Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 15-08-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een levenslang engagement aangaan - Moederdagviering - Els
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tenhemelopneming van Maria C 2013 - Donderdag 15 augustus 2013

    Eerste lezingApocalyps 11, 19a; 12, 13-6a 10ab - 'Een vrouw bekleed met de zon'
    EvangelieLucas 1, 39 - 56 - 'Mijn hart prijst hoog de Heer'

    Beste mensen,

    Door de eeuwen heen, heeft Maria tot de verbeelding gesproken. Ze heeft iets. Ze is een symbool, ze wordt vereerd. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel beeldvorming is rond Maria: bidprentjes, Mariabeelden, beeldhouwwerken en schilderijen. Nu eens wordt ze voorgesteld als jonge maagd, dan als tronende koningin, … maar vooral als moeder. Het is dan ook geen toeval dat wij in Antwerpen op Maria Hemelvaart ook Moederdag vieren en daarmee hulde brengen aan alle vrouwen. 

    Er is geen enkel verhaal over Maria dat nooit werd uitgebeeld. Dat geldt zeker voor dit verhaal - de aankondiging van de geboorte, of zoals dat dan in de kunstgeschiedenis heet, de ‘annunciatie’.

    Op sommige van die hele vele schilderijen waarop de engel bij Maria op bezoek komt, zie je een Maria die de engel min of meer verwacht. Je hebt schilderijen en daar zit Maria in de bijbel te lezen. Knielend, vroom, in gebed. En dan komt de engel op bezoek. Geen spoor van verbazing op haar gezicht. Zijn komst is meer een vervolg op haar bijbellezing en gebed. Ze heeft gebeden, ze heeft gelezen en nu gaat het echt gebeuren.

    Er zijn echter ook schilderijen waarop Maria gewoon aan het werk is. Haar leven gaat haar gang en dan plots, wordt ze onderbroken. Maar gaat het ook niet zo met het moederschap: is dat voor sommigen geen wens die eindelijk in vervulling gaat terwijl het anderen als bij verrassing overvalt? 

    Uit het niets verschijnt een Engel: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met U'. En Maria schrikt. Haar hele leven zal op de kop worden gezet.  Zo komt God in je leven. Je hebt het niet gezocht. Je bent er niet op voorbereid. Maar hij komt en hij heeft werk voor je. Dat roept weerstand bij ons op: het is nu eenmaal makkelijker dat alles bij het vertrouwde blijft. De grootsheid van Maria is dat ze de woorden van de engel aanvaardt. ‘Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat U gezegd hebt.’ 
    Het valt op dat de Engel alleen maar prachtige dingen zegt over dit Kind: Dat hij een groot man zal worden, dat zoveel mensen blij met hem zullen zijn, dat hij Gods zoon genoemd zal worden. Terwijl wij al weten dat Maria het nog heel moeilijk zal krijgen. De Engel doet dat niet opdat Maria er de opdracht meteen zou aanvaarden, maar omdat de grote dingen uiteindelijk de belangrijkste zullen zijn. De liefde, de vreugde, het grootse van Jezus, dat zal al die moeilijke zaken van verdriet in haar leven en vertwijfeling ruimschoots overschaduwen. Maar het zou verkeerd zijn om het verdriet en de pijn van Maria te minimaliseren. 

    Maria zegt hier ‘ja’ tegen het moederschap, ze gaat een levenslang engagement aangaan van zorgen voor, van loslaten en er toch telkens weer zijn. Maria’s leven is met dat van haar zoon verbonden vanaf het allereerste begin tot het laatste moment; bij zijn eerste lachje, bij zijn eerste stapjes, later vieren ze samen feest op de bruiloft van Kana, maar zij staat ook onder het kruis. In goede en kwade dagen, in vreugde en verdriet. Zo is Maria het voorbeeld geworden voor alle moeders. Wanneer ons kindje geboren wordt, weten we niet wat de toekomst zal brengen: of het leven getekend zal worden door tegenslag, we weten alleen dat we van ons kindje zullen houden. 

    Kiezen voor moederschap is ja zeggen tegen het leven, en dat is altijd een sprong in het onbekende met licht en schaduwzijden. Moederschap brengt naast liefde en vreugde ook pijn en verdriet met zich mee. Maar dat betekent niet dat het niet de moeite waard is.

    Aan alle moeders een zalige Moederdag en aan allen die nog een moeder hebben: prijs je gelukkig en ze haar maar eens extra in de bloemetjes!

    Els Claessens, Pastor van Hof ter Schelde

    Bijlagen:
    IMG_9042.JPG (358 KB)   

    15-08-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    01-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Volg mij - 13e zondag C 2013 - Marc

    Dertiende zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 29 en zondag 30 juni 2013

    Eerste lezingEerste boek Koningen 19, 16b.19-21 - 'Elisa volgde Elia en werd zijn dienaar'
    EvangelieLucas 9, 51 - 62 - 'Hij aanvaardde vastberaden de reis naar Jeruzalem'

    Ook Jezus vertrekt op reis, staat er vandaag in het evangelie. Maar het zal geen plezierreis worden. 'De dagen van zijn verheffing naderden', hebben we gehoord. Bij 'verheffing' denken we aan zijn verrijzenis en hemelvaart, en zo lazen de eerste christenen deze tekst. Maar zij begrepen ook dat 'verheffing' eerst verwijst naar het oprichten het kruis in Jeruzalem: Jezus gaat vastberaden zijn lijden tegemoet.
    Hij vertrekt ook niet op een solotocht. De leerlingen gaan mee, en Lucas vertelt dat er nog anderen zich bij hem aansluiten, mensen zoals wij, die 'onderweg' Jezus ontmoeten en hem willen volgen. Hij laat de mensen vrij om mee te gaan of niet: geen donder en bliksem wil hij over 'ongelovigen' uitschudden. Johannes en Jakobus krijgen de wind van voor, want zij gedragen zich als de tirannen die onderdanen willen dwingen zich te plooien naar hun wil. 

    Het evangelieverhaal dan vertelt over enkele ontmoetingen met kandidaat-volgelingen. En de reacties van Jezus zijn, zoals dikwijls, onverwacht. Nu moeten we niet proberen hier één duidelijk recept uit te halen, waar we doorheen de eeuwen een richtlijn aan hebben: 'een volgeling van Jezus laat zijn ouders in de steek'. Of: 'doden mogen blijven liggen'. Het is trouwens interessant hoe in de eerste lezing de volgeling van Elia wél zijn ouders mag gaan goeiedag zeggen. We mogen ons niet blindstaren op de oppervlakkige, letterlijke betekenis van de teksten.
    Deze korte flitsen uit de herinnering aan Jezus die hier verder verteld worden, zijn als facetten van een diamant: je ziet een bepaalde kleur, maar als je de diamant draait zie je andere schakeringen. De diamant echter straalt als een eenheid. Jezus maakt hier duidelijk: wie hem wil volgen moet goed nadenken wat dat betekent. Want Jezus volgen, kan onverwachte gevolgen hebben. Armoede kan je deel worden, misschien speel je je familie kwijt, het kan zijn dat je verleden van geen tel meer is. 

    We volgen Jezus op weg naar Jeruzalem, lijden en verwerping kan ook ons deel worden. Dat kan extreme vormen aannemen: martelaars zijn er te over in de geschiedenis van het christendom. Ik moet hierbij denken aan enkele jonge mensen in het Duitsland onder Hitler: Sophie Scholl, tweeëntwintig toen ze terechtgesteld werd, had met haar broer en enkele medestanders een verzetsgroep, 'die Weisse Rose', opgericht. 
    Zij steunden hun verzet op hun katholiek geloof, een verzet dat ze daarom ook geweldloos wilden voeren. 
    Zij heeft haar leven daarvoor gegeven.

    Gelukkig, gelukkig, meestal leidt de tocht niet naar zulk extreem einde. Maar ook voor alledaagse, gewone, kleine mensen zoals wij is Jezus volgen niet altijd evident. In het verhaal over Elia en Elisa hoorden we dat de profeet Elisa zijn mantel toegooit. 
    Een prachtig beeld: als we Jezus volgen, krijgen we zijn mantel over onze schouders – de mantel waarmee hij voor Pilatus stond... En ook als ons leven niet op het spel staat, kan die mantel zwaar zijn, en steken, zoals de kemelharen mantel van Johannes de Doper. Dat kan dan gaan over weinig spectaculaire dingen: hoe vullen we onze belastingsbrief in, bijvoorbeeld? 
    Zeven maal zeventig maal vergeven: ook als men op ons hart heeft getrapt? Zieken en eenzamen bezoeken: ook als ik weinig tijd heb, ook als dat vervelende bezoeken zijn? Eerlijk zijn, niet veroordelen, vreemdelingen onthalen, het evangelie staat vol met mooie woorden die we – om het voorzichtig te zeggen – niet altijd in de praktijk brengen. 

    Gelukkig, we hebben het voorbeeld van Petrus, die als het er op aan kwam door de mand viel. Toch is Jezus in hem blijven geloven, en heeft hem de kans te geven zich te herpakken. En ik weet ook dat vele mensen in deze kerk, in alle bescheiden stilte, voorbeeldig hun best doen zonder spektakel, zonder grote titels en eerbewijzen. 
    Zij trekken de mantel van Jezus aan en gaan al weldoende rond in hun buurt en bij hun huisgenoten. Ze verdragen veel, ze volgen Jezus in hun bescheiden leven, en zo brengen het rijk Gods dichter bij. Het rijk Gods komt niet met donder en bliksem, het komt in bescheiden goedheid.

    Die goedheid wordt dikwijls niet begrepen, en belachelijk gevonden. Als we de woorden van Jezus vandaag goed begrijpen, weten we dat we veel moeten kunnen loslaten als we hem willen volgen. Maar als ons geloof sterk genoeg is, blijven we hopen op de verheffing die na de vernedering volgt: ook als ieder ons in de steek zou laten, God laat ons niet alleen. Die jonge Sophie Scholl heeft zo haar leven durven loslaten. De tocht naar Jeruzalem voert, voorbij Goede Vrijdag, naar het geluk van Pasen.

    01-07-2013 om 10:07 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    23-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wie zegt gij dat Ik ben? - 12e zondag C 2013 - Hilda

    Twaalfde zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 22 en zondag 23 juni 2013

    Eerste lezingZacharias 12, 10-11 - 'Zij zullen opzien naar hem die zij doorstoken hebben'
    EvangelieLucas 9, 18 - 24 - 'De Mensenzoon moet veel lijden'

    Eerst nog eens heel hartelijk Bedankt voor jullie antwoorden. Ik denk dat dit een teken is van de goede verbondenheid die hier leeft. Het getuigt ook van een groot vertrouwen, om zo spontaan over je geloven, zo sterk te communiceren. Vertrouwen in de christelijke gemeenschap die we zeker ‘hier’ toch samen vormen. Het getuigt ook van de grote steun die we hier voor mekaar zijn.   
    En dan ben ik ook aan jullie m’n eigen antwoord verschuldigd, het antwoord dat ik net zoals jullie, tijdens enkele minuten stilte, voor mezelf opschreef:
    “Er is een Kindeke geboren op aard, ’t kwam op de aarde voor ons allemaal …”
    Zo leerde ik, als kleuter, Jezus kennen.
    Als tiener hoorde ik Urbanus zingen:
    “ Jezus is geboren, alleluja halo, Jezus is geboren in een bakske vol met stro…”

    Daartussen had ik vele wonderverhalen van Jezus gehoord en naar mate ik ouder werd ontwikkelde het denken over Jezus zowel in de kerk als in mezelf.
    Jezus als wonderdoener in het verkeerde zien als ‘goochelaar’ nam af en gaf plaats aan een Jezus die met een verschrikkelijk inlevingsvermogen mensen raakte tot in putteke van hun ziel, waardoor ze op een andere manier hun leven konden verder zetten…  
    Voor mij lijkt Jezus radicaal in mildheid en radicaal in vergevingsgezindheid waardoor de mens waarmee Hij begaan was, genas van zijn bitterheid, en opgewekt verder kon. Hij legde iets voor, maar legde nooit iets op!
    Ik leerde Jezus kennen als een man, geboren in de joodse traditie die zijn eigen goddelijke weg ging.
    Hij heeft geleefd! Hij heeft een plaats in de geschiedenis! (Wat niet wil zeggen dat het evangelie een journalistiek verslag is van Zijn leven)

    Hij was een jood! Hij heeft de joodse godsdienst daadwerkelijk beleefd, maar de strenge wetten onnodig geacht, omdat de mensen er slaaf van werden. Hij heeft van zijn gods-dienst een mensen-dienst gemaakt!
    Zo is Jezus voor mij, door alle mensen die mij omringden van m’n geboorte tot op vandaag, m’n ultieme GPS, veel meer nog, m’n dagelijks appèl om m’n GPS goed en beter te verstaan en goed en beter te gebruiken, m’n dagelijks appél om een goed christen te worden!
    En zing ik nu: ”Ubi caritas et amor, Deus ibi est”= “Waar liefde is, daar is God”.
    Weet, lieve mensen dat ik dat zelf ook heel moeilijk vind! Dat ik de steun van de liturgie - en preekploeg en van jullie groot nodig heb in m’n verder zoeken en christen worden.

    Hieraan wil ik aanstonds nog twee antwoorden van jullie toevoegen:

    1) “Geen simpele vraag. Ofschoon ik van kindsbeen R.K. ben opgevoed, ben ik nog immer een zoekend iemand.
    Het evangelie is voor mij een roman met liefdesverkondiging. 
    Hoe plaats je Christus daar?
    Ik ervaar een opperste kracht: t.w. de onnoembare, onzichtbare, (cfr. Thomas van Aquino). 
    Nu volgens ‘De Duve’: La magie a disparu, mais le mystère reste..” Dit wil je ontrafelen, dit wil je weten…
    Dus wie zeg ik als antwoord op jullie vraag:
    Hij is een profeet, een agent, een woordvoerder, vertolker van deze Grote Onbekende, de Noembare van het onnoembare, met veel hoop en vertrouwen. 

    2) “Jezus is voor mij de "koninklijke mens" zoals de protestantse theoloog
    Karl Barth hem ooit omschreef. Met de nadruk op MENS. Een volledig mens en geen God, geen mirakeldoener, geen freak. Zijn verdienste was afstand te nemen van de joodse idee dat alleen Israël het door God uitverkozen volk was. 
    Jezus was inderdaad de koning van zijn rijk van liefde en vrede. Jezus zag het heil voor de hele mensheid en baseerde zich op de eeuwenoude joodse leer dat naastenliefde de kern was van het geloof in een God. Om die reden noem ik mij een volgeling van Jezus die zei, namens de Schepper te spreken, of de zuivere Geest die de kosmos met zijn vaste regels beheerst en die Jezus, Vader noemde.”
    • Toch schitterende antwoorden, waarover we nu met z’n allen mogen verder denken, waarmee we met z’n allen nog dagen aan de slag kunnen.
    Deze antwoorden zeggen me hoe bekommerd wij zijn, wij die hier willen blijven samenkomen, om een goede christen, ne goeie mens te zijn, een man of vrouw naar Gods hart. Een man of vrouw waarvan Jezus nu zou zeggen: 
    “Ze hebben heel veel begrepen vanwat Ik ben komen voordoen en vertellen… Ze voelen zich (gelukkig maar) niet meer verplicht en hebben begrepen dat ieder uit vrije wil naar m’n boodschap luistert en aan zichzelf sleutelt om een goed christen te zijn. 
    Ze hebben begrepen dat waar ze het beste van zichzelf geven voor de anderen; als ze de liefde thuis, op straat en op het werk bewaren, iets van Mij en van mijn Vader laten zien, laten voelen en doorgeven in die nog altijd rusteloze wereld vol van vijandigheid en slavernij…
    Ze hebben begrepen dat Ik het zelf geprobeerd heb tot ze Me gebroken hebben op het kruis. Ze hebben begrepen dat het hard en moeilijk kan zijn, Mij in de gans andere medemens te blijven (h)erkennen…”

    Deze week hebben de nieuwsberichten verschillende mooie vb gegeven:
    • De prijs ‘armoede uitsluiten” van Welzijnszorg ging naar de ‘de Kraanvogel’! 
    • Een duizendtal mensen uit de middenveldorganisaties op Groenplaats ijverden voor subsidie!
    • 65 jaar Reinhilde Decleir met haar sociaal artistieke theater Tutti Fratelli!
    • De Turk die ‘stil protest’ begon op het Taksimplein voor meer democratie!
    • Om de eerste communiekantjes, de vormelingen en hun familie die Jezus wat beter leerden kennen, en vandaag terug samenkomen, niet te vergeten!
    • Om jullie niet te vergeten, die wekelijks hier zitten en de kracht vinden om en echt zorg te blijven dragen voor zoveel mensen. Zoals onze bisschop Johan Bonny vorig jaar vroeg: “Wie is de mens waarvoor jij zorg draagt?”
    Zoveel voorbeelden die ons herinneren aan het totaal breken en delen van Jezus, wetend dat dàt inspanning vraagt en niet altijd zo vanzelfsprekend is! Dikke proficiat en bedankt!

