk zo dat iemand die altijd het rechte pad bewandelt, eigenlijk geen hulp nodig heeft. Hij leeft zijn leven op een gelijkmatige wijze, hij beleeft zijn geloof als wezenlijk deel van dat leven, zijn leven is geen strijd met de verlokkingen die de wereld om hem heen bieden. Zo’n mens leeft in harmonie met zichzelf en ook met God. Die hoeft niet gered te worden, dat probeert Jezus de Farizeeën, die het allemaal zo goed weten, duidelijk te maken. Hij zegt hen ook : “om de verdwaalde schapen ben ik gekomen”.

    In de verschillende verhalen ligt telkens de nadruk op de vreugde van de hereniging met het verlorene. Een zeer herkenbaar gevoel bij iedereen!
    Wie heeft niet zijn ganse huis ondersteboven gehaald om iets terug te vinden? Welk gevoel van voldoening bij succes en welk knagend gevoel van onbehagen wanneer een voorwerp verloren blijft. Jaren later praten we nog met spijt over dat ene ding dat we missen!

    Soms horen we mensen praten over hun geloof, en dan hoor je soms spijt weerklinken in hun stem wanneer ze zeggen hun geloof verloren te hebben. Heel dikwijls geven ze dan redenen op die echt weinig met God te maken hebben. Gewoonlijk ligt een persoonlijk conflict aan de basis, een gebeurtenis die hen geschokt heeft. Denken we bv. aan de pedofilieschandalen en de daarop volgende reeks van “ontdopingen”. Men zegt dan: met die kerk wil ik niets te maken hebben! 
    Maar waar staat geschreven dat God ons tot zulke daden aanzet? Altijd opnieuw wordt aan God de fouten die mensen begaan aangerekend. Hoe onrechtvaardig zijn de verwijten alsof God al de daden van de mensen stuurt. Men vergeet soms dat de mens een vrije wil heeft. Het is ook de reden dat Jezus telkens opnieuw in Zijn verhalen de nadruk legt, op waar de mens faalt, hij toch nog steeds bij God terecht kan. 
    Hoe?
    Sommigen vinden de weg terug met de hulp van anderen, soms is het gebed een weg terug. De stilte van een kerk of een tijdelijk verblijf in een klooster is voor velen een steun en men komt men daar tot bezinning. Maar hoe de weg terug ook gaat, en wie er hulp bij nodig had, het resultaat is steeds een grote innerlijke vreugde! Mensen die vervult zijn van die vreugde, werken soms aanstekelijk op hun omgeving, het doet immers deugd met iemand om te gaan die zo rustig en blij zijn leven leidt, en dit soms onder zeer zware omstandigheden.

    Als ik de gebeden lees die Toon Hermans neergeschreven heeft in zijn weduwnaarsjaren, dan denk ik dat hij die rust en die vreugde in zijn geloof gevonden heeft, luister daarom even naar dit gebed:
    Heer, we kennen zoveel verschillende gevoelens,het ene moment is alles rust in ons en vrede, het andere moment zijn we ongedurig en rusteloos.
    Wanneer ik de zegening voel van een warm gebed , en mijn hart kan luchten bij U, dan is dat het mooiste en diepste gevoel dat ik ken, er is geen grotere weldaad dan Uw liefde te voelen.

    Ik wens U allen alleszins een vreugdevol leven in geloof.

    14-09-2013 om 19:35 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    08-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'I have a dream' - 23e zondag C 2013 - Hilda

    Drieëntwintigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 7 en zondag 8 september 2013

    Eerste lezingWijsheid van Jezus Sirach 3, 17-18.20.28-29 - 'Wie kan ontdekken wat de Heer wil?'
    EvangelieLucas 14, 7-14 - 'Als iemand zijn kruis niet draagt'

    Lieve mensen, 
    Het stukje evangelie dat we zo juist beluisterden, klinkt weer heel hard! Jezus vraagt hierin weer heel veel van een mens… en toch…

