Alle rechten voorbehouden Een variant van deze blog is te vinden op seniorennet op het volgende adres: http://blog.seniorennet.be/tisallemaiet/
17-03-2021
Neonazi's vandaag: zo werkt extreemrechts
Neonazi's
vandaag: zo werkt extreemrechts
Extreemrechts
zijn in wezen wie voorrechten nastreven vanuit een waan van
superioriteit en dit met navenante irrationele argumenten. Tot die
drogredenen behoren in de eerste plaats gezagsargumenten en dan nog
wel verwijzingen naar het opperste gezag: het woord van god of wat
daarvoor moet doorgaan. De redenering klinkt dan zo: als
wij ons ervan onthouden om te doden, dan handelen wij zo omdat god
zelf het ons verbiedt, hij zegt namelijk in de bijbel die zijn woord
is: "Gij zult niet doden!"
Edoch,
voor hetzelfde geld stond er in de bijbel: "Gij zult doden!"
en de kers op de taart is nu dat menig goddelijk bevel ook aldus
luidt.
Om
te beginnen verwachtte Jahweh van alle voorvaderen van Abraham dat
zij hun oudste zoon de keel zouden oversnijden om hem daarna op een
brandstapel aan hem te offeren ten teken van liefde en trouw. En voor
wie dachten dat die waanzin behoort tot lang vervlogen tijden moet
hier worden aan toegevoegd dat ook hedendaagse theologen het naar hun
mening betreurenswaardige lot van de moderne mens wijten aan het feit
"dat hij niets meer heeft om voor te sterven". Van moord op
goddelijk bevel was eveneens sprake in het Requerimiento
waarmee paus Adrianus VI in 1513 de Indianen gebood zich aan zijn
goddelijk gezag te onderwerpen op straffe van verslaving of
genocide.1
En ook met het islamfundamentalisme heeft de wereld in de afgelopen
decennia uitgebreid kennis kunnen maken.
Het
Vaticaanse document van 2 februari 2019 getiteld Male
and female He created them van
de hand van kardinaal Versaldi en aartsbisschop Zani van
de Congregatie voor de katholieke opvoeding, waarin wordt verwezen
naar de bijbel met het oog op de ontkenning van de moderne
wetenschappelijke inzichten inzake genderdysforie, doet uiteraard
denken aan de middeleeuwse standpunten van de kerk inzake de
wetenschap van de kosmologie.2
Sterrenkundigen werden veroordeeld of belandden op de brandstapel,
zoals dat het geval was met Giordano Bruno in het jaar 1600. Maar ook
vandaag heeft de absurde houding van de kerk verstrekkende gevolgen:
het genoemde document dat een aanval is op de moderne gender-theorie
vanuit het Bijbelse vers "man en vrouw schiep Hij hen", wil
dat het katholieke onderwijs vandaag aan haar opvoedelingen voorhoudt
dat zij de wetenschappelijke inzichten ter zake naast zich neerlegt
en voortaan alleen nog bij de bijbel zweert.
Bijzonder
verontrustend is dat ook het hoofd van de katholieke psychiatrische
instellingen, René Stockman, deze mening is toegedaan3,
terwijl het tevens wetenschappelijk vaststaat dat discriminatie van
holebi's en transgenders in de puberteit, depressie en andere
geestesziekten uitlokt en vaker ook zelfmoord.
Vanuit
haar superioriteitsgevoel kan extreemrechts hier ongestraft de
misdaden herhalen waarvoor destijds het nazisme werd veroordeeld
doordat dit 'in den duik' gebeurt: er zijn geen andere wapens mee
gemoeid dan macht en woorden en van de concentratiekampen waarin
mensen - kinderen nog - opgesloten worden, kunnen buitenstaanders
niet eens het bestaan vermoeden: wanneer vandaag gezegd wordt dat
mensen met hun identiteit 'uit de kast komen', dan wordt gezinspeeld
op het afschuwelijke isolement waarin homofiele kinderen destijds
belandden nadat zij vanuit katholiek medisch-pedagogische hoek te
horen kregen dat hun enige heil erin bestaan kon zich voor de rest
van de wereld levenslang onzichtbaar te maken.
De
door wetenschapslui als 'waanzinnig' bestempelde standpunten van
psychiatriehoofd René Stockman worden vandaag veroordeeld in het
wettelijke verbod op de levens verwoestende en traumatiserende
zogenaamde conversietherapieën in Malta, Spanje, Zwitserland en nu
ook in België.4
17 mei is de Internationale Dag tegen Homofobie en Transfobie.5
Op 21 februari 2019
verscheen het aangekondigde boek van de Franse socioloog Frédéric
Martel, getiteld: Sodoma. Het geheim van het Vaticaan. Reeds
werd het werk alom gelezen en gerecenseerd door talloze journalisten
maar onder meer doordat het hier gaat om (1°) een turf van 670
bladzijden, te lezen door mensen die met deadlines werken, (2°) een
onderwerp dat danig sensationeel is maar tegelijk ernstig tragisch en
(3°) het een nogal complexe zaak betreft, is het allerminst
denkbeeldig dat door de bomen het bos de mist ingaat, dat men met
andere woorden blijft hangen bij allerlei openbaringen welke alleen
maar in functie van het onderwerp staan en dat men uit deze moeilijke
zaak al te simpele tot zelfs totaal foute conclusies trekt.
Insiders weten allang hoe
de vork aan de steel zit maar met dit boek werd voor het eerst
publiek gemaakt wat de feiten zijn. Het boek van Martel heeft een wat
misleidende titel Sodoma die immers verkeerdelijk
insinueert dat het onderwerp van gesprek de homoseksualiteit (binnen
de kerk) zou zijn. Ofschoon hieraan weliswaar vele bladzijden worden
gewijd, is dat uitdrukkelijk niet het geval. Waarover gaat het boek
dan wel? Het opzet van het werk van Martel en de grondstelling van
het boek zijn heel eenvoudig. Martel wil het kindermisbruik in de
kerk verklaren en hij stelt dat dit niet alleen wordt veroorzaakt
door pedofilie maar evenzeer door homofobie.
Sinds enkele decennia
en in België pas sinds de zaak Vangheluwe in 2010 is een
grootschalig kindermisbruik in de kerk aan het licht gekomen. De
verbijstering daaromtrent is begrijpelijkerwijze zeer groot en men
zoekt naar verklaringen. De Franse socioloog heeft met zijn boek een
verklaring gegeven of beter: de verklaring bij uitstek. In twee
woorden komt die hier op neer.
Vooreerst moet gezegd
worden dat het merendeel van de clerici al dan niet praktiserende
homoseksuelen zijn: homoseksuelen hebben zich zelden welkom gevoeld
in de maatschappij en zij zijn overal vervolgd geweest terwijl de
kerk aan dit segment van de samenleving in feite altijd een toevlucht
(of is het een uitvlucht?) heeft aangeboden, namelijk het celibataire
priesterschap of het leven binnen de kloostermuren onder de
kuisheidsgeloften.
Nu is het niet zo dat
homo's in de kerk welkom zijn omdat de kerk een verkapte
homogemeenschap zou zijn uiteraard niet, want het katholieke
geloof wijst de homoseksuele praktijk af daar het die beschouwt als
een ernstige zonde die vanuit dat geloof in het Oude Testament de
zonde van Sodoma ofwel sodomie wordt genoemd. Maar het bloed kruipt
waar het niet gaan kan en zo bijvoorbeeld gaat het slinkend aantal
priesterroepingen niet toevallig gepaard met de emancipatie van de
homoseksuelen. Zoals overal gaapt er ook in de kerk een grote kloof
tussen hoe de zaken zouden moeten zijn en hoe ze uiteindelijk zijn
de kloof tussen schijn en zijn. En om die schijn hoog te houden,
wordt de praktijk van de homoseksualiteit in de kerk geheim gehouden.
Intussen echter kan in het
geëmancipeerde westen met zijn scheiding van kerk en staat de
homoseksualiteit niet langer als een misdaad worden beschouwd: de
emancipatie van de homo's door het werk van zelfhulpgroepen maar ook
dankzij hun bevrijding van repressieve religies en dankzij nieuwe
wetenschappelijke inzichten maakt dat men zich niet langer hoeft te
schamen voor deze geaardheid: vandaag is in het westen niet de
homofilie een zonde en een kwaad maar daarentegen de homofobie en
terecht zoals onmiddellijk zal blijken. In een inclusieve
maatschappij hoeven homo's niet te worden vergast; zij kunnen als zij
dat wensen huwen en kinderen opvoeden.
Intussen echter blijft de
katholieke kerk vasthouden aan een geloof dat verwijst naar de bijbel
'het woord van God' waaraan zij kennelijk niet durft te
tornen en dit niet alleen alle wetenschappelijke inzichten ten spijt
maar ook ondanks het gezond verstand. Want wie kan in alle
eerlijkheid nog langer geloof hechten aan een 'goede God' die aan
zijn menselijke schepselen (tot aan de generatie van aartsvader
Abraham) gebiedt dat zij een zoon aan Hem offeren (dat wil zeggen: de
keel oversnijden en dan roosteren aan het spit) als bewijs van liefde
en trouw? Gelijkt dat immers niet veeleer op de meedogenloze
inwijdingspraktijken van zekere drieste maffiosi? Nochtans houdt de
kerk daaraan vast want de bijbel, zo zegt zij, is het woord van God.
De mens is gemaakt uit
kleiaarde omdat het zo gezegd wordt in het Oude Testament. De vrouw
is gemaakt uit een rib van de man omdat dit in de bijbel staat. Onze
sterfelijkheid is er doordat onze voorouders aten van de verboden
vrucht want zo staat het in het boek Genesis. En sodomieters worden
door Jahweh gedood zoals beschreven in het verhaal over Sodoma en
Gomorra. Gelovigen en bij uitstek de clerus moeten zich
derhalve blijven schamen voor hun homoseksualiteit en daarom ook
verbergen zij hun geaardheid.
Maar precies die
geheimhouding maakt de misdaad van het kindermisbruik mogelijk en wel
op de volgende manier. Wanneer zich onder de clerici pedofielen
bevinden die zich schuldig maken aan kindermisbruik, worden zij niet
aangegeven door andere clerici die immers meestal homoseksueel
zijn... omdat deze homoseksuele clerici vrezen dat als het
kindermisbruik gerechtelijk wordt onderzocht, ook hun
homoseksualiteit aan het licht zal komen en dat willen zij niet.
De reden waarom zij dat niet willen is niet dat homofilie strafbaar
zou zijn dat is homofilie alvast in Rome niet; de reden is dat
zij geloven dat homofilie een zonde is ofwel dat zij de schijn van
dat geloof willen ophouden.
In het eerste geval willen
zij niet dat hun vermeende zonde aan het licht komt; in het tweede
geval willen zij vermijden dat hun ongeloof aan het licht komt. In de
twee gevallen draait alles rond hypocrisie en het is die hypocrisie
inzake homofilie welke ervoor zorgt dat binnen de kerk de
kindermisbruikers altijd quasi ongehinderd hun gang hebben kunnen
gaan.
Misschien zal het
kindermisbruik binnen de kerk altijd blijven bestaan maar het zou
waarschijnlijk wel flink ingedijkt kunnen worden als het taboe dat
binnen de kerk op homoseksualiteit rust, overwonnen kon worden en dus
wanneer homoseksualiteit maar ook seksualiteit in het algemeen ook
binnen de kerk niet langer als zondig zonder meer werd beschouwd.
Want het is uitgerekend de homofobe houding van de kerk maar ook haar
'aseksuele moraal', welke de clerus slaat met de angst dat zij uit de
kast zullen worden gejaagd als zij betrokken worden in rechtszaken na
het aangeven van kindermisbruik gepleegd door collega's. Andermaal
vrezen zij dat aldus hun hypocrisie aan het licht zal komen.
Homofobie is derhalve niet
alleen verwerpelijk omdat deze afwijking homo's schaadt: binnen het
instituut van de kerk blijkt homofobie om de hoger aangegeven redenen
ook voor onschuldige kinderen noodlottig. Het boek van Frédéric
Martel leert ons in feite dat de oorzaak van het kindermisbruik
binnen de kerk niet alleen te wijten is aan de onmiddellijke daders
de pedofielen maar evenzeer en misschien in een nog grotere mate
aan de homofoben.
Personen die homofilie
laken, moeten na de publicatie van Martel's boek goed beseffen dat
zij in een niet geringe mate bijdragen tot de misdaad van het
kindermisbruik. Bij uitstek mensen met aanzien en gezag dragen in
dezer bijgevolg een grote verantwoordelijkheid; vanaf heden kunnen
zij zich niet langer bedienen van het excuus van de vrije
meningsuiting omdat het nu eenmaal onmogelijk is om op een zinvolle
manier een mening te hebben over het al dan niet feitelijk zijn van
feiten.1
Intermezzo: AstraZeneca en bloedklonters: het oorzakelijk verband
Intermezzo:
AstraZeneca en bloedklonters: het oorzakelijk verband
Onder
meer Belgische virologen houden het been stijf dat er geen
oorzakelijk verband werd aangetoond tussen de toediening van het
AstraZenecavaccin en het optreden van bloedklonters. Edoch, om dit
vol te houden moet men wel van héél slechte wil zijn. De evidentie
van het oorzakelijk verband volgt immers spontaan uit de vaststelling
dat er geen melding van bloedklonters is na toediening van vaccins
van andere merken.