    23-06-2013 om 14:17 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    16-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vergeven vraagt om omkeer - 11e zondag C 2013 - Gie

    Elfde zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 15 en zondag 16 juni 2013

    Eerste lezingHet tweede boek van Samuel 12, 7-10.13 - 'David bekomt vergiffenis'
    EvangelieLucas 7, 36 - 8, 3 - 'Haar zonden zijn haar vergeven want zij heeft veel liefde betoond'

    De stripliefhebbers onder jullie kennen ongetwijfeld Natasja, de luchtstewardess. Ik las onlangs hoe François Walthéry, de striptekenaar, aan zijn hoofdpersonage gekomen is. Voor Natasja, een knappe airhostess met een welgevormd lichaam, mooie grote ogen, blonde haren en een flinke boezem, vond hij blijkbaar inspiratie bij verschillende vriendinnen: één met mooie ogen, één met een welgevormde boezem, een derde met een mooi figuurtje en een vierde met een blond kapsel. 

    Lucas doet iets vergelijkbaars met zijn hoofdpersonages. Op het einde van zijn verhaal geeft hij zelfs aan welke dames zijn inspiratie vormden: enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten genezen waren – Maria van Magdala, uit wie zeven demonen waren weggegaan, Johanna, de vrouw van Chusas, een hoge beambte van Herodes, en Susanna – en nog vele andere vrouwen. 
    Ook gastheer Simon gelijkt op enkele figuren die we elders in andere evangelies tegenkomen: Zacheüs, de tollenaar bij wie Jezus te gast is, Nikodemus de farizeeër, die met Jezus een diepzinnig gesprek voerde en de boetvaardige tollenaar in de tempel. 

    En tussen die twee hoofdpersonages vlecht Lucas zijn parabel over het vergeven van grote schulden. Over een geldschieter en twee mensen die bij hem in het krijt staan, de ene is 50 denariën schuldig, de andere wel 500. Een denarie was voor een gewone arbeider de gebruikelijke vergoeding voor een hele dag werken. Dus twee maanden werk of anderhalf jaar! 
    Je zou voor minder héél dankbaar zijn en véél liefde tonen. 
    Een parabel over vergeven, vergiffenis schenken aan wie veel liefde toont. 

    Die parabel doet erg denken aan de gelijkenis die de profeet Nathan aan David vertelt, voorafgaand aan wat wij hoorden in de eerste lezing: over een rijke die het lam van een arme roofde om het aan zijn gasten voor te zetten. David reageert daarop verontwaardigd: “de man die dat gedaan heeft, verdient de dood!”. 
    Pas daarna beseft hij, dat hij eigenlijk hetzelfde gedaan heeft door Bathseba, de vrouw van Uria, in te pikken en daarna Uria te laten doden. En toch rekent de Heer deze zonde niet door. Hij vergeeft de berouwvolle David en laat hem in leven. 
    Je zou voor minder héél dankbaar zijn en véél liefde tonen. 
    Ook deze parabel gaat over vergeven, vergiffenis schenken aan wie veel liefde toont. 

    Net als Simon de farizeeër, verkijken wij ons vol verbazing op het “spektakel” van de vrouw die stiekem binnenkomt, met haar tranen Jezus voeten wast, ze met haar haren afdroogt en ze zalft met balsem. 
    Zoals zovele schilders, schrijvers en schriftgeleerden voor ons deden, slaan misschien ook onze gedachten wat op hol bij het idee dat de vrouw als “zondares” bekend stond. 
    Nergens wordt vermeld wat ze misdaan heeft. En dat doet ook helemaal niets ter zake. Het doet wel ter zake dat ze liefde, véél liefde betoont. 

    “Weinig liefde betoont hij aan wie weinig wordt vergeven”, schrijft Lucas. Wij mogen het ook omgekeerd lezen: hoe meer barmhartigheid, hoe meer goedheid een mens mag ondervinden, hoe meer zij of hij geneigd zal zijn om dankbaar lief te hebben. 
    Wie een goed mens ontmoet, wie de warmte heeft ervaren van iemand die z’n arm om je schouder legt en zegt: “het geeft niet, ga niet langer gebukt onder wat er verkeerd gelopen is”, zo iemand voelt zich geheeld, krijgt opnieuw voeling met zichzelf, krijgt terug de kracht om zelf lief te hebben.

    Aan wie zich omkeert, aan wie zich bekeert, wordt zeer veel vergeven. 
    Zo een ommekeer is er gebeurd met de vrouw die tot bij Jezus komt. Zij toont haar dankbaarheid, zonder reserves, in een vloed van tranen, onophoudelijk kussen, kostbare balsem. 
    “Uw geloof heeft u gered”. Deze vrouw heeft oprecht geloofd dat genade mogelijk was en dat heeft haar gered, dat heeft haar opnieuw voluit mens gemaakt. Door haar geloof kan ze nu “gaan in vrede” en voluit leven als mens met en voor de mensen. 

    God, kom ons ongeloof ter hulp, geef ons een beetje meer geloof, zodat ook wij kunnen “gaan in vrede”. Amen.  

    16-06-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    09-06-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oog in oog - 10e zondag C 2013 - Fred

    Tiende zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 8 en zondag 9 juni 2013

    Eerste lezingHet eerste boek der Koningen 17, 17-24 - 'Zie, uw zoon leeft'
    EvangelieLucas 7, 11-17 - 'Jongeling, Ik zeg je, sta op'

    Wat moeten we met de twee verhalen die we vandaag te horen krijgen? 
    Kan het dat dode kinderen zomaar weer tot leven worden gewekt? Krijgen we een dergelijk wonderverhaal nog verkocht aan de mensen van vandaag? Druist het niet in tegen ons rationeel denken, tegen ons kritisch vermogen, ja zelfs tegen de meest elementaire natuurwetten? En kan het op de een of andere manier mensen troosten of hoop geven?

    Want, het zou niet mogen gebeuren, maar het gebeurt ook nog vandaag: dat ouders hun kind moeten begraven. En zelfs als die ouders heel, heel diepgelovig zijn en vol geloof en vertrouwen bidden en God smeken om hulp … ze krijgen hun kind niet terug. 
    En waarschijnlijk kan een dergelijk verhaal over een dodenopwekking dan meer kwaad dan goed doen. In plaats van mensen te sterken in hun vertrouwen, maakt het hen opstandig. Waarom moet het mij overkomen? Waar blijft nu die God, die sterker is dan de dood? En waar is die Jezus, die doden kon opwekken?

    Wat moeten we met zo een verhaal over een wonderbare genezing? Het houdt geen belofte in dat al onze ziekten en kwalen genezen worden, als we maar diep geloven en oprecht bidden. Geloof is geen magie, het gebed is geen toverformule. Ook Jezus zelf smeekte aan het kruis dat die beker aan Hem zou voorbijgaan. En Hij heeft hem toch ook moeten drinken.
    Hoe kunnen we dan toch iets uit die verhalen leren of meedragen? Beginnen we bij de eerste lezing: Elia gaat driemaal languit op het dode kind liggen en wekt het zo weer tot leven. Hij gaat op het kind liggen. Dichterbij kan je niet komen. In groot verdriet, in grote nood, in uitzichtloosheid kan je alleen maar mensen nabij zijn. Zo nabij mogelijk. Het is de ultieme vorm van medeleven, van meevoelen, van mee-lijden in de letterlijke zin van het woord.

    De weduwe, de moeder van het kind, zegt dan ook op het einde van het verhaal: "Nu weet ik zeker dat u een man van God bent en dat de Heer werkelijk door uw mond spreekt." Toen al was dat een teken dat de vrouw herkende: hoe dichter men bij mensen staat, hoe meer men een man van God is.

    Het is in het evangelie niet anders. 
    Maar misschien moeten we het eerst eens situeren in een groter geheel. De verzen die onmiddellijk aan dit verhaal voorafgaan, vertellen over een andere wonderbaarlijke genezing: die van de knecht van de honderdman. Jezus was verbaasd over het vertrouwen van die man en na de genezing wordt een stoet gevormd. Een stoet van allemaal blije mensen, opgetogen, vrolijk met elkaar in gesprek.
    En aan de poort van Naïn komt die stoet een andere stoet tegen: een begrafenisstoet. De twee groepen staan oog in oog met elkaar. De stoet waarin genezing en leven wordt gevierd en de stoet waarin gerouwd wordt om een onverklaarbare en zinloze dood.
    En ook hier gaat het om de zoon van een weduwe. Laten we ook niet vergeten wat de sociale positie van een weduwe was in die tijd. Een weduwe die haar enige zoon verliest is eigenlijk op slag alles kwijt: ze blijft helemaal alleen achter: geen kostwinner meer, geen bestaansmogelijkheid, geen mens meer om zich heen. Veroordeeld tot de bedelstaf. En bovendien: geen nageslacht meer, geen toekomst. En meteen thuis horend in de laagste categorie van de maatschappij.

    En als die twee stoeten elkaar ontmoeten, zoomt het verhaal in op Jezus. Hij blijft staan en ziet het lijden van de weduwe. Hij voelt diep met haar mee, is tot in zijn ingewanden bewogen, zoals in een bepaalde vertaling staat. En hij raakt het dode kind aan. Ook hier weer: een uiterste en zeer ongebruikelijke vorm van nabij-zijn met het kind én met de moeder. En ook hier ziet de moeder in het gebaar van Jezus een teken van goddelijke aanwezigheid. Niet alleen de moeder, maar hier ook alle omstanders.

    Kunnen we dit niet voor onszelf leren uit deze verhalen? 
    Soms kunnen wij concreet weinig of niets doen voor een medemens in nood. Wat we dan wel kunnen is: nabij zijn en wel zo dicht mogelijk. We kunnen de dood niet overwinnen, ook niet de zinloze dood van kinderen. Toch kunnen we helpen het leven te laten zegevieren, elkaar helpen het leven weer aan te kunnen. Laat het een stimulans zijn bijvoorbeeld voor de mensen die in stilte schitterend werk leveren in een werkgroep rouwen.
    Je ziet het soms dat mensen die geconfronteerd worden met dergelijk onnoemelijk lijden net daaruit kracht kunnen putten. Zij gaan bijvoorbeeld na de dood van hun kind ijveren om een verkeerssituatie te veranderen, een wet te wijzigen, een vreselijke ziekte te helpen bestrijden. Hun motief verwoorden ze dan vaak als: dan is ons kind niet voor niets gestorven.

    Als we de dood als zinloos ervaren, kunnen we proberen nog meer zin te geven aan het leven. Tonen en uitspreken dat het leven niet voor niets was, dat het leven zinvol was en blijft. Vorig weekend hoorden we in de kerk tweemaal hetzelfde lied, bij het afscheid van een geliefde moeder en bij de herdenkingsdienst voor Deo: Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde. Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten. Ik leverde bewijs van mijn bestaan. Omdat, door het verleggen van die ene steen, de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan.
    Zo is het leven toch weer sterker dan de dood …  

    09-06-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Stilte voor de storm - 7e Paaszondag C 2013 - Hilda

    Zevende Paaszondag C 2013 - Zaterdag 11 en zondag 12 mei 2013

    Eerste lezingHandelingen 7, 55-60 - 'Ik zie de Mensenzoon aan Gods rechterhand'
    EvangelieJohannes 17, 20-26 - 'Dat zij volmaakt een zijn'

    De titel van deze viering luidt: ‘stilte voor de storm’. 
    Deze week is als een tweede advent in het jaar. In deze week tussen Ons Heer Hemelvaart en Pinksteren wordt het stil en voelen we ons verlaten en verweesd achterblijven. In die stilte wordt er voor ons gebeden.

    En de lezingen beginnen met het verhaal van de diaken Stefanus.
    Stefanus geeft ons eerst en vooral ‘hoop’ en ziet, temidden van zijn vervolging, de belofte die in vervulling zal gaan voor zich. Voor zichzelf ziet hij, hoe Jezus aan de rechterhand van de Vader staat om hem te verwelkomen!
    Daarom is Stefanus zo opgaand in zijn getuigenis en heeft  hij geen angst om te sterven!
    Hij ziet voor zich, Jezus, die Hij gans zijn leven probeerde na te volgen en Jezus’ woorden kent hij nog zeer goed, woorden die hij herhaalt vóór zijn belagers: ‘Heer Jezus, ontvang mijn geest’  en ’Heer reken hen deze zonde niet aan’!
    Zo’n straffe diakens komen we nu niet meer tegen! Het hoeft ook niet, want de samenleving ziet er heel anders uit dan ten tijde van de eerste christenen.

    Het doet me denken aan de vele keren dat ik bij stervende mensen mocht zijn. In Hof ter Schelde sterven mensen op hoge leeftijd en velen zijn ook diepgelovig. Soms gebeurde het wel eens dat ze bij het aanvoelen van de naderende dood ‘wat onrustig of angstig werden’. Dan vroeg ik vooral wat en waarin ze hun hele leven geloofd hadden. Laat dit geloof, nu, op dit cruciaal moment, toch niet varen, zei ik dan altijd. Zullen we samen bidden? Vroeg ik ook meestal. Op die momenten maak je dan mee ‘hoe stervende mensen rustig mogen worden wanneer ze zich terug verbonden voelen met God of O.L.Vrouw” om dan niet veel later te kunnen inslapen voorgoed… .

    Om dan terug te komen op die die eerste Christenen die nog één waren, niet verdeeld zoals doorheen de eeuwen gebeurd is. 
    En toch of we ons nu Katholiek, protestants, of anglicaans, noemen, dit zijn slechts onze voornamen! 
    Christen is onze achternaam! Dàt is de naam waarop we fier mogen en moeten zijn! 

    Het is zoals een Bompa fier is wanneer zijn zoon hem een kleinkind geeft dat zijn achternaam draagt! 
    Een Bompa die zo graag heeft dat de eigenheid en de specificiteit van zijn familie wordt doorgegeven aan allen die na hem zijn naam zullen dragen… maar tegelijk ook fier is over zijn andere kleinkinderen…

    Zo ook bidt Jezus fier tot zijn Vader, opdat we allen zijn Vader zouden herkennen, erkennen en ons zouden bekleden met de zo specifieke wijze waarop Jezus zich met zijn Vader verbonden wist. Hij bidt om eenheid met zijn Vader zoals Jezus zichzelf verenigd geweten heeft met Zijn Vader. Hij bidt om ons vertrouwen in Zijn Vader zoals Hijzelf vol vertrouwen opkeek naar Zijn Vader en deed wat die goddelijke Stem van Zijn geweten Hem influisterde. Hij bidt fier tot Zijn Vader opdat we allen als ‘christen’ door het leven zouden gaan, Jezus en onze eigen achternaam waardig!

