Goede vrienden,
Aan het begin van de Advent klinkt er vandaag meteen een krachtige dubbele oproep: kijk vooruit zegt Jesaja en wees wakker luidt het bij Jezus. Samen vormen ze een kompas dat ons door deze heilige tijd wil leiden.
Jesaja opent met een visioen. Hij ziet de berg van de Heer opgericht boven alle andere bergen, als een lichtpunt dat volkeren aantrekt. Mensen stromen in grote getale toe, niet om oorlog te voeren. Neen, ze zoeken vrede, en ontdekken dat vrede begint bij het luisteren naar God. De wapens die nu verdeeldheid zaaien, worden omgesmeed tot gereedschap voor het leven. Wat een mooi beeld: speren worden snoeimessen, zwaarden veranderen in ploegscharen. Geen dreiging meer, maar vruchtbaarheid. Geen angst, maar toekomst.
Dat visioen is niet zomaar poëzie; het is een richtingaanwijzer. Jesaja zegt eigenlijk:
Kijk, dit is hoe God naar onze wereld kijkt. Dit is de toekomst die Hij voor ogen heeft. Laat dat visioen je hart vormen. En daarom eindigt hij met die uitnodiging: “Kom, laten wij wandelen in het licht van de Heer.” Niet wachten tot de wereld ooit beter wordt, maar vandaag al stappen zetten die passen bij Gods droom.
En nadien klinkt het evangelie en de toon verschuift. Jezus spreekt niet over de verre horizon, maar over de onverwachte nabijheid van Gods komst. Hij verwijst daarbij naar de dagen van Noach: mensen aten en dronken, trouwden en leefden hun gewone leven - niets mis mee, op zich. Maar ze waren onoplettend geworden. Ze waren zo bezig met het dagelijkse, dat ze blind waren voor het goddelijke.
Ze waren niet kwaadwillig, maar slaperig.
En precies daarom zegt Jezus: Wees waakzaam. Niet omdat we bang moeten zijn, maar omdat we anders zomaar aan de essentie voorbij kunnen leven.
Samen gelezen brengen Jesaja en Jezus ons in een vruchtbare spanning: Jesaja laat ons dromen - Jezus maakt ons wakker. Het visioen van vrede en gerechtigheid kan ons optillen, maar Jezus vraagt dat we niet in die droom blijven hangen. Ook Hij nodigt uit om aan de slag te gaan, aandachtig, met open ogen voor wat God al aan het doen is, hier en nu.
Advent is daarom geen tijd van passief verwachten. Het is geen periode waarin we aftellen tot Kerstmis alsof we wachten tot een trein aankomt. Advent is een oefening in aandacht. In wakker worden. In ons hart laten vormen door Gods toekomst.
En dat begint meestal klein. Want de wapens die omgesmeed moeten worden zijn niet alleen die van naties, maar ook die van ons eigen hart: de scherpe woorden die we soms te snel gebruiken, de harde oordelen die we vellen, onze koppigheid die verzoening in de weg staat.
Jezus zegt: “De Mensenzoon komt op een uur dat je niet verwacht.” Dat klinkt streng, maar het kan ook bemoedigend worden verstaan, in de zin dat God ons komt verrassen. Dat Hij ons tegemoet komt op momenten dat we het niet zien aankomen… in een gesprek, in stilte, in een vraag van iemand die ons nodig heeft.
Wie wakker leeft, herkent Hem in die kleine ontmoetingen.
Vrienden, laten we deze Advent ingaan met de kracht van beide lezingen. Laten we dromen met Jesaja, zodat we weten naar welke toekomst we op weg zijn. En laten we waakzaam zijn met Jezus, zodat we vandaag al leven in het licht dat komt. Dan groeit in ons een houding van verwachting die niet passief is, maar vruchtbaar; niet angstig, maar aandachtig; niet dromerig, maar daadkrachtig.
Moge de Heer ons in deze heilige tijd de moed geven om ons leven echt te richten naar Zijn licht, zodat de vrede waar Jesaja van spreekt al iets tastbaars mag worden in ons eigen doen en laten.
Amen.