(J.B.,
16 maart 2021)
âThe great resetâ - Aflevering 6: Het kristallen paleis van Lucifer en het einde van de mens
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
6: Het kristallen paleis van Lucifer en het einde van de mens
Wanneer
M. A. Lathouwers zich in zijn Dostojewskij (1) buigt over het
thema van het lijden en de schuld in het oeuvre van deze auteur,
wijst hij erop dat de Russische grootmeester in de ontginning van de
diepten van de menselijke ziel de nadruk legt op de collectieve
dimensie van de schuld: "(...) Dostojewskij ziet elke
afzonderlijke mens, wanneer hij persoonlijke schuld op zich laadt,
tegelijk wezenlijk mede-schuldig worden aan het falen van de ander,
van alle anderen." (2) In het hoofdstuk over religie, dood en
eeuwigheid ziet Lathouwers die ander voor wiens falen wij
medeverantwoordelijk zijn, nog uitgebreid naar de ganse werkelijkheid
zonder meer, zoals in de aangehaalde brief van Paulus aan de
Romeinen: wij leven in een wereld waarin God tegelijk aan- en afwezig
is, het is "een schemering tussen absolute duisternis en
absoluut licht waarbij ook heel de werkelijkheid om ons heen
betrokken is. Heel de wereld zucht en lijdt mee met de mens"
(Rom. 8, 22)." (3) Die symbolistische werkelijkheidsopvatting
(de schepping als symbool van de Schepper) herkent Lathouwers uit het
werk van zekere Russische theologen maar zij is ook reeds aanwezig
bij Augustinus van Hippo (354-430) en het leed in de wereld kan
volgens deze kerkleraar dan ook toegeschreven worden aan de
menselijke zondigheid: het menselijk leed is geen gevolg van een
gebrekkige goddelijke schepping maar wel van zijn eigen falen.
Nu
kan men weliswaar dit geloof verwerpen op grond van het feit dat het
leggen van verbanden tussen enerzijds menselijke 'zonden' en
anderzijds bijvoorbeeld de dreiging van wilde dieren (die immers
afwezig zijn in het paradijs) volstrekt irrationeel is. Edoch, waar
het gaat om de dreiging van een pandemie waarvan alvast de uitwerking
voor een groot stuk berust op inbeelding, wordt het verband tussen
schuld en leed even duidelijk als daar waar iemands daden anderen
kunnen doen lijden omdat zij hen met een ingebeelde pandemie
opzadelen, precies zoals zij hen kunnen opzadelen met een rampzalig
geloof, een dictatuur, de slavernij, het kolonialisme, de
ongelijkheid en nog andere plagen.
In
al die gevallen gaat medeplichtigheid spelen en worden inderdaad
velen medeschuldig aan het leed van vele anderen: de mens als zodanig
wordt verantwoordelijk voor (alvast een stuk van) zijn eigen leed. En
dit is de irrationaliteit van de verabsoluteerde rede die de
inbeelding is.
En
wat doe je dan met de eindigheid, de dood?
Omsk
Van Togenbirger! Maar waar kom jij nu ineens vandaan?
OVT:
Uw redenering deugt helemaal niet! De menselijke sterfelijkheid kan
toch nooit een gevolg zijn van menselijk ingrijpen!?
Volgens Genesis
is dat wel zo, en dat is de gewijde geschiedenis...
OVT:
Het spijt me, maar Genesis is een menselijk maaksel en het deugt al
evenmin als uw verhaal. Kaduke verhalen kunnen niet gestut worden met
nog meer kaduke verhalen: dat is een leugenaarstactiek. Als God niet
liegt, dan is Hij de waarheid, zoals Hij zelf beweert en dan heeft
Hij met dit soort van verhalen niets te maken.
Ik
probeer aannemelijk te maken dat het paradijs er misschien ooit wel
was maar dat het verknoeid werd door de mens. De slavernij is
mensenwerk, de dictaturen zijn mensenwerk, zelfs het coronavirus
blijkt voor een groot stuk mensenwerk en het zou best wel eens zo
kunnen zijn dat ook de menselijke sterfelijkheid mensenwerk is.
OVT:
Dan moet je geloven dat de mens zijn onsterfelijkheid om zeep heeft
geholpen maar hoe krijg je zoiets voor mekaar?
Indien ik een
sciencefictionschrijver was dan zou ik misschien wel verzinnen dat de
sterfelijkheid in de wereld is gekomen nadat de arrogante mens aan
zijn perfecte DNA heeft zitten sleutelen, in de mening dat hij het
zelf nog kon verbeteren.
OVT:
Maar je bent geen sciencefictionschrijver.
Inderdaad en dus
verzin ik helemaal niets. Maar er is wel een sciencefictionverhaal
denkbaar waarin een arrogante mens zijn perfecte DNA verknoeid heeft
en in dat geval blijkt het denkbaar hoe de sterfelijkheid een vrucht
kon zijn van de zonde.
OVT:
Dat lijkt mij hoe dan ook wat kort door de bocht.
Het
is slechts een suggestie. Voor hetzelfde geld kan de mening verdedigd
worden dat ook Dostojewskij problemen ziet waar er geen zijn. Die
mening kwam trouwens al aan bod in de thesis van Rudolf Boehm: de
menselijke eindigheid wordt pas problematisch waar de mens gelijk wil
zijn aan God en dus onsterfelijk!
OVT:
Maar daar trap jij toch niet in!? Geloof jij nu echt dat het leed en
de dood pas problematisch zijn voor wie deze realiteiten niet
aanvaarden!? Maar dat is toch onzin! Wij hebben immers helemaal geen
keuze! Geen mens is in staat om het leed te aanvaarden en de dood van
zijn geliefden! Rudolf Boehm beweert dat het arrogant is om, zoals
God, onsterfelijk te willen zijn en niet te hoeven lijden? Ik zeg u:
er bestaat geen mens die onbewogen blijft als hij gekruisigd wordt of
als de dood hem zijn geliefden ontneemt. Geloven dat dit wél
mogelijk is: dat is pas arrogantie! Overigens: volgens uw eigen
gewijde geschiedenisboekje is God sterfelijk geworden en heeft Hij
geleden zoals niemand anders. Een mens die zoals God wil zijn, zal
derhalve noch voor het lijden vluchten, noch voor de dood.
Bedoel je nu dat
Kritik der Grundlagen des
Zeitalters geen hout snijdt?
OVT:
Ik bedoel dat het christendom de dood van God inluidt. En ook het
einde van Gods onschuld. 'Lam Gods onschuldig', maar het Lam neemt de
schuld op zich en wordt derhalve ook echt schuldig. Het Lam boet de
schuld van anderen uit. Door zijn lijden verontschuldigt het Lam de
schuldigen, ook als zij dat niet verdienen. Maar dat is nu eenmaal
genade en de genade is een nagel in de doodskist van Lucifer.
Maar
ben jij dan gelovig?
OVT:
Ik probeer alleen maar redelijk te zijn maar dan op een redelijke
manier. Tot kijk!
Tot
kijk, Omsk Van Togenbirger. Waar was ik gekomen?
De
collectiviteit van de schuld wordt gesuggereerd door de pandemie en
niet alleen zijn alle mensen erin betrokken: ook de dieren- en de
plantenwereld worden aangevreten door micro-organismen die in feite
de meer complexe levende systemen afbreken. Het milieu zou
verantwoordelijk zijn voor deze algemene dood, of beter: de
teleurgang van het milieu door de schuld van de mens. De mens heeft
de aarde vergiftigd, Gods schepping is vernield. En dit gebeuren kan
slechts herinneren aan het werk van de duivel bij de aanvang van de
tijden.
In
1654 ging in de Amsterdamse schouwburg Lucifer in première,
een treurspel van Joost van den Vondel, maar na twee opvoeringen werd
het stuk door de kerkenraad verboden. Het werk beeldt de opstand uit
van Gods stadhouder, de engel Lucifer, die waarschuwt voor chaos
nadat de Schepper aan alle engelen, die immers zuivere geesten zijn,
opgedragen heeft om de mensen te dienen die deels van stof zijn. De
opstandige engelen onder Lucifer worden door de volgzamen onder
Michaël uit de hemel neergebliksemd en Lucifer wreekt zich door in
de gedaante van een slang Eva ertoe te overhalen om te eten van de
verboden vrucht. De zondeval maakt dat de mens uit het paradijs
verdreven wordt en terechtkomt in het tranendal dat deze wereld is.
In
feite is het 'kristallen paleis' waarvoor Dostojewskij waarschuwt,
de kosmos zoals hij wordt gewenst door Lucifer, de drager van het
licht, van het verstand, de stadhouder van God die alles in
ordentelijke banen wil houden, die geen wanorde verdraagt en die
opstaat wanneer God een vrij schepsel dat deels van stof is, boven de
zuivere geesten plaatst die deze vrijheid onterecht vinden en
wantrouwen. Lucifer verkiest het dode kristal boven de levende cel
omdat de orde van het kristal onveranderlijk is, star en doods en
derhalve beheersbaar, terwijl de cel leeft, vrij is en kan
veranderen: zij ontsnapt aan de controle van de stadhouder, Lucifer,
die slechts het berekenbare dulden kan omdat hij overheersen wil.
Dostojewskij
leefde van 1821 tot 1881, tijdens de opkomst van het communisme, en
het is die starre staatsvorm die alles regelt maar die tevens alle
vrijheid schuwt en die haar kentekent als wantrouwig en goddeloos,
waarvoor hij waarschuwt. Dostojewskij verdedigt de mens en zijn
vrijheid tegen de Luciferiaanse, volmaakt kristallijnen maar ook
dodelijke orde die zich weerspiegelt in de communistische
maatschappijvorm waarvan in zijn tijd steeds meer sprake is: het
Communistisch Manifest van Marx en Engels werd gepubliceerd in 1848
te Brussel, België was toen achttien jaar oud, Dostojewskij was
zesentwintig, hij had net Arme mensen en De dubbelganger
uitgegeven, de eerste communistische staat, de Sovjet-Unie, zou
pas in 1917 een feit worden, zesendertig jaar na Dostojevskij's dood,
maar hij voorzag die starre staatsvorm waarin de mens van zijn
kostbaarste bezit, zijn vrijheid, beroofd zou zijn. Hij voorzag de
dreigende ontmenselijking van de mens, de genadeslag die Lucifer al
van in den beginne wilde toebrengen aan het schepsel dat hij benijdt.
Uitgerekend
deze kristallisatie van het mensdom die de absolute dood van de mens
inluidt, manifesteert zich vandaag in de opstand van een gigantische
en nu ook bijzonder afschrikwekkende maar niets ontziende en
meedogenloze Rede welke alle gelijkenis vertoont met de figuur van
Lucifer, het rekenende denken, de kwantificering en derhalve de
uitholling en de vernietiging van alle kwaliteiten, die de jacht
heeft ingezet op het schone, het goede en het waardevolle die aan de
greep ontsnappen van de ijskoude parameters van de gevoelloze
heerser, het vrijheid schuwende bestaan dat de verstarring zoekt en
niets meer dan het gemak van een probleemloze, eeuwige dood, wars van
het in dat licht als grillig beschouwde mysterie van het leven.
De
mens is gevallen maar het kan dus allemaal nog slechter: wij leven
weliswaar niet langer in het paradijs, we moeten lijden en we zijn
niet langer sterfelijk maar we hebben alsnog een plek op aarde en we
leven. Maar ook dit dreigt ons nu kennelijk ontnomen te worden:
micro-organismen gaan zich nestelen in alle macro-organismen om ze af
te breken: de mensen worden aangetast maar ook de dieren en de
planten. Geleerden hebben de mond vol met namen van microben die er
echter altijd al zijn geweest maar wiens tijd nu blijkbaar gekomen is
om de activiteit te ontplooien waartoe zij geschapen zijn. De vloek
van Lucifer zit dieper in de dingen dan wij dachten.
In
1854 had Dostojewskij na een (vermoedelijke) schijnexecutie vijf jaar
dwangarbeid in Siberië achter de rug en in dat jaar hield het
Indianenopperhoofd Seattle een toespraak tot gouverneur Stevens die
het land van de autochtone bevolking in Amerika wilde kopen. (4)
Doorheen deze toespraak, bekend als Het antwoord van Seattle,
klinkt een waarschuwing van het stamhoofd van de Suquamish- en
Duwanish-indianen voor dezelfde catastrofe die ook Dostojewskij
zorgen baarde.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
16 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer,
Brugge/Utrecht 1968.
(2)
M.A. Lathouwers, o.c., pag. 87.
(3)
M.A. Lathouwers, o.c., pag. 112.
(4)
De oorspronkelijke versie van de toespraak zoals verschenen in de
krant the
Seattle Sunday Star op
29 oktober 1887,
vindt men hier:
De handpoppen van
romanschrijvers beperken zich tot hun personages en dat zijn geheel
fantastische figuren maar om elke twijfel weg te nemen wordt ergens
op de eerste bladzijden van menig fictieverhaal gestipuleerd dat
mogelijke overeenkomsten van de fantasiehelden - of antihelden - met
mensen uit de 'echte' wereld, aan het toeval moeten toegeschreven
worden. Verder staat het dan iedereen vrij om hier al dan niet het
principe van het assepoester-personage van toepassing te brengen en
wij weten dat dit luidt als volgt: "Wie het schoentje past,
trekke het aan!"
Romanschrijvers zijn
voorzichtige mensen en zij werken met voorzichtige werelden die ook
niemand lastig vallen en die men niet onverhoeds betreedt zonder
eerst geconfronteerd te worden met welbepaalde waarschuwingsborden en
zonder eerst een hele resem specifieke en doelgerichte inspanningen
te moeten leveren. Elke lezer wordt er attent op gemaakt dat het boek
dat hij ter hand neemt, fictie is, wat wil zeggen: onecht, een
product van iemands fantasie, 'slechts'
een droom maar tegelijk ook géén bedrog want het boek
waarschuwt de lezer dat het niets dan verzinsels bevat. Men kan heel
duidelijk zien dat het een boek is en de fantastische wereld die erin
besloten ligt, komt niet tot leven zonder dat de lezer het boek eerst
opent en de inspanning van het lezen levert, een kunde welke vele
jaren arbeid vergt en die voor de meesten onder ons een leven lang te
moeilijk blijft om te beoefenen - getuige de lege bibliotheken en de
bijzonder geringe omzet van de boekhandels alom ter wereld. Het
chatten en het twitteren worden weliswaar beschouwd als reuzensprongen
in de evolutie van de menselijke beschaving maar wie eerlijk
oordelen, zullen ermee instemmen dat deze activiteiten exact het
tegendeel voorstellen, namelijk een terugkeer naar het tijdperk van
het analfabetisme of zelfs naar de oertijd, toen men vrede nam met
communicatie middels kreten.
