29ste zondag door het jaar C 2007 20 en 21 oktober 2007
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Eerste lezing: Exodus 17, 8 - 13 Evangelie: Lucas 18, 1 - 8
De twee lezingen van vandaag gaan allebei over bidden.
Enerzijds in de eerste lezing dat prachtige beeld van Mozes die met zijn armen omhoog staat.
Het heeft níets van het handen omhoog uit een cowboyfilm, en toch heeft het er iets mee te maken: het ik geef mij over, die totale overgave aan God, dat vertrouwen. Niet alleen het vertrouwen van Mozes, maar ook dat van Aäron en Chur, zijn broer en zijn schoonbroer, die op die manier symbool staan voor de hele gemeenschap.
En anderzijds is er in de evangelielezing het bidden en smeken van de weduwe, haar volhardend aandringen bij de rechter, om haar recht te verschaffen. Hij wil niet, maar zij blijft aandringen. Tot dat de rechter, om van haar gezaag af te zijn, uiteindelijk toegeeft en haar recht verschaft.
Als zelfs zon onrechtvaardige rechter dat al doet, zou God dan geen recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen.
Conclusie voor beide lezingen: God redt, God verschaft recht aan wie aanhoudend tot hem blijven bidden.
En blijkbaar werkt het! In beide lezingen zien wij ook het resultaat van dat bidden en van hun volharden: de Amalekieten worden verslagen, de weduwe krijgt haar proces.
En toch heb ik, voornamelijk bij de lezing uit het evangelie van Lucas, het gevoel dat er iets niet klopt.
Het gaat om een gelijkenis, om een parabel. Daar was Jezus zeer goed in. Maar het verhaal in een parabel, staat voor een situatie die er erg op lijkt, niet voor het gebeuren zelf.
Meestal gaan we ervan uit dat God staat voor de rechter en dat wij, de gelovigen, staan voor de weduwe. En dat ons volgehouden gebed, ons volgehouden aandringen bij God, dus noodzakelijk ook resultaat oplevert.
En daar loopt het fout. Soms blijven mensen maar bidden en smeken tot God, en toch krijgen zij niet het resultaat waarop zij hoopten. Ondanks hun aanhoudend bidden volgt niet de verwachte genezing, kentering of bekering. Hun zieke wordt niet genezen, hun geliefde komt niet terug. Het trucje werkt niet. God laat zich niet dwingen.
Zou het kunnen dat de rechter en de weduwe staan voor iemand anders, of is er iets fout met hun bidden? Slaat het resultaat dan op iets anders?
Misschien staat de hele vergelijking voor iets anders? Zo zou de rechter in de parabel, kunnen staan voor de lastige en vijandige wereld, waarin de weduwe, het gelovige volk, de kerkgemeente, terecht komt met de vraag om haar recht te verschaffen en die moet volharden om te overleven, die moet volhouden om gehoord te worden.
Als die kerkgemeente kansen krijgt om te overleven, om ondanks die harde, onrechtvaardige wereld uit te groeien tot een gerespecteerde gemeenschap, dan is dit verhaal, deze gelijkenis, een sterke steun voor de beproefde gemeente waarvoor Lucas schrijft. Hou vol en jullie zullen overleven!
De rechter en de weduwe kunnen ook model staan voor iets totaal anders. De rechter bijvoorbeeld, zou ook kunnen staan als beeld voor het ongeloof van de jonge christengemeente. Een kerkgemeente die niet wil luisteren, die oren en ogen gesloten heeft.
De weduwe die komt, staat dan voor de Christus, die maar blijft aandringen, opdat ze zouden volhouden, omdat ze toch maar over de brug zouden komen met hun gelovig leven.
Als dát het beeld is dat Jezus ons in deze parabel wil voorhouden, dan wordt de slotvraag in de laatste zin plots wél duidelijk voor ons: maar, zál de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden. Ik, de Mensenzoon, op zoek naar gelovigen op aarde
Klopt onze courante interpretatie dan niet? Is bidden dan een illusie die niet werkt? Heeft volgehouden bidden dan geen zin? Toch wel.
Ik wil even denken aan een uitspraak van Albert Einstein in dat verband: bidden verandert de wereld niet, maar bidden verandert de mens en de mens verandert de wereld.
Ons bidden heeft dan wel degelijk zin, zij het onrechtstreeks. Er is niet een God die zich laat dwingen naar de vragen van een kleine gelovige. Zeer dikwijls lijkt het of het resultaat van zijn bidden een ander karakter krijgt, breder of universeler wordt. Zoals ik het mooi uitgeschreven vond in volgende poëtische tekst:
Het gebed dat verhoord werd
Ik vroeg om kracht
en God gaf me moeilijkheden, om me sterk te maken.
Ik vroeg om wijsheid
en God gaf me problemen om te leren op te lossen.
Ik vroeg om voorspoed
en God gaf me verstand en spierkracht om mee te werken.
Ik vroeg om moed
en God gaf me gevaren om te overwinnen.
Ik vroeg om liefde
en God gaf me mensen om te helpen.
Ik vroeg om gunsten
en God gaf me kansen.
Zo ontving ik niets van wat ik vroeg
maar ontving ik alles wat ik nodig had.
Amen.
Gie Stappaerts
20 oktober 2007
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|