Ik ben mijn preek vergeten. Ik weet niet meer wat ik wou zeggen. En ik sta hier voor een volle kerk, die allemaal naar mij kijken en verwachten dat ik iets zinnigs ga vertellen.
Mijn knieën knikken, en ik heb het gevoel dat de grond onder mijn voeten wegzakt.
Help!!!
Zoiets maakt ook Petrus mee. Petrus was ‘ne stoere”. Hij wou Jezus volgen, hij wou zelfs vechten om Jezus te verdedigen. En toch heeft hij Jezus verraden. Op het moment van de waarheid is hij door het ijs gezakt.
Is het verhaal dat we gehoord hebben écht gebeurd? Sommige mensen denken van wel, anderen twijfelen. Wat is zeker waar in dit verhaal? Dat het kan gebeuren in het leven, dat we schijnen te verdrinken. En dat we dan heel blij mogen zijn dat er iemand ons een hand geeft, en ons terug naar omhoog trekt.
Zoals Petrus willen we het voetspoor van Jezus volgen. En zoals Petrus ondervinden we dat dat niet altijd gemakkelijk is.
Want Jezus vraagt: vergeef de fouten van een ander zeven maal zeventig keer. Jezus was arm. Hij had geen steen om zijn hoofd op te leggen. Kan ik dat, de mensen vergeven die mij kwaad hebben gedaan? Kan ik dat, afstand doen van bezit, geld, rijkdom, om op zoek te gaan naar het Rijk Gods? Kan ik trouw blijven aan het evangelie dat Jezus gepredikt heeft?
Het kan gebeuren dat we dat evangelie niet meer zien zitten. Ofwel omdat we te zwak zijn om te leven zoals Jezus. Ofwel omdat we zoveel miserie over ons hoofd krijgen, dat we niet meer kunnen geloven dat God de goede vader is waaraan Jezus zich toevertrouwde.
De tekst van vandaag zegt: “Ge moet niet bang zijn, ook als alles schijnt te mislukken. Alles zal goed aflopen.” Nooit zijn we helemaal verloren, altijd krijgen we een nieuwe kans. Maar waar is Jezus nu om ons uit het water te trekken? Jezus werkt in elke mens die de hand uitsteekt. Wij zijn Jezus’ handen. Zo treden wij in zijn voetspoor: als wij de hand uitsteken naar de mens die dreigt te verdrinken.
De kracht om dat te doen, krijgen we van hem.