De zondag na Pasen wordt ook wel “Beloken Pasen” genoemd. De paastijd wordt dan officieel afgesloten. Het evangelie is dan bekend als “dat van de ongelovige Thomas”. Al heel vaak mocht ik dan de homilie verzorgen. Ik weet intussen dat Thomas eigenlijk “de tweeling” betekent en dat hij daarom zowat model staat voor de gelovige, maar toch ook regelmatig twijfelende mens, voor ons allemaal eigenlijk.
Ik keek er niet echt naar uit nog eens een andere invalshoek uit mijn mouw te schudden, ook al denk ik niet dat vele parochianen zich nog enigszins herinneren wat ik de vorige jaren hieromtrent heb verteld. Ik zuchtte dus een beetje, toen ik dacht: weeral de ongelovige Thomas.
Maar dan kwam de coronacrisis met alle gevolgen daaraan verbonden. De kerken gingen dicht, er waren geen vieringen meer, dus ook geen homilie. En op ATV keken we naar de paasviering van Rudi Mannaerts in de Sint-Andrieskerk. In zijn bekende en heel eigen stijl wist hij toch te boeien en te begeesteren. In zijn homilie toonde hij een reistas en hij stelde voor die te vullen met vooral geloof, hoop en liefde.
En dat zette me toch een beetje aan het denken. De situatie van de leerlingen kort na die intense “goede” week lijkt toch verdacht sterk op de lockdown die we nu meemaken. Ze zaten samen met een kleine groep – allemaal mensen uit hun eigen “koker” – en ze durfden eigenlijk niet meer naar buiten.
En ze zaten met heel wat vragen. Die donderdagavond met al die emoties, die levenslessen die ze misschien niet helemaal hadden begrepen, dat definitief “laatste” avondmaal, die verrader in hun midden ... En dan die vrijdag met die verhoren en die veroordeling, met hun eigen lafhartige houding, met die onmenselijke tocht naar de kalvarieberg … En dan de vrouwen die kwamen vertellen dat de steen van het graf weg was en dat het misschien toch waar was dat Hij inderdaad …
Ze zaten dus met heel wat vragen. En met veel te weinig antwoorden. Af en toe probeerde wel eens iemand een antwoord te formuleren, maar veel gehoor vond hij niet. Maar ze bleven bij elkaar met het beetje geloof dat ze nog hadden, met een sprankel hoop en met de liefde die ze konden opbrengen.
Alleen Thomas was er niet bij. Waar was hij naartoe? Boodschappen gaan doen voor de hele groep? Vlug nog wat WC-papier gaan halen? Of een of andere essentiële verplaatsing? Misschien wilde hij gewoon even alleen zijn, alles op een rijtje zetten, nadenken over wat er van zijn leven nog restte.
En net toen gebeurde er iets bij de andere leerlingen. Iets dat hun geloof weer wat aanwakkerde, hen nieuwe hoop leek te bieden, hun liefde weer zin en geest kon geven. Het was alsof Jezus weer bezit van hen had genomen, weer tastbaar en zichtbaar onder hen was. En zij wilden het meteen aan Thomas vertellen toen hij weer terugkwam van zijn zwerftocht.
Maar Thomas begreep het niet. Hij zat vast in de sfeer van vertwijfeling, van onmacht, van uitzichtloosheid. Hij voelde zich helemaal alleen. Hij stond nog niet open voor een vernieuwd geloof, zijn ontgoocheling was nog te groot om een beetje hoop toe te laten. En door dat gebrek aan geloof en hoop was er in zijn hart ook geen plaats meer voor liefde …
Bij de leerlingen in lockdown stond het geloof ook op een heel laag pitje. Ook zij hadden weinig hoop, waar zouden zij die hoop halen? Maar zij bleven samen en zij herinnerden zich allicht vaag het ultieme bewijs van liefde dat zij die donderdag hadden gekregen. En daaraan trekken zij zich waarschijnlijk op in hun twijfelend geloof en wankele hoop.
Wij zijn een beetje als die leerlingen, maar misschien nog veel meer als Thomas. We zitten vast in onze quarantaine en zwartgallige gedachten krijgen vrij spel. Welke viroloog, politicus of opiniemaker moeten wij nog geloven? Welke hoop hebben wij voor onze plannen in de nabije of verre toekomst? Wanneer komt ons normale leven terug?
Geloof en hoop komen soms onder zware druk te staan, maar de liefde krijgt een virus niet kapot. Dat was vroeger zo en dat is nog altijd zo. Laat die liefde ons geloof en onze hoop blijven aanwakkeren. Dan kunnen na een quarantaine die geen veertig dagen, maar dit keer zelfs meer dan vijftig dagen duurt, de deuren en ramen allicht weer open. Hopelijk letterlijk, maar zeker figuurlijk. Dan kunnen wij eindelijk de Geest weer binnen laten …