Aan een schrijver kan
men niet verwijten dat hij zich verbergt achter zijn personages omdat
voor elke lezer ook heel duidelijk is dat deze handpoppen de creaties
zijn van een auteur welke ook de lezer mee vorm geeft in zijn
fantasie en dat geldt evenzeer voor de wereld waarin zij zich
ophouden. Weliswaar kan een verhaal zich afspelen op de echt
bestaande aardbol, in het echt bestaande Brussel en met mensen die er
niet anders uitzien dan wij, maar de duiding 'roman' op de flap van
het boek waarschuwt ons alsnog dat het om louter fictie gaat. Die
specifiëring vervangt eigenlijk een inleidende tekst die ongeveer
als volgt zou luiden: "Stel eens dat er een wereld was zoals de
onze..." en daarom ook beginnen sprookjes met de woorden: "Heel
lang geleden...", waarmee zij insinueren dat het er eigenlijk
niet meer toe doet of het vertelde al dan niet echt gebeurde - de
tijd heeft immers de laatste sporen van wat kon gebeurd zijn
uitgewist, op het geheugenspoor na, waarmee het sprookje in wezen
samenvalt.
Het is overigens
welbekend dat verhalen van heel lang geleden zo dikwijls werden
naverteld dat onopzettelijke en meestal zeer geringe maar ook zeer
talrijke wijzigingen dezen even onvermijdelijk aantastten als de
veranderingen welke onze lichaamscellen ruïneren telkens als zij
gekopieerd worden. Maar anders dan het lichaam dat mettertijd slechts
kan vervallen tot het gekende resultaat omdat het stoffelijke aan de
entropiewet onderhevig is, kunnen geestelijke zaken met het verloop
der tijd alleen maar groeien, alsof aldus ons innerlijk niet aan de
tand des tijds ten prooi is doch daarentegen pas op het einde der
tijden tot voltooiing komen kan. Neg-entropie, zo werd dit
gloednieuwe principe genoemd door de Jezuïet Pierre Teilhard de
Chardin (1881-1955) die aldus middels zijn rijke verbeelding het
geloof in de geest wetenschappelijk onderstutte - de kerk die niet
begreep welk een grote dienst hij haar alzo bewees, verbande haar
toentertijd allerbelangrijkste theoloog godbetert naar de V.S. met
publicatie- en spreekverbod!
Hogerop in deze tekst
werd het adjectief 'echte', dat bij 'wereld' hoort, uiteraard niet
zonder reden tussen aanhalingstekens geplaatst want, hoezeer men zich
ook mag inspannen om de grenzen aan te geven tussen wat fictie is en
wat niet, blijkt uiteindelijk niemand bij machte om die twee zaken in
het echte leven gescheiden te houden: zij gaan gewis hun eigen
weg. Zij maken zich van hun bedenker los, zij verzelfstandigen zich,
krijgen benen en zetten het op een lopen, bijvoorbeeld zoals
Dostojewski's Dubbelganger (1846) of godbetert De neus
(1836) van Nicolaj Gogol en aldus lopen zij vooruit op de grap die de
nieuwste technologie met de mens uithaalt, al moet hier worden aan
toegevoegd dat dit allernieuwste slechts het alleroudste kan
weerkaatsen: de mens die zoals god wil zijn en die daarop zijn
schepper ombrengt, gaat immers vele eeuwen vooraf aan de robot die
dit met de mensen doet. Maar nu weiden we al veel te ver uit: het
onderwerp is immers zoals een stroom met afwezigheid van dijken.
Handpoppen in de echte
wereld zijn om te beginnen onze naam en faam waarmee wij ons
identificeren of waarmee wij tegen heug en meug vereenzelvigd worden,
waarmee meteen gezegd is dat handpoppen, zelfs als zij van eigen
makelij zijn, weleens de benen nemen en het voorbeeld volgen van
Adam, de golem, de robot, de technologie, de economie en noem ze maar
op, de groteske duimzuigsels die zich keren tegen hun zuigers. Een
prachtig en alom nagevolgd voorbeeld biedt de wereldliteratuur in
Vida de Don Quijote y Sancho
(1905) van Miguel de Unamuno, waar een romanpersonage zijn beklag
komt doen bij zijn wereldvermaarde schrijver, zoals uitmuntend
uiteengezet door de hedendaagse Roemeens-Amerikaanse filosoof Costica
Bradatan in zijn essay, getiteld: "God
Is Dreaming You: Narrative as Imitatio Dei in Miguel de Unamuno."
(1) Tot besluit van zijn tekst herinnert de illustere filosoof aan de
hedendaagse Tiresias, Jorge Luis Borges, die in een van zijn verhalen
Shakespeare op zijn sterfbed aan zijn Schepper de vraag laat stellen:
"Ik,
die altijd de rol heb gespeeld van zoveel mensen die niet echt
bestonden, wens nu eindelijk één te zijn, mezelf
te zijn. Gods stem antwoordde hem vanuit een wervelwind: Ook
Ik, Ik ben niet Ik, Ik droomde de wereld, net zoals jij, mijn
Shakespeare, je eigen werk droomde; jij bent één van de vele
gedaanten van mijn dromen - jij, die net als ikzelf menigeen bent, en
tegelijk niemand. (Borges 1998: 320)." (2)
Waarmee meteen duidelijk mag zijn waarom hoger in deze tekst ook het
woordje 'slechts' dat bij 'een droom' hoort, tussen aanhalingstekens
werd geplaatst.
Schrijvers
zijn zoals gezegd voorzichtig, hun handpoppen zijn geheel fictief.
Maar wat gedaan als zekere lieden wegens een schromelijk tekort aan
verbeelding hun toevlucht gaan zoeken in echt bestaande mensen om hun
gebrekkige fantasiewerelden mee te bevolken? Wat als zij het
speelterrein van hun inbeelding niet eens weten te onderscheiden van
de levensruimte die wij allen gemeenschappelijk hebben en die met
Gods levende schepping samenvalt? Zij haspelen 'verbeelding' en
'inbeelding' door elkaar, een bijzonder kwalijk onvermogen waarvoor
professor emeritus in de esthetica, Karel Boullart, waarschuwt in
zijn magistraal wijsgerig essay uit 1990, getiteld: Vanuit
Andromeda gezien: het bereikbare en het ontoegankelijke.
Wij
kunnen het dan hebben over de handpoppen van Adolf Hitler en over die
van de paus van Rome, alsook over de fantasiewerelden die getekend
worden op de aardbol met fictieve grenzen die onder het geweld van
moorddadige oorlogen onophoudelijk worden verlegd - een ziekelijke
inbeelding welke dan de naam 'vooruitgang' toebedeeld krijgt.
(2) Costica Bradatan,
o.c.: de voorlaatste paragraaf van de tekst.
Israël
Israël
09-03-2021
Vernon Coleman
Vernon Coleman
"The great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed - Aflevering 5: De volgelingen van Raskolnikow
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
5: De volgelingen van Raskolnikow
In
zijn werk over Dostojewskij wijdt dr. M.A. Lathouwers een hoofdstuk
aan het thema van de vrijheid in het oeuvre van de grote Russische
schrijver. In zijn Herinneringen aan het ondergrondse heeft de
geëngageerde vrijheidsstrijder die Dostojewskij is, zijn afkeer
uitgedrukt voor de anonieme systemen en structuren die het bestuur
over de mensen dreigen over te nemen terwijl zij toch nooit in staat
zijn om verantwoordelijkheid te dragen. De schrijver gebruikt het
beeld van het dode kristal dat de levende cel dreigt te vervangen en
het navenante schrikbeeld van een toekomstige maatschappij die zal
zijn zoals een kristallen paleis:
"Visionair
als hij is, ontwaarde [Dostojewskij], bijna een eeuw voor Orwell en
Huxley, in het perspectief op de toekomst dat deze verafgoding [van
de natuurwetten, de logica en de sociale verordeningen waarin alles
wettelijk geregeld en contractueel vastgelegd is,] biedt, de
mogelijkheid van een fatale kristallisatie; het spookbeeld van een
kristallen paleis, waarin alles geheel pasklaar gemaakt en met
wiskundige nauwkeurigheid becijferd is, maar waaruit de vrijheid
voorgoed verdwenen is. Juist daarom verdedigt hij ( ) de vrijheid
als een wezenlijk onmisbare dimensie van het bestaan. Meer nog: als
de hoogste waarde van de mens ( ) waarvoor de mens desnoods bereid
is "tegen alle wetten, tegen gezond verstand, eer, rust en welvaart
in te gaan."" En zoals duidelijk wordt in zijn parabel van de
grootinquisiteur in De gebroeders Karamazov, wordt een bestaan
zonder vrijheid nagestreefd door niemand minder dan de duivel - in
deze roman in de gedaante van de katholieke kerk. (1)
Voor
het garanderen van de vrijheid is de scheiding der machten van
fundamenteel belang: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht
moeten onderling onafhankelijk kunnen opereren om te kunnen
verhinderen dat wetgevers en uitvoerders geheel ongecontroleerd te
werk gaan zoals dat het geval is in een dictatuur. Naast deze drie
machten worden ook nog de media genoemd als de 'vierde macht' omdat
het uitoefenen van sociale druk en het brengen van geladen informatie
via kanalen die in het bezit zijn van privépersonen, een niet te
onderschatten invloed heeft op opinievorming en gedrag, zoals dat
recent nog mocht blijken in de heisa rond de Amerikaanse
presidentsverkiezingen. Maar er is ook nog een vijfde macht: de kerk
van weleer, welke althans in het westen reeds lange tijd gescheiden
wordt van de staat omdat ook deze machtsstructuur politieke invloed
heeft en soms zelfs op fatale wijze, zoals in een theocratie, vindt
vandaag haar opvolger in het instituut van de zogenaamde wetenschap.
In
principe is het een goede zaak dat op die manier het irrationele
wordt geweerd dat immers de willekeur faciliteert maar algauw is het
wetenschappelijk instituut waarvan verwacht kan worden dat het een
zekere objectiviteit handhaaft, verworden tot een tentakel van de
heersende politieke partijen. Om te beginnen zijn helaas ook
professoraten politieke benoemingen, waardoor in principe de
waarheden die zij voordragen a priori ondergeschikt worden
gemaakt aan macht. Daardoor wordt de geleerdheid of wat daarvoor
moet doorgaan, steeds vaker ingezet in pogingen tot het onderbouwen
van alles behalve objectieve politieke standpunten, om maar niet te
zeggen dat zij functioneert als fabrikant van wat moet doorgaan voor
de waarheid en in dat verband spreekt men dan ook spottend over de
wetenschap als 'hedendaagse religie'. Dostojevskij heeft het in dat
verband over de 'tirannie der quasi-geleerdheid'. Belangenvermenging
is reeds lange tijd de regel daar waar universiteiten zich laten
subsidiëren door de industrie en zo is het geen geheim meer dat bij
uitstek de bijzonder welvarende farmaceutische industrie het
wetenschappelijk onderzoek in onze verarmde universiteiten spekt met
grote sommen geld in de vorm van allerlei hulpmiddelen. Het hoeft
geen betoog dat zowel de verrijking van de farmaceutische industrie
als de verarming van de universiteiten door politici wordt in de hand
gewerkt en zoals de feiten het bevestigen, blijken politici veel
vaker dan men kon verwachten gevoelig voor corruptie. Dat ook van
deze gang van zaken de waarheid het allereerste slachtoffer is, kan
niet verbazen en dit gebeurt terwijl die waarheid nog steeds het
handelsmerk van 'wetenschappelijke waarheid' draagt, een handelsmerk
dat alsnog goed verkoopt - maar wellicht niet meer voor lang.
Onlangs
verdedigde een filosofieprofessor in de media de mening dat aan
zogenaamde 'antivaxers' geen forum mocht gegeven worden - ook niet
als het gaat om geneesheren: mensen die de wetenschap van de
geneeskunde gestudeerd hebben, deze dagelijks beoefenen en die,
wanneer zij tegen de stroom ingaan, ook hun nek uitsteken, wat wil
zeggen dat zij er aldus van getuigen met de gezondheid van hun
patiënten zeer begaan te zijn. Om meer dan één reden is de mening
van deze filosofieprofessor - want meer dan een mening is het
uiteraard niet - volstrekt in strijd met wat inzake de elementaire
deontologie van dat ambt verwacht kon worden en daarom ook is het
ongepast wanneer aan verkondigers van dergelijke meningen een forum
wordt verschaft waarin zij in afwezigheid van hun tegenhangers
geheel ongehinderd dat eigen meninkje kunnen verkondigen. Of
weten zij dan niet dat een stelling die zich niet blootstelt aan
kritiek, ongeopenbaard blijft en derhalve helemaal geen stelling is?
Het is niet meer dan praat voor de vaak, maar in de gegeven
omstandigheden is het uiteraard bijzonder gevaarlijke praat.