    Jezus zocht meestal een stille plek om te bidden.
    Vele jaren geleden schreven vrienden een wenskaart aan onze Koen en Kaat bij hun huwelijk met de volgende woorden: “ We wensen dat je samen velden van tederheid mag ontginnen voor elkaar. Dat je een plek van thuiskomen en van inzet naar buiten mag zijn. Dat je bij alle broosheid en weerbarstigheid van het leven er ook ontzettend veel deugd aan mag beleven”. 
    Wel ik zie Jezus dat doen! Hij zoekt telkens die stille warme plek om zijn Vader te ontmoeten, om de relatie met zijn Vader innig en intens te houden, om na een deugddoend gesprek weer verder te trekken. Die eenheid met zijn Vader was als een verborgen motor voor al zijn handelen. 
    Zo bidt Jezus ook voor ons, dat we de relatie met zijn Vader innig en intens houden. En we doen het nog ook!
    Elke zon- en feestdag komen wij hier samen in deze vertrouwde warme plek, weg van de autostradefiles, van de werkdruk en het lawaai, om samen te luisteren, zingen en bidden. 

    Elke dag maken we het even stil voor onszelf, in bed of aan tafel, of bij de gebedsscheurkalender, of bij de mooie appelbloesem, of bij een vriendelijke goeie morgen die ons verrast,…
    Het zijn grote of kleine plekken waarvan we liefst met vernieuwde geestdrift en energie terug weg gaan. Waar we de Kracht en moed bewaren om bij alle broosheid en weerbarstigheid van het leven, velden van tederheid te blijven ontginnen voor mekaar en allen die we ontmoeten. Gewoon om het vol te houden in het leven … 
    Ja, wij gaan verder, met God in ons en met ons. We dragen Hem zoals de zoom aan ons kleed of onze broek, we dragen Hem niet altijd langs buiten, maar zeker aan de binnenkant. We dragen Hem ook als onze verborgen motor. Als gelovigen, kunnen we niet zonder!
     
    Heb je’t ook gelezen? Zaterdag 27 april stonden 48 stralende gezichtjes rond het altaar, vóór hun ouders broers, zussen, meter, peter, en vele mensen die ze graag zien!
    En volgende zondag op Pinksterdag staan de vormelingen bijna op diezelfde manier te stralen!
    Wat hopen we dat allen die deze dagen meevierden, nog lang nagenieten van deze intens mooie momenten. Dat ze in die momenten God een warm hart toedragen.
    Wat hopen we dat ze er heel veel foto’s van genomen hebben met hun ogen en hun hart. Foto’s die ze in hun binnenzak steken om Hem later te herkennen wanneer Hij nog eens opduikt in hun leven! 

    Deze dagen van eerste- en plechtige communie doen me denken aan de jongeren vandaag.
    Ze denken anders aan God dan wijzelf, ze denken anders over bidden dan wij… maar ze denken erover na. Ze spreken er zelfs over. 
    Want in de drukte van het leven zoeken ze ook naar stiltemomenten!
    “Ze gaan joggen!” “Ze volgen Yoga!” Wat nu weer in is zijn “sessie van 
    …” Ze doen het om de kern van hun bestaan niet te verliezen, om hun eigenheid niet te verliezen, hun wens om een goed mens te zijn niet te verliezen! 
    Ze houden op die manier hun denken en emoties wakker om zich niet boos te maken waar het niet nodig is, om in stresssituaties te kunnen blijven nadenken en niet roekeloos te handelen… Want ze willen een goede werknemer of werkgever zijn, ze willen en goede Mama en Papa zijn, een goede vriend of vriendin…
    Ja, ook de volgende generatie kan niet zonder “bidden”, al benoemen ze het heel anders!

    En wij, wij bidden voor hen, zoals Jezus voor ons bidt, opdat ze zichzelf niet zouden verliezen in de drukte van het huidige bestaan… opdat ze contact zouden houden met de kern van hun bestaan, de kern die wij nog God noemen en waarmee wij innig trachten verbonden te blijven… 

    Zo dikwijls beleven we nog zoveel moois, zoveel goeds, maar ook zoveel tegen, om verwonderd en dankbaar te bidden. Want we kunnen niet zonder om er samen heel veel deugd aan te beleven.  
    (bronnen: Coene, Debbaut, Bloggen Sint Anna ten Drieën)

    12-05-2013 om 12:52 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    05-05-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.God trekt bij ons in - 6e Paaszondag C 2013 - Ria

    Zesde Paaszondag C 2013 - Zaterdag 4 en zondag 5 mei 2013

    Eerste lezingApokalyps 21, 10-14.22-23a - 'De luister van God verlicht de heilige stad'
    EvangelieJohannes 14, 23-29 - 'De Heilige Geest zal u alles leren'

    Jezus is gestorven! Hoe moeten de leerlingen, hoe moeten wij verder zonder Hem? De leerlingen zijn na Zijn lijden en dood in een levensfase beland die hen confronteert met een leegte. Ze zijn ontredderd. Ze hebben tijd nodig om hun droefenis en verbittering te boven te komen en opnieuw hun roeping te verstaan.

    Er zijn de verschijningsverhalen, maar ook de woorden van Jezus waarin Hij zijn getrouwen voorbereidt op Zijn dood. Hij doet dat echter niet zonder hun hoop te bieden: ze zullen er niet alleen voor staan want Hij zal een helper sturen, een Geest die hen de ogen en de geest zal openen. 
    Al is Hij dan niet meer lijfelijk aanwezig op aarde, Hij werkt nog wel door de heilige Geest die hen de weg zal wijzen hoe ze verder moeten gaan. In zijn afscheidsrede spreekt Jezus over een blijvende verbondenheid, het voortzetten van Zijn woorden en daden en dit niet in leuzen maar in daden, in het dagelijks leven ook buiten het kerkgebouw. Inspirerende woorden en daden, goede herinneringen, die moet je levend houden , daar moet je wat mee doen.

    De woorden die Jezus tot zijn leerlingen sprak zijn ook voor ons en alle generaties bedoeld. Het noodzakelijke contact met God door stil gebed, door liefdevol omgaan met de medemens, het respect voor onze prachtige wereld en alle schepselen die haar bewonen, het zijn de waardevolle en gelukkige ogenblikken die God dichter bij ons kunnen brengen… Dat zijn de gouden momenten die ons leven zijn volle waarde kunnen geven.

    Dan zegt Hij ook nog, en iets dat ook ons raakt: ”Mijn vrede laat ik U na; mijn vrede geef Ik u.” 
    Woorden? Ik denk het niet. De vrede die Jezus ons nalaat is niet gebaseerd op het recht van de sterkste zoals het in de wereldse vrede er aan toe gaat. De vrede die Jezus ons geeft en die wij moeten doorgeven, is eerbied voor de zwaksten, is dialoog en onderling respect voor andere meningen.

    Pas dan zullen wij God aanwezig kunnen weten in ons leven en Hem aanwezig laten komen in elk gesprek met medemensen. Want, en dat is al zo dikwijls herhaald, meer nog dan in woorden, is God herkenbaar en voelbaar in elke daad van liefde en genegenheid. Het is door zijn woord dat wij gestalte kunnen geven door onze daden, dat God werkelijk in ons woont.

    Tot slot zou ik toch nog even de eerste lezing terug onder uw aandacht willen brengen. Het is nogmaals een stukje genomen uit de Apokalyps of het boek der openbaring. Het visioen dat Johannes hier beschrijft heeft duidelijk de bedoeling de toenmalige christenen te sterken, hoop te geven en hen aan te sporen standvastig te blijven. Het moest een boek van kracht en troost zijn voor de belaagde kerk en haar martelaren. 
    Immers na de verwoesting van de tempel en van Jeruzalem door de Romeinen, was het nodig dat er toch nog een toekomstbeeld geschapen werd waarin het goede terug de bovenhand zou krijgen. Ondanks de soms verheven taal en de bizarre vorm van het boek, was het doel van de schrijvers niet het sensationele, maar om bemoediging en vertroosting te brengen aan de vrome minderheid in tijden van vervolging en lijden. 
    Zo gezien sluiten de twee lezingen van vandaag bij elkaar aan: allebei willen ze de mens die zoekend en mistroostig is, terug hoop en toekomst geven. Jezus belooft ons een helper die ons de juiste weg naar God zal wijzen, en Johannes voorspelt de verrijzenis van Jeruzalem aan de geplaagde christenen van de jonge kerk.

    Ik zou jullie nog een klein gebedje willen meegeven. Ik vond het bij Toon Hermans
    Zie Zijn hand in zee en land
    En in het jonge groen
    Weet dat Hij er altijd is
    In alles wat wij doen
    In’t licht of in de duisternis
    In alle eeuwigheid
    Diep in jezelf kom je tot rust
    Wanneer Zijn Hand je leidt. 

    05-05-2013 om 10:08 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    28-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heb elkander lief - 5e Paaszondag C 2013 - Fred

    Vijfde Paaszondag C 2013 - Zaterdag 27 en zondag 28 april 2013

    Eerste lezingApokalyps 21, 1-5a - 'Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen'
    EvangelieJohannes 13, 31-33a.34-35 - 'Een nieuw gebod geef Ik u'

    "Ik geef jullie een nieuw gebod: dat jullie elkaar liefhebben". Jezus vraagt het aan zijn leerlingen op het einde van zijn leven, tijdens het laatste avondmaal. Voor vele mensen is het herkenbaar. Het is de wens van zowat elke moeder of vader: dat na hun dood de kinderen zouden blijven overeenkomen, elkaar blijven zien en graag blijven zien.

    Het klinkt wel wat vreemd dat Jezus het een "nieuw" gebod noemt. Het was toch al langer het hoogste, het voornaamste gebod, het gebod dat de hele Thora samenvat. Maar we moeten iets verder lezen: jullie moeten elkaar liefhebben zoals 
    Ik jullie heb liefgehad. 
    En dat is al heel wat moeilijker. Toen Jezus zijn leerlingen die opdracht meegaf, was Judas net vertrokken om Hem te verraden. Maar Jezus blijft ook Judas liefhebben. Zouden wij dat ook doen?

    Want liefde beschouwen wij vaak als een gevoel. Wij houden van mensen omdat wij ons bij hen goed voelen. Het klinkt een beetje raar als men ons oplegt mensen graag te zien. Dat men van liefde een gebod maakt, een verplichting. Dan hebben we niet meer over een gevoel, maar over een daad of zelfs een levenswijze. 
    Liefde wordt dan een werkwoord. En dat is wel nieuw.

    En het is nodig het af en toe weer nieuw te maken, te vernieuwen. "Daaraan zal iedereen kunnen zien dat jullie leerlingen van Mij zijn", zegt Jezus, "als jullie onder elkaar de liefde bewaren". En is dat zo? Zien ze dat aan ons? Ziet men dat in de kerk van vandaag? Het doet mij denken aan een verhaal van Gerben Heitink. Het verhaal heeft als titel "De Reddingspost" en kort samengevat komt het hierop neer.
    Aan een gevaarlijk stuk kust bevond zich een eenvoudige reddingspost. Een schuurtje met één reddingsboot en een handvol vrijwilligers. Maar telkens iemand in moeilijkheden verkeerde, gingen zij de zee op om hen te redden. En vele geredde schipbreukelingen en anderen die erover hoorden, wilden dit prachtige werk steunen. En ze brachten geld bijeen.

    Met dat geld werden nieuwe boten gekocht en nieuwe mensen aangetrokken. Het schuurtje werd een stenen gebouw. Er kwamen echte bedden en goed meubilair. En een aantal jaren later werd het reddingsstation meer en meer ook een clubhuis. Het was mooi en het werd er gezellig.
    Er werd zelfs vast personeel aangeworven en betaald om schipbreukelingen te redden. Want het aantal vrijwilligers om dat te doen, daalde. Ze zaten liever in het clubhuis, gezellig bij elkaar en vertelden daar verhalen over vroeger. Het wapen van de reddingsdienst prijkte nog wel op de voorgevel van het gebouw, ze droegen een zilveren speldje op de revers van hun jasje en in de zaal hing nog altijd het model van een reddingsboot. Maar op zee gingen ze steeds minder en minder graag.

    En toen was er eens een hevige storm met een geweldige schipbreuk als gevolg. En de redders – het betaald personeel – brachten tientallen half verkleumde en bemodderde mensen aan land. Het waren Aziaten en Afrikanen en er was een lichte vorm van paniek in het clubhuis. Al die vieze mensen in hun mooi en gezellig gebouw! Inderhaast werden tenten opgezet en douchecabines. 
    En een paar dagen later was er een grote ledenvergadering.

    Een aantal clubleden wilde de reddingsdienst maar liever opheffen. Het gaf alleen maar ongerief en verstoorde de knusse gezelligheid van het clubhuis. Maar anderen verzetten zich: redden van mensen, dat was toch oorspronkelijk de doelstelling geweest? Als we dat niet meer doen, zegden ze, verloochenen we onze oorsprong, onze eigenheid.
    Het verhaal gaat nog even verder en eindigt in feite negatief en weinig hoopvol. Daarom laat ik het liever open eindigen. Maar evengoed moet het ons te denken geven. Het is af en toe nodig eens terug te keren naar de bron, naar waar we eigenlijk vandaan komen. In ons geval, naar de oorsprong, de essentie, het wezen van ons geloof en van de kerk.

    En Jezus gaf het zijn leerlingen mee op het einde van zijn leven. 
    De kern is: dat jullie elkaar liefhebben, dat jullie goed zijn voor elkaar, dat jullie voor elkaar zorgen. Daaraan kan je herkennen dat jullie mijn leerlingen zijn, aan de onderlinge liefde. Dat is een oud gebod, maar ook een nieuw gebod: één dat altijd moet vernieuwd worden.

    Er zijn nogal wat mensen die veel verwachten van onze nieuwe paus, Franciscus. 
    Misschien brengt hij de kerk wel terug wat dichter bij haar oorsprong, haar fundamentele doelstellingen. En de belangrijkste vragen zijn dan niet: gaat deze paus het celibaat afschaffen, gaat hij de liturgie aanpassen, gaat hij de curie hervormen? Maar wel: slaagt hij erin de kerk opnieuw te maken tot een groep mensen die elkaar graag zien? Met vooral aandacht voor de zwaksten. Zoals in de titel van dat boek van monseigneur Gaillot indertijd: 
    Als de kerk niet dient, dient ze tot niets …

    We hadden onlangs een tweetal gespreksavonden over de toekomst van onze parochie. Het waren goede en deugddoende avonden. Er worden plannen gemaakt en initiatieven genomen. En er gaan nog gesprekken komen, we blijven werken aan de toekomst. 
    Maar ook hier moeten we er allemaal over waken dat we dat ene en grootste gebod in acht blijven nemen. Het is natuurlijk belangrijk dat we waken over onze gebouwen, over onze vieringen, onze liturgie, onze verenigingen. Maar het allerbelangrijkste is dat mensen elkaar graag blijven zien. 
    Ook die Judas onder ons … 

    28-04-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    21-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. Samen zoeken - 4e Paaszondag C 2013 - Jan

    Vierde Paaszondag C 2013 - Zaterdag 20 en zondag 21 april 2013

    Eerste lezingHandelingen 13, 14.43-52 - 'Paulus richt zich tot de heidenen'
    EvangelieJohannes 10, 27-30 - 'Ik geef eeuwig leven aan mijn schapen'

    Het is vandaag de vierde zondag na Pasen, en elk jaar wordt er op die zondag een deel gelezen uit tiende hoofdstuk van het evangelie van Johannes.  Dat is natuurlijk geen spectaculaire boodschap….Daar zat je niet op te wachten…
    Maar in deze lezing noemt Jezus zichzelf de goede herder die in alle omstandigheden voor zijn schapen blijft zorgen.  En  vandaag voegt Hij daaraan toe dat hij hun naam kent, dat zijn schapen naar Hem luisteren en Hem volgen en dat hij Herders nodig heeft.

