Kerstmis 2021 St. Anna
Het is eigenlijk een heel simpel verhaal, dat verhaal van een moeder
en een weerloos kind.
Je hoeft geen gelovige te zijn om het te begrijpen.
Want terwijl aan de ene kant van de straat mensen elkaar het leven zuur maken,
geeft aan de andere kant van diezelfde straat, een moeder het leven aan een kind.
Het vertelt dat een vrouw, een mens, er is om leven te geven, met pijn,
met moeite, met barensweeën, misschien ten koste van grote offers.
De boodschap van Kerstmis is wat een zich openende moederschoot vertelt:
mens, jij bent er om leven te geven, ondanks alle narigheid, die wij elkaar aandoen, ondanks verkrachting en geweld dat er ook is.
Jij kunt het. En je doet het. Telkens weer.
Enkele dagen geleden, een telefoontje in De Loodsen.
Of ze geen jonge Servische vrouw zonder papieren maar wel hoog zwanger
konden opvangen.
De wettelijke verblijftijd in een noodopvang in de Kempen was verstreken.
Ze stond op straat.
De verwekker van het kind, een Belg, waarmee ze gehuwd was in Servië,
had haar in de steek gelaten.
Het kind wordt verwacht, begin januari, waarschijnlijk vroeger.
Nergens, noch in de Kempen, noch in Antwerpen vond men een menswaardige plek
om haar en dit al of niet verwachte kind, de eerste maanden op te vangen.
Het was pijnlijk maar ook bij De Loodsen waren de twee opvanghuizen overbezet... En wij die dachten dat het kerstverhaal een sprookje was uit ver verleden tijden.
Weerloosheid, en ooit zullen we het allemaal zijn,
totale kwetsbaarheid, roept alleen maar liefde op.
Misschien is dat de kern van Kerstmis.
God, de Almachtige, koos volmaakte kwetsbaarheid in onmacht, zo vertelt Lucas.
Hij schildert God af als een weerloos kind, alleen maar overgeleverd aan genade,
zoekend naar een menselijke borst.
Innig en klein, verstoten als zovelen, neergelegd in de beestenstal.
Alleen erkend en gesteund door halfslag lieden, het schorriemorrie,
beademd door dieren.
Hulpeloos op de vlucht voor stampende laarzen.
Ooit afgemaakt door het harde geroep
van hen die de stem van Gods nabijheid overschreeuwden.
"Kruisig Hem!"
Wie diep, heel diep durft bukken tot in de voederbak, zal Hem vinden.
God heeft ons nodig, zo vertelt dit verhaal, onszelf ontdekkend in Gods hunker.
God begon ermee...
Als je hier dus bent, vannacht, dan is het omdat je je herinnert
dat er diep in jouw een goddelijk kind trapt en woelt.
Vannacht strekken Godsvingers zich voorzichtig uit om ons, niet grijpend, aan te raken.
Een weerloze God in de voederbak. "want alles wat waarde heeft is weerloos".
Er is nog zoveel te doen.
Er is nog zoveel aan te raken, lief te hebben, te scheppen, te verzoenen,
er is nog zoveel 'échte menselijkheid' nodig. Zoveel geluk te brengen.
Wellicht breken een van deze dagen de vliezen van een Servische jonge vrouw,
verstoten en hier frauduleus binnengebracht, zonder papieren,
zonder recht op bestaan.
Zal de straat haar thuis zijn, de druggebruikers en daklozen haar beschutting
als engelen om haar heen?
Ik denk aan een lied...