Soms is een evangelie heel klaar en duidelijk en zijn er weinig woorden nodig om het te verklaren of toe te passen op ons eigen leven. Het evangelie van vandaag is toch merkelijk anders en roept vooral vragen op. Hoe moeten we dat nu begrijpen? Is die rentmeester een sjoemelaar of een rechtvaardige? Is hij iemand die minderbedeelden helpt of van hen profiteert?
Bij het opstellen en bij elkaar zoeken van de teksten voor deze viering hebben wij, drie simpele mensen als wij zijn, de interpretatie genomen die in vele andere teksten gebruikt wordt.
Wij, mensen, hebben de schepping uit Gods handen gekregen en wij moeten met die schepping omgaan op een verantwoorde manier. Als goede rentmeesters eigenlijk. In de teksten die we in deze viering gebruiken komt dat idee geregeld aan bod.
Maar bij het voorbereiden van deze homilie ben ik toch wat uitgebreider gaan lezen in commentaren op dit evangelie. En wat blijkt? Niet alleen simpele, ongeschoolde mensen zoals wij hebben het er moeilijk mee. Ook de exegeten en bijbelkenners moeten zich soms in vreemde bochten wringen om een aanvaardbare uitleg te bedenken.
De simpelste verklaring is de volgende. Een rentmeester is iemand die de bezittingen beheert van een vermogende, een rijke heer. Hij doet dat volgens zijn eigen inzichten en methodes en het kan dus dat hij bij een aantal mensen een bedrag gaat innen dat veel hoger is dan wat zijn heer nodig heeft.
Hij bedriegt dus de minder begoeden en steekt de winst in zijn eigen zak. De heer betrapt hem en hij wordt ontslagen.
Dan gaat hij naar de vroegere schuldenaars en geeft het geld terug dat hij eigenlijk te veel had gevraagd. Zo bedriegt hij in feite ook zijn heer, maar hij hoopt dat hij op die manier op een goed blaadje kan komen bij de anderen. Het vreemde is dat zijn heer hem feliciteert omdat hij verstandig heeft gehandeld.
Er zijn, zoals ik zei, nog andere interpretaties te vinden, maar het draait hoe dan ook allemaal om geld en hoe we ermee om gaan. Eigenlijk is de eerste lezing, van de profeet Amos, veel duidelijker. Daar gaat het over bedrog in koopwaar en zaken en dat bedrog wordt ondubbelzinnig veroordeeld.
En dat herkennen wij veel beter. We kunnen het zelfs gemakkelijk naar onze tijd verplaatsen. Slimmer of handiger zijn dan een ander, en daar financieel voordeel uit halen, we kennen het allemaal. Een belasting ontwijken, iets in het zwart doen of laten doen, snel iets fiksen, wie heeft er nog nooit van gehoord?
Jezus heeft het wel vaker over rijkdom en bezit en welke plaats dat inneemt in het leven van mensen. Rijkdom wordt door Jezus niet veroordeeld of in vraag gesteld. Jezus heeft geen problemen met geld, wel met de mammon. En de mammon kunnen we eigenlijk vertalen als de geldduivel.
Bezit is niet verkeerd en geld hebben we nodig. Mensen die hard en eerlijk werken mogen daarvoor beloond worden. En als zij een zeker bezit of rijkdom verwerven kunnen zij daarmee hun gezin en hun vrienden een beter of meer waardevol leven bieden. Daar is helemaal niets mis mee. Geld kan een nuttig en mooi middel zijn om het leven te verrijken.
Maar geld is dan wel een middel en geen doel. Als geld echt een doel wordt, en als mensen er alleen maar naar streven om rijker en rijker te worden en daardoor anderen te overtreffen, dan is de mammon aan het werk. Dan is geld geen middel meer, maar een doel.
Dan wordt het echt een geldduivel. Dan is het geen middel meer om vrienden te maken of mensen te helpen, zoals in het evangelie. Dan gaat geld ons leven beheersen en bepalen en zal het ook onze levenshouding en beslissingen die we nemen beïnvloeden.
En, laten we maar eerlijk zijn, vaak gaan onze gedachten toch naar onze financiële middelen, naar hoe we de maand gaan rondkomen, naar het geld dat we nog hebben of zullen nodig hebben, voor ons en onze kinderen en kleinkinderen. En dan gaan we dat misschien belangrijker vinden dan nodig.
Alleen, soms komen er andere dingen in ons leven die veel belangrijker zijn. De mensen die hier onder ons zijn om een dierbare geliefde te herdenken die uit ons leven is verdwenen, zitten niet met geldzorgen in hun hoofd. Ze zouden er veel, zo niet alles voor over hebben om hun dierbare weer bij zich te kunnen weten. Die mammon kan hen vandaag gestolen worden. Je kan niet God dienen en de mammon, zegt Jezus. De mammon moet je niet dienen, hij is geen heerser, hij mag je leven niet bepalen.
In een gedachtenisviering proberen wij mensen te gedenken en hun eer te bewijzen. Dat is met geen geld te koop. Die mensen gedenken en niet willen of kunnen vergeten, daar gaat het vandaag om voor mensen hier aanwezig. Voor hen telt geen rentmeester of schuldenaar, voor hen is het een echtgenoot, een moeder of vader, een broer of zus, een grootouder,een buur of goede vriend.
Geld of bezit kan je niet meenemen na dit leven, het heeft in het hiernamaals geen belang meer.
Wel, dat onze geliefde nog op de een of andere manier bij ons aanwezig blijft …