Het was de vraag die leefde bij velen.
Honderdduizenden gezinnen als kaatsballen uit levensangst opgejaagd, gevlucht in Gaza.
Bedreigd door bombardementen, zonder water, voedsel of enig perspectief.
Oekraïne, Soedan, Oost-Congo, duizenden migranten dakloos zwervend door onze straten. Maar ook hier, groeiende armoede.
Velen die worstelen met de zinloosheid van hun leven.
Is Kerstmis een flauw verhaaltje, sentiment, een winstgevend project voor een schuifelende massa op de Meir of voor bol.com?
Ik herinner het mij nog levendig die kerstmis van 1944 als kind.
In november was een V2 gevallen in de Kroonstraat. 44 doden.
Talloze huizen in puin. Ook het onze.
Alleen de entresol, het tussenverdiep stond nog recht tussen de ruïnes.
Wij leefden met vijf op de badkamer met een petrolvuurtje en een gekregen gasbrander.
Een plank boven het bad was de eettafel versierd met een afgebroken tak als kerstboom.
De glinsterende zilverpapiertjes die de geallieerde vliegtuigen uitstrooiden tegen radardetectie vervingen de kerstballen die ergens tussen het steenpuin lagen.
Ook de kerstbeeldjes ontbraken.
Op een doek lag een kruisbeeld bij gebrek aan Christuskind.
Heel veel jaren later ontdekte ik tot mijn verbazing dat op de middeleeuwse kersttaferelen er steeds een crucifix hing boven de kerststal.
Het kerstverhaal was dus schijnbaar reeds een lijdensverhaal.
Steeds weer schilderden ze de kribbe bij een afvoerput of een riool.
De échte plek om God te vinden.
En daar zaten wij met kerstnacht, zonder elektriciteit en perspectief, bijeen gepropt op Kerstavond maar wel samen.
We baden de rozenkrans en zongen tussen de tientjes kerstliekens.
Ik, als jongste mocht dan draaien met mijn zelfgemaakte ster.
Je bent veel te klein om de diepte van dat gebeuren te begrijpen maar toch herinner ik mij nog dat angstgevoel van niet meer weten en onveiligheid, we moesten slapen in de schuilkelder, en toch die sfeer van vertrouwen, dat warme, biddend samenzijn.
Iets van diepe geborgenheid die ik steeds weer, doorheen de jaren, ervaren heb.
Ook al was er geen enkel uitzicht, nauwelijks nog iets om in te schuilen, toch straalde die kerstdagen iets uit van diep vertrouwen, van hoop en een sterk verlangen om elkaar, maar ook de berooiden om ons heen, te ondersteunen.
En ik weet dat ze dat thuis, ondanks eigen miserie, deden.
Misschien is dat die sterke uitdaging van Kerstmis.
Die uitgestrekte handen van dat Christuskind, die weerloze schreeuw van God in die voederbak. Zo'n hunkerend, levend kind kan je niet onverschillig laten liggen.
In zijn kerstverhaal schilderde Lucas een tafereel met de bedoeling dat wij er doorheen zouden kijken en iets vermoeden van Gods diepste intuïtie: de geboorteschreeuw van het kind in ons, daar waar wij echt zijn.
Ooit heeft Kerstmis het licht gezaaid van een God, kwetsbaar als een zwangere vrouw op zoek naar veiligheid om leven te schenken, in de onherbergzaamheid van onze samenleving.
Een God wiens blik ons onzeker maakt, wetenschappelijk irrelevant.
En toch dat mysterie van die uitgestrekte armen van dat Kind, die hunker naar barmhartigheid, het doorkruist elke vorm van berekening.
Als je leert zien in het duister, zegt dit verhaal, dan raakt die schreeuw je gevoelige snaar in je verlangen naar echt mens worden.
Dan verlangt God te wonen in onze menselijkheid.
Het was koud in Bethlehem, zegt de legende. Kunt u aanvoelen hoe koud het kan zijn wanneer het hart van een mens bevriest door eenzaamheid, wanneer vingers blauw verkleumen door de onverschilligheid van anderen en levens wegzinken?
Als straks iemand je vraagt waarom je naar deze viering bent gekomen vertel hem dan dat God ons nodig heeft voor meer menselijkheid tussen ons..
Zijn licht zal onweerstaanbaar doorsijpelen tussen onze huizen.
Het kind van de hoop wordt steeds weer geboren uit mensen.
God, wat een wonder!
.. Zalig Kerstmis