4de adventszondag - 22 en 23 december A 2007
Eerste lezing: Jesaja 7, 10-14 Evangelie: Matteus 1, 18-24
Nu de 4de adventskaars is aangestoken weten we dat het wachten op het Kerstgebeuren bijna voorbij is. Kerstmis, feest van licht en vooral een feest van vreugde! Vreugde om een kind dat geboren wordt. Voor iedereen een herkenbaar gevoel. Het treft ons dat God, door monde van de profeten, toekomst aangeeft in de geschiedenis der mensen en dat daar telkens een kind een rol in speelt. Zo is het ook in het leven van Achaz, koning van Juda. Hij wordt belaagd door de koningen van Samaria en Damascus. Hij probeert een verbond aan te gaan met zijn machtige buur, de koning van Assyrië, maar dan wordt de profeet van God, Jesaja naar Achaz gezonden. Hij raadt hem dit verbond af en zegt hem een teken aan God te vragen en zijn vertrouwen op God te stellen. Achaz weigert en maakt er zich met een smoes van af. Hij wil immers zelf beslissen. En dan voorspelt Jesaja hem dat een kind zal geboren worden uit een jonge vrouw, waarschijnlijk de vrouw van Achaz en dat aldus de toekomst van het huis van David, waartoe ook Achaz behoort, veiligis gesteld. We zijn dan in het jaar 773 voor christus. Dat kind zal Immanuël zijn d.w.z. God met ons. Het betekent ook dat de vijanden van Juda uiteindelijk zullen verslagen worden en dat het geslacht van David zal blijven bestaan.
Hoe anders is de houding van Jozef in het Matteusevangelie! Ook zijn reactie wanneer hij verneemt dat zijn bruid zwanger is! Zijn eigen beslissing is er een van een zachtaardig en Godvrezend man. Aanvankelijk wil hij op de meest discrete manier van Maria scheiden om haar aldus de smaad en de oneer te besparen, maar zodra hij de boodschap van de engel van God hoort en hier neemt Matteus in zijn evangelie het beeld van Jesaja over, om de geboorte van Jezus aan te kondigen. Jozef gaat voorbij aan de wetten van het land en geeft zich over aan het woord van God. Hij neemt de volle verantwoordelijkheid voor zijn vrouw en haar kind. Hij geeft hem de naam Jezus d.w.z. God redt, zoals de engel hem gezegd had. Door hem een naam te geven neemt hij ook het vaderschap op zich en erkent hem als zijn zoon.
De profetie aan Achaz en de droom van Jozef: allebei gaan ze over een jonge vrouw die een kind krijgt. Zo wordt een kind symbool, bewijs en teken van Gods macht, van zijn ontferming, zijn verlossing, zijn vrede! Jozef met zijn aanvaarding van het mysterie van Jezus conceptie is zelf een werktuig van vrede. Zijn vertrouwen en aanvaarding van Gods wil zou ons kunnen helpen om het beeld dat wij van God hebben, opnieuw te bezien en misschien te herzien. Dan weten we dat Gods wonder werkt in deze wereld en op een manier die ons telkens kan verrassen. Dan leren we misschien dat we soms onbegrijpelijke dingen moeten aanvaarden en ons vertrouwen op God moeten behouden!
De Advent die nu zijn einde nadert, is een tijd van verwachting op wat komen zal. Voor ons is het geen verrassing meer, we weten immers wat er komt, maar die kennis mag de vreugde niet verstoren. Het wonder van de Kerstnacht moet ons telkens weer verwarmen en zoals Maria vol van genade was, vervuld van de H. Geest , zo zouden ook wij, vol van het wonder dat zolang geleden gebeurde, vol van vreugde en dankbaarheid moeten zijn.
Want zolang God kinderen naar ons toezendt, heeft Hij zich niet van ons afgewend!
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|