Wegwijzerviering - Viering waarop de eerste communicanten en vormelingen aanwezig zijn, samen met families met kinderen en iedereen die er graag bij is
Ben je al eens verraden geweest? Je hebt een groot geheim aan je beste vriendin verteld. En die zet het op TikTok. Dan wil je die vriendin niet meer zien.
Petrus had Jezus verraden. Misschien ken je het verhaal nog. Toen Jezus gevangen genomen was, werd Petrus aangesproken: “Ben jij niet een van de vrienden van Jezus?” En drie keer zei hij: “Ik ken die vent niet”. Jezus had dat gehoord, die stond daar geboeid in de buurt. Petrus kreeg direct verschrikkelijk veel spijt. Maar het was te laat. Jezus werd gekruisigd, Petrus heeft hem niet meer gezien.
Hij leefde verder en dacht heel de tijd: “Ik ben een verrader”.
En nu, na Pasen, vetellen er mensen dat Jezus nog leeft. Maar Petrus gelooft dat niet. Hij gaat terug leven zoals voordat hij Jezus kende. Hij gaat terug vissen. En denkt de hele tijd: “Ik ben een verrader”. Maar, vertelt dit verhaal, Jezus leeft wel. En hij ziet Petrus nog altijd even graag. En Petrus ziet Jezus nog altijd even graag.
De mensen die dit verhaal hoorden, zullen wel gedacht hebben aan dat verraad. Drie keer heeft Petrus Jezus verraden, drie keer vraagt Jezus: “Zie je me nog graag?” Maar hij kent het antwoord al.
Jezus is een échte vriend. Hij vergeeft niet alleen dat verraad, hij blijft geloven dat Petrus een goede mens is, en dat hij hem kan vertrouwen. Hij geeft hem de opdracht goed voor de jonge kerk te zorgen. En dat vertrouwen heeft Petrus heel veel moed gegeven.
Hij is een voortrekker geworden onder de apostelen. Hij was een voortrekker als visser: op het woord van Jezus heeft dat zware net helemaal alleen naar de oever gesleept. Het net scheurde niet, zegt het verhaal. Dat betekent: als Jezus ons een opdracht geeft, dan kunnen wij dat aan. Dan mogen we geloven dat we het kunnen, met vallen en opstaan. Jezus wil ons de moed geven om nooit op te geven. We zijn veel beter dan onze fouten.
Het verhaal wil ons niet alleen moed geven. Het wil ons ook leren dat wij elkaar moed moeten geven. Wij staan snel klaar met onze kritiek: “Jij kan dat niet. Jij bent een sukkel. Je doet niet genoeg je best”. Ja, dan verliezen we de moed, natuurlijk. Voor die kritiek mogen we doof blijven want Jezus gelooft in ons, ook als we mislukken. Dan helpt hij ons om recht te staan en verder te gaan. Zo moeten wij mekaar recht helpen, en elkaar graag blijven zien, ook als we grote fouten maken.