Wij zijn getuige - zaterdag 30 en zondag 31 augustus 2008
Vorige week in Ruth: Boaz heeft in een rechtszaak bekomen dat hij met zijn geliefde Ruth mag trouwen, want hij is familie van haar schoonmoeder Noömi.
Boaz zei tegen de oudsten en tegen heel het volk: Hiermee bent u getuige dat ik van Noömi het hele bezit van Elimelek koop, met alles wat heeft toebehoord aan Kiljon en Machlon. Bij deze koop is Ruth ingesloten, de Moabitische, de weduwe van Machlon: ik neem haar als vrouw, om de naam van de overledene op zijn familiebezit te laten voortbestaan, zodat die naam niet verdwijnt uit zijn familie en uit de poort van zijn stad. Hiermee bent u getuige. Het volk dat in de poort bijeen was, en de oudsten riepen uit: Wij zijn getuige! Moge de HEER van de vrouw die uw huis binnentreedt een Rachel en een Lea maken, die samen het huis van Israël hebben gebouwd. Word rijk in Efrata en maak uw naam beroemd in Betlehem. Uw huis moge worden als dat van Peres, de zoon van Tamar en Juda, door de kinderen die de HEER u uit deze jonge vrouw zal geven. Zo nam Boaz Ruth tot vrouw. Hij had gemeenschap met haar, door de gunst van de HEER werd zij zwanger en baarde een zoon. Toen zeiden de vrouwen tegen Noömi: Gezegend de HEER, die je nu toch nog een erfgenaam heeft geschonken, wiens naam in Israël beroemd zal zijn. Hij zal je doen herleven en zorgen voor je oude dag, want je schoondochter, die zoveel van je houdt, heeft hem gebaard, zij die meer betekent voor jou dan zeven zonen. Noömi nam het kind op haar schoot en verzorgde het. De buurvrouwen gaven het kind een naam en zeiden: Noömi is een zoon geboren. Zij noemden het kind Obed. Hij is de vader van Isaï, de vader van David.
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|