Allerheiligen 2010 - Maandag 1 november 2010
Eerste lezing: Openbaring van Johannes 7, 2-4.9-14 - 'Een ontelbare menigte' Evangelie: Mattheüs 5, 1-12a - 'De zaligsprekingen'
Vandaag vieren we Allerheiligen. Morgen vieren we Allerzielen. Het is een tweelingfeest bij uitstek, het punt waar het hiernámaals en het hiernúmaals elkaar ontmoeten. Een liturgische Siamese tweeling.
Te vaak denken we: Allerheiligen is het feest van alle heiligen die op de heiligenkalender staan, van mensen die uitzonderlijke kwaliteiten hadden en bij wie wij nog niet aan hun knieën komen. En Allerzielen is dan het feest van onze eigen overledenen.
In het visioen van Johannes lezen we er vlug over. We zien dan voor ons het prachtige schilderij De Aanbidding van het Lam Gods van Jan Van Eyck. Langs alle kanten komen martelaren, bisschoppen, maagden, rechtvaardige rechters enz. om Jezus te aanbidden die de dood overwonnen heeft. En de Jehova-getuigen beweerden dat er maar 144.000 zouden gered worden. Je moest er dus vlug bij zijn en wel héééél goed je best doen.
Maar het volgend zinnetje is belangrijk: Dan zag ik een menigte die niemand tellen kan, uit alle rassen en stammen, volken en talen. Iedereen is erbij.
Gisteren heb ik mogen meezingen in Ein Deutsches Requiem van Brahms. Machtige, troostvolle muziek voor deze dagen. Het Latijnse Requiem legt de nadruk legt op het oordeel (Pas maar op en bidt maar dat de overledene niet in de eeuwige duisternis valt). Het Duitse Requiem van Brahms zegt: Allen zullen we veranderd worden en eeuwig leven. Allen worden we geroepen om eeuwig te leven!
Als je hier eens rond kijkt, zie je heel wat lege stoelen. Meestal maakt ons dat een beetje bedrukt. We vinden het spijtig dat ze niet meer gevuld zijn. Maar op dit feest van Allerheiligen zouden we ons kunnen voorstellen dat elke lege stoel iemand voorstelt die in de hemel met ons meeviert. Grote heiligen als Franciscus, Theresa of Damiaan. Of kleine heiligen die we zelf hebben gekend en die ons de weg hebben getoond naar God.
Aartsbisschoppen kunnen heel wijze uitspraken doen. Echt waar! Ik heb een citaat van één van Leonards voorgangers. We moeten niet proberen heiligen te worden, zei kardinaal Suenens. 'We moeten proberen het te blijven.' Hij bedoelde hiermee dat elke mens al alle mogelijkheden, alle kansen in zich draagt om heel en heilbrengend te zijn. Het is maar een kwestie van deze kansen te ontdekken, te ontplooien en niet te laten bedekken door nutteloze dingen.
Jezus schetst ons in het evangelie van vandaag, de zaligsprekingen, een aantal paden waarop we kunnen wandelen, talenten die we kunnen ontwikkelen om vriend van God te worden.
Zalig ben je, een vriend van God ben je als je arm van geest bent. We zouden vandaag zeggen: als je niet teveel noten op je zang hebt, als je niet denkt dat je zelf het middelpunt bent waar alles moet rond draaien.
Zalig ben je, een vriend van God ben je als je treurt. Het is de mooi menselijke deugd van door het leed getroffen te worden, van niet onverschillig te blijven als er iets verkeerd loopt. De treurende mens schermt zich niet af in een pantser van onverschilligheid. Hij of zij wil het goede niet vergeten maar wordt door leed en lijden geraakt tot in het diepst van zijn hart.
Zalig ben je, je bent een vriend van God; als je zachtmoedig bent. De zachtmoedigheid, het is de zachte moed om het vol te houden, ook als er tegenslag komt, ook als je er alleen lijkt voor te staan.
Zalig ben je, je bent een vriend van God als je hongert en dorst naar gerechtigheid, als je je niet neerlegt bij het onrecht, maar als je wil dat ieder krijgt waar hij recht op heeft.
Zalig ben je, je bent een vriend van God als je barmhartig bent. Die barmhartigheid laat ons toe om vergiffenis te schenken, om met een nieuwe lei te beginnen en het kwaad dat ons is aangedaan niet te blijven aanrekenen.
Zalig ben je, je bent een vriend van God als je bedoelingen, je intenties zuiver zijn, zonder bijbedoelingen, zonder berekeningen.
Zalig ben je, je bent een vriend van God als je de vrede brengt, en onze wereld heeft de vrede zo broodnodig, zowel de grote wereld buiten ons, als de kleine wereld van gezin en werk waar we dagelijks leven.
Zalig ben je, je bent een vriend van God als je vervolgd wordt om de gerechtigheid. Zalig ben je als men je beschimpt en vervolgt omwille van Jezus. Opkomen voor Jezus heeft soms zijn prijs. Maar Jezus zegt: verheug je en juich, want groot is je loon in de hemel.
Onze overledenen zijn ons in het leven en het geloof voorgegaan en hebben geprobeerd: te leven in het spoor van Jezus. Onze ouders, familieleden, vrienden, kennissen, buren die gestorven zijn: allen hebben bij leven naar een betere wereld gereikt, en ze hebben ons dat reiken doorgegeven. Zonder hen zouden we wellicht geen christenen zijn. Het is goed dat we hen dankbaar herdenken, en dat ze vandaag en morgen geëerd worden, die heiligen die ons zijn voorgegaan.
Zij maken nu deel uit van de onafzienbare menigte, die niet te tellen is, uit alle landen en volken, van elke stam en taal, over wie Johannes in de eerste lezing zo beeldrijk vertelt.
Laten we in dankbaar herdenken in hun spoor treden, het spoor dat Jezus voor hen en ons heeft uitgetekend. Amen.
Met dank aan Romain Debbaut en Jan Lerouge
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|
{START_AUTEUR} {STOP_AUTEUR}
|