Je kent het grapje waarschijnlijk al. Een optimist, een pessimist en een opportunist zitten samen aan een tafel en op die tafel staat een glas dat voor de helft gevuld is met lekkere wijn. De pessimist zegt: dat glas is half leeg. Nee, zegt de optimist, het glas is half vol. De opportunist zegt; discussiëren jullie maar rustig verder.
Hij neemt het glas en drinkt het uit.
Het is natuurlijk niet zo simpel de dag van vandaag. Het gaat al lang niet meer over een glas dat half leeg of half vol is. Nogal wat mensen zien meer redenen om pessimistisch te zijn dan aanzetten tot optimisme. Ook in de lezingen die we zonet hebben gehoord gaat het over veel fundamentelere gevaren.
Er wordt gewaarschuwd voor oorlogen een aardbevingen, voor vreselijke ziektes en hongersnood. Mensen zullen gehaat worden, zelfs door familie en vrienden. We naderen het einde van het kerkelijk jaar. En in deze tijd biedt het evangelie meestal weinig vrolijke teksten.
Als we het vertalen naar onze tijd zien we eigenlijk vaak overwegend hetzelfde beeld. Die oorlog in Oekraine blijft maar aanslepen en wordt steeds wreder. Ook in Gaza en verscheidene andere streken is de vrede nog heel ver weg. Bijna elke dag worden drones gesignaleerd in ons luchtruim en wordt ons daarmee angst aangejaagd.
De klimaatverandering doet zich voelen met geregeld natuurrampen als gevolg. Elke dag krijgen we op onze televisie beelden van overstromingen, aardverschuivingen en tornado’s.
Intussen bevestigen alle politieke leiders van ons land dat we dringend werk moeten maken van een degelijke en eerlijke begroting, maar ze raken het niet eens over de manier waarop dat moet gebeuren. We maken allemaal problemen en onenigheden mee in onze familie en vriendenkring.
We zien mensen wegvallen uit ons midden, vrijwilligers om mee te werken worden schaars en op vele plaatsen vieren egoïsme en eigen belang hoogtij. Het glas lijkt wel helemaal leeg in plaats van half leeg.
En toch!
Ook in deze donkere en soms deprimerende tijd worden allerlei initiatieven genomen die hoopvol kunnen stemmen. De warmste week komt er weer aan en focust dit jaar vooral op mensen die onzichtbaar ziek zijn. Ze kampen met fysieke of mentale klachten die niet opvallen aan de buitenwereld, maar daarom niet minder pijn kunnen doen. Er zijn al meer dan tweehonderd projecten aangekondigd en binnenkort zijn ze alle dagen te zien en te volgen.
Welzijnszorg start binnenkort weer met zijn jaarlijkse strijd tegen armoede. Ook hier in onze kerk zal het thema prominent aan bod komen. De actie wordt door een groep mensen al maandenlang intens voorbereid. Er wordt intussen ook massaal geïnvesteerd in de strijd tegen ziektes als kanker, ook via allerlei acties op diverse plaatsen. En de wetenschap kan steeds meer mensen helpen en tegemoet komen, al zijn we er nog lang niet.
Er zijn vrijwilligers die wegvallen, maar er zijn er ook nog heel veel actief. Er wordt bijvoorbeeld toch duidelijk gevolg gegeven aan de oproep om zieken te blijven bezoeken en het maakt dan niet uit onder welke naam het gebeurt.
We kunnen wel eens jammeren over het gebrek aan inzet bij de jeugd, tot we eens gaan kijken wat er elke week in een jeugdbeweging gebeurt. En hoe ze nu reeds – in volle winter – zich zorgen maken over een geschikte kampplaats, zoals we onlangs ook in het nieuws konden zien.
En ja, er zijn wel eens problemen en onenigheden bij familieleden, collega’s en vrienden. Maar even vaak of veel vaker zijn ze onze steun en toeverlaat. In deze donkere en kille tijd zijn het altijd andere mensen die ons kunnen verlichten en verwarmen, figuurlijk en dikwijls ook letterlijk. Als wij gedwongen worden om afscheid te nemen van een geliefde, doet het deugd dat we niet alleen staan. En dat we, zoals vandaag, ook de gedachtenis kunnen vieren.
Ik wil eindigen met een citaat van iemand die niet door het leven werd gespaard en zijn inzet zelfs met de dood moest bekopen: Martin Luther King. Zijn credo was het volgende.
“Ik geloof dat het laatste woord is aan ontwapenende eerlijkheid en onvoorwaardelijke liefde. Een voorlopige nederlaag van de waarheid is nog geen teken dat het kwade het laatste woord heeft.”
We kennen Martin Luther King vooral door zijn woorden “I have a dream”. En een simpel spreekwoord kan dan wel zeggen dat de meeste dromen bedrog zijn, maar een droom is ook altijd een uiting van hoop. De droom van Martin Luther King was een wakkere droom, geen droom die zich neerlegt bij de dood.
Wie buigt voor de dood, erkent in de dood zijn meester.
Wie van leven droomt, buigt zich niet voor de dood.
Hij zal bij al het negatieve dat ons afkomt hoop zaaien. Hoop dat na de duisternis en winter opnieuw de lente komt. En dat de dood niet het laatste woord heeft, dat de dood het definitieve einde niet is. Het is soms moeilijk om te geloven, maar nog een simpel spreekwoord zegt: hoop doet leven…