Wegwijzerviering - Een viering waar ook de families, eerste communicanten en vormelingen centraal staan
Kennen jullie het liedje van Bart Peeters: Brood voor
morgenvroeg?
Het is dikwijls de vraag van mama of papa voor ze s avonds gaan slapen: hebben wij wel brood voor morgenvroeg? Want morgenvroeg hebben we brood nodig. Om te ontbijten en om de brooddoosjes te vullen voor de school en het werk. Als er geen brood is, hebben we een probleem.
Ook als we op tocht gaan met de familie of de jeugdbeweging, nemen we meestal brood mee. Zeker als die tocht een tijd gaat duren en als we honger gaan krijgen. Dan maken we een picknick of een knapzak klaar: brood voor onderweg. En dan denken we s avonds ook: hebben we wel brood voor morgenvroeg?
Want brood kan je niet zomaar ergens gaan plukken. Brood groeit niet aan de bomen zoals fruit. Of je kan het niet uit de grond halen zoals groenten. Om brood te maken moet er heel wat gebeuren. Je hebt graan nodig en daarvoor moet je eerst zaaien en oogsten. Dat graan moet je malen tot bloem of meel, dan moet je er water bijdoen en gist en zout. Dat moet je heel goed kneden, laten rijzen en dan bakken. Dan pas heb je brood.
De eerste communicanten hebben het vandaag trouwens ook ondervonden. Is jullie brood al klaar? Hebben jullie goed geluisterd naar het verhaal van het brood deze morgen?
Brood kunnen wij niet missen, brood hebben we alle dagen nodig. Als mama en papa gaan werken, noemen we dat hun broodwinning. We zeggen van mensen dat ze goed hun brood verdienen. In het Onze Vader is er ook zo een zinnetje: geef ons heden ons dagelijks brood. Dat betekent: geef ons wat we elke dag nodig hebben om te leven.
We hebben zo een woord in onze taal: wat we niet kunnen missen hebben we broodnodig. We hebben het zo nodig als brood. Brood kennen alle mensen in alle landen, in alle culturen, in alle tijden. Ook lang geleden.
Toen Jezus wist dat Hij niet lang meer zou leven en niet lang meer bij zijn vrienden, bij zijn leerlingen zou zijn, heeft Hij hen bij elkaar geroepen aan tafel. En Hij wilde dat zij aan Hem zouden blijven denken en dat ze zijn boodschap en zijn voorbeeld niet zouden vergeten.
En Jezus heeft toen ook brood genomen. En geen appels of olijven of prei of kokosnoten. Hij nam brood. Omdat brood is iets was dat ze allemaal kenden en omdat ze begrepen dat zij allemaal brood nodig hebben. En ook omdat je brood kan breken en met mekaar kan delen. Je kan niet alles in stukken breken, zeker niet met je blote handen, maar brood wel. Een appel of een ajuin of een kokosnoot kan je niet breken. Brood wel. En dat gaf Jezus ook als teken.
En die avond zei Jezus tot zijn leerlingen: Ik wil voor jullie brood zijn. Ik wil zijn wat jullie alle dagen nodig hebben en niet kunnen missen. Ik wil dat brood voor jullie breken en delen. En dat moeten jullie ook doen, als jullie mijn vrienden willen zijn en blijven. Dan moeten jullie breken en delen met elkaar.
We hebben Jezus nodig als brood. En soms vergeten wij dat wel eens, wij allemaal. Soms vergeten we dat we Jezus nodig hebben en dat we moeten delen. Soms denken we ook wel eens dat we geen brood nodig hebben. We hebben ons dan misschien volgestopt met chips of snoep en dan hebben we geen honger meer aan tafel. Maar ook dat is niet gezond, dat weten we wel.
We hebben Jezus broodnodig. En daarom is het goed dat we regelmatig samenkomen om elkaar daaraan te herinneren. We kunnen op veel manieren en op veel plaatsen samenkomen met elkaar. Eén van die mogelijkheden is hier in een kerk, met een groep mensen die allemaal in Jezus geloven.
Dan komen we samen, zoals hier, met mensen die binnen een paar maanden een grote stap gaan zetten in hun jonge leven. En dan is zo een samenzijn voor ons even belangrijk als
brood voor onderweg.