Vierde adventszondag A 2010 - Zaterdag 18 en zondag 19 december 2010
Eerste lezing: Jesaja 7, 10-14 - 'Immanuel: God-met-ons' Evangelie: Matteüs 1, 18-24 - 'Boodschap aan Jozef'
Ooit vroeg iemand me of ik wist waarom joden zoveel vromer zijn dan wij katholieken. Dat komt, zei hij, omdat zij een totaal ander Godsbeeld hebben dan wij. Zij vrezen Gods toorn. En wij? Jezus heeft ons geleerd dat God een liefhebbende vader is. Is het daarom dat wij wat nonchalanter zijn? We rekenen erop dat het allemaal wel goed komt, we hebben tenslotte het sacrament van de biecht, we kunnen om vergeving vragen. Christenen leven daardoor minder Godvrezend! Waar of niet, zon uitspraken zetten een mens wel tot nadenken aan!
Komen we tot de orde van de dag: de laatste adventszondag! Het wordt nu wel heel vlug Kerst, een feest dat meer en meer licht en luister krijgt. Het is een feest dat door iedereen, gelovigen als niet gelovigen of zeggen we beter onverschilligen, gevierd wordt. Wat Kerstmis van andere feesten onderscheidt is dat ondanks licht en glitter, het toch door iedereen gezien wordt als een intiem feest, een stemmingsvol gebeuren waar het gezin en de familie centraal staat.
En zo komen we tot het ware kerstgebeuren: de Geboorte. Voor Christenen is Kerstmis eerst en vooral de geboorte van Jezus. Speciaal aan dit Christelijke feest is dat het gaat om een Kind, een boreling nog wel. Altijd en overal worden en werden kinderen geboren, sommigen groeiden later op tot zeer bijzondere mensen, maar geen van hen werd als pasgeborene zo aanbeden en vereerd als Hij die in schamele omstandigheden op de wereld kwam. Bijzonder is ook dat het de eenvoudige mensen, de herders, waren die het eerst daar waren om hun eerbied te betuigen. Even later waren het vreemdelingen, de wijzen uit het oosten, die hun opwachting maakten. In het evangelie staat ook duidelijk: ze boden het Kindje hun geschenken aan. Ook zij zagen dat er iets bijzonder was met deze boreling. Maakt het ons daarom ook wat milder? Iedereen is gevoelig bij het zien van nieuw leven, maar tegelijk weten dat dit Kind uiteindelijkDe Jezus zal worden, die ons 2000 jaar later nog kan bezielen en inhoud geven aan ons leven.
De twee lezingen van vandaag brengen ons tweemaal een berichtje van God. Weliswaar bij monde, eerst van de profeet Jesaja, het tweede door middel van een engel in de droom van Jozef. De reactie van de twee mannen, koning Achaz en Jozef, zijn totaal verschillend. Achaz wil de hulp van God niet bij zijn strijd tegen de overweldigers die Jeruzalem wilden veroveren. Wanneer Jesaja aan Achaz zegt dat hij zich moet beheersen en rustig blijven en een teken aan God moet vragen weigert hij bot. Maar ondanks zijn weigering krijgt hij te horen dat hem een zoon zal geboren worden en dat de knaap zal opgroeien en het land welvaart en vrede zal kennen. Een bewijs dat God het goed voor heeft met het land Juda ondanks het verzet van zijn koning Achaz. Hoe anders is de reactie van Jozef op de boodschap die de engel hem brengt:hij stelt zich wel open voor de woorden die tot hem komen en doet alles wat de engel hem opdraagt.
Nu is het gemakkelijk om te gaan bedenken dat Jozef gewoon uit praktische overwegingen de woorden van de engel gehoorzaamd, immers Jozef wilde huwen en had dus een vrouw nodig, wanneer hij zou scheiden van Maria waar moest ze dan heen? Een ongehuwde moeder was niet welkom in de familie: ze had immers de familienaam te grabbel gegooid! Die bedenkingen zal Jozef misschien ook gemaakt hebben. Maar Jozef gaat nog verder: hij geeft het Kind een naam. Zo neemt hij het vaderschap officieel op en tegelijk breng hij Jezus onder in de stam van David.
Een groter contrast tussen twee bijbelse figuren is niet denkbaar: Achaz en Jozef zijn werkelijk elkaars tegenpolen. Achaz wil krampachtig zijn machtspositie handhaven. Bij hem is er geen ruimte voor God, geen openheid voor het toekomstvisioen dat Jesaja hem brengt. Hij ziet het teken dat de profeet hem brengt niet. Jozef daarentegen schept ruimte. Hij staat open voor een nieuwe toekomst, hij neemt zijn vrouw tot hem en zal haar kind de naam Jezus geven. Hij vertrouwt op God.
Slechts wie in geloof voor tekens openstaat, kan zien en begrijpen. Wij, in deze tijd van alles rationeel te willen duiden, aan alle mysteries een redelijke en logische verklaring willen geven, wij moeten soms eens teruggaan in geloof. Immers wie in de almacht van God gelooft, weet dat door Zijn almacht het onbegrijpelijke mogelijk is.
Met Kerstmis vieren we hier en overal samen Zijn geboorte. De geboorte van een kind dat geen gewoon mensenwerk was, maar Gods werk. Een regelrecht geschenk uit de hemel. Volgende week is het zover. Laat ons dit geschenk met open armen en een dankbaar hart ontvangen. We hebben nog een hele week om ons voor te bereiden!
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|