    Daarom is het traditioneel vandaag ook roepingenzondag. Vroeger werd daarbij uitsluitend gedacht aan een roeping tot priester, pater of zuster. 
    Zij werden dus uitdrukkelijk geroepen om goede herders te zijn. Maar die roeping geldt niet meer alleen voor hen, ze geldt voor alle mensen.
    Dus vandaag wordt aan u gevraagd om die goede herder te zijn…. want allen zijn wij Gods kinderen, dus zijn we allen geroepen om goede herders te zijn voor onze medemensen. 

    Deze tekst, dit evangelie, kan eigenlijk niet schoner uitkomen…
    Vorige dinsdag zaten we in een behoorlijk gevulde zaal van het Cultureel Centrum ter Schelde samen te zoeken hoe we dit alles in de toekomst kunnen waarmaken.  Hoe onze parochie verder moet in de toekomst.  Ten eerste met één kerk in plaats van twee.
    We kregen de voor- en nadelen van de Lucaskerk en van de Sint Anna-ten-Drieënkerk op een rijtje.  Allemaal goed voorgekauwd. 
    Crisis in de kerk?  Dat woord  heb ik niet gehoord.
    Neen, het werd een samen zoeken, hoe doen we het verder?

    Aan de hand van 4 vragen konden we ons oriënteren:

    1e vraag:
    Blijven we verder werken aan een gemeenschap van gelovige mensen op deze Linkeroever?   
    Daar is wel een beetje roeping voor nodig.
    Goed, laat ons eerlijk zijn: wij komen naar de kerk vooral omdat we mekaar willen terugzien, willen ontmoeten.  De meeste mensen komen naar de kerk als er wat te doen is, dus voor gelegenheidsvieringen….doopsel, vormsel en communie, uitvaarten, maar ook voor boetevieringen, feestvieringen, gedachtenisvieringen.  Er zijn zo vele redenen om uitgenodigd om  “geroepen” te worden.
    Je zou gemakkelijk kunnen zeggen, het brokkelt af, we zien het verminderen, wat is het percentage van het aantal mensen op deze linkeroever dat we bereiken?
    Maar dat deden we niet ! 

    Hier zijn nog verzorgde vieringen waar veel mensen aan meewerken, hier is nog een parochieleven, op verschillende fronten,  hier is nog inzet voor de anderen, door verschillende verenigingen.  Hier zijn nog mogelijkheden dank zij voldoende goede infrastructuur en gebouwen van de parochie. Het profileert zich niet allemaal in het kerkgebouw.  Maar de gemeenschap is er, er is een kudde, en er is nog een herder.
    We zochten eerder naar de link, hoe kunnen we naar buiten komen met onze goede-wil-gemeenschap, en hoe kunnen we mensen aanspreken?

    2e vraag:
    In onze visietekst opteren we voor een “open kerk”in de brede zin van het woord…Hoe?
    Ja zet de deuren maar open, ik weet alleen niet of er dan iemand zal binnenkomen.
    Maar toch zijn we bezig met zieken, met rouwende mensen, we zijn bekommerd om onze directe omgeving,  ook voor eenzamen, daklozen en vreemdelingen.  Jan Wouters doet goed werk in die richting, we willen er ook voor openstaan.
    We zochten ook hoe we een dienende kerk konden zijn, waarvan ook onze paus Franciscus droomt.   We hebben aandacht voor de wereldwinkel, voor welzijnszorg, voor broederlijk delen, voor de mazen van het net…

    Vraag 3 was een pak moeilijker:
    Kiezen we voor een blijvende aanwezigheid in het Europark?
    Als straks de Lucaskerk er niet meer is, zouden we toch graag nog een kleine ontmoetingsruimte hebben.  Daar waar de mensen uit de buurt kunnen samenkomen.
    Kunnen en willen we inspelen op de nieuwe ontwikkelingen in het Europark?  Zijn er organisaties waarmee we kunnen samenwerken?
    Willen we samenwerken met andere organisaties die in die buurt operationeel zijn?
    We voelen aan dat we niet allemaal op eenzelfde lijn zitten.  Een aantal mensen wil echt wel iets doen voor deze wijk.  Anderen zeggen: we moeten ons niet opdringen, er zijn andere organisaties die hier veel sterker in zijn.  Laat  die maar doen…
    Ik ben benieuwd om de verslagen van alle gespreksgroepen te zien.  Uiteraard kan ik mij, op dit moment, niet uitspreken over deze materie.  Dat zou de zaak vooruitlopen.

    Vraag 4, de laatste vraag was ook niet gemakkelijk:
    Een Eco-kerk, hoe realiseren we dat?
    Daar is niet iedereen in thuis.  Ik zag wel wat gefronste wenkbrauwen, en terecht.
    Een eco-kerk is niet alleen zonnepanelen op het dak en recyclage bij de vuilbakken…
    Het is ook soberheid, stilte en rust, eerbied voor de schepping, dankbaar Gods gaven aanvaarden en delen, gezondheid, niet altijd de winstdrang nastreven…
    Wat kan een parochie hier aan doen?   In liturgie, activiteiten, beheer gebouwen, als medewerker?

    Ik ga toch iets doen wat niet mag, en ga u toch al 2 antwoorden verklappen die ik in een werkgroepje hoorde.  
    Iemand droomde van een kloostertuin rond deze kerk, met veel kleine perkjes, omzoomd met buxus of palm en waar vrijwilligers kruiden en groenten in planten en onderhouden.  Origineel toch?  
    En iemand anders zei: laten we stoppen met de misboekjes.  Te veel papier, te veel bomen, te veel fotocopie-kosten, we projecteren gewoon alle teksten en we lezen deze af….  Origineel toch?
    Beste mensen, als brainstorming, gewoon uw gedachten eens laten lopen, kon deze avond tellen.  Ik zag toch vele tevreden gezichten.
    Je hebt de kans om de 2e avond ook mee te maken.  Morgenavond in het Sint-Anneke Centrum bespreken we 4 nieuwe vragen.  Iets concreter rond onze werking, de structuur van onze parochie, het engagement van de jeugd, de mogelijkheden van een kerkgebouw.  Zorg dat je er bij bent !

    Vacature:
    Onze parochie werft aan:
    mannen of vrouwen, gehuwd of niet, 
    met hart en geloof voor een betere wereld.
    Bekwaamheden: een grote openheid voor de noden en de vragen van de mensen en de bekwaamheid daarin Gods uitnodiging te herkennen.
    - We zijn op zoek naar mensen met de lange adem van Gods Geest 
      die anderen kunnen dragen over de kloven van conflicten 
      en door de woestijnen van ontmoediging heen.
    - Wij engageren diepgelovige christenen die zo sterk verankerd zijn in de waarde van het evangelie dat zij vrije ruimte kunnen geven aan nieuw gelovig leven.
    Werkterrein:
    - Van het Galgenweel tot aan de plage, randgemeenten inbegrepen.  Het terrein is zo groot als de honger naar contact en zo bekrompen klein als de ziekenkamer van de stervende mens. 

    Werksfeer
    - niet zo eenvoudig: een oude firma, soms gewantrouwd.
    - Maar men komt er anderen tegen die ook blijven geloven dat het anders kan, 
      die verder blijven gaan in samen gedragen en gedeelde verantwoordelijkheid.

    O ja: over wedde en beloning wordt er niet gesproken. 
    Alleen dit: "heb maar geen angst. Ik trek met je mee!" heeft Hij gezegd.
    Jullie waren de schapen, maar ik maak herders van jullie.

    Solicitatiegesprek: morgenavond om 20 u.

    Idee: Jan Van Gerven 

    21-04-2013 om 08:53 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    14-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De draad terug opnemen - 3e Paaszondag C 2013 - Gie

    Derde Paaszondag C 2013 - Zaterdag 13 en zondag 14 april 2013

    Eerste lezingHandelingen 5, 27b-32.40b-41 - 'Wij zijn getuigen en ook de H. Geest'
    EvangelieJohannes 21, 1-19 - 'Zo moet Christus lijden en verrijzen'

    Wij horen vandaag een groot deel van het 21ste en laatste hoofdstuk van het Evangelie volgens Johannes. De liturgie laat toe om daarin te lezen tot aan vers 14, aan het einde van de maaltijd, ofwel de lange versie tot aan vers 19, mét het gesprek tussen Jezus en Simon Petrus. Ik heb, om meer dan één reden, gekozen voor de lange versie. 
    Ook mijn preek zal vandaag misschien wat langer uitvallen.

    Bijbelkundigen hebben lang gedacht dat dat laatste hoofdstuk later aan het evangelie werd toegevoegd. Vreemd genoeg komt Johannes, de beminde leerling, juist in dat hoofdstuk het meest ter sprake. Met andere woorden: zonder het 21ste hoofdstuk zou dit evangelie niet het evangelie van Johannes zijn. 

    Het geheel bestaat uit twee verschillende verhalen. Een verschijnings-verhaal en een roepingsverhaal. 
    Het verschijningsverhaal bestaat op zijn beurt uit twee delen: een wonderbare visvangst en een barbecue op het strand bij het meer van Tiberias. 
    De leerlingen nemen de draad terug op en gaan opnieuw vissen. Maar … ze vangen niets. Jezus, die aan het strand staat, roept hen toe: “gooi het net eens aan de andere kant uit”. En daarna vangen ze een massa vis.
    Vreemd genoeg wordt Jezus niet meteen door zijn leerlingen herkend. De uitspraak "midden onder u staat Hij die gij niet kent" geldt evenzeer voor hen. 
    Johannes, de leerling van wie Jezus veel hield, is de eerste die het in ’t oog krijgt: “dit is de Heer”. De overige leerlingen beginnen dat pas te snappen als ze samen met Hem brood breken en vis delen bij een houtskoolvuur. Ook al durven ze het niet vragen: ze zijn hier op dezelfde plek, aan het zelfde meer, waar Hij die andere keer vijf broden en twee vissen deelde voor zovelen: het Broodwonder. Dit kàn alleen de Heer zijn. 

    Zowel in het verschijningsverhaal als in het roepingsverhaal speelt Petrus de hoofdrol. In het eerste slooft hij zich wel erg uit. Hij neemt niet alleen het initiatief om terug te gaan vissen. Hij is het ook die meteen in het water springt om naar Jezus toe te gaan én hij is het die het zware net vol vissen aan land sleept. 
    Petrus heeft nog heel wat goed te maken sinds hij op Goede Vrijdag Jezus verloochende, wel driemaal opnieuw, nog voor het kraaien van de haan. Hier, opnieuw bij een houtskoolvuur, zullen de herinneringen daaraan hem danig parten spelen. 
    Na de maaltijd wordt Petrus door Jezus aangesproken, ook drie maal opnieuw. En eindelijk begint Petrus het te snappen. Jezus heeft niets aan wie Hem belijden met de lippen, maar in de steek laten als het erop aan komt. Jezus heeft nood aan wie Hem graag zien en die er alles voor over hebben om Hem te volgen met de daad. Alleen op zo’n volgers kan een kerk worden gebouwd. 
    Alleen aan zo’n mensen zegt Jezus: “volg Mij”. 

    Bij “een houtskoolvuur met vis erop en brood” daar aan het meer, op een frisse ochtend kort na Pasen, begon voor de leerlingen alles opnieuw. 
    Maar wat hebben wij daaraan? Waren wij er dan bij aan het meer van Tiberias? 
    Misschien wel. Johannes noemt vijf leerlingen met name: Simon Petrus, Thomas (dat betekent ‘tweeling’), Natanaël en de zonen van Zebedeus, dat zijn Johannes en Jacobus. 
    En dan nog twee andere leerlingen. Die namen mogen wij zelf invullen, eventueel met onze eigen naam: u en ik.

    Aan de oever van het meer stond de Heer ook op ons te wachten. Ook wij zijn leerlingen van de verrezen Christus. Ook aan ons vraagt Hij om het net eens aan de andere kant uit te gooien. Ook aan ons vraagt Hij om Hem te (h)erkennen in onze medemens en Hem te volgen. 
    Hoe of waarheen, dat blijft een open vraag. Ook Petrus is van visser tot herder geworden. Wie zal dus zeggen welke weg of waarheen wij zullen gaan? 
    Ik had vroeger een vriend die graag striptekenaar wilde worden. Hij kon, net als Willy Vandersteen, met een paar lijnen Suske en Wiske, Lambik, of tante Sidonie op papier zetten. 
    Overtekenen en imiteren is een beetje als playbacken of karaoke: proberen je idool zo goed mogelijk na te doen. Al is het ene een beetje “doen alsof” en moet je bij karaoke wel zelf zingen. 
    Maar pas als het echt uit jezelf komt, pas als je zelf de tekenaar of de zanger wordt die in zijn spoor wil verder werken, dan ben je een volgeling.  
    Zo kunnen wij naast Petrus gaan staan. Jezus vraagt niet naar onze diploma's, niet naar onze successen. Hij vraagt alleen: "hou je van Mij". 

    “Een houtskoolvuur met vis erop en brood” is (niet toevallig) de titel van de visietekst waarin onze bisschop, Johan Bonny, een aantal overwegingen verzamelde rond christen-zijn en kerk-zijn vandaag. Hij wil ermee de richting aangeven die het bisdom Antwerpen de komende jaren zal uitgaan.
    Nog concreter dan die van het bisdom, is de vraag van onze eigen parochie. Werken aan een gelovige gemeenschap op Linkeroever, hoe doen we dat best? Welke weg zullen wij gaan? Is onze boodschap interessant, ook voor jonge mensen? 

    Dat bespreken wij op twee gespreksavonden. 
    Nu dinsdag 16 april om 20 uur in het zaaltje van het Cultureel centrum ter Schelde en de week daarop, maandag 22 april, ook om 20 uur, in de zaal van het Sint-Anneke Centrum. 
    Blijven werken aan een gelovige gemeenschap op Linkeroever, is ook voor ons de draad terug opnemen. Fouten maken, vallen of teleurgesteld zijn mag. Maar ook doorgaan of (deels) opnieuw beginnen moet kunnen.
    Als de kerken vandaag leeg lopen, dan hoeft dat niet te betekenen dat het evangelie onverkoopbaar geworden is. Misschien betekent het wel dat we terug moeten keren naar de methode van Jezus zelf: de vriendschap voor allen, te beginnen met de kleinsten. En daarbij het oude spreekwoord “Woorden wekken, voorbeelden strekken”.
    “Kom, volg Mij”, zegt Jezus, ook tot ons. Amen.  

