1ste adventszondag A 2007 - 1 en 2 december 2007
Eerste lezing: Jesaja 2, 1-5 Evangelie: Matteüs 24, 37-44
Het is de eerste zondag van de advent. Advent komt van het Latijn: ad-venire, wat betekent: aankomen of naderbij komen. Elke week wordt er een adventskaars méér aangestoken, Kerstmis komt dichterbij. Kerstmis is voor velen een commercieel gebeuren. Voor anderen is gezelligheid het belangrijkste. Wat is het voor ons? Voelen wij dat het hier om iets veel dieper gaat? Kunnen we opnieuw blij zijn met de komst van Jezus? Kerstmis herinnert er ons aan dat God met ons begaan is. En wij? Zijn wij begaan met God?
Wat vraagt God van ons? De eerste lezing vertelt er ons meer over. In Jesajas visioen stromen alle volken naar de berg van God om te luisteren naar zijn Woord. Geen mens grijpt nog naar de wapens, zwaarden worden omgesmeed tot ploegijzers, hun speren worden sikkels. Alle mensen leven in vrede met elkaar, in het Licht van God. Wat een mooie droom. Mensen die zorgen voor elkaar, die elkaar respecteren. En toch is het niet zo eenvoudig. Wij zijn allen mensen met behoeften en verlangens. Sommige mensen zijn getekend door hun geschiedenis, door het milieu waarin ze zijn grootgebracht. Anderen hebben het niet getroffen met hun gezondheid en moeten steeds opnieuw de moed bijeenrapen. Onze maatschappij is vooral gericht op winst maken en een zogenaamde veiligheid opbouwen. Mensen gaan hierin mee, laten zich meeslepen en vergeten wie ze zelf zijn, wat hun bedoeling is hier op deze aarde. Velen zien het niet echt meer zitten. Flexibel zijn, beschikbaar zijn, vlot in de omgang zijn, stressbestendig zijn,
Mensen worden moe en de depressie schuilt om de hoek. Antidepressiva gaan vlot van de hand. Alle mogelijke compensatiemiddelen worden als hulpmiddel, om zich toch een beetje beter te voelen, aangewend. En maar denken dat we goed bezig zijn
Ik vrees dat er werk aan de winkel is. Sommige mensen moeten wakker geschud worden. En dit is ook wat er gebeurt in het evangelie. Na die mooie droom van Jesaja krijgen we in het evangelie een verhaal over het einde van de wereld te horen. Matteüs wil ook zijn tijdgenoten wakker schudden. De gelovigen van zijn tijd hadden de neiging rustig af te wachten wat er gebeuren zal. Ze eten en drinken, huwen en worden ten huwelijk gegeven. Ze werken op de akker en malen het koren. Ze zijn gewoon bezig met de dingen van alle dag. Ze zorgen dat zij en hun gezin goed kunnen leven, of beter overleven. Maar wat dan met de droom van God? God vraagt dat mensen zich zouden engageren, verder dan de veilige thuissituatie. We leven niet alleen op de wereld. Er leven nog zoveel mensen rondom ons. Wat kunnen wij betekenen voor de maatschappij?
In het evangelie wordt gevraagd om waakzaam te zijn. We weten inderdaad niet op welke dag de Heer komt. Maar wat betekent dit dan concreet, waakzaam zijn? Betekent dit oplettend zijn? Zenuwachtig om je heen kijkend of er geen onheil is? Bang zijn en angstig door het leven gaan, steeds twijfelend aan de ander of aan jezelf? Neen, dit is zeker niet wat er bedoeld wordt met waakzaam zijn. Waakzaam zijn heeft veel meer te maken met wakker zijn, niet indommelen. Stoppen met het leven maar gewoon te leven. Stoppen met de oppervlakkigheid. Een halt toeroepen aan het geleefd worden. God nodigt ons uit om zelf te leven, om keuzes te maken die ons en de samenleving meer menselijk maken. Jezus is ons voorgegaan. Naar Hem kunnen we kijken en luisteren, zodat we weten wat God bedoelt. Elke mens tot zijn recht laten komen, recht doen aan de zwaksten, in harmonie leven met zichzelf en met zijn omgeving. Jezus heeft het ons allemaal voorgeleefd.
Misschien is het goed om deze adventstijd te gebruiken om in eerste instantie dichter bij onszelf te komen. Om het stil te maken in onszelf en zo te kunnen aflezen wat onze taak is in dit leven. In die stilte kunnen we luisteren, luisteren naar onszelf, luisteren naar God. In die stilte komt het antwoord op onze vraag, hoe wij vrede kunnen mee-maken. Advent is eigenlijk een oefenperiode, een tijd om onze ogen naar het Licht te zetten, een tijd om in het Licht te gaan staan. Een tijd ook om onze kinderen in het Licht te zetten. Samen met welzijnszorg ijveren we voor meer kansen voor alle kinderen en jongeren.
Ik wil graag eindigen met een stukje tekst van André Rochais.
Mensen dragen in zich een rijkdom aan energie, aan Leven, aan Liefde. De mensheid draagt in kiem alles wat zij nodig heeft om een menselijke wereld op te bouwen. Ze moet leren kinderen opvoeden zonder ze te kwetsen in het hart van wat ze zijn. Ze moet gekwetste volwassenen helpen bij hun genezing en leren rechtop staan, hoe ook hun verleden mag zijn. Zij moet alle mensen tot ontplooiing laten komen zonder iemand uit te sluiten
Dat is de weg van de vermenselijking van de maatschappij.
Martine Andries.
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|