Zesde zondag door het jaar A 2011 - Zaterdag 12 en zondag 13 februari 2011
Zo één keer per jaar moet ook een kerk van binnen eens goed gepoetst worden. Ook de beelden moeten een beurt krijgen.
Zo was er een dame die met een emmer water met goed wat afwasmiddel een gepolychromeerd beeld wou behandelen. Een schreeuw van de koster kon haar nog net tegenhouden. Op die manier zouden heel wat kleuren en decoraties verloren kunnen gaan.
Een zachte borstel moest zich verder over het beeld ontfermen.
Poetsen is belangrijk, wil je voorwerpen mooi houden. Ondeskundig poetsen verknoeit meer dan het oplevert. Maar schoon maken is wel belangrijk.
Voor veel mensen en voor mij is poetsen geen geliefde bezigheid. Daardoor zie je dat koperwerk steeds donkerder wordt en na verloop van tijd zelfs groen uitslaat. Ook veel stof kan de indruk wekken dat een voorwerp weinig of geen waarde meer heeft.
Kringloopwinkels ervaren dagelijks hoeveel mooie dingen weggedaan worden terwijl de mensen niet beseffen wat de waarde er van is. Als ze gepoetst zijn keert hun oude glorie terug.
Daaraan moest ik denken toen iemand tegen mij zei "Ik vind de Kerk maar stoffig".
Inderdaad, wat voor het poetsen geldt, kan men ook toepassen op gebruiken en regels van de Kerk. Sommigen willen meteen opruimen, anderen laten alles zoals het was. Bij beide handelingen doe je het geloof te kort.
Voor de derde week op rij stamt het evangelie uit de Bergrede, een van de kerngedeelten uit Jezus' leer.
Twee weken geleden begon het met de gekende acht zaligsprekingen, verleden week waren we het zout der aarde en het licht van de wereld, en vandaag horen we hoe Jezus enkele van de tien geboden interpreteert, en vooral verdiept.
De Bergrede: Wie kan zulke wet doorstaan?
Jezus houdt ons een moeilijke weg voor
Hij roept ons ter verantwoording
Natuurlijk proberen we te leven naar die wet, naar zijn voorschriften , maar zo consequent zijn we eigenlijk niet
Is hier iemand aanwezig die niet ergens een vijand heeft of ergens met iemand onenigheid heeft?
Moeten wij niet allen opstaan en ons eerst met onze broeder gaan verzoenen, dan terugkomen en ons offer aanbieden?
Als het tussen jou en je broeder toch scheef zit, loop dan niet naar de kerk maar naar je broeder en verzoen je met hem, horen we.
Daarna ben je welkom bij God.
Is hier iemand wiens ja in alles ja is en wiens neen in alles neen is?
Iemand zonder zwart geld, zonder valse doktersattesten, zonder trucs, zonder privileges?
We hoorden de beroemde woorden van Jezus: 'Uw ja zij ja, en uw neen zij neen'.
Anders gezegd: wees eerlijk en oprecht. Meen wat je zegt en doet, en zeg en doe wat je meent.
Wees een mens uit een stuk, op wie je naaste zonder meer kan vertrouwen.
En neem nu jaloezie en hebzucht.
Dit zijn krachten waardoor mensen zichzelf niet meer in de hand hebben. De teksten van vandaag zouden ons moed moeten geven om te vechten tegen deze onhebbelijkheden.
Langs de andere kant staat er geschreven: "U zult niet doden".
Dat impliceert, zegt Jezus, meer dan alleen maar een wettelijk verbod op moord en doodslag. Je mag je medemens ook niet doodzwijgen, je mag hem ook niet kapot maken met je geroddel.
Waarom stappen wij dan niet op? Waarom verlaten wij de kerk niet?
Want leven wij wel voldoende volgens de wet die Hij ons voorhoudt?
Of wij nu de oorzaak ervan zijn of anderen, het lukt ons niet altijd zo goed.
Jezus leert ons met zijn Bergrede over vrede, trouw en waarheid, gewoon mens te zijn, met vallen en opstaan. Hij zegt ons daarbij: gewoon maar doen wat in de wet staat is niet genoeg.
Er moet meer zijn!
Er zijn bijvoorbeeld verpleegkundigen die precies doen wat hun is opgedragen; er mankeert niks aan. Maar pas als ze net iets meer doen en met hun hart erbij, zeggen de patiënten: die daar, dat is echt een goei.
Er zijn gelovigen die nooit uit de pas lopen, ze doen wat hoort en ze houden zich aan wat is voorgeschreven, maar toch stralen ze geen geloof uit.
Ze zouden geen mens kwaad doen
maar
je proeft geen evangelie.
Pas als ze in het dagelijks leven, in omgang met mensen uitstralen wat leven als een christen betekent, dan ervaart hun omgeving juist dat ietske meer.
Van een parochie die écht werkt maakt van haar wekelijkse bijeenkomsten, van de momenten waarop eerste communicanten en vormelingen met hun ouders in de kerk komen; van momenten waarop mensen gelovig afscheid te nemen van hun overledenen
Van een parochie die telkens opnieuw mag beroep doen op heel veel vrijwilligers
. wordt gezegd : daar leeft nog iets!
Het gaat er niet alleen om dat je geen mens kwaad doet, het gaat erom dat je elkaar goéd doet. Niet omwille van de wet, maar vanuit je hart!
Als we op deze manier van geloven een werkwoord maken, dan poetsen we niet verkeerd; dan gooien we niet weg wat de moeite waard is om te behouden; dan halen we het stof af van ons geloof en wordt het weer zichtbaar en fris
Van Augustinus is het gekende spreekwoord: Ama et fac quod vis, wat zoveel wil zeggen als: be-min en doe wat je wil.
Waarmee hij wil zeggen: laat de liefde de grondslag en de richtsnoer zijn van heel je handelen, van je doen of laten. Als je luistert naar de stem van je hart, dan kan je niets fout doen.
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|