Ruth ontmoet Boaz - Zaterdag 19 en zondag 20 juli 2008
Hoofdstuk 2
Vorige week in Ruth: De weduwe Noömi is na een verblijf in Moab teruggekeerd naar haar moederland, getekend door het leven en zonder één cent. Ze heeft haar schoondochter Ruth, ook een weduwe én een vreemdelinge, meegebracht.
Nu was Noömi aan de kant van haar man verwant aan een zekere Boaz, een vermogend man uit de familie van Elimelek. Ruth, de Moabitische, zei tegen Noömi: Ik zou wel naar het land willen gaan om ergens achter een maaier, die mij dat toestaat, aren te lezen. Noömi antwoordde: Doe dat, mijn dochter. Zij ging dus naar het land om aren te lezen achter de maaiers. Toevallig kwam ze terecht op de akker van Boaz, uit het geslacht van Elimelek. En daar kwam ook Boaz uit Betlehem. Hij zei tegen de maaiers: De HEER zij met jullie, en de maaiers antwoordden: Wees gezegend door de HEER. Boaz vroeg de knecht die de leiding had over de maaiers: Van wie is die jonge vrouw? De knecht die de leiding over de maaiers had antwoordde: Het is een jonge Moabitische, die met Noömi is meegekomen uit de vlakte van Moab. Zij vroeg of zij aren mocht lezen achter de maaiers. Sinds zij vanmorgen hier is gekomen, is zij onafgebroken bezig geweest en heeft zij zich amper rust gegund.
Volgende week in Ruth: Er groeit blijkbaar iets tussen Boaz en Ruth. Maar zal zij als vreemdelinge geaccepteerd worden?
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|