    14-04-2013 om 08:29 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    07-04-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vertrouwen, ook al zie je niet - 2e Paaszondag C 2013 - Marc
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Tweede Paaszondag C 2013 - Zaterdag 6 en zondag 7 april 2013

    Eerste lezingHandelingen 5, 12-16 - 'Steeds meer mensen geloofden'
    EvangelieJohannes 20, 19-31 - 'Acht dagen later kwam Jezus'

    Het evangelie vandaag vertelt hoe de traditie van Jezus' leerlingen begonnen is om op de eerste dag van de week samen te komen. Ze zijn ermee begonnen op de paasdag zelf: als er staat "op de avond van de eerste dag van de week", dan is dat die dag na de Sabbat, toen 's morgens Petrus en Johannes naar het graf waren gegaan en het leeg hadden gevonden. En dan kwam Maria Magdalena vertellen dat ze hem gezien had... maar blijkbaar geloofden ze haar niet, want 's avonds sluiten ze bang zich op.

    En toch, ondanks hun ongeloof kwam Jezus binnen...  Die overweldigende ervaring hebben ze beleefd en gevierd, elke eerst dag van elke volgende week. "Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen".... 
    Die wekelijkse vieringen waren meer dan het ophalen van een dierbare herinnering. Het verhaal is verder verteld in de jonge kerk, het wordt ons vandaag verteld, omdat het de betekenis van ons wekelijkse vieren duidelijk maakt: als zijn leerlingen samenkomen, die eerste dag van de week, geloven zij dat Jezus in hun midden is, dat hij de vrede brengt, dat hij ons zendt, vandaag, zoals de Vader hem heeft gezonden: om de blijde boodschap te verkondigen, om al weldoende onder de mensen rond te gaan. Elke zondag is het Pasen.
     
    Jezus is onder ons, de vredebrenger, de levende. Het is dezelfde Jezus als die gekruisigd werd.  Hij is een mens zoals wij: hij heeft ons leed tot in de gruwelijkste diepten gedragen. Daarom toont hij ons zijn wonden. Die zijn niet verdwenen. 
    Geloven in de verrijzenis betekent niet:  geloven dat we het lijden kunnen ontwijken. Ook Jezus kon en wou het niet. Het betekent: geloven ondanks alles dat zelfs verschrikkelijk lijden de weg kan zijn naar nieuw, echt leven. Bij God is niets onmogelijk. 

    Is het een blind geloof? In de letterlijke zin wel: Thomas leert ons dat echt geloof het niet nodig heeft dat we de verrezen Heer kunnen zien en betasten. Maar, zegt onze tekst vandaag ook: er zijn zovele tekenen die ons op weg kunnen zetten naar het geloof dat Jezus de Christus is, de Zoon van God. Tekens zijn als wegwijzers: je moet ze willen lezen om de weg te vinden, je moet ze willen zien. Jezus heeft vele tekenen gedaan, maar ze werken alleen als men er voor open wil staan, als men zich wil laten raken door Jezus. 
    Dat geldt ook voor de wonderen: op zichzelf waren die niet genoeg om mensen tot geloof te brengen. En, staat er op vele plaatsen in het evangelie: het waren meestal de eenvoudigen, de kleinen, de zwakken, de mensen zonder pretentie,  die begrepen hebben wat de boodschap van Jezus was, en die hadden daar geen mirakels voor nodig. 

    De evangelist zegt op het einde van onze evangelietekst dat er veel meer tekens zijn die Jezus gedaan heeft,  dan die er opgetekend zijn. Ik denk dat er in de eerste lezing over zulke tekens verteld wordt. De gemeenschap van de jonge kerk  deed "wonderen": zij leefden voorbeeldig eensgezind, zij wekten hoop bij wanhopigen, zij brachten rust aan rustelozen. 
    Zij waren bezield door Jezus, hij was in hen aan het werk. In zijn geest verkondigde de jonge kerk de Blijde Boodschap in woord én daad: en velen begrepen dat teken: zij geloofden in het evangelie. 

    Wij, de kerk vandaag, wij kunnen ook een teken zijn dat Jezus leeft en leven geeft. Ook wij worden gezonden door Jezus die in ons midden staat, ons vrede brengt, ons bezielen wil met zijn geest. Wij zijn teken, ieder op onze manier, groot of klein, jong of oud, door de manier waarom wij leven, in het goede dat we trachten te doen voor elkaar, in het lijden dat we proberen te dragen. 

    En misschien, misschien, ik wil voorzichtig zijn, kan onze grote kerk vandaag ook een teken zijn, die kerk met al haar zwakheden en schandalen. Iemand vertelde me dat zij – per ongeluk natuurlijk – naar die reeks over de Borgia's gekeken had: met al dat bloot, geweld, en sjieke kardinalen en pausen... 
    Het was in de periode dat de vorige paus ontslag nam en dat conclaaf begon. Lopen die huidige kardinalen toch wel rond in dezelfde kostuums en decors als in die film! Je zou denken: zie je wel, er is niets veranderd, die pracht en praal én corruptie zit er nog altijd.

    Maar kijk, uit die pracht en praal komt een nederige oude man te voorschijn. Niemand heeft hij tot nu toe veroordeeld. Geen geen vorst wil hij zijn, maar een dienaar, die gevangenen opzoekt, zieken en kinderen troost, en in een eenvoudig appartementje woont in dat Vaticaan. Misschien is dat ook een teken dat de geest waait waar hij wil, ook in het Vaticaan dat soms een witgekalkt graf lijkt, maar dat – met Gods hulp - misschien het graf kan worden waaruit een vernieuwde kerk verrijst. 

    Het is onze zending, van de hele kerk, een teken te zijn dat bij God niets onmogelijk is, dat kwaad en lijden  overwonnen kunnen worden, dat wij, kleine mensen niet bang moeten zijn. De Heer komt vandaag, hier, doorheen de gesloten deuren van onze moedeloosheid en zegt ons "Vrede zij met u". 

    07-04-2013 om 19:12 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (1)


    29-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Getuigenissen - Kruishulde Goede Vrijdag C 2013

    Goede Vrijdag C 2013 - Vrijdag 29 maart 2013

    Eerste lezingJesaja 52, 13-53, 12 - 'Mishandeld om onze misdaden'
    EvangelieJohannes 18, 1-19, 42 - ' De passie van de Heer'

    Tijdens de kruishulde 's avonds om 20 uur op Goede Vrijdag, werden een aantal getuigenissen voorgelezen. We brengen ze hier op onze blog.

    De 5 afleveringen van 1 op 10 - Armoede
    aflevering 1 (regie: Klara Van Es)
    Antwerpen. Michael staat op een keerpunt in zijn leven: hij is net begonnen aan zijn eerste job. Tijdens zijn schoolloopbaan is één en ander misgelopen: als slachtoffer van het waterval-effect moet hij zich tevreden stellen met een baantje in een beschuttende werkplaats. Maar hij heeft ambities. Is hij sterk genoeg om zich in de samenleving staande te houden en zich een leven op te bouwen?

    aflevering 2 (regie: Ellen Vermeulen)
    Leuven. Tanja is een jonge, hard werkende, alleenstaande moeder, met schulden uit een recent verleden, die werden opgebouwd omwille van de zorg om haar intussen overleden moeder. In haar pogingen om de werkloosheidsval te ontlopen,  houdt ze nauwelijks tijd over voor het grootbrengen van haar twee zoontjes. Terwijl ze haar schulden probeert af te betalen, cijfert ze zichzelf weg om voor haar zoontjes een betere toekomst op te bouwen.

    aflevering 3 (regie: Joke Nyssen)
    Tongeren. Guido, gescheiden en werkloos door een fabriekssluiting, en Heidi, weduwe en opgezadeld met schulden van haar overleden man, worden verliefd op elkaar en willen samen een nieuw samengesteld gezin stichten. Ze wikken en wegen elke dag hun uitgaven. Ze komen rond maar extra’s kunnen er niet af. En ze zijn creatief om hun kinderen toch iets meer te bieden. Maar in het dagelijks gecijfer, ondervinden ze dat samenwonen ook een prijs heeft. 

    aflevering 4 (regie: Annabel Verbeke)
    Poperinge. Gilbert is  een gepensioneerd ondernemer, die al zijn spaarcenten is kwijtgeraakt bij een bedrieglijke transactie. Samen met zijn vrouw tracht hij de situatie het hoofd te bieden, en zijn schulden terug te betalen. Het einde van de schuldbemiddeling komt in zicht. Maar dan wordt zijn vrouw ziek…

    aflevering 5 (regie: Fabio Wuytack)
    Antwerpen. De Afghaan Jawid en de Kosovaarse Dashurije hebben elkaar gevonden in het Klein Kasteeltje. Nu eens getolereerd, dan weer over de grens van de illegaliteit, leveren ze een voortdurend gevecht voor de juiste papieren.  Als Dasjurije zwanger blijkt te zijn, maakt hun ongeboren kind de vicieuze cirkel van armoede rond. 

    Geboorte van mijn kostbare leegte (C.H.)
    “ Het was een drukke dag en belooft een fijne avond.  Onze dochters S. en H. gaan naar de turngroep en nadien logeren zij bij een vriendin. Onze zonen S. en V. gaan elk uit met hun vrienden.
    Wijzelf hebben een afspraak met vrienden.
    Na een ontspannen avond volgt een ontspannen nacht.
    Tot ik om half zeven ’s morgens met een schok gewekt word door de deurbel.  Mijn badjas fladdert als ik de trap afren.  Het schemert lichtjes, ik steek het licht aan.  Ik zie door het raam boven de voordeur een politiecombi staan.  Twee agenten wachten me op voor de deur.  Ik wil G. roepen voor ze me vertellen waarover het gaat.  “Ja, mevrouw.   Ga gerust je man wekken.   We wachten wel even.”  Ze volgen ons naar de huiskamer .  Ze laten ons eerst plaatsnemen aan tafel voor ze hun verslag doen.”
    “Ernstig auto-ongeluk.   Ziekenhuis.  Reeds geopereerd.  Naam en nummer van de geneesheer.  Intensieve.  Niet wachten om te bellen. Ernstig, zeer ernstig….”
    “ Aankleden.  V waarschuwen.  V gaat mee.  Afrit?  Waarheen?  Spoed.  S.Sch. Wachten in de dokterskamer.
    Hartstilstand, reanimatie, MUG.  Weer hartstilstand.  Reanimatie.   Inwendige bloedingen.  Operatie….. “
    “Wachten.  We willen bij hem zijn.  Gewoon bij hem zijn.  Zijn hand kunnen vasthouden…”
    “ Een streling op je voorhoofd, een kus op het gezwollen gezicht.  Ik zet me bij jou, je hand in de mijne.   Mijn ogen sluiten, we zeggen je naam.  Je naam, onze mooie naam die je reeds kreeg voor je werd geboren, zelfs voor ik zwanger van je was.  Je bent bij me, heel dicht.  Je bent bij ons, heel dicht. ….”
    “ We volgen het proces van ontglippen.  ..”
    “ Er blijkt een weg te zijn die gevolgd moet worden.   Er zijn geen mogelijke zijstraten, enkel een grote laan met het licht voor jou aan het einde.  Voor ons het punt dat we niet meer kunnen zien en waar we je moeten loslaten.  Jouw weg, van jou alleen, we kunnen je niet volgen of je hand nog langer vasthouden….”
    “ Een geheel nieuw gegeven is in ons leven gekomen.  De leegte is geboren.
    De geboorte van mijn kostbare leegte.

    Getuigenis over Syrië
    Ze willen ons dood…! Roept Yamen
    Het maakt niet uit hoe: met bommen, messen, geweren…
    We moesten Syrië verlaten, wilden we blijven leven, zegt Yamen, netjes gekleed, leraar Engels.  Hij heeft een kindje van 1 maand bij.  Hij moet uren lang aanschuiven voor voedsel, het kind is ziek, er zijn geen medicijnen.
    3000 vluchtelingen komen per dag aan in het kamp ZA ATRI.  Dit kamp werd opgericht op 29 juli.  Er was plaats voor 5000 mensen.
    De laatste 1,5 maand is de toestroom fel gestegen.  Het Kamp kan 70.000 mensen aan en er zitten 120.000 mensen. Het is een kamp van YNHCR.
    Het kamp is klein begonnen, de voedselvoorziening was centraal gelegen.  In principe had / heeft iedereen toegang tot water, voedsel, sanitair.  Er wordt nu 2.000.000 l water per dag aangevoerd en dit is niet voldoende.  
    Het dagelijks leven gaat door: er is kinderopvang, speelruimte, een 3e school… 6 van de 10 vluchtelingen zijn immers minderjarig.  
    Maar alle hulp geraakt niet tot bij de mensen, vertelt dezelfde Yamen.  Ik kom hier naartoe en moet 4 dagen wachten op een tent.  Yamen komt uit Damascus.  
    De toegangspoorten tot het vluchtelingenkamp is zeer druk.  Mannen moeten aanschuiven en wachten.
    Velen zijn gevlucht omdat hun familie en vrienden weden gedood of gevangen gezet: voor ons geldt inderdaad maar 1 ding: vluchten of sterven.
    Shargi komt zijn moeder in het kamp vertellen dat zijn grootmoeder is overleden.   Hij blijft niet maar gaat terug naar het front: vechten tegen Assad.  Het gaat er zeer heftig aan toe, vertelt hij.  Of ik al mensen heb gedood?  Vraagt hij: 3 zegt hij grijnzend.
    Jonathan Campble werkt in het kamp en vertelt het volgende: De voedselvoorziening is ondertussen achter een prikkeldraad gezet met een dubbel hek voor.  Iedereen wil een plaatsje dicht bij de basisvoorzieningen.  Maar hoewel de hulporganisaties aan decentralisatie werken is dit voorlopig nog niet mogelijk.
    Hulpverleners en journalisten die in het kamp komen, worden aangevallen omwille van hun mooie kledij enz.
    De Syriërs in het kamp komen uit een relatief welvarende positie.  Ze zijn een trots volk met een rijke geschiedenis en cultuur en ze moeten hun standaarden heel erg aanpassen. Dit is totaal anders dan in heel veel vluchtelingenkampen elders in de wereld.
    Ik heb al op heel veel plaatsen in de wereld gewerkt in vluchtelingenkampen.  Deze is toch wel de moeilijkste, zegt hij.  In het kamp zie je mensen rondlopen met een petje van Hugo Boss of een koptelefoon van WESC, het hype merk… Deze mensen lijken uit Europa te komen en nu zitten ze hier in een Jordaanse woestijn, in een tent.
    In januari vernielde sneeuwstormen heel wat tenten en infrastructuur.  De winter zit er nu bijna op.   Binnenkort is het zomer in de hete woestijn.   En wat dan?

    29-03-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mag ik op Pasen hopen - Palmzondag C 2013 - Ria

    Palmzondag C 2013 - Zaterdag 23 en zondag 24 maart 2013

    Eerste lezingLucas 19, 28-40 - 'Blijde intocht'
    EvangelieLucas 22, 14-23, 56  - 'Passieverhaal'

    Tijdens de viering van Palmzondag werd de homilie ingepast in de verschillende lezingen. Het werden korte bezinningsteksten gelezen na onderdelen van het passieverhaal, volgens Lucas.

    Na het hoofdstuk van de intrede in Jeruzalem
    Meester, ik stond ook aan de kant van de weg, ook ik schreeuwde mijn keel schor en zwaaide de tak ,die iemand mij in de hand duwde, wild heen en weer. Ook ik was begeesterd en vol vreugde. 
    Nu zou het gebeuren!
    Plots zag ik dat je me aankeek, het roepen stokte in mijn keel, ik zag je ogen en ik wist dat het niet was wat ik dacht, en ik zag dat Jij het ook wist. Ik ging in droefheid  heen, de tak nog steeds in mijn hand.

    Na de tekst van het laatste avondmaal
    Weer was ik erbij! Ik zat aan de tafel en hoorde het gekrakeel  rondom mij. Wisten ze het  nu nog niet dat voor Jou andere dingen belangrijk zijn? Maar ook ik, wou zou graag dicht bij Jou zijn, ik wou ook graag in die zogenaamde glorie delen , in dat toekomstige koninkrijk. 
    De woorden die Je tot Petrus sprak raakten mij diep. Ik ben ook geen held , zou ik Je ook ,bij gevaar de rug toekeren? Ik hou ook van Jou maar , ben ik sterk genoeg in mijn geloof ? 
    Na de voorleiding door Pilatus
    Ik stond, met zoveel anderen op het plein waar Je werd voorgeleid. Weer hoorde ik het geschreeuw , maar het klonk anders nu, hatelijk was het, opgezweept. 
    Ik keek om mij heen: waar was het vrolijke , het blije en verwachtingsvolle van gisteren gebleven?
    Door droefheid overmand ging ik weg. 

    Na de kruisiging
    Weer zag ik het allemaal gebeuren. Ik stond naast het kruis en zag hoe Je gebroken lichaam voorzichtig werd losgemaakt en zachtjes naar beneden gleed in de armen van wie Je liefhad. Ik zie de kruisafname van Rogier van der Weyden en ik ben de vrouw in het blauwe gewaad, Je moeder met het gelaat vertrokken en bleek van smart. De speer die in Jouw lichaam ging, doorboorde ook mijn hart.
    Wat rest mij nog, ik ga naar huis om te wenen en te bidden. Drie jaar heeft het geduurd, 3 korte jaren maar om te luisteren naar Je woord, te hopen dat het anders zou worden. Zou het toch nog kunnen, mag ik toch nog op Pasen hopen?

    24-03-2013 om 16:35 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iets nieuws beginnen - 5e zondag veertigdagentijd C 2013 - Gie

    Vijfde zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 16 en zondag 17 maart 2013

    Eerste lezingJesaja 43, 16-21 - 'Ik onderneem iets nieuws voor mijn volk'
    EvangelieJohannes 8, 1-11  - 'Wie zonder zonden is'

    Ik heb een beetje geaarzeld voor ik aan de preek voor vandaag begon. Omdat het lijkt alsof de lezingen tegenstrijdige signalen uitzenden. 
    Enerzijds bij Johannes, waar een vrouw ter sprake is, betrapt op ontrouw, op overspel, terwijl Jezus schijnbaar alles wat op zijn beloop laat en maar wat in het zand staat te schrijven. 
    Anderzijds bij Jesaja, waar de Heer aankondigt iets nieuws te gaan beginnen. 

    De laatste maanden, om niet te zeggen jaren, wordt ook de katholieke kerk, of vooraanstaande leden ervan, betrapt op ontrouw, op overspel. De tv-schermen en de krantenkoppen gonzen van de schandalen, terwijl de kerk alleen maar alles lijkt te willen toedekken met de mantel der liefde. Met als gevolg dat heel wat mensen die kerk de rug toe keren. 

    Pas zeer recent lijkt daarin verandering te komen. De voorbije weken haalde de kerk de krantenkoppen met heel ander nieuws. De oude paus die terugtreedt en het college van kardinalen dat in conclaaf bijeenkomt om een opvolger te kiezen. 
    Het lijkt wel alsof de kerk, net als de Heer bij Jesaja, aankondigt iets nieuws te gaan beginnen.

    Een paar weken geleden, bij mijn vorige preek, deed Jezus opmerken: “de mens leeft niet van brood alleen”. Ik maakte toen een link naar het Onze Vader: eerst “uw Rijk kome” en daarna “geef ons heden ons dagelijks brood”. Zoek eerst het Rijk Gods en al het overige wordt er zomaar bovenop gegeven.

    Vandaag is in het evangelie een ander thema uit het Onze Vader ter sprake: “Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven …”. 
    Jezus staat daar niet zijn tijd te verdoen en wat in het zand te schrijven. Integendeel, Hij blijft zich niet blind staren op wat vroeger gebeurd is. 
    Ook nu weer ligt Jezus’ kracht in het zwakke en het kleine. Hij maakt duidelijk: niemand is zonder zonden, niemand hoeft stenen te werpen. God wil goed zijn voor ons allemaal, en wij hebben allemaal zijn vergevende goedheid nodig. 
    Ook zeggen “ik veroordeel u niet”, is een nieuw begin maken. Het is de “steen” (van veroordeling) in je zak laten zitten. 
    God wil wel degelijk iets nieuws beginnen. Hij wil met ons opnieuw beginnen. 

    Natuurlijk moet ik vandaag ook iets te zeggen over de nieuwe Paus. 
    Het lijkt inderdaad alsof de kerk, net als de Heer bij Jesaja, aankondigt iets nieuws te gaan beginnen.
    Ik las dat deze paus een boek heeft geschreven, uiteraard in het Spaans, met als titel “Sobre el Cielo y la Tierra”, “Over de Hemel en de Aarde”. Ook hier herklinkt een thema uit het Onze Vader: “(Uw wil geschiede) op Aarde zoals in de Hemel”. 

    Paus Franciscus. What’s in a name? 
    Toen Johannes XXIII zaliger destijds zijn naamkeuze bekend maakte, zei hij: “Ik zal Johannes heten omdat die naam mij dierbaar is. Het is de naam van mijn vader. Het is ook de naam van de parochie waar ik gedoopt werd en het is de naam van onze kathedraal, de basiliek van Sint-Jan van Lateranen. Ik hou van de naam Johannes, omdat hij gedragen werd door twee mannen die Christus heel nabij waren, Johannes de Doper en Johannes de Evangelist”. 
    En nu kiest de nieuwe paus voor de naam Franciscus. 
    Hij verwijst daarmee naar de heilige Franciscus van Assisi, omdat hij veel liefde heeft voor de armen. Tegelijkertijd is het zeker een verwijzing naar Franciscus Xaverius, de medeoprichter van de jezuïetenorde. 
    Direct na zijn naamkeuze riep Paus Franciscus de Argentijnen op om niet naar Rome te komen voor zijn plechtige inhuldiging volgende dinsdag. Hij vroeg zijn landgenoten om het geld dat ze aan die reis zouden besteden, in plaats daarvan aan een goed doel te schenken. Daarmee zit hij meteen in de lijn van Franciscus van Assisi. 

    Van paus Franciscus weer terug naar het slot van het evangelie van vandaag. 
    "Ga en zondig niet meer" zegt Jezus tegen de vrouw. 
    Zijn antwoord is niet vrijblijvend. Zeker niet wat betreft huwelijks- en partnertrouw. Jezus heeft de huwelijksband altijd sterk benadrukt. Ook in de Bergrede. Hij wil zich nu niet tegenspreken.
    Zo goedkoop is Gods barmhartigheid ook niet dat ze alles oogluikend toelaat. Gods goedheid vraagt dat wij in zijn barmhartigheid binnenstappen, door met zijn genade uit de zonde te willen stappen. 

    "Ga en zondig niet meer" geldt ook voor onszelf. Het gelijkt op de oproep die we al de hele veertigdagentijd op verschillende wijzen uitspreken: "zet de hak erin”, “woel jezelf om”, “stel je eigen gedrag in vraag”, “bekeer u”. 
    Zich bekeren geeft opnieuw inhoud. Bekering is opnieuw gaan leven.  
    Amen. 

    17-03-2013 om 08:26 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    12-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Je kunt altijd herbeginnen - 4e zondag veertigdagentijd C 2013 - Jan

    Vierde zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 9 en zondag 10 maart 2013

    Eerste lezingJosua 5, 9a.10-12 - 'Pasen vieren in het beloofde land'
    EvangelieLucas 15, 1-3.11-32  - 'De verloren zoon'

    De parabel van de verloren zoon is toch wel een van de bekendste thema’s uit het evangelie.
    Hoeveel maal zou dit thema al niet geschilderd, gespeeld, verfilmd, verteld geweest zijn?
    Het gekke is ook dat we het verhaal meestal maar half lezen. We breken het af bij het “happy end”, als de jongste zoon weer thuis is en als het feest begonnen is. In de stijl van “En ze leefden lang en gelukkig.”  
    Het gekke is ook dat er enkel sprake is van een vader en zijn 2 zonen in het verhaal. Juist in de week van de nationale en internationale vrouwendag wordt er over een moeder niet gesproken. Tekenend voor onze kerk.
    Toch wil ik u vandaag wijzen naar de houding van de zogezegd voorbeeldige oudste zoon.   

    Vooraf zou ik graag eens met een loopmicro tot bij ieder in de kerk komen en je de vraag stellen, niet “welke van die 2 zonen vind je de braafste of de beste?”, maar wel “Wie van de 2 vind je de meest sympathieke?”
    De uitslag van de stemming zou wellicht heel uiteenlopend zijn.  Ik probeer even te raden waarom je voor de oudste of de jongste kiest.
    Sommige mensen hebben ongetwijfeld last met het gedrag van de jongste zoon.  
    Terecht!  
    Wat hij gedaan heeft is verschrikkelijk.  Hij eiste van zijn vader niet alleen de verdeling van de erfenis, maar zelfs het vruchtgebruik ervan, wat je normaal pas krijgt als je ouders gestorven zijn.  Zijn verzoek betekent dat hij de dood van zijn vader wil.  Dat gebeurt op onze dagen nog: kinderen die het bezit van hun ouders opeisen vooraleer ze gestorven zijn.  Of mag ik dat niet zeggen?
    Maar bij die jongste zoon is er nog meer: “Hij vertrok naar een ver land”, staat er in het evangelie.  Dat verre land is de wereld waar alles wat thuis als heilig werd beschouwd, geminacht wordt. Het is het land waar de waardes van thuis, de fundamentele normen, niet aanwezig zijn en waar je uitgebuit wordt totdat uw geld op is.

    Terecht hebben vele mensen in de kerk niet gekozen voor die jongste zoon.
    Toch ben ik ervan overtuigd dat velen een zekere sympathie hebben voor die jongste, voor die losbol, die nochtans een schande was voor zijn goed menende vader en zijn brave oudste broer. Waarom die sympathie? 
    Omdat de jongste op een bepaald moment tot het besef kwam dat zijn wangedrag tot niets dan doffe ellende leidde, hij keek zelfs hongerig naar het eten van de varkens, voor de joden de meeste onreine dieren die je niet mag aanraken, laat staan naar hun eten uitkijken.  We voelen sympathie omdat hij tot oprechte inkeer en berouw kwam en aan zijn vader vergeving vroeg.  In zijn verlorenheid steekt inderdaad nog iets sympathieks.

    Het verloren-zijn van de oudste zoon is moeilijker thuis te brengen. Hij deed immers alles wat goed en verstandig was. Hij was gehoorzaam, plichtbewust en hij werkte hard op de boerderij van zijn vader. De mensen prezen hem om zijn voorbeeldig gedrag.  Naar buiten toe was hij zonder fouten.
    Maar, geconfronteerd met de vreugde en vergevingsgezindheid van zijn vader bij de terugkeer van zijn losbandige broer, barstten duistere krachten in hem los.  Hij trok een lip op omdat er iets goeds gebeurde.
    Dit is eigen aan ons, mensen, we trekken te snel  een lip op en kunnen niet blij zijn als mensen iets goed doen.  

    De oudste zoon trok een lip omdat hij niet verdragen kon dat zijn vader aan zijn losbandige broer vergeving schonk en een nieuwe kans gaf.  Wrok en vreugde gaan nooit samen.
    De oudste zoon trok een lip op uit misnoegdheid omdat hij meende dat anderen niet dankbaar waren voor zijn voorbeeldig leven.  Misnoegde mensen zijn altijd onsympathiek.

    Er was ook een zekere jaloersheid.  Hij was een beetje jaloers op zijn jongste broer die van het leven tenminste geprofiteerd had.  

    Daarom kan ik me best voorstellen dat bij een stemming in de kerk over wie van de 2 zonen de sympathiekste is, de oudste misschien niet zo hoog zou scoren. Terecht!
    Of de oudste zoon op het feest van zijn jongere broer aanwezig was, vertelt het evangelie niet.  Ik vrees dat hij met zijn pruilmondje buiten bleef staan.  Dat is jammer.

    De grote vraag is: Wie ben jij? De jongste zoon met zijn liederlijk verleden, maar bewust van zijn stommiteiten?  Of de zelfgenoegzame oudste met zijn dikke onderlip?

    En dan komen we terug naar de realiteit van vandaag.  In Oeganda, in onze vastenactie, wordt er niet gesproken over te twist tussen de zonen, neen, het zijn de vrouwen die vooraan staan en het land bewerken.  
    Zij waren het slachtoffer van een verspillende levensstijl.  Niet alleen van individuen  maar van een verzetsleger waartegen men 20 jaar lang strijd gevoerd heeft.  Strijd om zogezegd een staat op te richten gebaseerd op de bijbelse 10 geboden.
    Maar ze waren ook slachtoffer  van landen die té rijkelijk gebruik gemaakt hebben van hun aarde, hun ondergrond, en het voortbestaan ervan bedreigen.  
    De hak er in, niet alleen voor het onkruid maar ook voor de mentaliteit.  De ommekeer bij hen, maar ook een kans om de wereldgemeenschap te herstellen.  
    Financiële solidariteit is delen van wat ons rijkelijk gegeven is.   Dat kunnen we straks bewijzen.

    En dit alles zonder vooringenomenheid voor iemands afkomst of uitzicht.  Ik verduidelijk mij met een laatste vergelijking.

    Een bekende spreker toonde aan zijn toehoorders een briefje van € 50 vóór hij zijn conferentie begon vraagt hij: ‘Wie heeft dit graag?’
    Iedereen stak zijn hand op.
    Toen zei hij:
    ‘Ik ga dat briefje van € 50 aan iemand van jullie geven.
    Maar laat mij er eerst nog wat mee doen.’
    Hij verkreukelde het biljet en vroeg: ‘Wie wil dit briefje nog?’
    De handen gingen in de lucht.
    ‘Goed, akkoord!
    Maar wat zeg je als ik er dit mee doe?’
    Hij gooide het biljet op de grond, vertrappelde het zo erg met zijn voeten, dat het helemaal besmeurd was.
    Toen vroeg hij: ‘Wie wil dit biljet nog?’
    Vanzelfsprekend stak iedereen de hand op!
    Toen zei hij:
    ‘Vrienden, onthoud uit wat ik met dit briefje gedaan heb, deze les.
    Je wilt dat briefje nog altijd.
    Omdat het besmeurd is, is het niet van waarde veranderd.
    Dit is met mensen ook zo: meerdere keren in uw leven wordt ge gekrenkt, afgeschreven, vertrapt door de mensen, of door de gebeurtenissen in je leven. …
    …dan heb je de indruk dat je niets meer betekent.
    Maar in de ogen van wie je liefhebben ben je niet veranderd .  (de liefde voor het 50€ briefje verandert ook niet)
    Welnu, de waarde van een mens hangt niet af van wat je doet of niet doet.
    Je kunt altijd herbeginnen en uw doel bereiken omdat je in wezen blijft wie je bent.

    Zo stond ik deze week, op een koude ochtend, in de lift van voetgangerstunnel naast een man met een versleten muts op, een versleten jas en een nog meer versleten broek.  Hij droeg sloefen waar ik thuis mee rondloop, zonder kousen.  Een schamele fiets en 1 plastiek zakje.  Waarschijnlijk al zijn bezittingen.
    Ik dacht, maar dit is de verloren zoon….daar moet ik zondag over preken.  Hij is hier bij ons.  Hij loopt hier rond.
    Ik heb hem niet aangesproken, maar wel een glimlach gegeven, en dat deed hem zichtbaar goed.
    Toch deze conclusie:
    Er zijn zo veel verloren zonen in onze omgeving maar gelukkig zijn er ook goede vaders en moeders die hen terug opvangen.

