Tijdens de vakantie is de preekploeg ook op vakantie. De preek wordt elke week vervangen door een woordje over de lezingen. Tijdens de eerste lezingen horen we zeven weken na elkaar het verhaal over 'Ruth'.
Achtergrond bij het boek Ruth
Dit boekje, genoemd naar de hoofdfiguur Ruth, wordt in de joodse synagoge voorgelezen op het Pinksterfeest, omdat het verhaal zich afspeelt in de oogsttijd. Deze mooie en zeer menselijke bijbelse novelle, met haar fijne psychologie, staat onmiddellijk in verband met het koningshuis van David. het verhaal speelt zich af in de bewogen tijd van de rechters, vóór de instelling van het koningschap. Juda wordt door hongersnood geteisterd. Daarom vertrekken Elimelek, zijn vrouw Noömi en hun twee zonen uit Betlehem naar Moab, een heidens gebied ten oosten van de Dode Zee (huidige Jordanië). Beide zonen huwen daar met Moabitische vrouwen, Orpa en Ruth. Na de dood van Elimelek besluit Noömi naar haar land terug te keren. Ruth, die inmiddels ook weduwe is geworden, wil kost wat kost mee, ofschoon Noömi erop aandringt dat zij in haar land zou blijven. Maar Ruth zegt veelbetekenend: Dring er niet langer op aan dat ik u verlaat ... Waar u gaat, ga ik; waar u blijft, blijf ik. Uw volk is mijn volk, uw God is mijn God. In Juda voorziet Ruth in het onderhoud van haar schoonmoeder door op de akkers aren te lezen. Toevallig, of beter gezegd door Gods voorzienigheid, leert zij een zekere Boaz kennen, een familielid van haar overleden man. Als rechtsgetrouwe Jood neemt deze de leviraatsplicht op zich en huwt hij met de kinderloze weduwe Ruth, om zo de naam van de familie voort te zetten. Ruth en Boaz krijgen een zoon, Obed, van wie uitdrukkelijk gezegd wordt dat hij de vader is van Isaï, de vader van David. Dit vers is het doel van het hele verhaal. De heidense Ruth, de Moabitische vreemdelinge, wordt de overgrootmoeder van koning David. Zij wordt de waardige stammoeder van Gods volk. Door haar keuze voor de Heer (uw God is mijn God) werkt zij mee aan Gods heilsplan. Aan de overlevering over de Moabitische afkomst van koning David ligt waarschijnlijk een historische kern ten grondslag. De Ruth-novelle probeert dit schandaal aanvaardbaar te maken voor de Joden, die geen heidense inmenging duldden. Het boek Ruth leert dat God werkzaam kan zijn via elke mens, ook via vrouwen en vreemdelingen die onder zijn vleugels een toevlucht zoeken. Zonder Ruth zou er geen geen koning David zijn geweest en uiteindelijk ook geen Zoon van David (Jezus).
Terugkeer van Noömi en Ruth - Zaterdag 5 en zondag 6 juli 2008
In de tijd van de rechters brak er in het land een hongersnood uit. Een man trok weg uit Betlehem, in Juda, om zich met zijn vrouw en zijn twee zonen als vreemdeling in de vlakte van Moab te vestigen. De man heette Elimelek; zijn vrouw heette Noömi; de twee zonen heetten Machlon en Kiljon. Het waren Efratieten uit Betlehem in Juda. Toen zij de vlakte van Moab bereikten, bleven zij daar wonen. Elimelek, de man van Noömi, stierf en zij bleef achter met haar zonen. Die trouwden beiden met een Moabitische vrouw; de ene vrouw heette Orpa, de andere Ruth. Ongeveer tien jaar woonden zij daar. Toen stierven ook Machlon en Kiljon, en na het verlies van haar beide zonen en haar man bleef de vrouw alleen achter. Samen met haar schoondochters aanvaardde zij de terugtocht uit de vlakte van Moab, want zij had gehoord dat de HEER zich het lot van zijn volk had aangetrokken en het weer brood gaf.
Volgende week staat Ruth voor een moeilijke keuze: blijft ze als kinderloze weduwe in haar land achter of volgt ze haar schoonmoeder naar een vreemd land?
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|