In
dit geval wordt in de media de mening gepropageerd van een figuur die
oordeelt dat het criterium om aan iemand spreekrecht toe te kennen
over een zeker onderwerp niet zijn of haar geleerdheid en ervaring
inzake dat onderwerp hoort te zijn, maar wel zijn of haar standpunt
jegens een zeer specifieke behandeling - in dit geval een specifieke
vaccinatie - waarvoor, zoals algemeen geweten, binnen de
wetenschappelijke kringen zelf, zowel voor- als tegenstanders
zijn, met telkenmale 'wetenschappelijke' argumenten. Wordt bovendien
het feit in acht genomen dat precedenten inzake gelijkaardige
aangelegenheden hebben aangetoond dat belangenvermenging, corruptie,
commissielonen en allerlei beloftes inzake aantrekkelijke postjes in
deze zaken veeleer de regel zijn dan de uitzondering, dan kan men
zich onmogelijk ontdoen van de indruk dat ook de fora waarin
betrokken sprekers opereren, gestuurd worden door figuren die
belangen hebben geheel wars van volksgezondheid, wetenschap en
waarheid. Uitgerekend de (naar hun eigen zeggen) verdedigers van de
open debatcultuur in het zog van Voltaire en het hele santenkraam van
de Verlichting, verraden hier hun vrees voor tegenstanders omdat die
het wankele karakter van hun voorgewende zekerheden wel eens aan het
licht konden brengen, om nog maar te zwijgen over de praktijken welke
gedekt worden door het gezegde: "wiens brood men eet, diens woord
men spreekt".
Kortom:
geleerden die er niet in slagen om uit te leggen aan het volk waarom
men dan een mondmasker moet dragen, vertonen inderdaad bijzonder veel
gelijkenis met de clerici van destijds die hun geloofswaarheden
evenmin uitgelegd kregen en die dan dachten dat zij zich uit de slag
konden trekken met gezagsargumenten (zoals: de onfeilbaarheid van de
paus), met verbodsbepalingen geruggensteund door hellestraffen (maar
ook door sociale uitsluiting) en met de fabricatie van 'mysteries' en
andere monddoodmakers zoals de zwijgplicht. Van
universiteitsprofessoren die benoemd zijn door een zeker politiek
apparaat dat specifieke 'waarheden' wil verkondigd zien met het
cachet van 'wetenschappelijke waarheid' - in 'officiële' media of
dus in media waarover het het monopolie heeft - kan geen weldenkend
mens verwachten dat zij zelf ook menen wat zij zeggen. Indien men hen
de biecht kon horen op hun sterfbed en gesteld dat zij gelovig waren,
zij zouden zich gewis alsnog uit de slag proberen te trekken met het
argument dat zij de job aanvaardden omdat in geval zij hadden
geweigerd, een ander hetzelfde in hun plaats had gedaan, zodat de
fout die zij begingen, althans in hun visie, eigenlijk helemaal geen
gevolgen had. Dostojewskij zou hierop antwoorden dat het uitgerekend
aan deze onverschilligheid is, die eigen is aan moordenaars zoals
zijn Raskolnikow, dat de wereld nu ten onder gaat.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
9 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer,
Brugge/Utrecht 1968, pp. 72-85.
08-03-2021
Intermezzo: Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger
Intermezzo:
Over die andere griepvirussen. Een interview met Omsk Van Togenbirger
OVT:
De zaak is dat ze zich allemaal blind kijken op het coronavirus...
Omsk
Van Togenbirger! Maar... ik had u niet gezien!
OVT:
Wat niet betekent dat ik er niet was. En zo is het ook met nog een
andere zaak.
Een
andere zaak?
OVT:
Het leger griepvirussen dat zich momenteel in slagorde opstelt!
Maar
er is dit jaar helemaal geen griep!
OVT:
Heb ik u nog niet verteld over het aanpassingsvermogen van covid-19?
Je
bedoelt de varianten?
OVT:
De mutaties, ja: van zodra de maatregelen verstrengen, nemen de
kansen voor het virus af, het voelt zich bedreigd en steekt een
tandje bij. Het wordt dus agressiever: besmettelijker en dodelijker.
Kennelijk,
ja...
OVT:
Maar heb je er al bij stilgestaan dat hetzelfde uiteraard ook zal
gebeuren met alle andere virussen!
Hoezo?
OVT:
Sinds men ons bang gemaakt heeft voor corona, zijn alle mensen
maatregelen gaan nemen om de verspreiding van het coronavirus in te
dijken.
Klopt,
ja.
OVT:
Maar uiteraard worden op die manier ook alle andere virussen de pas
afgesneden.
Welke
virussen?
OVT:
De griepvirussen bijvoorbeeld!
In
het meervoud?
OVT:
Ik ben geen viroloog maar naar het schijnt is het aantal van de
griepvirussen niet te tellen. En die staan nu allemaal voor het
voldongen feit van de algemene verstenging van de menselijke hygiëne,
wat voor hen betekent dat zij de broeksriem moeten aantrekken: willen
ze overleven, dan moeten ze allemaal een tandje bijsteken.
Bedoel
je nu dat je denkt dat alle griepvirussen agressiever zullen worden?
OVT:
Wel, er zal voor die beestjes niet veel anders opzitten en de drang
tot zelfbehoud en soortbehoud geldt voor elk schepsel Gods: voor
mensen, voor covid-19 maar uiteraard ook voor die ontelbare
griepvirussen die tot voor kort als het ware onze tafelgenoten waren.
Want zonder dat wij het goed beseften, hadden wij met de vele
griepjes een stilzwijgend contract gesloten. Wij hebben ze geduld op
voorwaarde dat ze zich een beetje koest zouden houden. Nu zullen ze
zich vanzelfsprekend onbemind voelen en bedreigd. Het staat als een
paal boven water dat ze zullen terugslaan.
Geheel
meedogenloos?
OVT:
Je lacht ermee maar kijk eens wat er gebeurd is toen Columbus
aanmeerde in Amerika, in 1492. Dat continent was al vele duizenden
jaren bewoond door Indianenvolkeren. Zij hadden uiteenlopende
hoogstaande culturen, spraken meer dan honderd verschillende talen.
Waarschijnlijk waren dat in oorsprong Mongolen, Aziaten, bewoners van
wat nu Siberië is en China. Je ziet het aan hun zwarte haren en hun
huidskleur: even onterecht als zij 'Indianen' heten, want Columbus
heeft nooit geweten dat hij niet in Indië aanmeerde, even onterecht
heten zij ook 'roodhuiden', want ze zijn geel. Zij kwamen via de
Beringstraat, die de Grote Oceaan van de Noordelijke IJszee scheidt
en het Aziatische van het Amerikaanse continent. Ze kwamen van het
huidige Siberië naar het huidige Alaska. Voor het Plioceen dat
eindigde, zo'n 2,5 miljoen jaar geleden, was daar nog een landbrug
tussen de twee werelddelen, wat bewezen wordt door het specifieke
dierenbestand in de continenten. Maar ook in de laatste ijstijd die
duurde tot 11.500 jaar geleden, kwam die zee-engte droog te staan of
kon men over het ijs van het ene naar het andere werelddeel lopen.
Het is een zee-engte van zo'n 70 km, er is trouwens nog een
tussenstop mogelijk op twee eilandjes, de Diomedeseilanden, waarvan
het ene Russisch is, het andere Amerikaans. In 1988 zwom daar nog een
vrouw van Rusland naar Amerika - ik geloof dat zij Lynne Cox heet.
Maar waar was ik gebleven?
Je
zei dat Columbus...
OVT:
Inderdaad, toen Columbus in Amerika aanmeerde in 1492, besmette hij
de Indianen met ziektekiemen uit Europa en zij stierven bijna
voltallig uit.
Wat
bedoel je?
OVT:
Enerzijds waren de Europese ziektekiemen vreemd voor de Indianen, zij
hadden er dus geen afweer tegen. Anderzijds vormden de virussen
wellicht een bom!
Een
bom?
OVT:
Hoe lang duurde de tocht van Columbus? Verschillende maanden, zij het
met tussenstops, maar het merendeel van die tijd zaten de Europese
microben als het ware gevangen bij de scheepsbemanning. De beestjes
moeten gedacht hebben dat er geen mensen meer waren en dat zijn hun
nesten! Ze zullen in paniek geslagen zijn en eenmaal op het
vasteland, hebben ze hun kans gegrepen en hebben zij zoveel mogelijk
Indianen zo rap mogelijk besmet.
Is
dat niet een beetje... 'fantastisch'?
OVT:
Ongetwijfeld. Maar kijk, in één klap waren alle Indianen weg.
Vandaag ziet men iets gelijkaardigs inzake het bosbestand: de bomen
worden overal door micro-organismen aangetast. Zeven van de twintig
bomen in mijn tuin zijn aangetast, drie staan al helemaal verdord.
Kijk eens goed rond: overal vallen de bomen om. Kenners hebben de
mond vol over allerlei microben, schimmels, weet ik veel. Maar die
leefden vroeger ook. De zaak is alleen dat de micro-organismen nu in
paniek verkeren.
En
waarom?
OVT:
Door de ontbossing! Heb je dan nog niet gehoord van de kap in het
regenwoud? Zoek het maar eens op, hoeveel hectaren bos dagelijks
moeten sneuvelen! Ik heb je toch verteld dat het overspringen van het
coronavirus naar de mens wordt toegeschreven aan het feit dat de mens
het aanvankelijke nest van deze beestjes aan het opeten was? Voordien
woonden zij namelijk in de schubdieren, die staan sinds kort in China
op het menu. Als een soort met uitsterven wordt bedreigd, springen de
microben die vegeteren op die soort, uiteraard naar andere soorten
over - wat zou je trouwens zelf doen in dat geval?
Dat
lijkt me niet erg wetenschappelijk...
OVT:
Wel, de wetenschap heeft zo haar tempels, zij werd het monopolie van
zekere machthebbers, zoals trouwens ook de godsdiensten, maar
gelukkig kan niemand verhinderd worden om te weten. Al is het
uitgerekend dat wat de nieuwe potentaten proberen te doen. Las ik
daar onlangs niet iets op de blogs over de tirannie van de
quasi-geleerdheid, zoals Dostojewskij ze noemde? Tot later,
misschien!
Tot
later, Omsk Van Togenbirger...
(J.B.,
8 maart 2021)
07-03-2021
âThe great resetâ: Aflevering 4: Dostojewskij over The Great Reset: hoe de tirannie der quasi-geleerdheid de wereld herleidt tot een moordende karikatuur
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
4: Dostojewskij over The Great Reset: hoe de tirannie der
quasi-geleerdheid de wereld herleidt tot een moordende karikatuur
In
de roman Demonen uit 1872 heeft Dostojewskij het over de
gigantische mierenhoop waarin het volk verandert van zodra de
religieuze dimensie zoek is en de revolutionairen van het socialisme
heersen. In zijn studie over Dostojewskij verwoordt M.A. Lathouwers
de gedachten van enkele van de romanfiguren van de auteur als volgt
en hun schets van de gevreesde toekomst van het westen mag wel
visionair heten. Zij hebben het over een mierenhoop van onverschillig
geworden onderworpenen of gevangenen: "Zo wil men ten slotte,
voor geen leugen en geen geweld opzijgaand, allen aan zich
onderwerpen en opsluiten in een gigantische mierenhoop, na echter
eerst alle bestaande waarden - niet uit verlangen naar vernieuwing
maar uit haat - volkomen te hebben vernietigd." (1)
Ook
wordt gesproken over een vrije elite die over een onvrije kudde
heerst van allemaal gelijken wiens blinde gehoorzaamheid blijkt uit
het feit dat ze elkaar verraden. Bovendien moeten dan alle
uitschieters in de kudde gekortwiekt worden: "Sjigaljow, de
theoreticus van de revolutionaire organisatie, heeft een speciale
revolutionaire leer uitgedacht ( ). Hij stelt voor de mensheid te
verdelen in twee ongelijke delen. Een tiende deel krijgt persoonlijke
vrijheid en een onbeperkt beschikkingsrecht over de overige negen
tienden. De laatsten moeten hun persoonlijke vrijheid verliezen en
een soort kudde worden. Iedereen zal iedereen voortdurend controleren
en over zijn bevindingen rapport moeten uitbrengen. Iedereen zal
afhankelijk zijn van alle en allen van iedereen. Allen zullen slaven
zijn en in die slavernij aan elkaar gelijk. "In de uiterste
gevallen laster en moord maar bovenal gelijkheid. Om te beginnen zal
het peil van ontwikkeling, wetenschap en talenten dalen. Een hoog
peil van wetenschap en talenten is alleen bereikbaar voor de meest
begaafde mensen, maar wij hebben geen hoogbegaafde mensen nodig!
Hoogbegaafde mensen hebben altijd meer verderf dan nut gebracht. Die
verjaagt of liquideert men dan ook. 'Cicero wordt zijn tong
afgesneden, Copernicus worden zijn ogen uitgestoken, Shakespeare
wordt gestenigd' Slaven moeten elkaars gelijken zijn. Zonder
tirannie is er nooit vrijheid of gelijkheid geweest, maar in een
kudde moet gelijkheid bestaan."" (1)
Verder
wordt bij monde van de figuur Pjotr Werchowenskij ook gesproken over
het taboe van persoonlijk bezit in de maatschappij van de toekomst en
opnieuw doemt het motto van het Wereld Economisch Forum op: "I
own nothing..." Werchowenskij voorspelt: "Zodra er sprake
is van families of van liefde, komt tegelijk alweer de wens op naar
persoonlijk bezit. Die wens zullen we verstikken. We zullen
dronkenschap, zwetserij en verklikkerij aanmoedigen; we laten een
ongekend zedenbederf toe; we smoren iedere zweem van genialiteit in
de wieg. Alles wordt onder één noemer gebracht: volkomen
gelijkheid!" (2)
Gelijkheid
is inderdaad het allereerste wat de nieuwe heersers der aarde
nastreven voor 'hun' kudde en op het eerste gezicht klinkt dit
allemaal goed, ware het niet dat allerminst de rechtvaardigheid
bedoeld wordt maar wel een soort van nivellering die haar intrede
doet van zodra het volk gebukt gaat onder het juk van een tiran.
Vandaag manifesteert zich die tiran als een bijzondere vorm van
geleerdheid of beter: quasi-geleerdheid; een club van quasi-geleerden
die via de televisie hun quasi-wijsheden opdringen aan het volk, ze
aan iedereen verplichten ook, op straffe van boetes die wel kunnen
tellen. Dostojevski heeft het over de ontoereikendheid van de
wetenschap. In Demonen spreekt de figuur Sjatow als volgt: "De
quasi-geleerdheid is een tiran, zoals er totnogtoe nooit een was
opgetreden. Het is een tiran die zijn prelaten en slaven heeft; een
tiran voor wien alles buigt met liefde en met een bijgeloof, dat tot
dusverre ondenkbaar was; een tiran voor wien zelfs de wetenschap zelf
beeft en voor wien ze op smadelijke wijze een knieval maakt."
(3) Lathouwers: "[Dostojevskij] houdt niet op aan te tonen, tot
welk een karikatuur een wereld vervalt, die deze tirannie van de
logica over zich afroept en zich, met voorbijgaan van het levende
leven en de natuur, enkel en alleen naar de wetten van deze dodelijke
logica inrichten wil." (4)
De
levende cel verandert in een dode kristal, een kristallen paleis, dat
de hele mensheid ordent in een verstarde en dodelijk genivelleerde
samenleving en de mens die dat ziet, moet de anderen blijven bewust
maken van de onwezenlijke verschrikking waarin zij gevangen zijn. (5)
Het toenemend aantal zelfmoordenaars ingevolge de huidige crisis
concentreert zich met een terugwerkende kracht van anderhalve eeuw in
de novelle De droom van een belachelijk mens uit 1877in
de idealist Kirillow die, in confrontatie met de afwezigheid van God
en met de leegte, zichzelf van het leven wil benemen om aldus te
demonstreren dat een leven zonder transcendente waarden een leugen is
welke dient verwezen te worden naar het Niets. (6)
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
7 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
M.A. Lathouwers, Dostojewskij, Desclée De Brouwer,
Brugge/Utrecht 1968, pp. 51-52.
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
3: De vos preekt de passie: de fabricatie van hype én crisis met het
oog op het herstel van wereldmacht
Uit
de inleiding tot hun geschrift dat beweert de regeringsleiders te
willen bijstaan in het managen van de coronacrisis, blijkt dat Schwab
en Malleret (1°) zelf de hype fabriceren waarvoor zij zeggen te
waarschuwen, (2°) van plan zijn om op grond van deze leugen een
wereldcrisis uit te lokken (waarin zij tot nog toe ook aardig lijken
te slagen) om die dan (3°) te kunnen aangrijpen om verregaande
specifieke veranderingen door te kunnen voeren welke uiteindelijk
neerkomen op het (opnieuw) naar zich toe trekken van de
wereldheerschappij.
Met
dat snode plan in het achterhoofd, gaan zij van start met het
aandikken van de ernst van covid-19, een griep die indien niet van
menselijke makelij dan toch door zekere mensen aangegrepen om een
grote slag te kunnen slaan. Meer bepaald doen de auteurs van The
Great Reset de volstrekt absurde bewering dat covid-19
onvergelijkbaar ingrijpender is dan niet alleen de Spaanse griep van
1918, de aanslagen van 9 september 2001, de Sars-epidemie van 2003,
de Grote Depressie uit de jaren twintig van de voorgaande eeuw...
maar ook nog eens veel ingrijpender dan godbetert de Tweede
Wereldoorlog!
Ziehier
letterlijk hun woorden: "Is the pandemic like the Spanish flu of
1918 (estimated to have killed more than 50 million people worldwide
in three successive waves)? Could it look like the Great Depression
that started in 1929? Is there any resemblance with the psychological
shock inflicted by 9/11? Are there similarities with what happened
with SARS in 2003 and H1N1 in 2009 (albeit on a different scale)?
Could it be like the great financial crisis of 2008, but much bigger?
The correct, albeit 15 unwelcome, answer to all of these is: no! None
fits the reach and pattern of the human suffering and economic
destruction caused by the current pandemic. The economic
fallout in particular bears no resemblance to any crisis
in modern history. As pointed out by many heads of state and
government in the midst of the pandemic, we are at war,
but with an enemy that is invisible, and of course metaphorically:
If what we are going through can indeed be called a war, it is
certainly not a typical one. After all, todays enemy is
shared by all of humankind".(1)
Geef
hen een gemeenschappelijke vijand en zij zullen zich verenigen en,
eenmaal één gemaakt, kunnen wij hen met één enkele beweging
inlijven - aldus een stoute tong.
Derhalve,
zo gaan Schwab en Malleret door, is de coronacrisis het uitgelezen
ogenblik voor het doorvoeren van grote veranderingen, wat trouwens
ook gebeurde ten tijde van de pest, die volgens hen het tijdperk van
de slavernij afsloot. En vervolgens gaan de auteurs aan het spelen
met het schuldbewustzijn van de wereldburgers: we komen terecht op
een punt waarop we keuzes moeten maken, zo stellen zij - hetzij voor
een solidaire wereld met meer gelijkheid, hetzij voor meer
individualisme. En herinneren we ons nu de titel van het artikel van
de Deense politica en WEF-medewerkster Ida Auken in Forbes Magazine
van 10 november 2016, tevens het motto van de voortrekkers van deze
fabel: "Welcome
To 2030: I Own Nothing, Have No Privacy And Life Has Never Been
Better".
(2) Inderdaad: de gruwelijke dystopie van een bezitsloos bestaan
zonder privacy wordt de nieuwste utopie van een club van miljardairs
die niets minder op het oog hebben dan het herstel van hun
wereldmacht.
Uitgerekend
die elite van 1 percent welke 99 percent van de wereld in haar bezit
heeft, belooft ons te zullen zorgen voor meer sociale gelijkheid! Zij
zal dit realiseren met - andermaal uitgerekend - allerlei maatregelen
die neerkomen op de centralisatie van haar macht: meer 'beveiliging',
automatisering, herverdeling en controle, kortom: het vestigen van
een nieuwe wereldorde. Letterlijk: "Many
of us are pondering when things will return to normal. The short
response is: never" - "(...) deep, existential crises also favour
introspection and can harbour the potential for transformation. (...)
[T]he pandemic will accelerate systemic changes that were already
apparent prior to the crisis: the partial retreat from globalization,
the growing decoupling between the US and China, the acceleration of
automation, concerns about heightened surveillance, the growing
appeal of well-being policies, rising nationalism and the subsequent
fear of immigration, the growing power of tech, the necessity for
firms to have an even stronger online presence, among many others.
But it could go beyond a mere acceleration by altering things that
previously seemed unchangeable. It might thus provoke changes that
would have seemed inconceivable before the pandemic struck, such as
new forms of monetary policy like helicopter money (already a given),
the reconsideration/recalibration of some of our social priorities
and an augmented search for the common good as a policy objective,
the notion of fairness acquiring political potency, radical welfare
and taxation measures, and drastic geopolitical realignments. The
broader point is this: the possibilities for change and the resulting
new order are now unlimited and only bound by our imagination, for
better or for worse."
(1)De
vos preekt de passie.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
7 maart 2021)
Verwijzingen:
(1)
Klaus Schwab en Thierry Malleret, Covid-19, The Great Reset,
Introduction (enkele zinsdelen werden door mij in vetjes gezet
J.B.). Voor de tekst online, zie: *COVID-19:
The Great Reset (straight2point.info)
"The great reset" - Aflevering 2: Een eindeloze rij van 'wereldverbeteraars'
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
2: Een eindeloze rij van 'wereldverbeteraars'
"De
weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens" en die
ontbreken ook niet in de manifesten van de talloze
'wereldverbeteraars': Caesar, Gengis Khan, Napoleon, Mao, Stalin,
Hitler, Mussolini, Franco, Kim Jong-Il, Bouterse, Ceaușescu... Stuk
voor stuk waren zij dictators en zij vestigden historische records
met slachtofferaantallen. De wereldverbeteraars waren
wereldveroveraars en waar zij het werkwoord 'overwinnen' in de mond
namen, bedoelden zij in feite 'afslachten' en 'doden'. Hun
belangrijkste prestaties bestonden in het bestelen van de
onderworpenen en in het verleggen van de grenzen van hun rijk - voor
de duur van enkele jaren en tegen de prijs van ontelbare mensenlevens
waar om gejuicht werd als het immers 'vijanden' betrof en daar waar
eigen manschappen het leven lieten, verkregen zij met het status van
het heldendom zogezegd het eeuwig leven.
Gengis
Kahn en Timur Leng vestigden hun roem met ongeziene wreedheden:
piramides van mensenhoofden rezen uit de grond waar zij passeerden
met hun troepen. In 1893 schreef Antonín Leopold Dvořák zijn
negende 'Amerikaanse' symfonie, getiteld: "Uit
de nieuwe wereld"
- maar die nieuwe wereld was in feite een wereld van nooit geziene
gruwel waarvan de fundamenten werden gelegd bij het aanmeren van
Christoffel Columbus in Amerika in 1492: de conquistadores besmetten
het autochtone Indianenvolk met Europese ziektekiemen waartegen zij
niet bestand waren, met als gevolg het quasi uitsterven van de
bevolking van het ganse Amerikaanse continent. Vervolgens werden in
de daarop volgende eeuwen zowat dertien miljoen in Afrika
buitgemaakte slaven met zeilschepen naar de nieuwe wereld
getransporteerd, waarbij zij sinds 1512 door het Vaticaan veroordeeld
werden om aldaar te creperen op de thee- en katoenplantages van
Europese grootgrondbezitters. (1) De 'prestaties' van de katholieke
kerk inzake vooruitgang en beschaving vormen overigens een apart
hoofdstuk van wreedheid en gruwel in de geschiedenis van de mensheid.
(2)
De
Franse Revolutie die in 1789 een einde maakte aan de uitbuiting van
het volk door adel en clerus en die het land teruggaf aan de mensen,
leidde tot de heerschappij van keizer Napoleon Bonaparte, een der
grootste 'hervormers' - men leze: 'massamoordenaars' - aller tijden.
Van Napoleon is bekend dat hij een mysterieus genot puurde uit het
overschouwen van de met gesneuvelden bezaaide slagvelden. Maar als de
gruwel de grenzen van het bevattelijke overschrijdt, slaat zij om in
het tegendeel en zo werden talloze standbeelden en bustes van
Bonaparte opgericht en naar deze keizer van de meedogenloosheid zijn
wereldwijd lanen en pleinen, restaurants, dranken en bonbons genoemd.
In
de periode van 1958 tot 1961 lanceerde Mao Zedong die het
communistische China regeerde, de zogenaamde "grote sprong
voorwaarts" waarmee hij de economische vooruitgang van zijn land
bedoelde, de overgang van het agrarische naar het industriële China,
maar het megalomane communistische manoeuvre betekende de grootste
hongersnood van de twintigste eeuw die aan achtenzeventig miljoen
Chinezen het leven kostte. (3) 'Vadertje' Stalin maakte onder het
eigen door hem gewantrouwde volk waarop hij een heksenjacht opende
("De Grote Zuivering") drieëntwintig miljoen slachtoffers vanuit
zijn marxistisch-leninistische wereldverbeteraars-idealen (4) en zijn
zuiveringspraktijken werden in detail beschreven door
Nobelprijswinnaar voor de Literatuur in 1970, Aleksandr
Isajevitsj Solzjenitsyn, in
diens Goelag
Archipel (verschenen
in 1973-'75) (5). De grootheidswaanzinnige Adolf Hitler plande vanuit
een krankzinnige rassenleer en met het oog op een historische
verbetering van de mensheid een blank Arisch superras dat de wereld
zou overheersen terwijl de 'rotte appels' werden uitgeroeid: de
'superieuren' vermoordden vele miljoenen onschuldigen in
concentratiekampen. (6)
Met
de morele steun van de kerk slachtte Mussolini in 1936 met gifgas
honderdduizenden onschuldige Ethiopische burgers af in de zogenaamde
'laatste kruistocht'. (7) In het door hem gesteunde Spanje liet
dictator Francisco Franco zich in 1953 na een overeenkomst met de
Katholieke Kerk waarbij het katholicisme tot staatsgodsdienst werd
gemaakt, "leider
van Spanje bij de Gratie Gods"
noemen. Zijn gruwelijk fascistisch bewind kostte aan 400.000 mensen
het leven. (8) Ook Ceaușescu achtte zich een groot weldoener, hij
maakte met zijn Securitate van Roemenië een historische hel waarvan
dertig jaar na zijn dood de zware trauma's nog volop levend zijn.
En
dan hebben we het nog niet gehad over het 'beschavingswerk' van de
grote staatsman Leopold II van België in Congo en dat van alle
kolonisatoren in alle werelddelen. Het moet gezegd worden dat het
westen zijn rijkdom heeft gehaald uit het ontginnen van de
bodemschatten én van de mensen uit de rest van de wereld en één
van de koplopers, zo niet de absolute top in die histories was The
British Empire, een rijk waarin de zon nooit onderging. De kroon van
de Engelse koningin zou, indien zij niet werd ondersteund, haar nek
breken van het gewicht van de edelstenen welke in de loop der eeuwen
buitgemaakt werden in de door de Britten 'ontgonnen' armere delen van
de wereld, al moet hieraan worden toegevoegd dat niet zozeer het volk
doch de indertijd door Shakespeare en vandaag door de roddelpers
beschreven dynastie hiervoor de verantwoordelijkheid draagt.
Uitgerekend
deze superrijken van de aarde zetten vandaag het plan op touw om de
voltallige mensheid in een mum van tijd (de duur van de zogenaamde
coronapandemie) te beroven van alle persoonlijke bezittingen én hen
die alsnog over een ziel beschikken, ook daarvan te ontdoen middels
de afschaffing van de privacy. Uiteraard maken zij een uitzondering
voor zichzelf, of kan een wereldleider dan rondrijden met een Toyota
Corolla?
