In de eerste lezing vragen de mensen aan de apostelen: "Wat moeten wij doen?".
Dus verwacht ik wel wat van het evangelie, om daar een antwoord op te krijgen.
Maar die evangelietekst is misschien niet zo duidelijk. Want Jezus zegt eerst dat hij door de deur binnenkomt, en op het einde is hij de deur! Gelukkig, dat ik het niet zo goed begrijp, is niet zo erg.
Want in het evangelie van vandaag staat ook: "ze begrepen niet wat Hij hun te zeggen had." Als de leerlingen het al niet snapten, moet ik niet beschaamd zijn.
Nu, we weten dat de evangeliën niet netjes in één trek door een of andere vrome apostel zijn neergepend, die af en toe niet goed meer wist wat hij geschreven had. Het evangelie is een schatkist die we geërfd hebben, vol kostbare herinneringen aan Jezus.
Die herinneringen werden doorgegeven door die vele mensen die in de jaren na de verrijzenis enthousiast over hun Meester zijn blijven vertellen. Zoals dat gaat als we over onze ouders en grootouders vertellen, de ene vertelt dit, de andere dat, en soms vertellen we heel verschillende verhalen; maar allemaal willen ze getuigen hoe dierbaar Jezus was, en hoeveel hij voor ons betekent.
En als ik de tekst van vandaag hoor, dan stel ik me die goede herder voor, zoals onze Herman een paar jaar geleden hier in deze kerk verteld heeft. Het spreekt de tekst van vandaag zogezegd tegen, maar dat maakt dat beeld van de herder alleen maar rijker.
Hem wordt toen gevraagd: "Herman, ben jij de baas van de parochie?" En Herman zei: "Nee, ik wil een herder zijn. En een goede herder gaat achter zijn kudde, om te zien of iedereen meekan, en of er niemand in de problemen geraakt."
Dan komt er nog een ander verhaal in mij op: die bekommerde herder laat alles en iedereen achter, die kunnen hun plan wel trekken, en gaat op zoek naar dat verloren schaap, dat zwarte schaap dat van de weg af geraakt en verloren dreigt te lopen. En als hij het terug bij de kudde brengt, is het groot feest.
"Wat moeten wij doen", vroegen de mensen.
Het antwoord is: als herders de weg van Jezus volgen.
Ook wij moeten herders zijn met aandacht voor elkaar, en bezorgd om dat zwarte schapen onder ons. En nogal eens loopt dat zwart schaap verloren omdat het uit de kudde gestoten wordt. Dat kan moeite kosten, en de herder zal zijn kleren scheuren en zich pijn doen als hij dat verloren schaap probeert te vinden. Want zwarte schapen zijn niet de gemakkelijkste, en dikwijls niet de meest sympathieke.
Maar de Vader ziet ons allemaal, in alle kleuren, even graag.
Als wij goede herders proberen te zijn, is het Gods liefde die ons drijft.