    Het deed me aanstonds denken aan wat we allemaal ‘wittebroodsweken’ noemen!
    En aan een fantastische onderpastoor bij ons thuis die ook proost was van de chiro.
    Hij was echt begaan met de mensen, met de armste het eerst. Maar ook met de jongeren was hij heel erg begaan. Hij zag hun talenten en bemoedigde die. Hij ging met de ouders praten om hun kinderen meer kansen te geven om hun talenten goed te ontwikkelen en te gebruiken… 
    En tegen de verloofde koppels die op ondertrouw kwamen zei hij: “Het liefst zou ik hebben dat je zo ver mogelijk van huis gaat wonen. En dat je een maand of twee echt de moeite doet om niet naar huis te gaan, enkel nu en dan eens laten weten dat het goed met je is… Je hebt tijd nodig om mekaars dagelijkse gewoonte te leren kennen, om er iets over te vertellen aan mekaar, om je vreugde en je ongenoegen met elkaar te delen, zonder dat je ouders je komen verdedigen… “ 
    Ja mannen, zei hij dan, je bent naar hier gekomen omdat je gaat trouwen, ‘je gaat mekaar volgen’, en dan moet je met elkaar voort, dan heb je mekaar nodig … Dan is je nieuwe thuis je basis van waaruit je mag leren beslissingen te nemen, maar nu zonder je ouders aan je zijde… Je partner is nu diegene waarmee je verder een gelukkig leven wil en mag uitbouwen…
    Zó sprak die onderpastoor en ik denk dat hij een goeie gezonde kijk had op de 
    wittebroodsweken en op de jongeren die hun eigen weg moesten kunnen gaan!

    En weet je lieve mensen,  lang vóór Jezus geboorte stonden de wittebroodsweken al vermeld in het boek Deuteronomium. Daar lezen we in hoofdstuk 24, vers 5: (Deut 24:5) Iemand die pas getrouwd is, hoeft niet in het leger te gaan of andere verplichtingen op zich te nemen. Een jaar lang is hij vrij om voor zijn huis te zorgen; hij zal vreugde brengen aan de vrouw met wie hij getrouwd is. 

    Verleden week, op 27 augustus werd over heel de wereld “Martin Luter King” herdacht, of beter, de redevoering van Martin Luter King: “I Have a Dream”! 

    De rede van bij elkaar 17 minuten hield King voor het Lincoln Memorial in Washington D.C. De woorden van King inspireerden niet alleen de bezoekers daar ter plekke, maar ook elders in de wereld en zelfs tot op vandaag.
    De rede hield hij voor een publiek van meer dan 200.000 mensen ter gelegenheid van de Mars naar Washington die die dag in de stad was aangekomen. Met de mars wilde de Amerikaanse burgerrechtenbeweging de weg vrijmaken voor meer arbeidsplaatsen, vrijheid en gelijkheid, in het bijzonder voor de Afro-Amerikanen in de Verenigde Staten. De mars werd georganiseerd door zes mensenrechtenorganisaties die The Big Six genoemd werden.

    Van de rede werd rechtstreeks verslag uitgebracht op televisie en ze kende een uitgebreidere media-aandacht dan welke gebeurtenis ook.

    De rede schreef King met hulp van Stanley Levison en Clarence Benjamin Jones in Riverdale (The Bronx, Manhattan). Volgens Jones waren de logistieke voorbereidingen van de aankomst van de Mars naar Washington zo zwaar, dat de rede niet hun eerste prioriteit had. In de avond van 27 augustus, 12 uur voor het uitspreken van de rede, wist King nog niet wat hij het publiek zou toespreken.

    De rede had hij in feite ook al acht maal eerder uitgesproken, echter wel telkens in een iets andere versie. Daarom dat voordat hij in Washington begon aan de rede, de zangeres Mahalia Jackson uit het publiek riep: "Tell them about the dream, Martin!" (Vertel ze over de droom, Martin!).

    Ik heb een droom dat op een dag dit land zal opstaan en de ware betekenis van haar credo zal naleven: "Wij vinden de volgende waarheden vanzelfsprekend: dat alle mensen gelijk geschapen zijn". Ik heb een droom dat op een dag, op de rode heuvels van Georgia, de zonen van voormalige slaven en de zonen van voormalige slavenhouders in staat zullen zijn samen aan te schuiven aan een tafel van broederschap. Ik heb een droom dat op een dag zelfs de staat Mississippi, een staat, die blakert in de hitte van onrecht en blakert in de hitte van onderdrukking, veranderd zal worden in een oase van vrijheid en gerechtigheid. Ik heb een droom dat mijn vier kinderen op een dag zullen leven in een land waar zij niet beoordeeld zullen worden op hun huidskleur, maar naar de inhoud van hun karakter. Ik heb een droom vandaag.

    En dan nu de 28e augustus 2013 voelden we ook allemaal, hoe wrang, de boodschappen van de presidenten over heel de wereld overkwamen! Allen werden ze geconfronteerd met de chemische aanval in Syrië en nu dit! Nu die herdenking aan die grote stille opmars naar Washington. Het kon niet anders dan tot nadenken stemmen!
    En heel de wereld ziet hoe veel werk er nog is om die bewuste droom werkelijkheid te laten worden.

    Zo vergaat het ons ook vandaag met de woorden van Jezus!
    Zijn boodschap is 2000 jaar oud! Soms heel actueel! Soms heel erg versleten!
    Zijn boodschap kan hard overkomen en meestal radicaal, al verpakt Jezus het dikwijls zo goed in duidelijke vergelijkingen en soms in zo mooie verhalen…

    Vandaag worden we er nog eens aan herinnerd, aan die mooie blijde boodschap  dat het leven ons gegeven is als geschenk, aan die boodschap van vrede en recht op een menswaardig bestaan voor iedereen. 
    Aan Jezus, die vroeg om er radicaal voor te kiezen! Aan Jezus die het ook niet kon zonder de dragende Kracht van zijn Vader. 
    Zijn blijde boodschap ze kan en zal en wordt verwezenlijkt waar we ons bewust blijven dat ‘miserie van alle tijden is, maar liefde en engagement ook en het besef dat we het niet alleen kunnen’. 

    Toon Hermans kon het zo mooi uitdrukken:
    Mijn liefste wens, 
    altijd geloven in de mens,
    niet altijd wijzen op zijn falen 
    maar duizend keren weer herhalen 
    dat hij een deel is van Gods plan, 
    daar wordt de wereld beter van.

    08-09-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voor kleine mensen - 22e zondag C 2013 - Fred

    Tweeëntwintigste zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 31 augustus en zondag 1 september 2013

    Eerste lezingWijsheid van Jezus Sirach 3, 17-18.20.28-29 - 'God wordt geeerd door de nederigen'
    EvangelieLucas 14, 7-14 - 'Wie zich verheft, wordt vernederd'

    Morgen begint voor duizenden kinderen, jongeren en hun leerkrachten weer een nieuw schooljaar. Het wordt allicht weer een spannende dag: in welke klas en bij welke leerkracht komen we terecht? Welke plaats krijgen wij in de klas toebedeeld? Gaan we mogen kiezen? Mogen of kunnen we naast onze beste vriend of vriendin zitten?

    Ook leerkrachten moeten op zoek naar hun plaats of zullen er toch weer aan moeten wennen. Ook zij kijken uit naar hun nieuwe leerlingen, hun nieuwe lesopdracht, hun lokalen. En misschien ook naar hun plaats in het team collega's, aan tafel, in het leraarslokaal of de koffiekamer.
    In een bredere en meer figuurlijke zin gaat het ook om de plaats bij de organisatie van de school, van het onderwijs als geheel. Wordt onze stem wel gehoord in het overlegplatform? Worden er niet te veel beslissingen genomen over onze hoofden heen? Krijgen wij overal wel de plaats waar we recht op hebben of menen te hebben?

    Ook in het evangelie gaat het over een plaats, in dit geval een plaats aan tafel. 
    En de boodschap die we daar krijgen is dat we vooral nederig of bescheiden moeten zijn. Dat niemand automatisch recht heeft op de beste of meest interessante plaats. Integendeel: Jezus wil dat armen en kleinen en minderbedeelden de voorrang zouden krijgen. Zoals we straks gaan zingen: voor kleine mensen is Hij bereikbaar. 

    Niet alleen een nieuw schooljaar staat voor de deur, voor vele verenigingen en groepen in de parochie staat ook weer een nieuw werkjaar in de startblokken. En overal zal weer moeten worden samengewerkt. En gaat iedereen weer opnieuw wat naar zijn plaats moeten zoeken. Laten we er dan vooral van uitgaan dat elke plaats belang heeft en in wezen even belangrijk is.
    Wat zeggen we over iemand die zich in onze ogen iets te veel permitteert, die altijd de leiding wil nemen of die zich verheft – om het met de woorden van het evangelie te zeggen? Van zo iemand zeggen we: hij moet zijn plaats kennen. We bedoelen dan dat hij zich beter voordoet dan hij is, dat hij een grote mond opzet, dat hij zich een rol toeëigent waarop hij geen recht heeft.