âThe great resetâ: over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed - Aflevering 1: Nikolaj Stawrogin, Andrej Mysjkin en het Vierde Rijk
"The
great reset": over schatrijke megalomane barbaren en hun speelgoed
Aflevering
1: Nikolaj Stawrogin, Andrej Mysjkin en het Vierde Rijk
The
Purloined Letter uit 1844 van Edgar Allan Poe (1) toont op een
nimmer geëvenaarde wijze hoe de beste plaats om een misdaad te
verbergen de openbaarheid is: niemand zal het in zijn hoofd halen om
wat tot elke prijs verborgen hoort te zijn, te gaan zoeken in het
volle licht. Onder de titel Covid-19. The Great Reset (2)publiceerde op 9 juli 2020 met de assistentie van de neoliberale
econoom Thierry Malleret, de stichter van het Wereld Economisch Forum
(WEF), Klaus Schwab, zijn plan uit 1971 voor een complete omvorming
van niet alleen de economie maar van het hele mensdom. Een omvorming
van het mensdom tot wat?
Het
gaat om een plan dat niet toevallig in de beginfase van de
coronapandemie (in juni 2020) op tafel werd gelegd en wel door
niemand minder dan Zijne
Koninklijke Hoogheid de Prins van Wales. Deze prins van wat nog rest
van The
British Empire, dat hem kennelijk achterliet met nostalgie, deed dat
samen met de stichter van het WEF, Klaus Schwab, die het ontwerp al
sinds 1971 in de koelkast had liggen en die ter gelegenheid van de
pandemie het ogenblik aangebroken achtte om het ten uitvoer te
brengen. Schwab stichtte in 1971 namelijk het WEF (toen nog het
Europees Management Forum genoemd) met de bedoeling... de wereld
te verbeteren!
"Der
Weltverbesserer" is de titel van het luttele jaren later (in 1979)
gepubliceerde toneelstuk van Thomas Bernhard over een
wereldverbeteraar. Maar zo diepzinnig en pessimistisch als Bernards
hoofdfiguur is, zo ondoordacht en luchthartig is het plan van prins
Charles en zijn entourage van wereldverbeteraars: een utopie die door
de Deense politica en WEF-medewerkster Ida Auken in Forbes Magazine
van 10 november 2016 gekenschetst werd onder de verbijsterende titel
die ook het motto is van de voortrekkers van deze fabel: "Welcome
To 2030: I Own Nothing, Have No Privacy And Life Has Never Been
Better". (3) De gruwelijke distopie van een bezitsloos bestaan
zonder privacy wordt de nieuwste utopie van de huidige machthebbers!
Deze
gemene streek wordt inderdaad verborgen in het volle licht: het plan
om alle mensen, zoveel als er op de aardbol leven, te beroven van hun
bezit én van zichzelf, want dat is de betekenis van het ontzeggen
van een mens van zijn privacy: wie geen geheimen meer heeft, bestaat
niet langer omdat hij zich niet meer van anderen onderscheidt; hij is
datgene kwijt wat hem uniek maakt en hij wordt gelijk aan ieder
ander. Door de roof van de privacy wordt de bonte mensheid
gereduceerd tot een leger van allemaal eendere, slaafse robots. En
uiteraard volgt daar dan onvermijdelijk uit dat voortaan niemand nog
onvervangbaar zal zijn. De waarde van een mens wordt herleid tot zijn
economisch nut; de mens wordt een voorwerp. Hij is zonder bezit en
kopen doet hij derhalve niet meer: hij is daarentegen zelf koopwaar
geworden. En omdat hij vervangbaar is door principieel ieder ander,
kan hij ook probleemloos worden 'uitgeschakeld' van zodra hij niet
langer nuttig is. Wanneer hij aanklopt bij de overheid om zich erover
te beklagen dat hij als louter koopwaar wordt behandeld, zal zij hem
antwoorden: "Excuseer, mijnheer, maar u bestaat niet meer."
Erger
nog dan de misdaden begaan in de concentratiekampen, aldus overlever
van de nazikampen Primo Lévi, is de onverschilligheid. De grote
Russische schrijver Fjodor Michailowitsj Dostojewskij (1821-1881)
verpersoonlijkte die onverschilligheid in de figuur van Nikolaj
Stawrogin in zijn roman Demonen. Stawrogin ervaart het doen
van kwaad als een verrukking; hij beseft zijn laagheid en hij geniet
ervan; hij leeft in een angstwekkende oppervlakkigheid. Maar met de
onverschilligheid van Stawrogin schildert Dostojewskij deze van de
ganse negentiende-eeuwse Russische intelligentsia én de westerse
cultuur: het is een ontworteling, een verlies van de banden met het
levende leven, dat goddeloosheid en gewetenloosheid meebrengt: "Wie
geen grond onder de voeten heeft, bezit ook geen God", zo zegt
Andrej Mysjkin in De idioot en Dostojevski laat zien hoe het
verloren gaan van de religieuze dimensie, de diepte onttrekt aan het
bestaan zelf, waardoor alles losser wordt, wat volgens hem de oorzaak
is van het toenemend aantal zelfmoorden in het toenmalige Rusland en
in de hele westerse civilisatie: "De mensen verliezen niet alleen
de band met de aarde, maar evenzeer de band met elkaar. De levende
communicatie tussen de mensen onderling heeft aan diepte verloren. Er
voltrekt zich een soort desintegratie, een versplintering van de
waarachtige samen-leving tot ontelbare geïsoleerde levens."
(4)
Uitgerekend
deze door Dostojewskij raak beschreven hel wordt met een
satanisch enthousiasme nagestreefd door de samenzweerders tegen de
huidige mensheid die zich verenigen in het WEF en die elitaire
samenkomsten houden in Davos en op nog andere geheim gehouden
plaatsen. Zij amuseren zich met het treffen van beslissingen over het
leven van ontelbare anderen en op die wijze trachten zij in hun zieke
geestestoestand aan zichzelf de illusie te verkopen dat zij inderdaad
zelf geen mensen zijn doch goden. Zij zijn hoe dan ook miljardairs en
derhalve hogepriesters in de eredienst aan de Mammon. En zo duur en
hoogdravend als zij hun plannen laten uitschijnen, zo arrogant,
oppervlakkig, megalomaan, laaghartig en misdadig zijn ze. Zij hebben
de mond vol over een vierde industriële revolutie en over
transhumanisme maar een overzicht van de inhoud van hun pamflet
verraadt een culturele barbarij die deze van het Derde Rijk naar de
kroon steekt en met in het verschiet een totalitarisme dat de tijd
van Goelags en van concentratiekampen in zijn schaduw stelt.
De wet van de geringste weerstand: op naar de domesticatie van het virus?
De
wet van de geringste weerstand: op naar de domesticatie van het
virus?
Het
tijdperk van de wetenschappen, zoals het zichzelf toch noemt, heeft
medicijnen en medicijnmannen voortgebracht maar helaas ook veel meer
vergiften en kwalen dan dezen ooit zullen kunnen genezen en
neutraliseren. Wanneer de technologie uitbreidt, zijn maffioso de
eersten om daar gebruik van te maken terwijl het politieapparaat
steeds weer kampt met een tekort aan middelen. En kennelijk volgen
deze en nog ontelbare andere culturele evoluties alleen maar de
natuur der dingen: straffere insecticiden maken insecten resistenter
en verdelgen de producenten. Vandaag blijkt een verstrenging van de
coronamaatregelen telkenmale uit te draaien op het ontstaan van
mutaties die nog dodelijker en besmettelijker zijn. De criminelen
zijn sluwer dan de criminologen, de ziekten overwinnen de
medicamenten en alsnog blijken de hedendaagse wetenschap en
technologie het onderspit te moeten delven in de strijd tegen het
onooglijke virus. De tegendoelmatigheid uit de tragedies der Hellenen
zit ingebakken in natuur en in cultuur, in het vlees en in de ziel,
in de genen en de memen. (1)
Plagen
van zeer uiteenlopende aard teisteren de wereld: plagen met
betrekking tot de gezondheid van het lichaam maar ook plagen die te
maken hebben met de toestand van de ziel. De laatst genoemde euvels
uiten zich in een zelden geziene toename van de meedogenloosheid, van
de verharding en van de volstrekte onverschilligheid jegens het lot
van armen, vluchtelingen en vervolgden. Alvast is het een feit dat de
erbarmelijke fysieke conditie van de inzittenden van de derde en de
vierde wereld mede wordt in de hand gewerkt door de erbarmelijke
geestelijke of morele instelling van de welvarenden.
Een
groot deel van de menselijke ellende halen mensen zichzelf en anderen
op de hals, een ander deel komt als uit het niets te voorschijn en
wordt toegeschreven aan toeval ofwel aan zondebokken. In dat laatste
geval bestaat de strategie erin zichzelf te bevoorraden met hoop en
met de illusie van toekomstige beterschap door aan het kwaad een of
meer daders toe te schrijven die men dan kan straffen ofwel
'vernietigen', zoals men in het nazitijdperk deed met zowat het ganse
joodse volk.
Maar
men kan het kwaad ook doen verdwijnen door het helemaal te
depersonaliseren en ook te de-objectiveren en dan te beschouwen als
een structureel onafwendbare eigenschap van zekere natuurlijke
gebeurtenissen. In de natuur geldt namelijk het recht van de
sterkste, waarbij een gevecht op leven en dood erover beslist wie de
sterkste dan wel mag zijn en het kwaad is dan de dood verpersoonlijkt
in de vijand die echter nooit zijn eigen vijand is en altijd de
vijand voor de ander, wat wil zeggen dat in en krachtens de natuur,
de ene het kwaad is voor de andere, waardoor het uiteraard verdwijnt
als 'kwaad op zich'.
Zo
noemen wij het virus een kwaad omdat het onze natuurlijke vijand is
zoals wij dat in zekere zin ook voor het virus zijn. Maar opgemerkt
moet worden dat het virus ons te beurt valt omdat het een goed in ons ziet,
namelijk een goed voor zichzelf: het virus heeft onze lichaamscellen
nodig om zich voort te planten. De mens is een goed voor het virus
want hij is een prooi maar hij is ook een vijand voor het virus waar
hij in staat is om het virus te verdelgen. In feite zouden virus en
mens het op een akkoordje moeten kunnen gooien: zij konden dan
misschien een samenwerkingsverband sluiten waarmee zij beiden hun
voordeel konden doen.
Wanneer
het virus merkt dat mensen strengere maatregelen gaan hanteren om
besmettingen tegen te gaan, wordt het agressiever. Wij weten niet hoe
het virus dit weet, hoe het dit weten verwerkt en hoe het komt dat
het dan zo doeltreffend reageert maar de zaak is dat het virus dit
wonderwel blijkt te kunnen doen. Maar als het virus in staat is om te
reageren op een negatieve houding van de mens, waarom zou het dan
niet in staat zijn om te reageren op een positieve menselijke
houding, een toenadering als het ware? Stel dat wij het het virus wat
makkelijker zouden maken om zich voort te planten: zou het virus deze
hulp dan niet evenzeer kunnen appreciëren als het in staat is om
onze vijandschap afkeurend te beantwoorden? Denk maar aan de wolf die
tam wordt van zodra wij hem toestaan om mee uit onze trog te komen
eten: hij valt ons niet alleen niet langer aan maar wordt bovendien
een goede bondgenoot, een hond.
Hoe
dan ook is het virus een levend wezen en derhalve zijn zowel
zelfbehoud als soortbehoud dan werkzaam, samen met nog een aantal
andere wetten zonder welke het leven niet kan gedijen, zoals de wet
van de geringste weerstand - een beetje vergelijkbaar met het
scheermes van Occam dat werkzaam is in de wetenschappelijke sfeer.
Die wet betekent dat het virus zich evenmin als elk ander levend
wezen zal forceren als dat niet noodzakelijk is om voort te bestaan.
We herinneren ons bijvoorbeeld dat het virus pas op de mens is
overgesprongen op het ogenblik dat het schubbendier, waarin het zich
aanvankelijk had genesteld, met uitsterven bedreigd werd omdat het
door de mens wordt aangewend als voedselbron. Evenals het virus dat
aids veroorzaakt en dat afkomstig blijkt van apen, zou ook dit virus
wellicht in zijn oorspronkelijk nest gebleven zijn als dit niet werd
bedreigd.
Over
de nesteling van virussen kan overigens nog een en ander worden
gezegd. Duidelijk is alvast dat het virus niet bekwaam is om zichzelf
voort te planten zonder de hulp van een gastheer van wiens
voortplantingsorganen binnenin de lichaamscellen het gebruikmaakt. Zo
was de soort 'schubbendier' het oorspronkelijke nest voor het virus -
of alvast een van de vorige nesten - terwijl het momenteel ook op
de mensensoort is overgegaan die nu als virusnest dienst doet. In
feite heeft de mens tot zijn eigen nadeel het virus uit zijn
aanvankelijk nest verdreven door op schubbendieren te gaan jagen en
ze met uitroeiing te bedreigen.
Eenmaal
bij de mens terechtgekomen, kiest het virus om te overleven ook de
zwakste groepen onder de mensen uit: mensen die oud zijn, ziek en
ondervoed en dat is opnieuw een gedrag in overeenstemming met de wet
van de geringste weerstand. Pas van zodra die groep van zwakkeren
'opgebruikt' zijn of dus overleden, wordt het virus agressiever en
springt het op minder zwakke groepen over, wat in dit geval betekent
dat ook jongere mensen met het virus worden besmet. Het virus had met
andere woorden nooit een tandje hoeven bij te steken indien zulks
niet noodzakelijk was voor de eigen overleving.