    Naar een idee van Gabriël Buyse en Guy Claus

    12-03-2013 om 20:38 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    02-03-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Heilige grond - 3e zondag veertigdagentijd C 2013 - Fred

    Derde zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 2 en zondag 3 maart 2013

    Eerste lezingExodus 3, 1-15 - 'Hij die is, zendt mij tot u'
    EvangelieLucas 13, 1-9  - 'Geduld met de onvruchtbare vijgenboom'

    Het evangelie begint vandaag met een verwijzing naar een nogal luguber tafereel. 
    Pilatus had het bloed van Galileeërs vermengd met bloed van offerdieren. Natuurlijk wordt dit druk besproken en becommentarieerd. Het roept weerzin op bij de mensen. Het is van een heel andere orde dan rundvlees gaan mengen met wat paardenvlees in diepvriesmaaltijden.

    Waarschijnlijk is het zelfs een gruweldaad geweest van Pilatus, bedoeld om terreur te zaaien. 
    Het was immers zo dat in de Paastijd op het tempelplein in Jeruzalem heel wat lammeren werden geslacht. Bij dat gebeuren moet dan een opstand zijn uitgebarsten, die door Pilatus bloedig werd neergeslagen. Een aantal rebellen werd door de soldaten gedood en hun bloed werd dus vermengd met het bloed van offerdieren. Allicht wilde Pilatus daarmee het volk angst aanjagen en zo zijn macht verstevigen. 
    Terreur heet dat.

    En onmiddellijk bijna rijst bij de Israëlieten de vraag wie schuld heeft aan het gebeuren. Waarom zijn juist deze mensen de slachtoffers van die gruweldaad? Wat hebben zij verkeerd gedaan? Waarvoor moesten zij gestraft worden? Jezus blokt die vragen meteen af. Zij hebben niet meer fout gedaan dan anderen, ze zijn niet meer zondaar dan jullie allen.

    En laten we maar niet te meewarig of neerbuigend kijken naar de mensen uit die tijd. Ook wij zijn heel snel geneigd anderen met schuld of verantwoordelijkheid te overladen, als het misloopt in hun leven. Eigen schuld dikke bult, zeggen we dan. Ze hebben het zelf gezocht. Wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten. Boontje komt om zijn loontje. Wie niet horen wil moet voelen. 
    Het zijn zinnetjes die we te pas, maar vaak ook te onpas gebruiken bij het opvoeden van kinderen, thuis en op school. En bij het beoordelen van anderen. Als iemand faalt, als een plan of een project mislukt, zal het wel hun eigen schuld zijn. 

    Jezus vertelt in dat verband een gelijkenis. 
    Over een vijgenboom die al drie jaar geen vruchten meer voortbrengt. En de eigenaar wil hem dan maar omhakken. Zijn geduld met die vijgenboom is op. Er moet maar een andere boom of plant in de plaats komen. Die boom heeft geen nut meer, brengt niets meer op, is economisch niet rendabel, heeft kansen genoeg gehad. Hak hem dan maar om.

    We durven het ook doen met mensen. Het is niet meer zo wreed en meedogenloos als vroeger, toen leerlingen die lastig deden, meteen maar werden geschorst of van school gestuurd. Er is een probleem met een leerling, dus we verwijderen die leerling dan maar. Dat doen we niet zo gemakkelijk meer, maar toch horen we meer en meer de vraag naar repressief optreden. 
    Meer en meer wordt er gepleit om mensen maar snel en definitief uit de maatschappij te verwijderen. Om geen nieuwe kans meer te geven. Om geen gehoor te geven aan de overweging dat iedereen een tweede kans verdient.

    Maar in de gelijkenis uit het evangelie dringt de wijngaardenier toch weer aan op een nieuwe kans. En het is niet eens meer de tweede kans waarvoor hij pleit. De vijgenboom brengt al drie jaar geen vruchten meer voort. Hij heeft dus al een paar keer een nieuwe kans gekregen. 
    En, laten we eerlijk zijn, steeds maar opnieuw nieuwe kansen geven, daar hebben wij het ook moeilijk mee. Er lopen af en toe processen, die uitgebreid aan bod komen in de media. En daar kunnen wij terecht de vraag stellen of de betrokkene daar echt nog wel een nieuwe kans verdient. Een kans die bijvoorbeeld zijn slachtoffers niet krijgen.

    Het is in de realiteit niet zo gemakkelijk om evangelisch te blijven denken en handelen. Om in de taal van de gelijkenis te blijven: heeft die vijgenboom wel het recht om de grond van zijn heer te blijven uitputten? Zonder resultaat? 
    We kunnen dezelfde vraag stellen over de werkers van het elfde uur: hebben zij wel  recht op een volledige dag loon? Heeft de verloren zoon recht op de vergeving van zijn vader en op het feest dat die voor hem wil geven? Heeft de overspelige vrouw recht op vergiffenis en nieuwe kansen?

    En het gaat niet alleen daarom. 
    De wijngaardenier wil niet alleen de vijgenboom sparen. Hij wil ook de grond rond de boom opnieuw bewerken en bemesten. Hij wil de hak erin zetten. Hij wil niet alleen de boom aanpakken, maar ook de omgeving. 
    Wellicht moeten wij dat met mensen die problemen hebben of opleveren ook doen. Niet alleen de mens aanpakken en proberen te veranderen, maar ook de omgeving, de grond er omheen. Misschien zit daar het probleem. Breng de mensen in een ander milieu, geef ze nieuwe kansen in een nieuwe omgeving. Zoals in de televisiereeks rond de Bleekweide gebeurt.

    Als we de grond degelijk bewerken, wordt het misschien ook heilige grond. En daarmee zitten we bij de eerste lezing van vandaag. 
    Waar Mozes in de woestijn de kudden van zijn schoonvader aan het hoeden is. De woestijn is een belangrijk bijbels beeld dat hoort bij de vasten. De woestijn staat voor leegte en daar houden wij niet zo van. Wij zijn drukte gewoon en daden en actie. Leegte en stilte maken ons onwennig en onzeker. Dat bleek een paar dagen geleden nog eens toen een praatprogramma op televisie werd onderbroken voor liefst twee minuten stilte. Het deed op zijn minst vreemd aan.

    Maar in de leegte en de stilte van de woestijn komt Mozes God tegen. 
    En God noemt zichzelf: ik ben die is. 
    Ik zal er zijn voor u. 
    Ik zal er zijn ook voor die onvruchtbare vijgenboom. 
    Ik zal er zijn ook voor die mens die dreigt uitgesloten te worden. 

    Misschien moeten we ook proberen zo vaak mogelijk die houding aan te nemen: ik zal er zijn voor u …

    02-03-2013 om 20:14 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    24-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een tijd van zien - 2e zondag veertigdagentijd C 2013 - Hilda

    Tweede zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 23 en zondag 24 februari 2013

    Eerste lezingGenesis 15, 5-12.17-18 - 'Het verbond van Abraham'
    EvangelieLucas 9, 28b-36  - 'Zijn gelaat veranderde van aanblik'

    We hoorden zopas twee mysterievolle verhalen! 
    Het verhaal van Abraham brengt ons bij het eeuwenoude verbond van God met zijn volk, van God met ons! Het speciale ritueel van het slachten en klieven van de dieren waren in die tijd het zichtbaar teken waarin verbondspartners zich verbonden met elkaar! En mensen hadden tekens nodig om iets van JHWH, iets van Gods voortdurende verbondenheid met hen te kunnen zien en te kunnen geloven. In de vuurzuil die tussen de dierenhelften bewoog, zag Abraham hoe JHWH met hem het verbond aanging, om hem bekommerd was en om de zoekende mens in hem…
    Vanuit dat visioen zag  Abraham weer even heel duidelijk waarom het allemaal te doen was en ging hij hoopvol, gelovend in de zopas ervaren belofte, zijn nog ongebaande levensweg tegemoet…

    En in het evangelie gaat het over Jezus en zijn trouwe volgers, zijn leerlingen zeggen we meestal. 
    Ze waren al maanden onderweg, trokken van het ene dorp naar het andere. Zij sliepen onder de blote hemel, deelden met mekaar het eten en drinken. Ze kenden mekaar al door en door, met de kleine kanten en de plezante trekken.
    En dan op die ene dag wil Jezus een berg bestijgen. Wat krijgt hij nu? Vroegen zij zich af. 
    Hij neemt drie van zijn gezellen mee naar boven. Waarom? Vragen zij zich af. Daar woont toch niemand 

    Daarboven, ver van het lawaai en de drukte van het leven is het gebeurd. Daar kregen zij een heel andere kijk op die Man. Wat zij dag in dag uit met Hem beleefd hadden werd daar doorzichtig. Er werd iets zichtbaar van zijn goddelijke oorsprong. Hij had al dikwijls gesproken van zijn Vader in de hemel. Nu konden zij aanvoelen hoe nauw Hij met die Vader verbonden was.
    In dit evangelie zien ook wij hoe die Jezus in al zijn gewoonheid, in zijn aardsheid toch zo hemels was. Het één vloeide over in het andere.

    Bij Franciscus was dat ook zo. Dat was een man van de aarde, hartstochtelijk verliefd op de natuur: op de zon, de maan, de sterren, de bloemen en de dieren. Maar even hartstochtelijk verliefd op God. Het één stond niet in tegenspraak met het andere, integendeel.
    Het ene kan niet zonder het andere. Volledig opgaan in het aardse zonder enige binding met God is zo arm. En ook het omgekeerde is waar: als onze godsdienst niets meer te maken heeft met het leven van alledag, dan is dat geen godsdienst.  

    En bij onszelf ontdekken wij ook wel gelijkaardige momenten!
    Herinneren wij ons niet hoe we destijds in de humaniora, jaarlijks op retraite gingen? Het waren drie dagen met heel de klas van huis en school weg. We luisterden naar verschillende voordrachten en hingen als het ware aan de lippen van de spreker. We werden uitgenodigd om vóór ’t ontbijt een stille wandeling te maken in het domein. We werden in kleine groepjes verdeeld om levensvragen en geloofsvragen te bespreken en mochten nadien zelf een bezinningsmoment in elkaar steken met tekst en muziek… 
    Als andere jongeren kwamen we thuis, we kwamen als ’t ware uit de zevende hemel en gingen de wereld verbeteren. Met God in ons hart kon het niet mislukken.  
    Wanneer we er nu over vertellen voelen we nog wat daar gebeurde!

    Regelmatig worden we uitgenodigd voor een begrafenis. Verdrietig om wie we zullen moeten missen, om wat wie ziek was moest doormaken, en vol medeleven met de naaste familie en vrienden voelen we ons in die droevige momenten met elkaar verbonden. 
    En soms, soms komen we vol verwondering buiten. Soms heeft die viering of een tekst, of een gebeuren in die viering ons heel diep geraakt.
    Zo werd vorige maand Juf Lina van het vijfde leerjaar van St Annacollege Goethe begraven.   
    Haar gedachtenisprentje had ze zelf opgesteld en juf Lina schreef:
       “ Doe nooit een ander aan wat je zelf niet aangedaan wil worden”
         Ga nooit weg zonder te groeten, ga nooit weg zonder een zoen.
         Als je het noodlot zult ontmoeten kun je het nooit meer doen.
         Ga nooit weg zonder te praten, dat doet soms een hart zo’n pijn.
         Wat je ’s morgens hebt verlaten, kan er ’s avonds niet meer zijn.”
    Het lezen van haar gedachtenisprentje ging recht naar het hart en meteen wist iedereen die het in handen kreeg wat hem of haar te doen stond. Iedereen ging een beetje als een andere mens buiten… We zagen het weer, heel even.

    Wie in één of andere jeugdbeweging was moet ik toch ook niet vertellen hoe we van een bivak of een kamp thuis kwamen! Goed vuil, maar vooral vrolijk en met een warm hart en met een hoofd vol nieuwe ideeën om nieuwe uitdagingen aan te gaan. 
    We geloofden weer in de goedheid van het leven, in de goedheid van de mensen rondom ons en zagen een beetje van Gods liefde in ieders gelaat dat we ontmoetten… We zagen het weer ‘heel even’ en ook onze kinderen deden zo twintig dertig jaar later! Ook zij kwamen als uit de zevende hemel thuis van het catechesekamp of tentenkamp!

    Een jaarlijkse gezinsvakantie kon van ons ook zo’n andere mens maken! We genoten van de tijd die we samen doorbrachten, van  de schoonheid waar we verbleven, van de rust nu het werk even achterwegen mocht blijven. We beseften hoe we van elkaar hielden en mekaar voor geen geld van de wereld konden missen. Bij elk kapelletje bleven we even stilstaan, in elke kerk gingen we even binnen en genoten van een minuut stilte om te danken.

    Zo zijn we groot geworden tot op vandaag. Met regelmatig die bijzondere ervaringen in ons leven, ik durf het Godservaringen noemen. 
    Met elk jaar ook die ‘vasten’ die ons weer even doet stilstaan. Die ons uitdaagt voor een stille wandeling, die ons uitdaagt om over de ongelijkheid in de wereld even na te denken, die ons mensen van veraf dichtbij brengt. 

    Dit jaar Oegandese families die dromen van voldoende voedsel het hele jaar door, betere oogsten, een groeiende veestapel, geld om de school te betalen. Mensen vol hoop die moedig verder werken in de meest barre omstandigheden…

    Ja, ook wij hebben rituelen nodig om de verbondenheid met God, onze Vader, levendig te houden en om tegen alles in te blijven geloven in het visioen. 
    Deze vastentijd een tijd van zien, heel even, om vanuit dat licht verder te gaan.

    Bronnen: Manu Verhulst, Broederlijk Delen

    24-02-2013 om 09:07 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    17-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onszelf zo nu en dan eens “omwoelen” - 1e zondag veertigdagentijd C 2013 - Gie

    Eerste zondag veertigdagentijd C 2013 - Zaterdag 16 en zondag 17 februari 2013

    Eerste lezingDeuterononium 26, 4-10 - 'De belijdenis van het uitverkoren volk'
    EvangelieLucas 4, 1-13   - 'Door de Geest naar de woestijn gevoerd'

    Jezus gaat de woestijn in. 40 dagen zonder eten, zo schrijft Lucas. Dat houdt geen mens vol! Tenzij misschien als, zoals onze moslimbroeders in de ramadan, je nog kan eten of drinken na zonsondergang. Maar ook dan is het een zware beproeving. 

    Weten wij eigenlijk wat een woestijn is? 
    In het beste geval kan ik mij de zandvlakte op Linkeroever voorstellen, toen het nog pas opgespoten grond was. De oppervlakte die barst van de droogte en met nauwelijks begroeiing. Hoe schraal ook, dit heeft weinig vergelijk met de woestijn van Juda: een desolaat gebied van stenen, vlakten en bergen, zo eenzaam dat je er enkel jezelf kan tegenkomen. 
    Het moet nog al gebruikelijk geweest zijn in die tijd. Joannes predikte in de woestijn. Ook Jezus trekt zich daar terug, om met zichzelf in het reine te komen. 

    Vele, vooral jonge mensen, trekken vandaag wel eens op survivaltocht. Om zichzelf op de proef te stellen. Hoe goed zijn ze bestand, hoe lang kunnen ze weerstaan aan honger, dorst of vermoeidheid, maar vooral aan zichzelf? Hoe vuurvast of watervast zijn ze voor zichzelf of voor hun relaties? 

    Wat gebeurt er bij Jezus’ confrontatie, de “bekoring” zo je wil? 

