Drie-eenheidszondag A 2008 - 17 en 18 mei 2008
Eerste lezing: Exodus 23, 4b-6,9-9) Evangelie: Johannes 3, 16-18
Soms kan ik mij zeer goed in het thema van een viering inleven. Hebben jullie dat ook?
Vorige zondag, met Pinksteren, overkwam me dat bijvoorbeeld. Een aantal bange apostelen in een afgesloten ruimte. Schrik, onzekerheid, ongerustheid, het gevoel dat je vastzit
tot plots iemand een ingeving heeft, een vurig moment en dit weet over te brengen op de anderen. Ze verstaan mekaar terug; ze spreken in alle talen zo klonk het evangelie
En dan kunnen we enthousiast weer verder! Daar moeten we het mee doen. Vandaag, op de dag van de Drie-eenheid ligt het thema moeilijker! Wie begrijpt dat van die drie-ene God?
Theologen kunnen daar een hele zinvolle analyse over maken. Maar dat brengt ons niet altijd dichter bij God. Hoe dikwijls in ons leven maakten wij al niet dat kruisteken: in de naam van die vader, en van de zoon en de van de heilige geest
denken wij hier nog bij na?
Geef toe: het is niet gemakkelijk. Mensen hebben alle tijden door geworsteld met God en zullen dat wel blijven doen, dat hoort bij geloven. Want God is niet te vatten in onze menselijke woorden en begrippen.
En toch zien we onszelf als gelovige mensen die God een plaats proberen te geven in ons leven, die tot Hem willen bidden en hem daarbij allerlei namen geven
Wat is Hij voor u: is hij de schepper, rechter, strenge en barmhartige leider, koning, tochtgenoot, broeder of vriend?
Mozes noemde Hem Heer, daar op de berg Sinai. Och Heer, wees zo goed en trek met ons mee. Ons volk heeft u nodig. Wij snakken naar een teken, leidt ons door de woestijn. Weet dat wij afdwalen, dat wij zoeken. Help ons voort te zoeken naar het beloofde land. Voor Mozes is God de Helper van zijn volk. Iemand die barmhartig en genadig, geduldig, vol liefde en trouw is. Durven wij of kunnen wij, mensen van de 21e eeuw, met problemen eigen aan onze tijd, nog vertrouwen in God?
Beste vrienden, we worden toch wel elke dag geconfronteerd met de strijd tussen goed en kwaad. In onszelf, maar ook in de wereld om ons heen. Die Oostenrijkse vader die zijn dochter vierentwintig jaar in een kelder opsluit, haar misbruikt en zeven kinderen bij haar verwekt. Neem Fourniret die eindelijk voor de rechtbank en voor zijn slachtoffers en hun families wil praten, neem het terrorisme, de militaire dictatuur in Myanmar die nog liever honderdduizenden mensen laat omkomen van ellende dan dat ze buitenlandse hulp toelaat na de zware cycloon van twee weken geleden, neem de aardbeving in China, en dan hebben we het nog niet over alle persoonlijke belevenissen
Het kwade geeft niet het niet op, en het zal het ook nooit opgeven. Maar altijd zal God er zijn, Een God die dit kwaad niet gewild heeft. Wie is God in de 21e eeuw? En staat die drie-ene God dan zo ver van alle realiteit?
God die barmhartig is en vol medelijden, en groot in liefde en in trouw. God die liefde is. God die ons zijn tien geboden heeft gegeven, God die ons in zijn Zoon Jezus het goede is komen voorleven, God die ons zijn Geest schenkt. Zijn Geest van liefde, vrede en vreugde. Want zo is onze God, onze Drie-ene God: liefde, vrede, vreugde. Goedheid dus
Ik heb altijd geleerd: als je een groot probleem hebt waar je niet kan overzien moet je het in stukjes knippen, in stappen oplossen, vele kleine stapjes, een stappenplan, een plan van aanpak opstellen. Alleen zo kan je dit probleem de baas. Dus toch een analyse maken?
Ik las bij de voorbereiding van deze preek ergens een artikel ene Myrjam De Keyser
dat ons toch op weg zet
Zij schrijft: ik hou niet zo van kapot analyseren van mooie dingen. Als je vb wil weten wat een roos is, dan moet je ze in je tuin zien opgroeien. Dan volg je het wonder van een kleine kleurloze knop, die op een morgen uitbarst in een heerlijke waaier van fluwelen blaadjes. Dan zie je de strenge stengel met doornen en als je geluk hebt dan ruik je de zachte verleidelijke geur. Rozen staan lang in een tuin, en ze hebben iets. Rozen zijn niet voor niets de lievelingsbloemen van verliefde mensen. Laat echter een botanicus een roos uit elkaar rafelen en je houdt niets meer over. Wat kroonblaadjes,slap op het papier gelegd, kelkblaadjes, een stamper, alles wat een andere bloem ook heeft. Maar weg is de roos, weg de magie van geliefden,
Een analyse is goed, maar wat belangrijk is, is het geheel. Laten we dus proberen ook God een gezicht te geven
, maar niet alleen in onze gedachten maar veel meer in ons leven! De onzichtbare God moet zichtbaar worden in mensen. Zo kan dat éne gezicht op verschillende manieren zichtbaar worden in de wereld. In wat mensen zijn, in wat mensen zeggen en wat mensen doen.
Je hebt het mysterieuze, het hele grote, dat wat niet te begrijpen is, wat ons overstijgt. Het mysterieuze van onze afkomst, van het scheppingsverhaal. We kennen het en aanvaarden het maar begrijpen het niet. Dat grote overkoepelende dat zou de je Vader kunnen noemen: God boven mij.
Je hebt wat leeft in mensen aan zorg en wederzijdse hulp, aan menselijke kennis en bekwaamheid. De bekommernis om met mekaar om te gaan. De dagdagelijkse motivatie om mekaar voort te helpen. Zomaar, dat zou je de zoon kunnen noemen: God naast mij.
En je hebt de innerlijke drijfveer, de stuwende liefde, de verre hoop die in elke mens woont en ons steeds weer doet verder gaan. Het waarom wij het doen. Het waarom wij mekaar graag zien, het waarom van onze bekommernis voor mekaar. Dat zou de geest kunnen zijn, God in mij.
Zo heb je de Drie. Begrijpen wij God nu wat beter? Komen wij wat dichter bij hoe hij is? Ik hou van rozen en ik probeer ook van God te houden. Ik hou van rozen in alle kleuren in de tuin. Soms zie ik door die rozen God beter.
Geef mij maar het geheel!
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|
{START_AUTEUR} {STOP_AUTEUR}
|