We naderen stilaan het einde van het kerkelijk jaar.
En dan horen we de teksten uit de bijbel, die gaan over het einde van de wereld. Nu zijn dat geen makkelijke brokjes lectuur, want de geschiedenis van hun ontstaan is nogal ingewikkeld. Maar ze hebben wel één ding gemeen: ze gaan niet alleen over rampen en verschrikkingen, maar ook over bevrijding uit die rampen. Ze getuigen van een geloof ondanks alles: ondanks alles wat die mensen overkwam, bleven ze uitkijken naar "andere tijden", na de tijden van rampspoed.
De mensen die naar deze boodschap luisterden, hadden wel hun deel gekregen aan oorlog, epidemie, onderdrukking, vervolging. En toch geloofden ze dat 'de uitverkorenen' uiteindelijk gerechtigheid zouden krijgen. Geloof ondanks alles, zoals de allereerste christenen na de kruisdood van Jezus durfden te geloven dat hij de dood had overwonnen.
Het is dat geloof ondanks alles, dat mij wel aanspreekt in de lezingen vandaag. Doorheen de eeuwen hebben deze teksten veel mensen moed gegeven om te blijven hopen op de bevrijding van het kwaad. De teksten doen me heel sterk denken aan die woorden van Maarten Luther King in 1963: I have a dream. En dat was geen droom waar men uit wakker wordt om dan teleurgesteld met de voeten op de grond te belanden.
Het was een droom die slaven, en hun afstammelingen, moed en kracht heeft gegeven om te blijven gaan, om te durven geloven in het visioen van een beloofd land van rechtvaardigheid, en die dat doel wilden bereiken, zoals Maarten Luther King, langs de weg van geweldloosheid en naastenliefde.
Doorheen de eeuwen hebben vele mensen in dat geloof een houvast gevonden om het vol te houden. Om het vol te houden te zorgen voor hun zieke naasten, om het vol te houden naar vrede te zoeken, om het vol te houden barmhartig te zijn, om het vol te houden vergiffenis te schenken, om het vol te houden ook in oorlog en geweld een goed mens te willen zijn. Dat is alleen mogelijk, als we durven geloven dat er ooit andere tijden zullen komen.
En dat is ook alleen maar mogelijk, als er mensen naast ons meegaan op die soms pijnlijke tocht naar dat Beloofde Land, mensen die ons recht helpen als we in mekaar zakken. Zulke mensen zijn als de vorst Michaël in de eerste lezing. Mensen die ons optillen uit onze kleinheid en zwakheid. Mensen die ons dichter bij de hemel brengen.
Zo iemand was ook Jezus.
En zijn gelovige kracht heeft ontelbaren in beweging gebracht om ook zijn weg te gaan.
Wij delen in zijn droom, die ooit werkelijkheid wordt.