    De hongerproef 
    Met een lege maag, is er weinig verbeelding nodig om “brood” te zien in die platte stenen daar in de woestijn. En de duivel komt letterlijk “platte brooikes bakken”. Geef ze brood, geef ze spelen, en ze zwijgen. Dat wisten ze in het oude Rome al. Als de maag gevuld is, komen er geen verdere vragen. 
    Het lijkt wel op ontwikkelingshulp van de oude stempel. “Ons” westerse voedsel en technologie, onze vorm van geluk aansmeren. Maar met weinig of geen aandacht voor de eigenheid en lokale voedselproductie van die arme volkeren en zonder het geloof of de omstandigheden van die mensen. Pas de laatste tijd krijgen we daar gelukkig weer aandacht voor. 
    Maar voor Jezus hoeft er niet getoverd te worden. Hij is helder genoeg om op te merken: “de mens leeft niet van brood alleen”. 
    Ook al bidden wij zo dikwijls in het Onze Vader, eerst “uw Rijk kome” en pas daarna “geef ons heden ons dagelijks brood”. Toch zijn wij die volgorde vergeten. Zoek eerst het Rijk Gods en dan wordt al het overige er zomaar bovenop gegeven, gratis. 

    De stressproef 
    “Ik zal je alle macht geven” zegt de duivel, “als je mij aanbidt”. Hoe stressbestendig, hoe standvastig is Jezus in zijn relatie met God en met zichzelf? 
    Jezus hapt niet toe. Hij blijft God centraal stellen. Hij heeft geen behoefte om te heersen of in de smaak te vallen bij het grote publiek.  
    En wij. Hoe “katholiek” zijn wijzelf als de kerk of het geloof in onze privé of werkomgeving ter sprake komt? Staan we dan ook op onze strepen, of verbergen wij ons in vage woorden en rond de pot draaien? Of huilen wij mee met de wolven in het bos en roddelen wij mee met alle schandaaltjes die alles over één kam scheren? 
    Maar onder het mom van “iedereen te vriend houden”, brengen wij wel onze eigen geloofwaardigheid in het gedrang. 

    De succesproef 
    Voor de laatste beproeving trekt Jezus naar de tempel in Jerusalem, de toenmalige hoofdstad van de wereld. Vandaag zou het misschien New York of het topje van de Eifeltoren kunnen zijn. 
    “Doe een stunt”, zegt de duivel, “zorg dat je opvalt”. Nu “gooi jezelf naar beneden”, en later “spring van je kruis af”. 
    Maar Jezus hoeft geen held te zijn, geen Christus Koning, geen idool of mediafiguur die de krantenkoppen haalt. Integendeel. Zijn kracht ligt in het zwakke en het kleine.
    Ook vandaag wordt de voorganger of predikant verleid om te stunten: doe origineel! Gebruik zo min mogelijk woorden uit de bijbel en in geen geval de woorden uit het missaal. En maak het vooral niet te stil, want dan zou God wel eens in jouw plaats aan het woord kunnen komen. 

    Het is goed dat ook wij onszelf zo nu en dan eens “omwoelen”, de hak erin zetten, ons eigen gedrag in vraag stellen. 
    Deze vasten, deze 40-dagen-tijd, is daar een goede gelegenheid voor. Maar daarvoor naar de zandvlakte trekken, heeft weinig zin. 
    Amen. 

    Inspiratie deels gevonden in een preek van priester Jozef Decoene (1927–2011). 

    17-02-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    10-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Face to face met mijn dipje - 5e zondag C 2013 - Jan

    Vijfde zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 9 en zondag 10 februari 2013

    Eerste lezingJesaja 6, 1-2a.3-8 - 'Hier ben ik: zend mij'
    EvangelieLucas 5, 1-11  - 'Gooi uw netten uit voor de vangst'

    Een paar dagen terug had ik een dipje. Het ging niet zo goed. Ik zat zo wat vast in mijn werk. Eigenlijk ben ik nogal alleen in het uitvoeren van mijn werk.
    Ik wist niet goed wat de volgende stap in mijn werkproces ging zijn. Zoals jullie misschien ondertussen al dan niet weten, werk ik hier als parochieassistent op LO. Naast enkele parochietaken, probeer ik de thuislozen die hier in de appartementsblokken slapen en gebruiken op te sporen en contact mee te maken. Dat opsporen verloopt tamelijk makkelijk, we weten nu waar ze slapen maar het is ons nog niet gelukt om contact met de gasten te maken. 
    Ze lopen van ons weg als we toekomen. 'Ons' en 'we' zeg ik nu omdat ik op mijn nachtelijke tochten  mij laat vergezellen door straathoekwerkers en dergelijke. 

    Overdag blijft het moeilijk om contact te maken met mensen die hier leven en wonen. Mijn dipje zat erin dat ik mij begon af te vragen of ik wel goed bezig was, wat ik nog meer of anders kon doen. Werk ik wel genoeg, werk ik te weinig of teveel. Deed ik dit project ten goede, was het nuttig en nodig... Ik heb niet meteen een antwoorden op al deze bedenkingen.

    Bij het lezen en horen van het evangelie van vandaag dacht ik, wat pak ik hier nu van mee. 
    Wat zegt het evangelie mij nu eigenlijk. Jezus is aan de oever van een meer om de spreken en er zijn toehoorders afgezakt om Hem te zien en te horen. En Jezus vraagt of de boot (Simon zijn boot!) Hem naar het diepe kan  brengen. Zodat Hij kan spreken vanuit het diepe. Nadat hij onderricht heeft gegeven vanuit het diepe, vraagt hij om te vissen vanuit het diepe en ze halen heel veel vis naar boven. 
    Hoewel ze de nacht ervoor na een hele nacht vissen niets hebben gevangen. En toch was de vis niet belangrijk want die moesten ze achterlaten. Ze moesten Hem volgen. En daar eindigt het evangelie ook mee. 

    Voor mij gaat het evangelie over vertrouwen. 
    Het vertrouwen dat ons aanspreekt in de diepte, diepte van onszelf. Anselm Grun heeft hier een goed boek over geschreven, de spiritualiteit van onderuit, van den buik. Hij baseert zich op de spiritualiteit van de vroegchristelijke monniken in de vierde eeuw. De basis van spiritualiteit en geloof ligt in onszelf. Want vooraleer we spirituele verbondenheid met het transcendente kunnen voelen moeten we eerst weten waar we zelf staan. 
    Met andere woorden weten wie we zelf zijn. Maak contact maak tijd, wat voel ik en luister wat het te zeggen heeft. Het is in die ruimte dat Jezus tot ons wenst te spreken en raadt geeft. Dan zal u inzicht wel naar boven komen, zoals de grote ton vissen in het net. Kern ligt hier niet op het verworven inzicht, want dat is voor iedereen immers anders, maar op het vertrouwen. Durft te kijken naar wat er leeft binnenin . 

    Dus stond ik face to face met mijn dipje, wat hebt ge mij te vertellen. Dus ik heb mijn hoofd leeg gemaakt en beetje in mezelf gaan graven, naar het diepe. 
    Wat ik zo leuk vind aan deze job is dat ik zeer verschillende mensen kan ontmoeten. En dat doe ik graag mensen ontmoeten, op zoek gaan naar interessante verhalen. Samen versteld staan van het verhaal zelf. Mensen maken zoveel mee en kunnen wel heel wat dragen. Mee verhalen en dus levens uitklaren. Samen zoeken naar hoop en motivatie die vaak zo voorhanden is. 
    Het leerproces om echt te leren zien dat geluk er echt wel voor iedereen is. Dat is ongelofelijk boeiend en leerzaam. Onlangs was ik op een cursus om humor op het werk toe te passen. Wat is de kracht van humor in een gesprek, op de werkvloer, om spanning te verhogen of te verlagen. Er waren twee pastoraal werkers aanwezig en de rest waren hulpverleners en iedereen vond van zichzelf dat ze niet grappig waren. 
    Ze vonden zichzelf te serieus en konden al zeker niemand aan het lachen krijgen. Het doel van de cursus was niet zozeer om leren grappig te zijn, maar om de humor in onszelf te herontdekken. (We lachen allemaal graag. We zijn niet allemaal Toon Hermans en of Hugo Mathijssens, soms zijn we beter, soms kunnen we makkelijker dan we denken onze omgeving aan het lachen brengen of een glimlach geven). 

    Volgens mij willen de lezingen van vandaag ons dat ook zeggen. 
    Heb het vertrouwen om u te laten aanspreken door uw eigen krachten daar zit jezus woord. en leef van daaruit verder. We kunnen meer dan we denken en het is zo dat we groeien. (Het lijkt ook zo te zijn dat God zich aangesproken voelt tot de imperfecte steeds groeiende mens. Was het Jesaja niet die bij het aanzien van de Hemelse Glorie zei: "Wee mij, ik ben verloren. Want ik ben een mens met onreine lippen". 
    Bij het aanschouwen van de hemelse glorie voelt Jesaja zijn eigen onvolkomenheid, Het is God die hem zoekt als Hij vraagt Wie moet ik zenden. Het is Jesaja die het vertrouwen in zichzelf vind om zich te laten zenden. 
    En het is met deze wijze woorden dat ik jullie de zondag inzend. 

    10-02-2013 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    04-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet altijd de beste willen zijn - 4e zondag C 2013 - Ria

    Vierde zondag door het jaar C 2013 - Zaterdag 2 en zondag 3 februari 2013

    Eerste lezingJeremia 1, 4-5,17-19 - 'Tot profeet heb Ik u bestemd'
    EvangelieLucas 4, 21-30   - 'Geen profeet is aanvaard in eigen stad'

    Het evangelie van vandaag sluit naadloos aan bij vorige zondag. Het is het vervolg van de Nazareth-rede door Jezus uitgesproken in de synagoge. Daar waar de stemming zeer positief was bij de uitleg die Jezus gaf, slaat deze plots volledig om. Eerst in onbegrip en daarna in regelrechte verontwaardiging en vijandigheid. Het gaat zo ver dat ze Hem zelfs willen doden!

    Waarom worden de toehoorders plots zo kwaad?
    Wij weten dat de joden allemaal zeer goed hun heilsgeschiedenis en hun grote voorgangers kennen. Zij geven Jezus een tekst van een van hun grote profeten, zijnde Jesaja, te lezen. Wanneer Hij hun zegt dat Hij degene is waarop ze wachten, de Messias dus, voelt Hij dadelijk dat ze Hem niet zullen geloven. Hij heeft op dat ogenblik ook nog niet zoveel wonderen kunnen verrichten. Volgens Lucas kwam Hij nog maar pas uit de woestijn en wanneer Hij dan nog 2 gebeurtenissen uit het verre verleden aanhaalt is de maat vol en wordt Hij miskend en verstoten.

    Wat was er aan de hand? 
    De feiten waar Hij naar verwijst geven aan dat God niet alleen bekommert is om het heil van het joodse volk maar dat Hij ook de “heidenen” of mensen uit andere landsdelen wil helpen. Er is het verhaal van de arme weduwe die met haar laatste beetje meel en olie een broodje voor de profeet Elia bakte, die op zijn beurt de zieke zoon van de weduwe genas. Het andere verhaal is de genezing van de Syriër Naäman die door de profeet Elisa genezen wordt, en dit allemaal op voorspraak van God! Voor de joden is zo’n uitspraak ongehoord, God is van hen en de anderen horen daar niet bij. 
    Herkenbaar? Toch kan men uit deze verhalen al vermoeden wat later openlijk gezegd en gedaan werd: Jezus kwam voor iedereen de boodschap brengen.

    De prachtige zin waarmee dit evangelie afsluit :”Maar midden tussen hen door ging Hij zijns weegs” geeft een bijna visueel beeld van de houding die Jezus aanneemt tegenover de dreigementen en de vijandigheid van de omstaanders. 
    Wat leert ons deze houding van Jezus? We weten toch dat Hij zich bewust was dat het met Hem slecht zou aflopen, uit menselijk oog gezien toch. Wist Hij dat Zijn uur nog niet gekomen was? Wist Hij toen dat Hij pas aan het begin van Zijn tocht stond?

    Al de grote profeten zijn vervolgd en belaagd geworden, maar zij wisten zich sterk omdat ze geleid werden door God. We hoorden het al in de eerste lezing hoe Jeremia te horen kreeg bij zijn roeping, dat hij reeds in de moederschoot uitverkoren was om Gods woord te brengen .

    Jeremia en Jezus zijn uit hetzelfde goede profetenhout gesneden: zij vertonen de kenmerken waaraan men de ware profeet herkennen kan.
    Een profeet spreekt nooit uit eigen naam, hij voelt zich aangesproken en voortgedreven door wat hij “de geest van God” noemt. Jeremia zegt: “Het woord van de Eeuwige kwam tot mij” en Jezus zegde: ”De Geest des Heren is over mij gekomen”.
    Een profeet is geen toekomstvoorspeller: hij brengt een boodschap voor vandaag, hij leeft met open ogen en oren en interpreteert de tekenen van de tijd.

    Een echte profeet kan niet onpartijdig zijn, want hij kiest voor de zwaksten in de maatschappij.

    Een profeet ondervindt altijd tegenstand, want wie de mensen niet naar de mond praat, maar de zwakke plekken in de maatschappij durft aanwijzen trapt op lange tenen en krijgt de wind van voren!
    “Zij zullen U bestrijden“ kreeg Jeremia te horen en de mensen joegen Jezus uit de synagoge en wilden Hem in de afgrond storten. Een ware profeet laat zich daar niet door afschrikken, hij heeft immers niets te verliezen buiten zichzelf en zijn zending. Waar haalden Jezus en Jeremia en alle andere profeten van vroeger en nu de kracht vandaan? Zij zijn een teken van tegenspraak, maar zij weten zich gedragen door God die hen niet loslaat: ”ik ben bij U om U te redden”. Zij worden bezield door de Liefde die” alles verdraagt,alles gelooft,alles hoopt en alles duldt” (Kor.)

    Als Jezus de belichaming is van die Liefde wil dat nog niet zeggen dat Hij alles met de mantel der liefde bedekt. Hij durft het aan in zijn vaderstad Nazareth zelfs op grond van de Schrift te beweren dat er onder heidenen soms meer sprake is van liefde dan onder het eigen volk! Dat zet nu kwaad bloed!

    Hebben wij soms ook dat zelfde gevoel?
    Denken wij ook niet te vlug dat wij het beter weten en vooral beter doen dan de anderen? Mensen steken mekaar graag in hokjes. Die van de andere kant weten niet hoe het moet want onze manier dan doen, denken en uitvoeren zal altijd de beste zijn. Ondanks dat de wereld en onze kijk erop, zoveel uitgebreider geworden is, mede door de media en onze eigen kennismaking met vreemde culturen door het toerisme, toch blijft er nog steeds een angeltje van wantrouwen zitten.
    Ik denk ook dat we behoorlijk geschokt en verontwaardigt zouden zijn moest hier iemand komen vertellen dat we helemaal niet zo goed bezig zijn en dat al onze hulp en ons medeleven met armen en onderdrukten maar een façade zijn om ons geweten te sussen. We zouden die persoon ook niet onze borst trekken. Laat ons dus maar de woorden van Jezus ter harte nemen en op onze eigen kleine manier proberen, en dat is al knap, het zo goed mogelijk te doen en niet altijd de besten willen zijn.

    Bij Marcel Weemaes vond ik volgende tekst:
    Maar ik ben niet groter, niet sterker dan jij, Ik weet niet alles en ik kan niet zoveel, ik ben maar een vriend op je weg, al uren en dagen lang. En ik kan alleen maar hopen dat je dit weet; je hoeft nooit alleen te vechten en te huilen als je een vriend nodig hebt, voor uren en dagen lang.

    04-02-2013 om 18:10 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs