Ruth en Boaz op de dorsvloer - zaterdag 9 en zondag 10 augustus 2008
Vorige week in Ruth: Noömi vertelt aan Ruth dat Boaz, de man op wie ze verliefd is, een verwant is van de overleden man van Noömi en dus een goede trouwpartij. Hij heeft immers de familieverplichting om met Ruth te trouwen om de familienaam niet verloren te laten gaan.
Op een zekere dag zei Noömi, de schoonmoeder van Ruth: Mijn dochter, ik zou jou graag onderdak willen geven waar je gelukkig kunt zijn. Je weet dat Boaz, bij wie je met de vrouwen op het land hebt gewerkt, familie van ons is. Nu gaat hij vannacht op de dorsvloer de gerst wannen. Was je en parfumeer je, doe je mantel om en ga naar de dorsvloer, maar zorg ervoor dat de man je niet opmerkt voordat hij klaar is met eten en drinken. Wanneer hij gaat slapen, let dan goed op waar hij gaat liggen. Dan ga jij erheen, je slaat de deken aan zijn voeteneind op en je gaat daar liggen. Hij zal je dan wel vertellen wat je moet doen. Ruth antwoordde: Ik zal doen wat u mij zegt.
Zij ging naar de dorsvloer en deed wat haar schoonmoeder had gezegd. Boaz at en dronk, en ging goedgemutst naast de graanhoop slapen. Zachtjes liep Ruth naar hem toe, sloeg de deken aan zijn voeteneind op en ging liggen. Midden in de nacht schrok Boaz wakker: hij ging overeind zitten en zag aan zijn voeten een vrouw liggen. Hij vroeg: Wie ben je? Zij antwoordde: Ik ben Ruth, uw dienares. Spreid uw mantel uit over uw dienares, want u hebt familieverplichtingen tegenover mij. Hij zei: Mijn dochter, wees gezegend door de HEER! Dit bewijs van trouw is nog mooier dan het vorige; je hebt geen jonge mannen nagelopen, geen arme en geen rijke. Maak je niet ongerust, mijn dochter; ik zal doen wat je van mij vraagt; iedereen in de stad weet immers dat je een bekwame vrouw bent. Het is inderdaad waar dat ik familieverplichtingen tegenover je heb, maar er is nog iemand anders die deze verplichtingen heeft en die meer aan je verwant is dan ik. Blijf vannacht maar hier. Blijkt morgen dat die man zijn verplichtingen tegenover jou wil nakomen, goed, laat hij ze nakomen. Is hij er niet toe bereid, dan zal ik, zowaar de HEER leeft, mijn verplichtingen tegenover jou nakomen. Slaap nu maar rustig tot het ochtend is.
Volgende week in Ruth: Ruth brengt verslag van het nachtelijk plan aan haar schoonmoeder Noömi.
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|