    Maar eigenlijk zouden wij allemaal onze plaats moeten kennen. Ieder heeft in een werkgroep of vereniging een rol te spelen. Een onmisbare rol, maar wel volgens onze mogelijkheden en talenten. En waarmee we mensen met andere, maar even belangrijke talenten kunnen aanvullen. Want dat maakt de kracht uit van een groep: dat iedereen zijn rol aankan, zich met zijn talenten inzet, en dat mensen zo elkaar aanvullen en bemoedigen.
    En minstens even belangrijk is, dat we elkaars inzet en mogelijkheden waarderen. Niemand kan op zijn eentje een vereniging recht houden en laten functioneren. Natuurlijk zijn er leidersfiguren, natuurlijk hebben we mensen nodig die wat meer initiatief nemen. Maar ook de ogenschijnlijk kleinere en eenvoudige taken moeten vervuld worden.

    Aan een tafel zijn soms ereplaatsen: het hoofd van de tafel, of de plaats net in het midden. Die ereplaats is er voor de gevierde bij een feestmaal, of voor de hoogste in rang, bijvoorbeeld de keizer of de koning. Maar lang geleden verzamelde koning Arthur de ridders rond zich aan een ronde tafel. Daar was geen ereplaats, daar was iedereen gelijk. Niet iedereen was even dapper of verstandig, maar dat was aan de plaats aan tafel niet te merken.

    Een voetbalploeg bestaat uit elf spelers, die allemaal een rol te vervullen hebben, die allemaal een taak meekrijgen van de coach. Sommigen hebben misschien iets meer talent dan de anderen. Maar als zij gaan spelen voor hun eigen eer, als zij de vedette gaan uithangen, komt dat de ploeg niet ten goede. Want zonder de anderen, de zogenaamd dienende spelers, kunnen zij ook geen wedstrijd in hun eentje winnen.
    Bij een toneelopvoering zijn er ook hoofdrollen en bijrollen. En ook de hoofdrolspeler kan de andere spelers niet missen. Hij krijgt misschien het meeste applaus, hij mag als laatste komen groeten. Maar als hij zijn applaus gekregen heeft, roept hij er meestal nog eens de hele groep bij om te groeten en het publiek te bedanken. Alsof hij wil zeggen: zonder deze groep, zonder alle leden van deze groep, had het stuk niet zo een succes gekend.

    Iedereen moet zijn plaats kennen en zijn rol vervullen. Het is ook één van de attracties van een groot kamp van een jeugdbeweging. Tien dagen zoiets als een klein dorp, afgezonderd van de wereld, met jong, heel jong en wat ouder. En allemaal leven ze samen en iedereen heeft een plaats. En men probeert ook iedereen een plaats te gunnen.

    Ik heb nog één voorbeeld. Zestig jaar al hebben de zusters Ursulinnen een eigen plaats op Linkeroever. Zestig jaar hebben ze een bescheiden, maar o zo belangrijke rol gespeeld, in het onderwijs, in het parochieleven, in verscheidene werkgroepen en verenigingen. Laten we voor hen ook maar onze dank en waardering laten blijken.

    Je moet je plaats kennen. En je moet bescheiden blijven, zegt Jezus. Maar bescheiden blijven wil niet zeggen dat je jezelf kleiner moet gaan maken dan je bent. Dat je niet fier mag zijn op je talenten en dat je er niet mee mag werken of ze tonen aan elkaar. 
    Voor kleine mensen is Hij bereikbaar. Maar zijn er eigenlijk wel kleine mensen? 
    Is niet iedereen even groot? De eerste lezing kwam vandaag uit het boek Wijsheid van Jezus Sirach. Dat boek staat vol met wijsheden. Ik vond er nog één ergens anders. Wijs ben je als je op niemand neerkijkt en tegen niemand opkijkt.

    01-09-2013 om 09:03 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    15-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een levenslang engagement aangaan - Moederdagviering - Els
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tenhemelopneming van Maria C 2013 - Donderdag 15 augustus 2013

    Eerste lezingApocalyps 11, 19a; 12, 13-6a 10ab - 'Een vrouw bekleed met de zon'
    EvangelieLucas 1, 39 - 56 - 'Mijn hart prijst hoog de Heer'

    Beste mensen,

    Door de eeuwen heen, heeft Maria tot de verbeelding gesproken. Ze heeft iets. Ze is een symbool, ze wordt vereerd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel beeldvorming is rond Maria: bidprentjes, Mariabeelden, beeldhouwwerken en schilderijen. Nu eens wordt ze voorgesteld als jonge maagd, dan als tronende koningin, … maar vooral als moeder. Het is dan ook geen toeval dat wij in Antwerpen op Maria Hemelvaart ook Moederdag vieren en daarmee hulde brengen aan alle vrouwen. 

    Er is geen enkel verhaal over Maria dat nooit werd uitgebeeld. Dat geldt zeker voor dit verhaal - de aankondiging van de geboorte, of zoals dat dan in de kunstgeschiedenis heet, de ‘annunciatie’.

    Op sommige van die hele vele schilderijen waarop de engel bij Maria op bezoek komt, zie je een Maria die de engel min of meer verwacht. Je hebt schilderijen en daar zit Maria in de bijbel te lezen. Knielend, vroom, in gebed. En dan komt de engel op bezoek. Geen spoor van verbazing op haar gezicht. Zijn komst is meer een vervolg op haar bijbellezing en gebed. Ze heeft gebeden, ze heeft gelezen en nu gaat het echt gebeuren.

    Er zijn echter ook schilderijen waarop Maria gewoon aan het werk is. Haar leven gaat haar gang en dan plots, wordt ze onderbroken. Maar gaat het ook niet zo met het moederschap: is dat voor sommigen geen wens die eindelijk in vervulling gaat terwijl het anderen als bij verrassing overvalt? 

    Uit het niets verschijnt een Engel: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met U'. En Maria schrikt. Haar hele leven zal op de kop worden gezet.  Zo komt God in je leven. Je hebt het niet gezocht. Je bent er niet op voorbereid. Maar hij komt en hij heeft werk voor je. Dat roept weerstand bij ons op: het is nu eenmaal makkelijker dat alles bij het vertrouwde blijft. De grootsheid van Maria is dat ze de woorden van de engel aanvaardt. ‘Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat U gezegd hebt.’ 
    Het valt op dat de Engel alleen maar prachtige dingen zegt over dit Kind: Dat hij een groot man zal worden, dat zoveel mensen blij met hem zullen zijn, dat hij Gods zoon genoemd zal worden. Terwijl wij al weten dat Maria het nog heel moeilijk zal krijgen. De Engel doet dat niet opdat Maria er de opdracht meteen zou aanvaarden, maar omdat de grote dingen uiteindelijk de belangrijkste zullen zijn. De liefde, de vreugde, het grootse van Jezus, dat zal al die moeilijke zaken van verdriet in haar leven en vertwijfeling ruimschoots overschaduwen. Maar het zou verkeerd zijn om het verdriet en de pijn van Maria te minimaliseren. 

    Maria zegt hier ‘ja’ tegen het moederschap, ze gaat een levenslang engagement aangaan van zorgen voor, van loslaten en er toch telkens weer zijn. Maria’s leven is met dat van haar zoon verbonden vanaf het allereerste begin tot het laatste moment; bij zijn eerste lachje, bij zijn eerste stapjes, later vieren ze samen feest op de bruiloft van Kana, maar zij staat ook onder het kruis. In goede en kwade dagen, in vreugde en verdriet. Zo is Maria het voorbeeld geworden voor alle moeders. Wanneer ons kindje geboren wordt, weten we niet wat de toekomst zal brengen: of het leven getekend zal worden door tegenslag, we weten alleen dat we van ons kindje zullen houden. 

    Kiezen voor moederschap is ja zeggen tegen het leven, en dat is altijd een sprong in het onbekende met licht en schaduwzijden. Moederschap brengt naast liefde en vreugde ook pijn en verdriet met zich mee. Maar dat betekent niet dat het niet de moeite waard is.

    Aan alle moeders een zalige Moederdag en aan allen die nog een moeder hebben: prijs je gelukkig en ze haar maar eens extra in de bloemetjes!

    Els Claessens, Pastor van Hof ter Schelde

    Bijlagen:
    IMG_9042.JPG (358 KB)   

    15-08-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 05-2025
  • 04-2025
  • 03-2025
  • 02-2025
  • 01-2025
  • 12-2024
  • 11-2024
  • 10-2024
  • 09-2024
  • 06-2024
  • 05-2024
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 09-2005

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs