Twaalfde zondag door het jaar A 2008 - 21 en 22 juni 2008
Eerste lezing: Jeremia 5,12-15 - 'U hebt mij verlaten' Evangelie: Mattheüs 10, 26-33 - 'Ieder haar van uw hoofd is geteld'
De lezingen van deze zondag draaien allemaal rond het thema 'angst'. Een ietsje vervelend thema om een prediking rond op te bouwen. Immers met angst heeft ieder van ons af en toe te maken, al praten we er niet zo graag over. We kennen verschillende redenen om angstig, of beter nog, ongerust te zijn. Bang kunnen we zijn om fouten te maken, om onze toekomst en die van onze kinderen. We kunnen bang zijn van vreemdelingen, maar ook voor onze eigen gevoelens en verlangens, voor eenzaamheid en financieel gebrek.
Maar dit is niet de angst waarvoor Jezus , bij monde van Matteüs zijn leerlingen waarschuwt. Hij weet immers, dat wanneer Hij zijn leerlingen uitstuurt, ze als schapen onder de wolven zullen zijn. Het is dus normaal dat ze angst hebben. Tegelijk geeft Hij hun hoop: zij moeten niet bevreesd zijn voor hun sterfelijk lichaam, de ultieme redding ligt bij God. En hun onsterfelijke ziel. Mooie woorden maar wie heeft zoveel vertrouwen? Wie kunnen we vertrouwen? Wees niet bang! Ja dat willen we wel, maar er is zoveel dat rondom ons gebeurt en waar we zelf schijnbaar geen invloed op hebben! Zoveel naargeestige bedenkingen en dat op een zomerse dag!
Wie is de verkondiger van deze aanmaningen? Wie zegt : 'De leerlingen zijn niet meer dan de Meester?'.
We lezen uit het evangelie volgens Matteüs de evangelist die zeer duidelijk een evangelie schreef naar de Joden, bekeerde en andere, toe. Voornamelijk was het bedoeld voor die Joden die in Jezus geloofden. Het werd geschreven in de periode 70-80 na Christus. Aanvankelijk werd gedacht dat het Matteüs, een van de apostelen, was en dus een bevoorrechte en goed geïnformeerde getuige. Latere studies echter menen dat de evangelist en de apostel twee verschillende personen waren. Dit doet voor ons echter weinig ter zake. Voor ons telt de boodschap die Matteüs in veel verschillende verhalen brengt.
Zijn grote bezorgdheid was: Hoe kunnen de leerlingen trouw blijven aan Jezus, aan zijn evangelie ook zonder Jezus? Een vraag die zich ook voor ons stelt. Het antwoord van Matteüs is door de waardevolle dingen van het verleden niet prijs te geven, maar ook door het nieuwe niet af te wijzen. En die weg kunnen we alleen nemen in een gemeenschap van mensen die elkaar bemoedigen in het geloof, die geleid worden door mensen in Jezus, die elkaar vergeven en openstaan voor iedereen zonder rekening te houden met afkomst en verleden.
Het evangelie van Matteüs is een oud boek, geschreven in een bepaald milieu dat nu reeds lang voorbij is. Maar als men nagaat welke invloed en uitwerking het gehad heeft, en dan nog meer door de verhalen die erin vervat zijn, dan blijkt het een boek van alle tijden te zijn. Heel wat uitspraken uit deze verhalen zijn tot nu bewaard gebleven en hebben niets van hun zeggingskracht verloren. Denken we aan bv. 'Gaat en onderwijst alle volkeren', het zendingswoord, dat eeuwenlang de missies op gang getrokken heeft. Of nog: 'Ik had honger en gij hebt mij te eten gegeven', het werd de basis van de christelijke caritas. De Bergrede uit dit zelfde evangelie werd de grondwet van het christendom. Zo kunnen we er nog enkele opnoemen, genoeg om nogmaals het belang en de waarde van dit evangelie en zijn schrijver te vermelden . Om deze prediking voor te bereiden heb ik gegrasduind in diverse geschriften waaronder de bloemlezing: 'Matteüs opnieuw' van F. Van Segbroeck Benoit Standaert gaat in zijn zoektocht in Matteüs nog verder in de opdrachten die de evangelist aan zijn toehoorders of lezers geeft. Hij maakt nog andere lijsten van 'armen' en van behoeftigen, en ook andere typische 'werken' waarin de Messias zich laat herkennen. 'Genees zieken, wek doden op, reinig melaatsen en drijf demonen uit'. 'Voor niets hebben jullie gekregen, voor niets moet je geven.' Matteüs is de enige evangelist die zo sterk Jezus als lesgever, als leider laat spreken. Ook de volgende weken zullen we nog dergelijke voorbeelden horen. Uit al deze passages zien we hoe Jezus, zelf een zachtmoedige en nederig van hart, Zijn leerlingen aanzet om even nederig en zachtmoedig naar de armen te gaan om Zijn werk verder te zetten, ondanks alle tegenkanting en verzet ten spijt. Is het die boodschap die Matteüs ook aan ons geeft? Is dit dan de o zo moeilijke weg die wij moeten gaan om vrede te vinden bij onszelf en ook bij God?
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|