Immers in het boek Exodus, de eerste lezing van vandaag, horen we Mozes die in feite God smeekt, ja zelfs aanmaant, zijn plan om het joodse volk te vernietigen, omwille van hun ontrouw, te laten varen. Hij begint niet met het volk te verdedigen, hij ziet in hoezeer het volk God nodig heeft.
Mozes haalt de verdienste aan van Abraham, Isaak en Israël, aan wie God de stellige belofte gedaan heeft hun nageslacht talrijk te maken en hen het land voor altijd in bezit te geven. Hij herinnert God aan zijn belofte van zorg en trouw. Wanneer Mozes zo voor het volk pleit toont God zich inderdaad als de God die vergeeft en die klaarstaat om Zijn volk terug op te vangen. Na de smeekbede van Mozes ziet de Heer af van het onheil waarmee Hij Zijn volk had bedreigd. Mozes is hier de grote voorspreker van zijn volk, door zijn vastberaden optreden keren zij terug naar hun oorspronkelijke verering van de God die hen ,door middel van Mozes, uit de slavernij van Egypte haalde.
God heeft hen eigenlijk teruggevonden, want ze waren afgedwaald en voor God verloren.
Hoewel hen nog vele beproevingen te wachten stond, was de vreugde voor de hereniging groot.
Het evangelie dan. Wat te denken van een herder die een volledige kudde achterlaat om het ene afgedwaalde schaap terug te vinden?
Voor de joden, die van oudsher een herdersvolk waren, moet dit verhaal wel onwaarschijnlijk geklonken hebben. Zouden zij niet eerst de andere schapen veilig gesteld hebben alvorens de verlorene te gaan zoeken?
En wat met de vrouw die het geldstuk, weliswaar een groot bedrag, terugvond? Zou zij inderdaad iedereen bijeen roepen om met haar te vieren dat zij het teruggevonden heeft?
Wat wil Jezus ons hier duidelijk maken? Dat de vreugde over het terug gevondene alles overstijgt, ja dat de verdwaalde die terugkomt meer waard is dan al de anderen die trouw bleven?
Jezus spreekt tegen diegenen die Hem verwijten zich met zondaars en afvalligen bezig te houden, dan komt Zijn antwoord natuurlijk hard aan. Het is natuurlijk zo dat iemand die altijd het rechte pad bewandelt, eigenlijk geen hulp nodig heeft. Hij leeft zijn leven op een gelijkmatige wijze, hij beleeft zijn geloof als wezenlijk deel van dat leven, zijn leven is geen strijd met de verlokkingen die de wereld om hem heen bieden. Zon mens leeft in harmonie met zichzelf en ook met God. Die hoeft niet gered te worden, dat probeert Jezus de Farizeeën, die het allemaal zo goed weten, duidelijk te maken. Hij zegt hen ook : om de verdwaalde schapen ben ik gekomen.
In de verschillende verhalen ligt telkens de nadruk op de vreugde van de hereniging met het verlorene. Een zeer herkenbaar gevoel bij iedereen!
Wie heeft niet zijn ganse huis ondersteboven gehaald om iets terug te vinden? Welk gevoel van voldoening bij succes en welk knagend gevoel van onbehagen wanneer een voorwerp verloren blijft. Jaren later praten we nog met spijt over dat ene ding dat we missen!
Soms horen we mensen praten over hun geloof, en dan hoor je soms spijt weerklinken in hun stem wanneer ze zeggen hun geloof verloren te hebben. Heel dikwijls geven ze dan redenen op die echt weinig met God te maken hebben. Gewoonlijk ligt een persoonlijk conflict aan de basis, een gebeurtenis die hen geschokt heeft. Denken we bv. aan de pedofilieschandalen en de daarop volgende reeks van ontdopingen. Men zegt dan: met die kerk wil ik niets te maken hebben!
Maar waar staat geschreven dat God ons tot zulke daden aanzet? Altijd opnieuw wordt aan God de fouten die mensen begaan aangerekend. Hoe onrechtvaardig zijn de verwijten alsof God al de daden van de mensen stuurt. Men vergeet soms dat de mens een vrije wil heeft. Het is ook de reden dat Jezus telkens opnieuw in Zijn verhalen de nadruk legt, op waar de mens faalt, hij toch nog steeds bij God terecht kan.
Hoe?
Sommigen vinden de weg terug met de hulp van anderen, soms is het gebed een weg terug. De stilte van een kerk of een tijdelijk verblijf in een klooster is voor velen een steun en men komt men daar tot bezinning. Maar hoe de weg terug ook gaat, en wie er hulp bij nodig had, het resultaat is steeds een grote innerlijke vreugde! Mensen die vervult zijn van die vreugde, werken soms aanstekelijk op hun omgeving, het doet immers deugd met iemand om te gaan die zo rustig en blij zijn leven leidt, en dit soms onder zeer zware omstandigheden.
Als ik de gebeden lees die Toon Hermans neergeschreven heeft in zijn weduwnaarsjaren, dan denk ik dat hij die rust en die vreugde in zijn geloof gevonden heeft, luister daarom even naar dit gebed: