Het heeft mij gemotiveerd om te gaan zoeken naar de zin van deze lezing.
Met de moed der wanhoop…met zelfs een kwaad gevoel…heb ik het internet afgezocht. Ik dacht er zelfs niet aan om de bijbel te lezen, of het boek “De Handelingen” waaruit deze tekst komt…
Het gaat hier om één van de spannendste gebeurtenissen in de eerste generatie van Christenen. Ze waren nog niet bekend buiten Palestina en gingen bijna ten onder. De apostelen, met Petrus en Jacobus voorop waren er van overtuigd dat je eerst Jood moest worden en je laten besnijden voordat je het doopsel zou mogen ontvangen. Als je het gebruik van Mozes niet volgt, kon je niet gered worden.
Daar waren ze allen van overtuigd, op één na…. En die ene was een heel eigenaardig en bijzonder iemand. Hij behoorde helemaal niet tot de leerlingen die Jezus tijdens zijn openbaar leven hadden begeleid. Hij had met die leerlingen in Jeruzalem ook bijna niets gemeen. Hij had hen zelfs fanatiek bestreden en vervolgd. En dan is hij als het ware langs de achterdeur apostel geworden: die Paulus, die met grote heftigheid het standpunt verdedigde dat iedereen, om het even of ze Jood of heiden waren, het doopsel konden ontvangen en dat de voorschriften van de Joodse wet dan helemaal niet meer van belang waren.
Dat was een enorme vernieuwing!
Niemand had dat voorheen ooit durven zeggen! Paulus was theoloog, als die nu moest leven, hij zou verbod krijgen om zijn ideeën verder te verkondigen. Hij was te vernieuwend en dreigde alles overhoop te gooien. Ze hebben ook geprobeerd om aan Paulus te verbieden om in zijn prediking te zeggen dat besnijdenis niet nodig was. Maar Paulus liet zich niet doen en gaf niet toe. In de “Handelingen van de apostelen” wordt gezegd dat beide partijen een compromis hadden bereikt. Maar Paulus bleef in zijn brieven schrijven dat hij geen enkele bijkomende voorwaarde heeft geaccepteerd.
Hij heeft zijn visie doorgezet, zoals alles wat God wil, uiteindelijk wordt doorgezet. Op die manier heeft Paulus bereikt dat de boodschap van de verrezen Christus voor alle mensen, zonder onderscheid, over alle grenzen heen kon worden verspreid.
Maar deze lezing zo maar, zonder duiding, in een viering plaatsen is een teken dat we ons niet aanpassen aan de situatie van deze tijd. Dan is het evangelie van vandaag verdraagzamer. Jezus zegt: “Ik geef jullie mijn vrede”
“Genade zij u en vrede van God onze Vader en van de Heer Jezus.” Dit is dikwijls de begroeting van een eucharistieviering. En deze eindigt dan met de zending: “Ga heen in vrede.” En tijdens elke viering stellen we een kleine geste van vrede wanneer de voorganger ons de vrede toewenst en er aan toe voegt: “Geef elkaar een teken van vrede.”
In de anglicaanse dienst komt dit gebaar vóór de offerande. Het verwijst daar dan naar het gebod van de Heer: “Wanneer je uw offergave naar het altaar brengt en je komt met iemand hier niet overeen, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die andere verzoenen en kom daarna je offer brengen” (Mt. 5,23-24).
Het gebeurde tijdens de middeleeuwen
Een man trok met een boog, maar zonder pijlen, naar de oorlog. Iemand vroeg hem wat hij beginnen zou met een boog zonder pijlen. “Ik verzamel de pijlen die de vijand naar ons schiet”, antwoordde de man.
“En als de vijand niet schiet?” “Dan is er geen oorlog” (Druivelaar, 3 febr. 2019).
Afkomst, cultuur, ras, stand en nog zoveel meer: allemaal dingen die invloed hebben op menselijke gedragingen en overtuigingen.
Die invloed is soms zo groot dat men denkt dat de eigen overtuiging de enige juiste is. De gevolgen daarvan waren en zijn zowel in het verleden als in het heden vaak heel rampzalig, en ik vrees dat dit in de toekomst niet anders zal zijn. Botsingen tussen rassen en standen, tussen blank en zwart, tussen arm en rijk. En ook botsingen tussen godsdiensten. Misschien zijn er zelfs nooit meer godsdienstbotsingen geweest dan vandaag.
Fanatieke hindoes vervolgen en vermoorden moslims en christenen, voor moslims zijn alle niet-moslims ongelovigen, en daar blijft het in veel landen niet bij, en het traditioneel zo verdraagzame boeddhisme is in enkele landen moordend onverdraagzaam geworden. Zelfs bij de eerste Christenen waren er botsingen.
En dan zegt die Jezus:” Ik geef jullie mijn vrede. De vrede die deze wereld jullie kan geven, duurt maar kort. Maar mijn vrede blijft altijd bij jullie”.
Daarvoor komen we elke week samen, daarvoor bidden we, daarvoor zoeken we steun bij elkaar: niet alleen dat God, dat Jezus onder ons zou verblijven, maar ook dat we zouden leven naar die boodschap van liefde die automatisch naar vrede leidt.
Franciscus bad: