Wegwijzerviering - Een viering waarop de eerste communicanten, vormelingen, families en iedereen meer dan welkom is
Vandaag zijn jullie ingestapt in de trein van het evangelie. Die trein volgt het spoor van Jezus, het spoor naar een betere wereld waar vrede is en rechtvaardigheid en alle kinderen gelukkig kunnen zijn.
Maar wat moeten wij doen op het juiste spoor te kunnen blijven? Dat hoorden we in de evangelielezing daarnet. Het antwoord op die vraag: ‘wat moeten wij doen?’ is heel simpel, het zijn maar twee regeltjes. “Hou van God, zoveel als je kan” is het eerste.
Maar waar zie of hoor ik God, hoe kan ik van hem houden? Gelukkig is er het tweede regeltje: “Zie je naaste graag, zo graag als je van jezelf houdt.” Als ik naar mijn naast kijk, dan weet ik wat God van mij vraagt.
De naaste is de mens naast jou, in de kerk, op school, thuis, overal waar we mensen tegenkomen. Moet ik daarvoor geweldige dingen doen? Meestal is het heel eenvoudig, iemand zo graag zien als jezelf. Ik denk aan de oma die ik onlangs op een boemeltrein tegenkwam, ergens tussen Lier en Berlaar.
Ze vroeg iets aan de vrouw tegenover haar. Die nam haar telefoon, tikte een nummer in en gaf de telefoon aan oma. En die zei “Anneke, is de papa thuis?” Papa was niet thuis.
Dan vroeg oma: “Anneke, bel hem eens op, ik heb mijn telefoon vergeten en die steekt nog in het stopcontact. En ik ben er niet gerust in.” Anneke zei blijkbaar niet direct ja, want dan zei oma: “ik zit op de trein op weg naar Brugge, met gordijntjes om op te hangen op het kot van Joeri, en ik bel met de telefoon van iemand anders, en ik ken het nummert van papa niet vanbuiten. Ga je hem bellen?”
Anneke zei waarschijnlijk niet enthousiast “Ja oma”, want oma drong nog eens aan en gaf dan de telefoon terug. En ze zei dat ze er niet helemaal gerust in was, want Anneke was zo ne puber, je kent dat wel… En Joeri was haar kleinzoon, en ze zat op de trein met zijn gordijntjes…
We stelden haar gerust: met die telefoon, dat zou wel meevallen.
En ik dacht bij mezelf: oma zit hier uren op een trein om de gordijntjes van haar kleinzoon te gaan ophangen. En ze moet Anneke smeken om even moeite te doen.
En ik vroeg me af: welke kleinkind gaat er uren op een boemeltrein zitten om gordijntjes bij oma op te hangen?
Die gordijntjes van oma, dat is geen wereldnieuws. Dat is heel eenvoudig iets doen voor uw kleinkind dat ge graag ziet. Dat is iets doen voor uw naaste, iets dat ge ook graag zou hebben dat iemand het voor u doet.
Uw naaste liefhebben als uzelf, meer is het niet.
Maar al die kleine daden van naastenliefde zetten ons op het spoor van het evangelie.
Ze zullen de wereld zoveel mooier maken.