Vierendertigste zondag door het jaar B 2009 - Zaterdag 21 en zondag 22 november 2009
Eerste lezing: Daniël 7, 13-14 - 'Zijn heerschappij is eeuwig' Evangelie: Johannes 18, 33b-37 - 'Gij zegt dat Ik koning ben'
Het beeld van Christus, gezeten op een troon en regerend over de wereld, is een voorstelling die reeds in de kerkelijke kunst uit vroegere eeuwen gekend is. Op het altaar, boven het graf van Petrus in de Sint-Pieter in Rome, staat een troonfiguur van Christus als de gekroonde Heer. Het dateert van de 13e eeuw. Het werd uitgevoerd in Italiaans goudsmeedwerk van verguld koper en met edelstenen versierd. Ook op het Lam Gods van de gebroeders van Eyck zien we een tronende Christus met een tiara en een prachtige mantel met een rijk versierde kroon aan zijn voeten.
Zelfs het kindje Jezus, dat gewoonlijk als hulpeloos en in zijn blootje wordt voorgesteld, vinden we in een Spaanse kerk terug met kroon, scepter en hermelijnen mantel! Tegenwoordig zijn wij een beetje terughoudend wat deze overdaad betreft. Wij zien Jezus toch meer als de eenvoudige, rondtrekkende man die ons een beeld van een betere wereld voorhield waaraan wij zelf, met Gods inspiratie en Gods Geest moeten werken. Hij is het toch die de mensheid wil wakker schudden en doen inzien dat we verkeerd bezig zijn. Hij preekte naastenliefde en eenvoud en leefde er ook naar. Dat beeld dat wij van Hem hebben is moeilijk te rijmen met de afbeeldingen die we terug vinden op de schilderijen en beelden die Hem als een Heerser over alle volkeren voorstellen.
Wanneer Pilatus Hem vraagt: Zijt Gij de koning der joden?, dan is het antwoord van Jezus: Zegt gij dat uit uzelf, of hebben anderen het U gezegd?. Dit antwoord geeft aan dat het niet Jezus is die dit verkondigd, maar dat anderen Hem die titel gaven. En wanneer Hij spreekt over een koninkrijk, zegt Hij er steeds bij dat het niet van deze wereld is en meer nog, dat er nog geen termijn op staat. Steeds verwijst Hij naar de Almachtige die zal bepalen wanneer het zover is.
Waarom dan toch de naam Christus Koning? En zelfs een kerkelijk feest? Wij mensen hebben nu eenmaal de gewoonte de voorwerpen van onze bewondering en liefde in superlatieven te benoemen. Een man als Jezus, die zovelen wist te begeesteren, en in wiens naam zovelen, en dat al eeuwen lang, hun leven naar Hem richten,die in Zijn naam soms wonderen van liefde en naastenliefde verrichten, zon man kan toch niet een gewoon mens zijn, zo iemand is toch alles wat men van een koning kan verwachten. Hij kan ons leiden, Hij kan ons samenhouden, Hij alleen kan ons de juiste weg wijzen naar dat koninkrijk dat niet van deze wereld is.
Het feest van Christus Koning werd ingesteld in de 30ger jaren van vorige eeuw. Een periode van grote geestelijke verwarring: er was de opkomst van de totalitaire regimes als fascisme en nazisme en de kerk wilde op dat ogenblik aangeven dat dit niet de weg was die men gaan moest. Het was een manier om toch even de blik omhoog te richten en te weten dat wie Christus volgt en Zijn woord tot zich neemt, en zich afwendt van de valse profeten, op het juiste spoor zit. Vandaar de naam en een mooi kerkelijk feest er bovenop.
We gaan naar het einde van het jaar toe. Nog kunnen we ons verblijden in de pracht van de laatste herfstkleuren. We merken dat de natuur zich opmaakt voor de winter, alles sterft af, maar we weten dat er een nieuwe lente komt. Volgende week begint de Advent. Dat is ook een periode van verwachten en weten dat het licht zal komen. In deze tijd van loslaten gaan onze gedachten naar de bron waaraan alle leven ontspringt. Vandaag nog Koning in ons hoopvol verwachten, volgende weken een weerloos Kind dat deze hoop moet waarmaken.
Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier ({COMMENTAAR_AANTAL})
|