Maar
wellicht geldt ook het omgekeerde en wordt het virus lui van zodra
die het wat makkelijker krijgt om te overleven. Er is alvast een
wereld denkbaar waarin biologen strategieën uitwerken die op grond
van deze simpele wetten het gedrag van virussen dermate manipuleren
dat wij er niet langer last van hebben, zoals er ook een wereld
feitelijk is waarin landbouwers irrigatiesystemen bouwen om het water
te kanaliseren en moerassen om te vormen tot vruchtbare akkers, wilde
gewassen veredelen tot nieuwe voedselbronnen en de noodlottige
verspilling van beperkte grondstoffenvoorraden ombuigen door methoden
van recyclage en het aanboren van hernieuwbare energiebronnen. In de
wetenschap dat nood dwingt, zou een dictator zijn virologen allang
het vuur aan de schenen hebben gelegd. En in de wetenschap dat deze
wet - 'nood dwingt' - alleen maar een andere gedaante is van de wet
van de geringste weerstand, zal in een democratische wereld kennelijk
eerst het voltallige mensdom met uitroeiing moeten worden bedreigd
vooraleer de hoop gerechtvaardigd is dat een oplossing uit de bus kan
komen.
Achteruitgang in de opmars - Intermezzo: Een prikje voor Van Togenbirger?
Achteruitgang
in de opmars
Intermezzo:
Een
prikje voor Van Togenbirger?
-
Omsk Van Togenbirger! Wat lang geleden! U hier tegen het lijf te
lopen en zo vroeg nog op de dag! Prikje halen?
OVT:
Hoe zegt u? En ook een goedemorgen...
Bent u op weg
naar het vaccinatiecentrum?
OVT:
Ik ben nog niet suïcidaal! Maar komt u daar dan vandaan?
Ik
kreeg nog geen uitnodiging...
OVT:
Iedereen doet natuurlijk wat hij wil... Voorlopig toch...
Op
uw leeftijd kunt u toch niet het risico lopen corona te krijgen?
OVT:
Precies daarom!
Dit
ontgaat mij...
OVT:
Volgt u het nieuws dan niet?
Toch
wel... het officiële nieuws natuurlijk.
OVT:
Jaja, de paus heeft gezegd...
Verklaar
u nader!
OVT:
Tweeëntwintig doden in een zorgcentrum in Amersfoort kort na de
vaccinatie!
Zie
je wel: u leest berichten die geboekstaafd staan als nepnieuws!
OVT:
Zeker niet, mijn beste: dit staat in het Algemeen
Dagblad
van 22 februari (1), alleen vermeldt men in dit 'officiële'
nieuwsbericht niet dat de slachtoffers net hun prikje hadden
gekregen!
Dat
is dan toeval...
OVT:
Nog een officieel bericht: Het
Belang van Limburg van
19 februari meldt dat vierendertig overlijdens werden vastgesteld na
toediening van het coronavaccin. En men voegt eraan toe dat er geen
verband is! (2) Onder meer een vrouw van drieëntachtig overleed drie
weken na de toediening van het vaccin, zo kan men lezen in dezelfde
krant. (3) Het NOS-nieuws
bericht hetzelfde over een negentiger. (4) Het
Laatste Nieuws,
een volstrekt onverdachte bron, meldt hetzelfde. (5) Het
Nieuwsblad,
andermaal officieel nieuws, maakt melding van een identiek tafereel
en alweer met toevoeging van de uitleg dat er geen verband werd
vastgesteld. NU
maakt gewag van vijfendertig ouderen die stierven na de vaccinatie.(6)En
wat bericht Het
Nieuwsblad
van 23 februari? Doodsoorzaak
Rachel (99) aangeduid als Covid-19 ondanks negatieve test én
vaccin! (7) Volgens Het
Nieuwsblad van 17 januari waren er overigens
al waarschuwingen vanuit Noorwegen na negenentwintig overlijdens bij
gevaccineerde bejaarden aldaar (8) en een paar dagen later zijn dat
er volgens het VRT-nieuws
al drieëndertig. (9) Er werden trouwens al verschillende meldingen
gemaakt van verdachte overlijdens na vaccinatie in december vorig
jaar (10) en er zijn nog meer dergelijke berichten. (11) En herinner
je je nog het bericht over die proefapen? Niet één heeft de
vaccinaties het overleefd! (12)
Toeval...
OVT:
Maar men ontkent
niet dat er een verband is tussen de overlijdens en de vaccinatie:
men zegt dat er geen verband werd aangetoond.
We weten zelfs niet of er uberhaupt
een onderzoek
gevoerd werd naar het verband. Ziet u het, mijn beste? A1s men
cijfers voorlegt inzake de werking
van het vaccin, dan volstaan die cijfers maar in geval van
overlijdens
wil men het verband bewezen
zien.
Volgens
mij ziet u het allemaal veel te zwart en uit de context gelicht. En
ongelukkig genoeg is er ook altijd heel veel toeval in het spel.
OVT:
Ongetwijfeld! En is het ook geen toeval dat alcoholici en
kettingrokers het mondmasker achterwege mogen laten terwijl
uitgerekend de consumptie van tabak en alcohol aanzienlijk meer
slachtoffers maakt dan corona?
Men
mag niet discrimineren...
OVT:
Zijn het naar de mond brengen van tabak en alcohol dan essentiële
verplaatsingen? Begrijpt u wat ik wil zeggen? Hoe kan men vertrouwen
hebben in een regering die het overtreden van coronaregels zo zwaar
sanctioneert terwijl zij gedragingen die een veel grotere sterfte tot
gevolg hebben nog aanmoedigt? En wie gelooft nog in die vaccins als
de ziekte zelf al één en al mist is?
Onderzoek
bij veertigduizend proefpersonen heeft uitgewezen...
OVT:
Dat de vaccins niet werken! (13)
Onderzoek
heeft uitgewezen...
OVT:
Dat door de overheid via de apotheken verspreide mondmaskers giftig
zijn en longontsteking kunnen veroorzaken! (14)
Foutjes
gebeuren overal...
OVT:
Foutjes, zegt u? Volgens een officiële krant werden die maskers
geleverd door een bedrijf dat gerund wordt door een voormalige
voetbalmakelaar en een ex-restauranthouder en met geld van een
Jordaanse miljonair met een adres op Malta, een holding op de
Kaaimaneilanden en een firma die filmprojecten financiert in de VS.
Is
dat zo?
OVT:
Vraag raad aan je apotheker! Het staat letterlijk in De
Morgen.
Op de koop toe had het Ministerie van Volksgezondheid een positief
advies gegeven over de levering. En wat er nog aan ontbrak: er loopt
een onderzoek naar fraude bij de aankoop door de overheid; het gaat
om een som van veertig miljoen euro en daar kan toch al een percentje
van af, nietwaar? (14) Een fijne dag nog!
Achteruitgang in de opmars Deel 5: De democratie als totalitaire staat
Achteruitgang
in de opmars
Deel
5: De democratie als totalitaire staat
Van
1964 is het geleden dat One-Dimensional Man
verscheen van de hand van Herbert Marcuse: een kritiek op het
consumentendom die in geen tijd onze ogen opende voor het feit dat
niet alleen de Sovjets maar evenzeer de westerse democratieën
totalitaire regimes zijn, alleenheerschappijen onder de dictatuur van
het geld. Een
fragment uit de conclusie van De
eendimensionale mens over
het ware gelaat van onze tijd:
"The
real face of our time shows in Samuel Beckett's novels; its real
history is written in Rolf Hochhuth's play Der
Stellvertreter. It is no longer imagination which
speaks here, but Reason, in a reality which justifies everything and
absolves everything--except the sin against its spirit. Imagination
is abdicating to this reality, which is catching up with and
overtaking imagination. Auschwitz continues to haunt, not the memory
but the accomplishments of man--the space flights; the rockets and
missiles; the "labyrinthine basement under the Snack Bar";
too pretty electronic plants, clean, hygienic and with flower beds;
the poison gas which is not really harmful to people; the secrecy in
which we all participate. This is the setting in which the great
human achievements of science, medicine, technology take place; the
efforts to save and ameliorate life are the sole promise in the
disaster." (1)
Valse
behoeften worden gecreëerd en via massamedia aangeprezen, zo
schrijft Marcuse: het geluk is te koop, met geld uiteraard en dus
middels (slaven)arbeid. Overproductie en overconsumptie aangezwengeld
door een technologische rationaliteit laat een spoor na van eindeloze
vervuiling, roofbouw op de natuurlijke grondstoffen,
beschavingsziekten en slechts de illusie
van vooruitgang en vrijheid.
De
verdwijning van het kritisch vermogen van de mens maakt Marcuse's
werk over de ideologie van de industriële maatschappij vandaag
actueler is dan ooit.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
23 februari 2021)
Verwijzingen:
(1)
Herbert Marcuse, One-Dimensional
Man. Studies
in the Ideology of Advanced Industrial Society, Boston,
Beacon, 1964, Hoofdstuk 10 (Conclusie), paragraaf 2. Voor de
oorspronkelijke tekst, zie:
Een
Nederlandse vertaling van De
eendimensionale mens
van Herbert Marcuse staat als PDF op het internet op het onderstaande
adres. (De conclusie van het werk kan men lezen vanaf pagina 310):
Achteruitgang in de opmars - Deel 4: Daarom wordt de wereld de mond gesnoerd
Achteruitgang
in de opmars
Deel
4: Daarom wordt de wereld de mond gesnoerd
De
redelijkheid dankt haar waarheidswaarde aan de openbaarheid omdat zij
resulteert uit een soort van rechtspraak waarvan de jury bestaat uit
principieel alle mensen. Redelijk spreken is spreken alsof het
gebeurde voor het publiek van alle mensen en het is daarom
onverschrokken spreken of spreken in volledige vrijheid. Men kan zich
immers niet beter beveiligen voor de leugen en derhalve ook niet voor
de misdaad dan onder de ogen van de ganse mensengemeenschap. En
uiteraard geldt ook het tegendeel: de leugen en de misdaad krijgen
pas vrij spel bij afwezigheid van getuigen.
Het
creëren van een speelterrein zonder getuigen is bijzonder lastig
maar veeleer ondenkbaar dan ondoenbaar zoals Aleksandr
Solzjenitsyn dat aantoont in De
arrestatie,
het eerste van de volstrekt onverzonnen verhalen in De
Goelag Archipel.
(1) De manier waarop men in koelen bloede te werk gaat met
gesofistikeerde listen om zelfs op klaarlichte dag onschuldige mensen
definitief van hun vrijheid te beroven, overtreft de stoutste
fantasie.
Zijn
er alsnog getuigen van leugens of van andere misdaden, dan kunnen die
onschadelijk worden gemaakt met geld: met een som geld kan men een
ander om het leven laten brengen of ervoor zorgen dat hij de waarheid
achterhoudt en in dat laatste geval spreekt men van zwijggeld: wie
zwijggeld krijgen, worden betaald om de waarheid in zichzelf gevangen
te houden.
Het
in zichzelf gevangen houden van de waarheid lijkt heel makkelijk maar
kan nooit een sinecure zijn omdat de waarheid zo gesteld is op haar
vrijheid. De waarheid bevrijdt maar zij wil zelf ook vrij zijn en dat
blijkt uit het feit dat zij zich altijd ongedurig wil verklappen, dat
zij de dood niet vreest en dat zij zich uiteindelijk voor geen geld
ter wereld zal laten kooien en om die reden is zwijggeld dan ook bij
voorbaat veroordeeld om te falen: wie een ontdekking doen, ontdekken
per definitie waarheid en zij kunnen die nimmer voor zichzelf houden
zoals zelfs uitvinders van atoomwapens getuigen; wie de waarheid
kennen, blijken in staat die te verdedigen tegen een massa van
onwetenden, tegen pausen en andere potentaten, zoals Giordano Bruno
getuigde en vele andere martelaren; wie de waarheid bezitten, worden
op hun beurt door de waarheid bezeten, zij worden haar instrument,
zij blijken wonderwel in staat haar te verdedigen en zij vrezen noch
gevangenschap, noch verbanning, noch veroordeling, noch dood omdat de
waarheid nu eenmaal sterker is. En wie de waarheid in zich gevangen
houden, zijn om die reden op hun beurt de gevangenen van de eigen
leugens.
Derhalve
kunnen alleen wie de fout begaan om te geloven in de leugen, tevens
de vergissing maken om anderen het zwijgen op te leggen. Met andere
woorden kan men zonder de geringste twijfel oordelen over wie anderen
het zwijgen trachten op te leggen, dat zij zelf liegen en
samenzweren. Wie ervoor pleiten om aan anderen - en in de praktijk
zijn dat vaak de tegenstanders van de eerstgenoemde pleiters - de
toegang tot de media te ontzeggen, houden niet alleen de waarheid in
zichzelf gevangen maar zijn op hun beurt de gevangenen van de leugen.
Omdat
de waarheid zo gesteld is op haar vrijheid - zij wil immers leven in
de openbaarheid - is zwijggeld ontoereikend om haar te onttrekken aan
het licht: wie de waarheid achter willen houden, zullen zich daarom
genoodzaakt zien om al degenen die de waarheid in zich gevangen
houden, zelf aan de openbaarheid te onttrekken. Men kan met andere
woorden de waarheid pas achter slot en grendel steken als men eerst
hen die haar bezitten en die op hun beurt door haar bezeten worden,
gevangen houdt. Ofwel als men allen die de waarheid kennen, de
toegang tot de openbaarheid kan verhinderen.
Over
lieden die verklaren dat niet iedereen het recht heeft om te spreken
en dat het derhalve gerechtvaardigd is om aan sommigen het
spreekrecht te ontzeggen door hen de toegang te ontnemen tot de
kanalen die het spreken van de waarheid in de openbaarheid mogelijk
maken, kan men wegens de hoger genoemde redenen zonder twijfel
oordelen dat zij liegen.
Maar in feite weten
zij ook dat zij liegen omdat zij zoals iedereen beschikken over het
nog niet verklaarde doch wezenlijke en bijzondere vermogen om wat
waar en onwaar is te onderscheiden zoals iedereen ook goed en kwaad
kan onderscheiden. Immers, zou iemand niet beschikken over dit
vermogen, dan kon hij ook niet weten of hij wakker was of droomde en
dan verging de wereld in de dichte mist die ons ook het zicht
ontnemen zal wanneer wij ten slotte stranden in het rijk van Hades.
Achteruitgang in de opmars - Deel 3: Het tijdperk der Verduistering
Achteruitgang
in de opmars
Deel
3: Het tijdperk der Verduistering
Het
geloof in de Rede, die de goddelijke kennis zou brengen en aldus, met
het tijdperk van de wetenschappen, de macht over de natuur en de
godengelijkheid, liet de mensheid niet alleen achter met een enorme
teleurstelling maar tevens met de catastrofe van haar tegendeel: de
wanorde van een volstrekte irrationaliteit, het onrecht van het
totalitarisme, de waanzin van het fascisme, het antisemitisme en de
massamoord als industrie in de schande van de holocaust die nimmer
door de rede te bevatten is. Andermaal de tragedie van de
contraproductiviteit.
De
Verlichting of het gebruik van het verstand, de rede, de
rationaliteit, was er als een reactie op de (al dan niet vermeende)
duisternis van het mythische denken. Vooreerst leek het erop dat de
(Helleense) filosofie het mythische denken oversteeg waarin de
tegendoelmatigheid de mens als een vloek boven het hoofd hangt en in
het westen volgde het tijdperk der moderne wetenschappen als een
reactie op de alleenheerschappij van het middeleeuwse geloof in een
werkelijkheid van schuld en boete. Maar het ontbrak een al te
voortvarende rationaliteit alras aan zelfkritiek en de rede sloeg om
in haar tegendeel, zoals bij uitstek in de irrationaliteit van het
nazisme in de jaren dertig en in de periode van de tweede
wereldoorlog.
De
waanzin en de misdaad van de uitroeiingskampen zijn een rechtstreeks
gevolg van een logica die zijn bronnen vindt in de verabsolutering
van de rede. In de zogenaamd wetenschappelijke kijk op de
maatschappij en in de betrachting om de samenleving op basis van
historische, sociologische, economische en medische inzichten
gestalte te geven, hebben zich de rassenleer en de
volksgezondheidsidealen ontwikkeld met de eugenetica voorop, het plan
voor de veredeling van het mensenras door 'selectie' zoals dat ook al
geschiedde in de teelt van planten en van vee: de vervolmaking van
alvast een zeker ras van de mensensoort tot heldenvolk en misschien
wel tot goden mocht niet achterop blijven.
Voor
deze historische, gigantische en catastrofale ontsporing van de rede
zijn geen woorden: zij bracht de wereld in een tijdperk van
duisternis en was de aanleiding tot het ontstaan van een denkrichting
die ging speuren naar de oorzaken van het falen van de Verlichting en
van haar omslag naar de nieuwe barbarij en die denkrichting heette
Frankfurter
Schule (FS).
De maatschappijkritische teksten van haar leden bleken visionair en
zij kwamen pas goed tot leven in de beweging van 1968.
Wanneer bij de
ingang van het coronatijdperk de angst toeslaat, zoekt men met
hardnekkigheid zijn soelaas opnieuw maar andermaal vergeefs in de
rationaliteit en zijn de geschriften van de FS
actueler dan ooit. De vloek van de tegendoelmatigheid uit de
mythologie valt ook met de Rede niet te bezweren - integendeel.
In
1944 stencilden Max Horkheimer en Theodor Adorno een vijftal
filosofische verhandelingen onder de titel Dialektik
der Aufklärung
(1) waarmee zij poogden om de opkomst van de barbarij van de
totalitaire staat te verklaren met het oog op het aanpakken van de
wantoestanden. In twee woorden: in de Verlichting poogt de mens
middels een instrumentele Rede de natuur te beheersen maar dit mondt
uit in onverschilligheid jegens alles wat te maken heeft met
zingeving en met menselijkheid. De mens en zijn cultuur zijn niet
langer doel op zich maar zij verworden tot louter gebruiksgoederen:
alles komt in functie te staan van een blinde economie. En zo leidt
uitgerekend de verabsolutering van de Rede tot de volstrekte
redeloosheid van uiteindelijk het fascisme en de nieuwe barbarij.
Een
medestichter van de FS
was Herbert Marcuse wiens werk One-dimensional
Man
het cultboek werd in de studentenbeweging van 1968: een protest tegen
het afstompende consumentisme, tegen onderdrukking, manipulatie en
indoctrinatie van de massa. Hij lanceerde het begrip 'repressieve
tolerantie' waarvan de werking bijzonder actueel is: het gaat om de
repressie van de feiten middels het afleiden van de aandacht naar
irrelevant nieuws. Het betekent van langs om meer dat verzet geduld
wordt met de bedoeling het te neutraliseren.
Andere
leden van de FS
waren Erich Fromm en Walter Benjamin. In Die
Furcht vor der Freiheit (1941)
verklaart Fromm waarom mensen buigen voor dictaturen: geëmancipeerd
van de menigte zijn individuen nog steeds onvrij omdat zij niet in
staat zijn zichzelf te realiseren; zij vluchten in een autoritair
karakter, in destructiviteit en in conformisme om niet vrij te hoeven
zijn. De cultuurcriticus Walter Benjamin zelfmoordde zich toen hij in
een concentratiekamp dreigde terecht te komen.
Het
bekendste lid van de jongere FS
is Jürgen Habermas met zijn theorie over de openbaarheid: de
vrijheid van elke burger om zich tot een publiek te verzamelen,
bijvoorbeeld via de media, waar zaken van algemeen belang kunnen
besproken worden, wat dan 'politieke openbaarheid' heet. Opnieuw zeer
actueel, gezien de open debatcultuur in de verdringing komt nu zekere
belangengroepen zich het monopolie op het spreekrecht hebben
toegeëigend en gevestigde academici vanuit een vrees voor
machtsverlies ingevolge de instorting van door hen opgehangen
façades, beginnen te tornen aan het recht op de vrije meningsuiting (van hun tegenstanders).
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
20 februari 2021)
Verwijzingen:
(1)
De tekst verscheen in 1947 in drukvorm.
18-02-2021
Achteruitgang in de opmars - Deel 2: De nieuwe pikorde: de mens voortaan onderaan
-
Achteruitgang
in de opmars
Deel
2: De nieuwe pikorde: de mens voortaan onderaan
De
met de mond, lippen, tong, stembanden, gelaatsuitdrukkingen en
lichaamstaal, persoonlijke en intiem gesproken woorden tussen mensen
onderling bestaan niet meer: voortaan dient de menselijke
communicatieve rijkdom te worden geperst in het enge, vernietigende
keurslijf van een klavier met enkele tientallen toetsen, principieel
voor iedereen zichtbaar, ontdaan van alle persoonlijke trekken zoals
ook het gelaat dat nog slechts een masker is, een robot, een dood
ding, weldra ook een dodelijk wapen want gezichtsherkenning is een
technologie die bijna bijna (sic!) op punt staat.
Ooit
kregen mensen een naam om aanspreekbaar te zijn en vooral ook als
teken van erkenning;
vandaag is de naam nog louter een teken voor herkenning,
een kenteken, de ketting die een lichaam verbindt met het
rechtssysteem, met het bankwezen, met het politieke apparaat, met de
Moloch die roept aan de binnenkant van het oor: "Individu 638722B3,
u hebt nog 1460 euro schulden af te lossen voor het einde van de
maand, zo niet moeten wij helaas een beroep doen op de deurwaarder en
zullen wij ons genoodzaakt zien om de zorg over uw kroost aan derden
over te dragen!" De Moloch, tussen haakjes, was en
is
een godheid die kinderoffers opeist op straffe van nog groter onheil.
Eerst heette hij Moloch, later Baäl en nog later Jahweh: hij is de
transcendente gezagsbron middels welke slaven kort worden gehouden
voor hun exploitatie, zodat zij tegen zichzelf geweld gaan plegen,
hun eigen onvrijheid gaan nastreven en aan hem hun kinderen offeren.
(1)
Van
mensen wordt vandaag als vanzelfsprekend verwacht dat zij zich
bijscholen en meer bepaald inzake het gebruik van de computer met het
oog op het zich inwerken in de virtuele wereld. Voor de slechte
verstaander lezen wij tevens dat zij dit ook moeten doen omdat men
wil dat zij verdreven worden uit de echte wereld. Door de perverse
inversie van de tijd zijn het nu de ouderen die bij de jongeren in de
leer moeten voor lessen die ons een tweede perversie door de strot
rammen: aan mensen moet de taal van de machine worden bijgebracht
want vandaag is zijn instrumentarium meester over de mens: de mens
moet zich aanpassen aan zijn werktuig, het schip heeft het roer
overgenomen van de kapitein.
De
vingers worden herleid tot stokken die alleen nog mogen tikken tegen
toetsen op een plastic bord met 'voorgeschreven' tekens, tekens die
de hand niet langer zelf vermag te vormen. De handen verkrampen in
tegennatuurlijke standen, de slanke vingerspieren, gelijk
balletdansers getraind om middels kroontjespen en koningsblauwe inkt
op blank ivoorpapier een dans van schoonschrift op muziek van de
verbeelding te vertolken, moeten zich nu herscholen tot domme
trommelstokken en zullen voortaan alleen nog tokkelen op een klavier
zoals de blinde raderen dat doen van een groteske robot.
Dat
de mens zich aan de machine aanpast, betekent dat hij zich daaraan
onderwerpt: hij beaamt dat de machine aan zijn lichaam superieur is.
Maar dit onrecht schreeuwt ten hemel: een machine is geen lichaam, is
slechts een samenstelsel zoals hefbomen dat zijn en werktuigen
waarvan het wezen nimmer anders zijn kan dan een verlengstuk van het
lichaam van een mens van vlees en bloed, zoals een wandelstok dat is,
een schaar, een boog, een jas, een huis, een kar, een paard, een pen.
In
zijn Fenomenologie
van de Waarneming
schrijft Maurice Merleau-Ponty dat het lichaam niet met zichzelf
samenvalt zoals een ding dat doet: in zijn contact met de wereld
transcendeert het lichaam zichzelf voortdurend: het is via onze
lichamelijkheid dat wij met de ander kunnen co-existeren en
communiceren: "Ik
ontmoet de ander niet in een gedachte ruimte, maar op de bodem van
een gemeenschappelijke wereld, waarin het lichaam verworteld is en
waarin het zijn enige legitieme domicilie heeft. In mijn ontmoeting
met de ander kom ik in aanraking met een existentie, die in haar
subjectiviteit aan dezelfde voorwaarden van lichaam en wereld
gebonden is als ikzelf en deze ontmoeting voltrekt zich in de ruimte
der lichamelijkheid ( )."
(2) "[De
klassieke psychologie] zag ( ) over het hoofd, wat Merleau-Ponty
een raadsel noemt: dit, dat mijn lichaam tegelijk zichtbaar en ziende
is, dit, dat men niet waarneemt, wat de waarneming zelf mogelijk
maakt (l'Oeil et l' Esprit, p. 197)."
(3) "Het
sciëntisme acht de geometrische ruimte wetenschappelijk alleen
relevant. Maar het vergeet, dat deze ruimte er niet zou zijn, als ik
geen lichaam had (...)"
(4)
Zonder
onze lichamelijkheid was er ruimte noch tijd: de abstracte en
volmaakt geachte begrippen die de vermeend goddelijke kennis van de
wiskunde funderen, zijn zonder inhoud los van het lijf met zijn
trekken en zijn sleuren: afstanden zijn volstrekt ondenkbaar zonder
de last en de lust van het lopen; uren en jaren kunnen helemaal niet
bestaan als er geen wachten is en geen verlangen; het denken
ontspringt aan het bloed en aan de quasi stoffelijke zenuwdraden die
reiken tot in het orgaan van onze huid die gevoeld kan worden en kan
tasten, tot in het licht van onze ogen die zien en gezien worden
tegelijk: er bestaat gewis geen wereld los van onze levende lichamen.
De
kostelijke en verslavende illusie van de virtualiteit spiegelt ons
als nooit voorheen de smetteloze ideeënwereld voor van Plato en het
paradijs van Genesis maar dit gemeen bedrog waarvoor Rudolf Boehm
waarschuwt in zijn Kritik
(5), verleidt ons tot niets anders dan uiteindelijk de absolute
levenloosheid van de dood. Het theater van de
windowsventers-miljardairs is schaamteloze diefstal vanuit een
ongeremde hebzucht en een smachten naar de absolute en ultieme
almacht die alleen aan god toekomt en dit middels het herleiden van
de wereld tot een panopticum dat uiteindelijk de voltallige mensheid
uit de tijd dreigt weg te wissen alsof het ging om slechts een schim.
(Wordt
vervolgd)
(J.B.,
18 februari 2021)
Verwijzingen:
(1)
Zie: Jaap Kruithof, Marx
en de oorzaken van de menselijke aliënatie,
Mens
en Taak,
1965, nr. 1, jg. 8.:
(2)
R. Bakker,
Merleau-Ponty. Filosoof van het niet-wetend weten,
Wereldvenster, Baarn 1975, pp. 64-65. Bakker verwijst hier naar
Maurice Merleau-Ponty, Phénoménologie
de la Perception,
Paris: N.R.F., Gallimard, 1945 (Vierde druk d.d. 1962), pp. 226 en
404-405.
(3)
R. Bakker, ib., pag. 67.
(4)
R. Bakker, ib., pag. 67.
(5)
Rudolf Boehm,
Kritik der Grundlagen des Zeitalters (1973).
Een Nederlandse vertaling van de hand van Willy Coolsaet met een
taalkundige revisie d.d. 2011 van Guy Quintelier verscheen bij Het
Wereldvenster, Baarn (1977). De integrale tekst van het werk is
beschikbaar op het internet op het volgende adres:
Strijders voor eerlijke landbouw worden gecriminaliseerd terwijl aan het licht komt dat genetisch gemanipuleerde gewassen een gevaarlijk virus bevatten - zie: